Seksuele ontwikkeling, opvattingen en dilemma’s, liefde Tijdens de adolescentie verandert de identiteitsvraag ‘wie ben ik?’ en relatie tot seksualiteit ‘wat ben ik?’ en ‘hoe ben ik dat’. De seksuele ontwikkeling is voor iedere adolescent van het ingrijpend en spannend proces, dat gevolgen heeft voor alle vier aspecten van het identiteitbesef: continuïteit, herkenning en erkenning, vrijheid en toekomstperspectief. De seksuele ontwikkeling wordt gedeeltelijk biologisch gestuurd, maar de omgeving draagt veel bij aan de kwaliteit van het seksuele ontwikkelingsproces, ten goede en of ten kwade. De begrippen seksualiteit en seks hebben betrekking op allerlei gevoelens, gedachten, handelingen houdingen die te naken hebben met lustbeleving en geslachtelijke opwinding. Net als bijvoorbeeld aan het begrip vrijheid, geven mensen ook aan het begrip seksualiteit veel verschillende betekenissen. Deze verschillende komen tussen willekeurige individuen voor, maar ook tussen verschillende groepen. Bijvoorbeeld mensen met verschillende etnische achtergronden, brengen verschillende zaken in verband met seksualiteit. Ter illustratie hiervan geven we enige voorbeelden. Als maagdelijkheid erg belangrijk gevonden wordt voor het doen slagen van een huwelijk, leidt dat tot ander gedrag dan wanneer seksuele ervaring voorwaarde is voor een succesvol huwelijk. Of als in een samenleving alleen handen, voeten en ogen onbedekt gezien mogen worden is de voorpagina van het tijdschrift Margriet al pornografie als die gezicht van een jonge vrouw toont met ontblote mond. Mannen die hand in hand over straat lopen worden in Nederland in verband gebracht met homoseksualiteit en afwijkend gevonden, in andere landen wordt dat gedrag al;s normaal vriendschappelijk gezien. In ons land wordt dat gedrag als normaal vriendelijk gezien. In ons land wordt vrijuit voorlichting gegeven door officiële instanties over aids en worden homoseksuele als risicogroep extra benaderd. In sommige landen (bijvoorbeeld China) bestaan homoseksualiteit officieel niet. En omdat aids wordt gezien als een homoziekte, bestaat aids in deze landen officieel niet. Aan aidspreventie wordt al helemaal niets gedaan. De seksuoloog en historicus Van Ussel uit onderzoek dat seksualiteit in iedere maatschappij een verschillende gestalte krijgt, met als gemeenschappelijke kern het voortplantingsgedrag. Het taboe op incest blijken culturen ook gemeenschappelijk te hebben. De waarden en normen te aanzien van seksualiteit kunnen ook binnen een cultuur sterk verschillen en zijn bovendien aan verandering onderhevig. Het lijkt ons leraren (in opleiding) belangrijk en zinvol om oog te hebben voor de variatie aan opvattingen en verschijnselen rond seksualiteit. Bovendien zullen ze professioneel moeten kunnen hendelen in onderwijs- en begeleidingssituaties waarin seksualiteit een probleem vormt. Het kunnen relativeren van eigen (privé) standpunten is dan vaak een voorwaarde om tot goede oplossingen te komen. Lichamelijke veranderingen en hun effecten op de persoonlijkheidsontwikkeling. De directeur van de basisschool keek Bert verbaasd aan. Hij herinnerde zich Bert als een tamelijk klein gezet jongetje wiens hoge stem in de klas boven alles uitkwam. Nu, anderhalf jaar later, stond er een andere Bert voor hem: een lange slungelachtige jongen met puistjes op zijn gezicht en een stem die af en toe onrustbarend uitschoot van een diepe bas naar een hoge alt. De directeur wordt geconfronteerd met biologische veranderingen van een oud-leerling, die kenmerkend zijn voor adolescenten. Bij de ene adolescent treden deze veranderingen vroeg en snel op, bij de ander laat en geleidelijk. Groeiversnellingen treden bij meisjes tussen de 9.5 en 14.5 jaar op en bij jongens tussen 10.5 en 16 jaar. Jongens groeien jaarlijks gemiddeld tien centimeter en meisjes negen centimeter. Onderling kunnen er grote verschillen zijn, zo zijn er adolescenten waar de groeiversnelling vroeg begint en die al bijna volgroeid zijn, terwijl bij een van oudere adolescent het groeiproces nog moet beginnen. De groeiversnellingen beginnen bij het hoofd en de ledematen. De romp komt later. De snelle groei veroorzaakt bij veel adolescenten zijn lichaam nauwelijks onder controle schijnt te hebben: hij stoot tegen tafels, stoelen en anderen aan. De biologische veranderingen verschillen tussen adolescenten en vooral de verschillen tussen jongens en meisjes worden veroorzaakt doordat de hypofyse, een klier aan de onderkant van de hersenen, bij jongens meer van een bepaalde hormoonsoort maakt dan bij meisjes. Tot aan de adolescentieperiode worden bij jongens en meisjes nagenoeg gelijke hoeveelheden van dezelfde geslachthormonen geproduceerd en bij meisjes meer oestrogeen. Deze hormonen veroorzaken kenmerkende verschillen tussen jongens en meisjes. Meisjes Borsten beginnen te groeien Groeiversnelling begint Schaamhaar begint te groeien Eerste menstruatie Borstgroei voltooid Jongens Testikels ontwikkelen zich Eerste schaamhaar verschijnt Penis begint te groeien Eerste zaadlozing Groeiversnelling begint ± 11 jaar ± 10.5 jaar ± 11 jaar ± 12.5 jaar ± 15.5 jaar ± 11.5 jaar ± 12.5 jaar ± 12 jaar ± 13 jaar ± 14.5 jaar De eerste zaadlozing bij jongens en de eerste menstruatie bij meisjes zijn voor adolescenten belangrijke momenten. Het betekent dat ze in staat zijn zich voort te planten. De leeftijden waarop lichamelijke ontwikkelingen beginnen en de hoedanigheid ervan kunnen van cultuur tot cultuur en persoon tot persoon verschillen. Zo was een eeuw geleden de gemiddelde leeftijd waarop de eerste menstruatie plaatsvond 14.5 jaar, in onze westerse cultuur ligt dit tijdstip nu rond de 12 jaar. Verondersteld wordt dat veranderde leefomstandigheden als voeding en sport de versnelling beïnvloeden. Al de lichamelijke veranderingen missen hun uitwerking op de psyche van de adolescent niet, mede doordat jongens en meisjes belangstelling voor alkaars lichaam krijgen. Door de snelle veranderingen van het lichaam en door onze huidige cultuur waarin grote waarde wordt gehecht aan lichamelijke aantrekkelijkheid, zijn adolescenten veel met hun lichaam bezig. De reclame speelt om hun lichaam te bekijken, in een poging aan te wennen of het door cosmetica, kleding en versierselen in overeenstemming te brengen met door vooral reclame, films en muziekgroepen gecreëerde ideaalbeelden. Bijna alle adolescenten experimenteren met hun uiterlijk. Kapsels, make-up, kleding en doen aan laten kunnen in overeenstemming gebracht worden met wat de groep waarbij hij wil horen als acceptabel beschouwt. Sommigen willen zich juist van anderen, soms van hun eigen groep onderscheiden en uiten dit door hun uiterlijk en hun gedragingen. De lichamelijke veranderingen en seksuele gevoelens kunnen adolescent in verwarring brengen. Hij heeft niet het gevoel een continue –steeds dezelfde- persoon te zijn. Door de veranderingen voelen adolescenten zich dikwijls ongelukkig. Adolescenten ontwikkeling ideeën, gevoelens en houdingen tegenover hun veranderde lichaam. De subjectieve indrukken die ze hebben van hun eigen lichaam noemen we lichaamsbeeld. Het gaat deel uitmaken van het identiteitsbesef. De indrukken worden mede gevormd door de al niet vermeende indrukken die de adolescent van de omgeving over zijn lichaam ontvangt. Henriëtte meende indrukken uit de klas te ontvangen die haar eigen beeld van haar lichaam verstrekten. Door haar jongere broertje werd ze met haar veranderde lichaam thuis geplaagd. Hierdoor werd haar gevoel: ‘ik ben lelijk want ik heb puistjes, te grote borsten, lelijk haar’, versterkt. Doordat ze, toen ze voor de klas stond, hieraan moest denken kon ze zich nauwelijks op haar spreekbeurt consenteren. Op de vraag van de mentor of ze zeker wist dat de leerlingen in de klas om haar uiterlijk fluisterden en giechelden zei ze dat ze dat niet wist maar dacht. Hoe adolescenten zichzelf zien hangt niet alleen af van hoe anderen hen zien, maar ook van hoe zij denken dat anderen hen zien en dat per groep waarin zij zich bevinden verschillen. Zo geeft Henriëtte aan dat ze tijdens volleybal met haar vrienden alleen aan haar prestaties denkt. Ze zegt dat ze, doordat ze groot en strek is, nogal gemakkelijk springt en smacht. Soms lijkt een adolescent evenveel gezichten te hebben als er groepen zijn, waarin hij functioneert. De Henriëtte voor de klas lijkt een andere dan die in de volleybal groep van vriendinnen. Hoe verwarrend dat voor haar is, hangt af van de sterkte van haar besef van continuïteit. Ook zijn er adolescenten die geen of weinig last hebben van hun veranderende lichaam. Sommigen hebben weinig of geen problemen met bijvoorbeeld jeugdpuistjes (acne). Ook kunnen meisjes trots zijn op hun ontwikkelende borsten en dat voelen als een teken van toenemende rijpheid en seksuele aantrekkelijkheid. Adolescenten kunnen op de vragen ‘wie ben ik?’ en ‘wat kan ik?’ een zelfbewust antwoord ontwikkelen. Vaak hangt dat samen met hoe thuis met hen wordt omgegaan en hoe ze functioneren in de groepen waartoe ze willen behoren. Seksuele gedrag van adolescenten. Onder seksueel gedag verstaan we al datgene wat men doet om lust te kunnen beleven. Dit moet vrij ruim opgevast worden. Niet alleen geslachtsgemeenschap, masturbatie, elkaar geslacht organen prikkelen of zoenen en strelen vallen daaronder. Ook gedragingen die de bedoeling hebben om uit te monden en seksuele lustbeleving rekenen we daartoe. Bijvoorbeeld flirten, een afspraakje maken, erotische film kijken. Seksueel gedrag kan meer doelen dien dan alleen de eigen lustbeleving. Het kan in dienst staan van de voortplanting, behoud van een relatie, identiteitsexperimenten, machtsuitoefening, financieel gewin, enzovoort. sinds de jaren zestig is het gedrag gevarieerder geworden. Seks en voortplanting zijn ontkoppeld, vooral door de pil, en ook seks en huwelijk zijn ontkoppeld in de heersende moraal. Toch zijn er grote verschillen in opvattingen en gedrag tussen jongeren waar te nemen. In het seksuele gedrag van jongeren, dat uiteindelijk in geslachtsgemeenschap uitmondt, zit geleidelijk opbouw. De meesten doen er ongeveer vier jaar over om van tongzoenen naar gemeenschap te komen. De ontwikkeling van het vrijgedrag gaat meestal geleidelijk omdat men moet leren zijn eigen gevoelens te uiten om te gaan met die van een partner. Daarbij worden grenzen en verlangens langzamerhand duidelijk. Vooral jongere meisjes zijn terughoudender in gedrag dan jongens. Adolescenten beginnen op steeds jongere leeftijd met seksuele relaties. Tegelijkertijd gaan ze later dan voorheen samenwonen of trouwen. De periode dat ze met seksuele relaties zonder al te veel verplichtingen kunnen experimenteren is daarmee langer geworden. Gemiddeld genomen hebben scholieren achtereenvolgend meerdere relaties. Deze zijn vooral in het begin van betrekkelijk korte duur. De relaties kenmerken zich door betrokkenheid vanuit gevoelens van verliefdheid of liefde maar ook door een zekere vrijblijvendheid, gezien de betrekkelijke korte duur. De opeenvolging van meerdere kortdurende monogame relaties wordt wel het patroon van de ‘korte trouw’ of ‘seriële monogamie’ genoemd. Het staat tegenover het minder populair geworden patroon vaan meerder seksuele relaties naast elkaar. Seksrol en seksuele identiteit: de ontwikkeling van mannelijke en vrouwelijke identiteit. Is het belangrijk om te weten of men als leraar aan meisjes of aan jongens lesgeeft? Waarin verschillen jongens van meisjes? Hoe plezierig het is het om een jongen of een meisje te zijn? Voor leren is het belangrijk om over deze vragen na te denken. De meeste leraren denken dat ze in de praktijk meisjes en jongens hetzelfde behandelen, en dat jongens en meisjes dezelfde kansen hebben, maar uit onderzoek blijkt dat jongens door leerkrachten op een andere manier behandelen worden dan meisjes. Jongens vragen en krijgen meer aandacht dan meisjes. Meisjes blijken vaker opleidingen onder hun niveau te kiezen dan jongens, hoewel dat in de jaren tachtig enigszins veranderd is. De maatschappelijke posities van mannen en vrouwen zijn nog steeds verschillend. Mannen maken meer gebruik van het door hen bepaalde diploma om een bepaalde maatschappelijke status te verwerven. Al heel jong zijn kinderen zich bewust van dat ze een jongetje of een meisje zijn. Ze weten ook al heel vroeg dat jongetjes en meisjes zich anders gedragen. Bron: boek: identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, van der wal. De seksuele ontwikkeling van de mens In elke fase van het leven van de mens hoort een stukje seksuele ontwikkeling. Elke fase zijn weer andere dingen die erbij komen kijken, of juist veranderen. Hier onder is de seksuele ontwikkeling vanaf de baby tot de bejaarde beschreven. Baby De baby ervaart geen erogene zones. Het aanraken van de huid is in feite één groot tastzintuig. In het eerste jaar is de mond gevoelig omdat de baby veel drinkt en de honger bevredigd wordt. In het tweede jaar krijgt het kind meer beheersing over zijn kringspier. Het al dan niet ophouden of laten lopen van de ontlasting geeft een prettig gevoel. Van hieruit zal bij de peuter en de kleuter het seksuele gevoel verder ontwikkeld worden doordat steeds meer plaatsen van het lichaam als gevoelig worden ervaren. Speciaal de erogene zones worden ontdekt. Peuter De peuter begint zijn seksuele gevoelens verder te ontwikkelen. Peuters zijn nog onbevangen en zonder argwaan worden geslachtsorganen bekeken en aangeraakt. Het kind ervaart dat als prettig, net als eten, drinken en slapen. Elk kind moet deze verkenningen kunnen uitvoeren om later op een gezonde wijze zijn seksuele ontwikkeling te kunnen vervolgen. Hier komen grote culturele verschillen naar voren ten opzichte van seksualiteit. Deze kunnen variëren van algehele openheid, alles moet kunnen, tot streng taboe. Beide benaderingen zijn af te raden. Een middenweg heeft de voorkeur. Kleuter De kleuter weet nu zeker dat hij een jongen of een meisje is. De verliefdheid op moeder houdt op. De jongen trouwt niet met zijn moeder maar met zijn vriendinnetje. Imitatiegedrag van vader of moeder wordt veel gezien. De jongen krijgt de goedkeuring van moeder als hij zijn vader imiteerd. Moeder houdt immers van vader. Bij meisjes is dit omgekeerd ook het geval. Schoolkind Tot het zesde jaar spelen jongens en meisjes met elkaar. Vanaf tien jaar spelen jongens en meisjes gescheiden. Toch zoeken zij spelenderwijs contact door elkaar te plagen, te duwen en te trekken, gevolgd door het elkaar daarna schreeuwend achterna te rennen, elkaar te pakken te krijgen, zich los te rukken om daarna weer opnieuw te beginnen. Vanaf twaalf jaar verandert dit gedrag in kleine, flirtachtige plagerijen. jongeren van 12 -14 jaar Op deze leeftijd krijgen zij met lichamelijke veranderingen te maken en kunnen zij zich hierover onzeker gaan voelen. Zij vergelijken hun lichaam met leeftijdsgenootjes om te bekijken of het eigen lichaam normaal of afwijkend is. Het afwijken van de ideale norm van de leeftijdsgroep wat betreft lichaamsbouw, gelaatstrekken en lichamelijke prestaties kan een bron van ellende zijn. Soms gaat dit over onbelangrijke zaken als het hebben van krullen of stijl haar, een te grote neus ect. Hormonen spelen hier een rol, en in korte tijd vormen zich beharing, het krijgen van borsten en het krijgen van de menstruatie. Pubers van 14- 17 jaar Hierbij zie je dat een groep meiden en een groep jongens elkaar opzoeken. Dit gebeurt op een natuurlijke weg op school, of op een ongedwongen manier op een sportclub. In het uitgaansleven worden de leeftijdsgenoten van het andere geslacht meer doelbewust opgezocht. In het begin zullen sommigen zich eerst onzeker voelen over: wat moet ik zeggen, of wat vind hij of zij van mij? Door de kunst van vrienden af te kijken en dit gedrag te imiteren zal men zich zekerder gaan voelen. Zo raken zij gewend om met elkaar om te gaan. Adolescent 18-21 jaar Acceptatie van het seksueel rijpe lichaam. Zelfgerichtheid wordt minder en maakt meer plaats voor deander. Wel blijven contacten nog gericht op seksuele aantrekkingskracht, maar ook op gezelligheid en het delen van interesse. Dit leidt tot meer diepgaande en betekenisvolle contacten en voelen zij Ich meer betrokken bij het welzijn van anderen. Jong volwassenen Zij zijn op zoek naar een vaste partner door behoefte aan diepgaande en langdurige bindingen. Deze vriendschappen zijn verbonden aan erotiek en seksualiteit. De relatie wordt intiemer en de band sterker. Het samengaan van twee identiteiten die zich verdiepen in elkaar waardoor de behoefte aan duurzaamheid en trouw toeneemt. De duurzame relatie leidt tot verantwoordelijkheid voor elkaar. men wil voor elkaar zorgen en lief en leed delen. Hierna kan een kinderwens ontstaan. Middelbaren en vroege ouderdom Op zich is er niets aan de hand. Toch kan door verminderde vitaliteit en verminderde testosteron bij mannen onzekerheid ontstaan tussen mannen en vrouwen op het gebied van de seksualiteit. Kinderen gaan het huis uit, de VUT leeftijd is in zicht en men zal zich aan allerlei nieuwe situaties moeten gaan aanpassen. Ouderdom Ondanks verminderde vitaliteit en minder seksuele behoefte komt men de laatste tijd meer en meer tot de conclusie dat ook bejaarden nog steeds verliefd kunnen worden of blijven. Mensen die hun hele leven seksueel actief zijn geweest houden daar niet plotseling mee op. Veel ouderen zijn tot op hoge leeftijd net zo seksueel actief als jongeren dit zijn. Ouderen genieten ook puur lichamelijk van elkaar en hebben behoefte elkaar aan te raken. Alleen de maatschappij of hun kinderen staan hier soms wat kritisch tegenover. Bron: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/seksualiteit/23496-de-seksuele-ontwikkelingvan-de-mens.html Seksuele ontwikkeling De ontwikkeling van seksualiteit en lichamelijkheid begint in de babytijd en doorloopt daarna verschillende fasen. In boeken en brochures zult u verschillende fase-indelingen aantreffen. In grote lijnen komen deze indelingen met elkaar overeen. Het is belangrijk te weten dat ieder mens zich in een verschillend tempo ontwikkelt. Zo stringent als hier vermeld staat verlopen de fasen dus niet. 0 tot 4 jaar: Ontdekken en onderzoeken Ontdekken van de wereld via de zintuigen Onderzoeken van het eigen lichaam en dat van de ander Ontwikkelen van sociale normen: een ‘beetje’ leren wat wel en niet mag Ontdekken van de sekse-identiteit: weten dat je een jongen of meisje bent Taalontwikkeling: (vieze) woorden leren 4 t/m 7 jaar: Oriëntatie op (intieme) relaties Ontwikkeling van vriendschappen Seksuele spelletjes (vadertje/moedertje of doktertje spelen) Grote interesse in voortplanting Leren van ‘seksuele gedragsregels’ (geen uitingen van seksualiteit waar anderen bij zijn) 8 t/m 11 jaar: Begin van de puberteit: schaamte en interesse Begin puberteit (bij meisje rond hun 10e en jongens rond hun 12e jaar) Meer schaamte Interesse in seks in de media Fantaseren en dromen over seks Zelfbevrediging in privé- omgeving 12 t/m 15 jaar: Groei in lichaam en gedrag Grote lichamelijke veranderingen Onzekerheid over het eigen lichaam Stemmingswisselingen Seksuele interesse in leeftijdgenoten 16 jaar: Omgaan met liefde en seks Meer ervaringen in de liefde en seks Eerst kortere en daarna langere verkeringen Meer interactie over seks met de ander (onderhandelen, wensen en grenzen duidelijk maken) Vanaf 18 jaar en verder Langere relaties en grotere emotionele betrokkenheid bij de partner Het merendeel heeft ervaring met geslachtsgemeenschap vanaf 18 jaar Bron: http://www.begrensdeliefde.nl/achtergrondinformatie/seksualiteit/seksuele_ontwikkeling Seksuele ontwikkeling De basis van de seksuele ontwikkeling wordt al bij de baby gelegd en bestaat uit genot en prettige gevoelens. Dit uit zich in de vorm van lichamelijk contact met zijn verzorgers, zoals knuffelen en op schoot zitten. Op de peuterleeftijd start een volgende fase. De peuter gaat steeds meer verschillen tussen mensen ontdekken en dan met name het verschil tussen jongens en meisjes. Stimulering door: het beantwoorden van vragen het benoemen van lichaamsdelen lichamelijk contact bron: http://www.hetdorpje.nl/beleid3.php#cogn