Zahlen Boggle

advertisement
Zahlen Boggle
Parker, 1981
Een dobbelrekenspel met 1000 mogelijkheden voor 1 tot 8 spelers vanaf 10 jaar.
Vrij vertaald door Piet Notebaert (Studiecentrum Bordspellen, Brugge)
Getallen-Boggle is een getal- en rekenspel met heel veel gevarieerde speelmogelijkheden.
In deze handleiding staan enkele van de vele varianten beschreven.
Je zal ongetwijfeld nieuwe varianten bedenken terwijl je dit spelmateriaal gebruikt. Veel speelplezier.
Spelmateriaal

1 dobbelsteenhouder (raster en deksel)

16 dobbelstenen (met telkens 6 cijfers van 0 tot 9)

een zandloper (drie minuten)
Aantal spelers
Elke spelvariant kan alleen gespeeld worden. Maar er kunnen soms tot 8 spelers gelijktijdig deelnemen. Vanzelfsprekend
moet dan rekening gehouden worden met de leeftijd, het rekenvermogen en de vlugheid van de spelers.
Voorbereiding
Elke speler moet beschikken over een blad papier en een pen. Bij elke partij bepaal je een spelleider. Deze dobbelt, stopt
de tijd en controleert de uitkomsten. De functie van spelleider wisselt in uurwijzerzin.
Spelverloop
Als iedereen papier en pen bezit, dobbelt de spelleider (indien nodig) een sleutelgetal en maakt dit aan iedereen bekend.
Daarna gaan alle dobbelstenen in de bekerhouder en worden goed door elkaar geschud totdat ze allen in een raster
liggen.
Daarna wordt het raster in het midden van de tafel geplaatst, het deksel wordt verwijderd en de spelleider zorgt ervoor
dat iedereen alle dobbelstenen goed kan waarnemen.
De zandloper wordt omgedraaid en het rekenen kan beginnen!
Punten
Zodra de zandloper leeggelopen is, verzamelt de spelleider alle blaadjes in en controleert alle berekeningen. De volgende
punten kunnen worden verdiend:

voor elke correcte berekening: 2p

voor de speler met de meeste correcte berekeningen: 10 extra punten

voor elke foute berekening: 4 strafpunten
De speler die het eerst 100 punten of meer bereikt, wint de partij.
Om te bepalen of een berekening goed of fout is, wordt niet alleen gekeken naar het resultaat, maar vooral naar de
berekeningsmethode.
Sleutelgetal
Bij verscheidene spelvarianten wordt een sleutelgetal gebruikt. Dit getal kan uit twee of drie cijfers bestaan.
De spelleider neemt hiervoor 2 of 3 dobbelstenen en bepaalt door één dobbelsteenworp het sleutelgetal:

eerste dobbelsteenworp = cijfer eenheden

tweede dobbelsteenworp = cijfer van de tientallen

eventuele derde dobbelsteenworp = cijfer van de honderdtallen
Een 3-6 geeft dus een sleutelgetal 63.
Spel en varianten
Om in alle volgende spelvarianten concrete uitleg te geven, vertrekken
we steeds van het nu volgende modelraster:
8
3
6
2
5
1
4
6
3
2
9
0
4
5
8
7
Spel 1: Wie vindt het sleutelgetal?
(tot 8 spelers)
De spelleider bepaalt met twee dobbelstenen een tweecijferig sleutelgetal. Daarna maakt hij met alle 16 dobbelstenen
een nieuw raster klaar. Op het commando 'Boggle Knobbel!' wordt het deksel afgenomen en de zandloper omgedraaid.
Elke medespeler probeert nu met behulp van de getallen in het raster zoveel mogelijk rekencombinaties op te schrijven
die als uitkomst het sleutelgetal vormen (steeds met drie of vier dobbelstenen).
Afspraken

Je mag enkel getallen gebruiken die horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen.

Elk getal in een rij mag slechts één keer gebruikt worden.

De vier hoofdbewerkingen mogen naar eigen inzicht in gelijk welke volgorde gebruikt worden.
Voorbeeld
Veronderstel dat het doelgetal 28 is.
In de tweede rij van het raster zitten: 3-1-2-5. Je kan hiermee de volgende berekening uitvoeren: (3+1)x(5+2)=28.
In de vierde kolom van het modelraster staan de getallen: 4-5-8-7. Hiermee vorm je b.v. (4x5)+8=28 (dus deze keer
met slechts drie getallen).
Begrepen? Je ontdekt zeker nog andere combinaties. Maar denk vooral aan de tijdslimiet!
Varianten:

het sleutelgetal bestaat uit drie cijfers

alle rekencombinaties moeten met drie getallen gevormd worden

alle rekencombinaties moeten met vier getallen gevormd worden
Spel 2: Sleutelgetal voor elke speler
(tot 8 medespelers)
Bij deze variatie bepaalt een speler met twee dobbelstenen een tweecijferig sleutelgetal. Deze geldt voor de speler links
van hem die dit getal op zijn blad noteert (eventueel omcirkelen). Op zijn beurt dobbelt deze speler een sleutelgetal voor
zijn linker buur. Zodra iedereen op deze wijze een eigen sleutelgetal bezit, dobbelt de spelleider een nieuw raster. Dan
wordt de zandloper omgedraaid en het spel start.
Varianten:

Alle verschillende sleutelgetallen moeten door alle spelers gebruikt worden.

De sleutelgetallen bestaan uit drie cijfers.

Je kan ook sleutelgetallen nemen op basis van je geboortedag, geboortejaar, huisnummer, postcode, enz.
Spel 3: Waar is de nul?
(tot 8 medespelers)
Bij deze variant moeten zo veel mogelijk combinaties gevonden worden die als resultaat het getal nul vormen. De
spelleider schudt gewoon een nieuw raster. Een sleutelgetal is hierbij niet nodig.
Voorbeeld:

eerste rij van het raster: 8-5-3-4

combinatie: 5-3-(8:4)=0

de diagonaal in het raster: 8-1-9-7

combinatie: 8+1-9=0 (met slechts drie getallen)
Varianten:

Alle combinaties moeten met drie getallen worden gemaakt.

Alle varianten moeten met vier getallen worden gemaakt.

Opgepast: je moet steeds getallen nemen uit dezelfde rij, kolom of diagonaal!

Je kan natuurlijk ook afspreken om getallen te nemen die verticaal, horizontaal of verticaal aan elkaar grenzen (en
dus niet noodzakelijk in een zelfde rechte lijn liggen).
Spel 4: Wie maakt de langste rij?
(tot 8 medespelers)
Ook bij dit spel wordt geen sleutelgetal gebruikt. Het doel is om een zo groot mogelijke getallenrij te vormen. De
spelleider schudt een nieuw raster en duidt een willekeurig hoekgetal aan. Met dit getal begint de getallenrij.
Nu zoeken de spelers naar getallencombinaties waarvan de uitkomst steeds een hoger getal is dan het voorgaande. Ook
hier moet elke combinatie bestaan uit getallen die in dezelfde rij of kolom of diagonaal zitten.
Voorbeeld:

De spelleider kiest het getal '7' als startgetal.

Tweede rij: (2x5)-3+1=8

Diagonaal: (2:2)+4+4=9

Vierde kolom: 5+4+(8-7)=10

enz.
Varianten:

Het begin van de rij wordt door een sleutelworp bepaald.

De getallenrij gaat aflopend (terug naar 0).
Spel 5: Wie grijpt het aas?
(voor 4 spelers)
Het aas wordt gevormd door de getallen op de vier dobbelstenen in het midden van het raster. Elke speler mag nu enkel
de getallen gebruiken die in de rijen aan zijn zijde liggen. Met deze getallen moeten combinaties gevormd worden die de
vier aasgetallen als resultaat hebben.
Voorbeeld:
In ons voorbeeldraster bestaat het aas uit de getallen 1, 2, 4 en 9. Als je b.v. aan de rechter zijde aan tafel zit, dan mag
je spelen met de getallen 4, 5, 8 en 7. Je maakt dan de volgende berekeningen:

(5+7):(4+8)=1

(5-4)+(8-7)=2
Varianten:

Nadat een speler de aasgetallen berekend heeft, neemt hij de dobbelstenen van zijn rij uit het raster en draait ze een
kwart om. Wie het eerst alle aasgetallen met alle mogelijke zijden van zijn dobbelstenen vormt, wint het spel.

Het aasgetal wordt gevormd door de som van de vier aasdobbelstenen.

Het aasgetal wordt gevormd door het product van de aasdobbelstenen.
Spel 6: De slak
(tot 8 rekengeniale medespelers)
Bij dit spel moeten 15 aangrenzende dobbelstenen gebruikt worden om het getal op de laatste dobbelsteen van de
ketting te vormen.
De ketting start in een hoek en gaat spiraalsgewijze naar het centrum toe. Het laatste getal moet de uitkomst zijn van
een berekening waarbij alle andere 15 getallen gebruikt worden.
Voorbeeld:
In het voorbeeldraster start de slak bij de 8 linksboven. Ze gaat naar rechts, naar onderaan, dan naar links, gaat terug
twee omhoog, twee naar rechts, eentje naar beneden en tenslotte eentje naar links en dus stoppend bij de 4.
Het slakgetal is dus 4.
Met deze berekening gebruik je alle eerste 15 dobbelstenen één keer:
8-5:3x4+5-8+7+0-6:2+6+3+1+2-9=4
Deze zes spelvarianten geven enkele mogelijkheden om met Zahlen Boggle te spelen. Hoogst waarschijnlijk bedenk je
nog andere leuke spelregels met dit concept. Heel veel speel- en rekenplezier!
Download