7+ jaar 2-4 20 + spelers minuten INHOUD 4 plastic letterplankjes, 100 plastic fiches, timer, 50 categoriekaarten, dobbelsteen (1 tot 4 ogen, fiche en hand) BEDOELING VAN HET SPEL Als eerste speler alle lege lettervakjes op het letterplankje bedekken door binnen de 30 seconden woorden op te noemen die tot een bepaalde categorie behoren. VOORBEREIDING Elke speler legt één letterplankje en ongeveer 25 plastic fiches voor zich op tafel. Wie het hoogste aantal ogen gooit, mag beginnen. Wie links van de speler zit, houdt de timer en de dobbelsteen in het oog. HET SPEL · Stel zoals aangegeven de timer in op 30 seconden. Start de timer pas nadat de dobbelsteen is gegooid. · Gooi met de dobbelsteen: ofwel verschijnt het cijfer 1,2,3 of 4 ofwel een fiche ofwel een hand. Wie aan de beurt is, draait een categoriekaart om en begint te spelen volgens de categorie die de dobbelsteen aangeeft. Zet de timer op de tafel en start hem: de speler begint nu woorden op te noemen die betrekking hebben tot de aangegeven categorie. Hij/Zij moet zoveel mogelijk lettervakjes met fiches bedekken vóór de timer afloopt. Gooi je een FICHE met de dobbelsteen, dan mag je één van de openstaande lettervakjes op je plankje bedekken met een plastic fiche. Je beurt is dan voorbij en gaat naar de speler die links van jou zit. Gooi je een HAND met de dobbelsteen, dan heb je 30 seconden de tijd om de fiches van het letterplankje van een tegenspeler te halen. De spelregels zijn dezelfde als hierboven beschreven: stel de timer in op 30 seconden, kies het letterplankje waarvan je de fiches zult halen, gooi met de dobbelsteen om de categorie te bepalen, start de timer en haal een fiche van het gekozen plankje per woord dat je opnoemt en dat tot de aangegeven categorie behoort. WIE HEEFT GEWONNEN? Wie als eerste alle letters van zijn/haar letterplankje heeft bedekt, is de winnaar. NOOT: letters hoeven niet in alfabetische volgorde bedekt te worden. Voorbeeld: Voorbeeld: Categorie Categorie -- “soorten “soorten noten” noten” De speler noemt zoveel mogelijk soorten noten op: PINDANOOT, WALNOOT, HAZELNOOT, BEUKENNOOT; terwijl hij/zij het woord uitspreekt, bedekt hij/zij de letters P, W, H en B: “P” voor pindanoot, “W” voor walnoot, “H” voor hazelnoot en “B” voor beukennoot. Is de tijd om, dan zal de timer kantelen. De beurt is voorbij en gaat naar de speler aan de linkerzijde. DENK ERAAN DAT DE SPELER BINNEN DE TIJD MOET PROBEREN ZOVEEL MOGELIJK WOORDEN OP TE NOEMEN DIE TOT EEN BEPAALDE CATEGORIE HOREN TERWIJL HIJ/ZIJ ZOVEEL MOGELIJK LETTERVAKJES MOET BEDEKKEN. De De spelregels spelregels in in een een notendop notendop 1.1. Bepaal wie er mag beginnen. 2. 2. Wie links van de speler zit, houdt de tijd en de dobbelsteen in de gaten. 3. 3. Gooi met de dobbelsteen, draai de categoriekaart om die overeenkomt met het aantal gegooide ogen (1 tot 4) op de dobbelsteen. 4. Gooi je een hand, dan mag je zoveel mogelijk fiches van het letterplankje van één van je tegenspelers halen. Gooi daarvoor eerst nogmaals met de dobbelsteen om de categorie te bepalen (1 tot 4). Gooi je een fiche, dan mag je één van je letters die nog niet bedekt zijn met een fiche bedekken; je beurt is dan voorbij. 5. 5. Start de timer en noem woorden op die overeenkomen met het gegooide cijfer van de categoriekaart. Leg de eerste letter van het woord op je letterplankje terwijl je het opnoemt. 6. 6. De beurt is voorbij als de timer kantelt. 7. 7. Nu is de speler links van jou aan de beurt. 8. 8. Wie als eerste alle letters op het letterplankje heeft bedekt, is de winnaar. 01211 B