De brandnetel De brandnetel is een van de minder gewaardeerde planten. Omdat hij nauwelijks opvalt, maar gemeen kan “bijten”, wanneer je hem aanraakt. We zien hem het liefst zo weinig mogelijk, maar toch.... Er zit ijzer, kalk, mineralen en vitamine d in de jonge scheuten. De netels kunnen in het voorjaar prima als groente gegeten worden, zodat het kalkpeil in onze botten op nivo blijft. Als soep, kaas of thee, het werkt allemaal bloedzuiverend en waterafdrijvend. Lekker en vooral gezond. Wat wil je nog meer, maar toch... Brandharen Op de stengel en bladeren zitten overal brandharen. Een soort naalden, waarvan het topje bij aanraking afbreekt en in de huid dringt. Het brandnetelzuur veroorzaakt een branderig, jeukend gevoel wat door mens en dier als onprettig wordt ervaren. Mocht u het overkomen, wrijf dan snel met een gekneusd blad van weegbree of zuring over de wond. Dat brengt verlichting. Ook het vee laat de netels groeien. Wanneer er gemaaid is zullen de gedroogde brandnetels graag gegeten worden. De brandharen werken dan niet meer. Wil je de plant goed bekijken zonder geprikt te worden, strijk dan met je hand van beneden naar boven. De brandharen staan schuin omhoog en kunnen de huid niet verwonden. Nuttig De plant kan enorm woekeren. De boeren willen hem het liefst kwijt. Ook in de tuin wordt hij bestreden. De brandnetel staat in een kwaad daglicht, maar toch... Brandnetels zijn de kraamkamers van heel veel vlinders. De Atalanta, Kleine Vos, Dagpauwoog, ze leggen hun eitjes aan de onderkant tegen het blad. De rupsen leven op hun waardplant. Ze eten ervan. Hele brandnetelscheuten worden afgegraasd. Met brandharen en al. Zonder brandnetels dus geen vlinders. Ook vormen de netels een voedselbron en beschermingsplaats voor verschillende keversoorten en bladluizen. Waar bladluizen zijn, vind je ook weer mieren en lieveheersbeestjes. De mieren krijgen voedsel van de bladluizen. Het lieveheersbeestje eet met smaak de bladluis op. De Nachtegaal maakt haar nest in een brandnetelbosje. Wanneer je brandnetels in een emmer met water doet en het geheel een paar dagen laat staan, krijg je een uitstekende meststof voor kamerplanten. Ook wordt brandnetelgier gebruikt bij de bestrijding van bladluizen op planten. Soorten Er zijn twee soorten. De Kleine en de Grote Brandnetel. De Kleine Brandnetel is een eenjarige plant, die zich door uitzaaien verspreidt. Hij prikt pijnlijker dan de Grote. De Grote Brandnetel is een meerjarige plant, die zich met een wortelstok-systeem uitbreidt. De plant kan wel een paar meter hoog worden. De Grote Brandnetel is een tweehuizige plant. Aan een stengel zitten alleen mannelijke of alleen vrouwelijke bloemen. De Kleine Brandnetel heeft beide bloemen op een en dezelfde stengel. De bloemen zijn niet mooi. Het zijn trossen. Elke tros bevat honderden kleine bloempjes, die onopvallend gekleurd zijn, maar toch... Standplaats Brandnetels groeien graag op voedselrijke grond; plekken waar afval in de grond zit. Hun aanwezigheid duidt op een hoge concentratie stikstof. Je komt ze tegenwoordig op heel veel plekken tegen. Van oorsprong is het vooral een plant van de rivieroevers, waar in de winter door het rivierwater veel stikstofrijke grond wordt gebracht. Vogels die ’s nachts in de bomen nachtrust genieten, zoals spreeuwen en duiven, zorgen ervoor dat de bodem langs de bosranden rijkelijk van mest wrdt voorzien. Vandaar dat we juist langs deze randen vaak brandnetels zien groeien. Al met al zien we dat deze ogenschijnlijk nutteloze en onprettige plant van belang is voor veel dieren en dus ook voor de mens. Fijn dat ze op verschillende plaatsen welig tieren. Ook in een rommelig hoekje van uw tuin? U houdt van vlinders...ja toch! augustus 1992 Herman Kremers