P. Cornelius Tacitus, 55-120 ANNALES 1.1.1. Over de stad Rome hebben aanvankelijk koningen geregeerd; de vrije Republiek met zijn consuls heeft Lucius Brutus ingesteld. In tijd van nood werden dictators aangesteld en de macht van Tienmannen is niet langer dan twee jaar van kracht geweest en ook de consulaire macht van de Krijgstribunen heeft nooit lang geduurd. Noch van Cinna, noch van Sulla was de heerschappij een lang leven beschoren; en de macht van Pompeius en Crassus is al snel overgegaan op Caesar, de militaire dictatuur van Lepidus en Antonius op Augustus, die het hele rijk, dat uitgeput was door burgertwisten, aan zijn gezag onderwierp onder de benaming 'vorst'. 1.1.2. Maar voor- of tegenspoed van het vroegere romeinse volk zijn al door vermaarde historici te boek gesteld en ook de geschiedenis van Augustus' tijd heeft het niet ontbroken aan vaardige talenten, zolang men tenminste niet afgeschrikt werd als gevolg van toenemende kruiperij; de daden van Tiberius en Gaius, Claudius en Nero zijn verdraaid te boek gesteld, uit angst tijdens hun leven, uit nog verse haatgevoelens na hun dood. 1.1.3. Daarom ben ik van plan om slechts geringe aandacht te besteden aan Augustus, en dan nog alleen aan zijn nadagen; vervolgens verder te gaan met het principaat van Tiberius en zo verder, zonder ressentiment of toegeeflijkheid, waartoe ik de aanleidingen verre van mij houd. 1.1.3.Inde consilium mihi pauca de Augusto et extrema tradere; mox Tiberii principatum et cetera, sine ira et studio, quorum causas procul habeo.