Handleiding voor WOORDZOEKER (JUNIOR) AANTAL SPELERS: 2 tot 4 LEEFTIJD: vanaf 7 jaar SPEELDUUR: 10 tot 30 minuten DOEL VAN HET SPEL: Vind de meeste woorden en win! EXECUTIEVE FUNCTIES: Reacties Emoties Flexibiliteit Doorzettingsvermogen Concentratie Werkgeheugen Planmatig denken Metacognitieve vaardigheden Getalbegrip Bewerkingen Meetkunde Logisch denken/ redeneren BENODIGDE VAARDIGHEDEN • Herkennen van woorden/ symbolen; • Ruimtelijk inzicht. Woorden kunnen horizontaal, verticaal of diagonaal op het spelbord verborgen staan. EXECUTIEVE VAARDIGHEDEN • Nadenken voordat je iets doet; • Snel maar correct reageren; • Aandacht bij het spel houden; • Beseffen dat het maar een spelletje is. SPELREGELS Bepaal welke puzzel je wilt spelen. Haal de groene ring en de transparante schijf van het zwarte speelbord. Leg de transparante schijf ondersteboven (met de bolle kant naar boven op tafel) en bevestig de gekozen kaart (met de puzzel die je wilt gaan spelen naar beneden) op de transparante schijf. Zorg ervoor dat de pinnen in de gaatjes zitten. Draai de transparante schijf met de puzzel weer om en leg het op het zwarte speelbord, plaats tenslotte de groene ring in de juiste positie. De jongste speller begint. Draai de speelschijf kloksgewijs tot het eerste woord zichtbaar is in de opening van de groene ring. De speler moet dit woord hardop voorlezen. Alle spelers zoeken nu naar dat woord op de speelschijf. Het woord kan in alle mogelijke richtingen verstopt zijn: van links naar echts, van rechts naar links, horizontaal, vertikaal en diagonaal. Echter altijd in een rechte lijn. De speler die als eerste het woord vind, roept Woordzoeker. Daarna wijst hij/zij de oplossing aan en plaatst zijn/haar gekleurde fishes op het woord. Attentie! Wanneer een speler niet meteen het gevonden woord kan aanwijzen, dan mag hij/zij deze ronde niet meer meedoen en moet wachten tot een andere speler het woord gevonden heeft. Het spel gaat kloksgewijs verder. De volgende speler draait de speelschijf en onthult het volgende woord, Het spel gaat verder tot alle woorden zijn gevonden en het zwarte veldje weer zichtbaar is. Kruisende woorden: Als een nieuw gevonden woord een woord kruist dat al gevonden is, dan worden de fiches van het al eerder gevonden woord van de speelschijf verwijderd, Tenzij deze fiches toebehoren aan de speler die het nieuwe woord gevonden heeft. Indien er bij het weghalen van enkele fiches incomplete woorden ontstaan, dan moeten die woorden ook van de speelschijf gehaald worden. Einde van het spel: Het spel eindigt als alle woorden zijn gevonden of èèn van de spelers geen fiches meer heeft. Winnaar: De winnaar is diegene met de meeste fiches van zijn/haar kleur op de speelschijf. Nieuw spel: De spelers keizen een andere kaart en herhalen de regels zoals hierboven beschreven. HET SPEL UITLEGGEN PEILEN, STIMULEREN, LEREN Dit spel is eenvoudig uit te leggen en te spelen. Kies zelf het niveau van de spelers (bij de junior versie: blauw, rood, groen). Nadat alle kinderen een kleur fiches hebben gekozen kunt u het beste uitleg geven tijdens het spelen van het spel. Let op de volgende punten: Met dit spel kunt u nagaan in hoeverre de kinderen vlot woorden (plaatjes) herkennen. Met de volgende vragen/ interventies kunt u een leerling aanzetten tot leren, redeneren en reflecteren. Ze helpen u een beeld te geven van wat ze kunnen, weten, begrijpen en redeneren: • Kinderen zijn geneigd om fiches te ‘verstoppen’ waardoor andere geen zicht hebben op het aantal fiches en ze al snel zeggen dat ze geen fiches meer hebben. Dit is niet eerlijk, dus zorg dat alles zichtbaar is. • Kinderen zijn geneigd om de groene totem dicht bij henzelf te zetten, waardoor een ander er niet bij kan en dat is niet eerlijk. Kinderen moeten leren deze op een gezamenlijke vaste plek te zetten. • Wanneer een speler de totem pakt en niet meteen het gevonden woord kan aanwijzen, dan mag hij/ zij niet meer meedoen en moet deze speler wachten totdat een andere speler het woord gevonden heeft. • Fiches worden neergelegd op de woorden die gevonden zijn. Als een nieuw gevonden woord een woord kruist dat al gevonden is, dan worden de fiches van het al eerder gevonden woord van het speelbord verwijderd; ook als er zo een incompleet woord ontstaat. • Laat de kinderen aan de hand van de woorden (plaatjes) die ze moeten zoeken raden om welk thema het gaat. Bijvoorbeeld: oceaan, krill en orka. Herkennen de kinderen de relaties tussen de woorden om er zo achter te komen om welk thema het gaat? • Laat de leerling die het woord (plaatje) gevonden heeft zelf uitleggen wat dit woord (plaatje) betekend. • Zodra de woorden geweest zijn kunnen de kinderen vertellen hoe de woorden geschreven zijn ook wanneer ze niet meer zichtbaar zijn? • Bespreek waar ze op moeten letten om zo snel mogelijk te zijn: bedenk je van de voren al een tactiek hoe je de woorden gaat zoeken? kijk je naar alle letters tegelijkertijd of alleen bijv. de eerste twee? STIMULEREN VAN EXECUTIEVE VAARDIGHEDEN Het spel woordzoeker doet een groot beroep op reacties, flexibiliteit en emoties van een kind (RI, FLX en ER). Een eerste impuls van het kind zal soms onderdrukt moeten worden (FLX, ER), omdat het wellicht een ‘negatief’ effect kan hebben, namelijk dat ze het woord (symbool) nog helemaal niet gezien hebben waardoor ze te snel de totem pakken en/of een ander kind net iets sneller was. Het kind leert dat het ‘maar een spelletje’ is. Terwijl het spel vraagt om een snelle reactie, moet het reageren wel correct zijn (RI). Het kind zal flexibel met de spelsituatie om moeten gaan, omdat het kind tevens afhankelijk is van de acties van de medespelers, waardoor een kind niet altijd zijn zelf bedachte plan kan uitvoeren (FLX). Door het snelle karakter wat dit spel biedt, moet het kind zijn aandacht er wel bijhouden (VA). Omdat dit een klein en niet te complex spel is, leent dit spel zich er goed voor om deze vaardigheden te oefenen. EVENTUELE TOEVOEGINGEN OF EIGEN INZICHTEN • Laat de leerlingen nadat het spel afgelopen is zelf ook nog bijv. 5 woorden (plaatjes) extra bij dit thema bedenken, opschrijven en delen met elkaar. • Laat alleen de eerste twee letters zichtbaar van het woord. Laat de kinderen daarna voorspellen en opschrijven wat het woord zou kunnen zijn die bij dit thema hoort. D.m.v. een controle briefje kunnen de leerlingen zien of het woord wat zij hadden goed was en ook of ze het correct opgeschreven hebben. Daarna kunnen de leerlingen gaan zoeken op het bord. bron: www.goliathgames.nl