subsidiereglement

advertisement
Gelet op de bevoegdheden van de gemeenten zoals bepaald in de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid de
artikelen 117, 119, 135;
Gelet op de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de Ruimtelijke Ordening en de Stedenbouw;
Gelet op het Bosdecreet van 13 juni 1990 en het Besluit van de Vlaamse Executieve van 4 december 1991 tot
instelling van een vergunningsplicht voor wijziging van vegetatie en van lijn- en puntvormige elementen
(Vegetatiewijzigingsbesluit);
Gelet op de beleidscategorieën van het milieubeleidsplan en natuurontwikkelingsplan voor Vlaanderen (1990 –
1995), meer bepaald de Groene Hoofdstructuur, de ecologische infrastructuur en natuur in stedelijke sfeer;
Gelet op het belang van lijnvormige landschapselementen voor de invulling van hogergenoemde
beleidscategorieën;
Gelet op de belangrijke rol van lineaire landschapselementen voor de ecologische infrastructuur en gelet op het
feit dat de uitbouw hiervan één van de peilers vormt voor de realisatie van het Gemeentelijk
Natuurontwikkelingsplan;
Overwegende dat het geven van een positieve stimulans voor het onderhoud en ontwikkeling van het landschap
de burger actief kan betrekken in het gemeentelijk natuur- en landschapsbeleid;
Overwegende dat actieve deelname van de burger in het natuur- en landschapsbeleid noodzakelijk is in het
kader van het verrijken en het uitbreiden van het streekeigen landschappelijk patrimonium.
Overwegende de invoering van de Euro op 01.01.02;
BESLUIT: unaniem
Artikel 1
Binnen de perken van de op de begroting en goedgekeurde kredieten kan het college van burgemeester en
schepenen van Laakdal een subsidie verlenen voor het aanplanten van kleine landschapselementen, met het doel
het landschappelijk karakter van de gemeente te verstevigen.
Artikel 2
Definities
- lijnvormige element: een klein landschapselement dat een landschapstructurerende impact heeft en dat
gekarakteriseerd wordt door de vorm, namelijk langwerpig en beperkt in de breedte. Als lijnvormige elementen
worden erkend: haag of haagkant, houtkant, houtwal, bomenrij.
- haag of haagkant: een lijnvormige aanplanting van houtige gewassen met compacte structuur die bij normaal
onderhoud door periodieke snoei in vorm wordt gehouden: de frequentie bepaalt of het gaat om een 'haag'
(frekwent onderhouden) of een om een 'haagkant' (minimaal onderhouden).
- houtkant: elke strook grond, inbegrepen taluds, welke met bomen, struiken en kruiden begroeid is. De
exploitatie bestaat uit het periodiek kappen van houtige gewassen tot aan de grond; door het natuurlijk
opslagvermogen van bepaalde loofhoutsoorten worden dan op de stronk nieuwe loten gevormd.
- houtwal: een strook grond begroeid met bomen, struiken en kruiden die op een herkenbare wal staan. Een wal
is een verhoogd stuk grond. De exploitatie bestaat uit een periodiek kappen van houtige gewassen tot aan de
grond; door het natuurlijk opslagvermogen van bepaalde loofboomsoorten worden dan op de stronk nieuwe
loten gevormd.
- bomenrij: een opeenvolging of aaneenschakeling van bomen van dezelfde soort, grootte en leeftijd, die meestal
in een rechte lijn zijn geplaatst of gerangschikt.
- vellen of kappen: het door hakken of zagen doen vallen
- rooien: het verwijderen van bomen of houtachtige gewassen, met inbegrip van hun wortelstelsel
- groeiseizoen: periode van 1 april tot en met 31 oktober
- plantseizoen: periode van 1 november tot en met 31 maart
- landelijke gebieden: gebieden vermeld in art. 10 tot en met 15 van het K.B. van 28.12.72 betreffende de
inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, zijnde agrarische gebieden,
bosgebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, parkgebieden
en bufferzones.
- aangeslagen plantsoen: plantsoen dat na aanplanting of verplanting verder groeikrachtig is of blijft;
- toezichthoudende ambtenaar: een door het schepencollege aangeduide ambtenaar die bevoegd is voor de in dit
besluit bedoelde controles
- streekeigen bomen en heersters: zie bijlage I
Artikel 3
Om in aanmerking te komen voor subsidie moet de aanplanting aan volgende voorwaarden voldoen:
- de aanplanting gebeurt op een perceel gelegen in de landelijke gebieden van de gemeente Laakdal
- de aanplanting bestaat uit een plantensoort voorkomend op de lijst van de streekeigen bomen en
heersters in bijlage I
- de aanplanting moet uitgevoerd worden conform alle bestaande wetten, reglementen of gebruiken
- hagen, haagkanten, houtkanten of houtwallen dienen minstens een lengte van 25 meter te hebben
- bomenrijen moeten een minimum lengte van 50 meter hebben en de bomen moeten voorzien worden
van een steunpaal een boomband
- plantafstand:
* haag: 0,3 meter tot 0,5 meter
* houtkant: 1 meter
* bomenrij: 7 tot 10 meter voor hoogstammige bomen, 5 tot 7 meter voor knotbomen
- voor de struikvormige aanplantingen wordt een minimale afmeting van 40 cm hoogte vereist; voor
aanplantingen met hoogstammige bomen is een minimale stamomtrek van 8 cm vereist.
Artikel 4
Worden niet gesubsidieerd:
- de afbakening van siertuinen en parken en aanplantingen rond gebouwen en constructies die als woning of
verblijfplaats dienen en dit tot een diepte van 50 meter.
- beplantingen opgelegd in bouw-, exploitatie- en/of milieuvergunningen
- herbeplanting die voortvloeit uit een vellingsvergunning
Artikel 5
De gesubsidieerde aanplanting dient minimaal gedurende 10 jaar integraal en intact op dezelfde plaats blijven
staan. Het is de aanvrager niet toegestaan handelingen te verrichten of door derden te laten verrichten, die
kunnen leiden tot een aantasting van het karakter en de structuur van de landschappelijk waardevolle elementen.
Zo is het verplaatsen, vellen, rooien of definitief verwijderen van de gesubsidieerde aanplanting niet toegestaan.
Met vellen of rooien wordt gelijkgesteld: aan de gesubsidieerde landschapselementen schade toebrengen of ze
verminken of vernielen o.m. door abnormaal snoeien, ringen, ontschorsen, verschroeien, gebruik van
scheikundige middelen, inkerven of benagelen, evenals vraat door dieren.
Met vellen of rooien wordt niet gelijkgesteld het langs weiden of akkers bevestigen van afsluitdraden aan
lijnvormige elementen, gebruikt voor de afbakening van de percelen, door middel van krammen en dergelijke,
voor zover deze lijnvormige elementen effectief deel uitmaken van de afsluiting.
De aanvrager dient de aanplanting goed te onderhouden en in stand te houden. Daartoe zal hij zorgen voor
vervanging van afgestorven of sterk misgroeiende exemplaren op straffe van terugvordering van de toelagen.
Artikel 6
De subsidie bedraagt voor struikvormige aanplantingen 0,50 Euro per stuk en voor hoogstammige bomen 5
Euro per stuk, met een maximaal bedrag van 200 Euro per aanvrager en per dienstjaar.
Indien het aantal subsidieaanvragen het totaal voorziene bedrag in de begroting overstijgt, zal de
subsidietoekenning verlopen in functie van de datum van het indienen van de aanvraag tot uitputting van het
totaal voorziene bedrag voor het dienstjaar.
Artikel 7
Enkel nieuwe aanplantingen worden betoelaagd en alleen aangeslagen plantsoen.
Artikel 8
Het nodig krediet is voorzien in de begroting onder artikel nummer 879/331/01/1.
Artikel 9
Het college van burgemeester en schepenen houdt zich het recht voor om, mits de vereiste motivering,
subsidieaanvragen te weigeren die niet beantwoorden aan de doelstelling van voorliggend reglement.
Artikel 10
Onverminderd de mogelijkheid tot het nemen van gerechterlijke stappen door de subsidieverlenende overheid,
vervalt de gehele subsidie indien bij controle frauduleuze praktijken worden vastgesteld.
Artikel 11
De genieter van deze subsidie verplicht zich ertoe in alle akten van vervreemding van het onroerend goed,
waarop de subsidie slaat, alle verplichtingen van dit reglement op te leggen aan de verkrijger op straffe van
terugbetaling van die subsidie.
De vervreemding dient ten laatste 1 maand na ingang van de wijziging opgegeven te worden aan de
toezichthoudende ambtenaar.
Artikel 12
De aanvraag dient door de eigenaar van de betrokken percelen te worden ingediend bij het gemeentebestuur van
Laakdal ten minste 2 maanden voor de aanplantingen zullen gebeuren.
De aanvraag dient volgende elementen te bevatten:
- vermelding of de planten worden aangekocht met factuur of op een andere manier worden
verkregen
- situeringsplan: kaart met ligging van het perceel met vermelding van deelgemeente,
sectie en nummer
lokalisatie van de aanplanting op deze kaart
- omschrijving van de geplande aanplanting wat onder meer de volgende elementen dient
te omvatten:
- boomsoorten en/of heestersoorten
- vermelding of het om struikvormige (S) of hoogstammige (H) aanplantingen gaat
en de aanduiding van de hoeveelheid van beide soorten
- de afmeting van de planten met de in artikel 3 vermelde criteria: stamomtrek voor
hoogstammige bomen en hoogte voor struikvormige aanplantingen
- plantafstand tussen de planten onderling
- afstand ten opzichte van de perceelsgrens
- raming van de kostprijs van het plantgoed
- eigendomsrecht op woord van eer.
Artikel 13
Het college van burgemeester en schepenen beslist of de aanvraag in principe voor de betreffende toelage in
aanmerking komt.
Artikel 14
Tijdens het eerstvolgend groeiseizoen en minimum 6 maanden na de aanplant, deelt de aanvrager schriftelijk
mee dat de aanplanting uitgevoerd werd, welk percentage van de aanplant aangeslagen is en vraagt een eindcontrole aan.
Artikel 15
Op basis van het verslag van de toezichthoudende ambtenaar zal het schepencollege al dan niet zijn goedkeuring
verlenen tot uitbetaling van de toelage voor het aangeslagen plantgoed.
Artikel 16
Dit reglement wordt bekendgemaakt door middel van een aanplakbrief die het onderwerp van dit reglement
vermeldt en de datum van de beslissing waarbij de verordening werd aangenomen.
De aanplakbrief vermeldt tevens de plaats(en) waar de integrale tekst van het reglement ter inzag ligt.
Artikel 17
Dit reglement wordt van kracht de vijfde dag volgend op de dag van de bekendmaking door de aanplakbrief.
Bijlage I
STREEKEIGEN BOMEN EN HEESTERS
LOOFHOUTSOORTEN
Acer campestre
Acer platanoides
Acer pseudoplatanus
Aesculus hoppocastanum
Alnus glutinosa
(syn. A. vulgaris)
Alnus incana
Amelanchier lamarekii
(syn. A. canadensis, A. laevis)
veldesdoorn/Spaanse aak
Noorse esdoorn
gewone esdoorn
witte paardekastanje
zwarte els
Betula pendula
(syn. B. Verrucosa, B. Alba)
Betula pubescens
(syn. B. variabilis)
ruwe berk/witte berk
Carpinus betulus
Castanea sativa
Corylus avellana
Crataegus laevigata
Crataegus monogyna
(syn. C. oxyacantha)
haagbeuk
tamme kastanje
hazelaar
tweestijlige meidoorn
eenstijlige meidoorn
Fagus sylvatica
Frangula alnus
(syn. Rhamnus frangula)
Fraxinus excelsior
beuk
sporkehout/gewone vuilboom
Juglans regia
okkernoot
Lonicera periclyminum
wilde kamperfoelie
Populus alba
Populus canescens
Populus tremula
Prunus avium
(syn. Cerasus avium)
Prunus padus
(syn. Cerasus padus)
Prunus spinosa
witte abeel
grauwe abeel
ratelpopulier/esp
zoete kers (/boskers)
Quercus petraea
(syn. Q. sessilis, Q. sessiliflora)
Quercus robur
(syn. Q. pendunculata)
wintereik
grauwe els
krenteboompje
zachte berk
gewone es
vogelkers
sleedoorn
zomereik
Robinia pseudoacacia
Rosa arvensis
Rosa canina
(syn. R. sepium)
Rosa rubiginosa
(syn. R. eglanteria)
acacia of gewone robinia
akkerroos
hondsroos
egelantier
Salix alba
schietwilg
Salix atrocinerea
rosse wilg
(syn. S. acuminata)
Salix aurita
geoorde wilg
Salix caprea
waterwilg/boswilg
Salix cinerea
grauwe wilg
Salix fragilis
kraakwilg
Salix purpurea
bittere wilg
Salix repens
kruipwilg
Salix triandra
amandelwilg
(syn. S. amygdalina)
Salix vinimalis
katwilg
Sambucus nigra
gewone vlier
Sarothamnus scoparius
brem
(syn. Cytisus scoparius)
Sorbus aucuparia
lijsterbes
(syn. Symphoriacarpus racemosus, Symphoricarpus rivularis)
Tilia cordata
winterlinde/kleinbladige linde
(syn. T. parvifolia, T. ulmifolia)
Tilia platyphyllos
Tilia vulgaris
(syn. T. intermedia, T. europaea)
zomerlinde/grootbladige linde
Hollandse linde
Viburnum opulus
Gelderse roos
Download