LON 37-Chronische longembolieen.indd

advertisement
LONGGENEESKUNDE
Chronische
longembolieën
Chronische longembolieën
Uw arts heeft geconstateerd dat uw longslagaders gedeeltelijk
afgesloten worden door bloedstolsels (longembolieën). Om te
kunnen bepalen welke behandelingsmogelijkheden er voor u
zijn, is nader onderzoek nodig. U zult onder meer een aantal
hart- en longonderzoeken krijgen om vast te stellen wat de
ernst van uw aandoening is en wat er eventueel aan gedaan
kan worden. Met name zal onderzocht worden of een operatie
zinvol kan zijn. Behandeling met medicijnen behoort ook tot de
mogelijkheden.
In deze folder kunt u lezen wat de diagnose ‘chronische
longembolieën’ inhoudt. Eerst krijgt u uitleg over de werking
van hart en longen. Vervolgens leest u iets over chronische
longembolieën en welke klachten deze veroorzaken. Tenslotte
treft u een overzicht aan van de onderzoeken die u in de
komende periode te wachten staan.
Als het bloed de zuurstof ter plekke heeft
afgegeven, stroomt het terug naar het hart.
Het rechterdeel van het hart pompt het
bloed via de longslagaders weer naar de
longen. Hier wordt het bloed opnieuw van
zuurstof voorzien. Vervolgens herhaalt de
hele cyclus zich.
Werking hart en longen
Ieder mens heeft zuurstof uit de lucht nodig
om te kunnen functioneren. Bij inademing
komt er lucht in de longen. De longen halen
de zuurstof uit de lucht en zorgen ervoor
dat deze in het bloed terechtkomt. Het linkerdeel van het hart pompt vervolgens het
bloed rond en brengt de zuurstof naar de
delen van het lichaam die dat nodig hebben, zoals hersenen, spieren, maag, darmen,
enzovoorts.
1
Trombose en longembolie
Hoge bloeddruk in de
longslagaders (pulmonale
hypertensie)
Door allerlei oorzaken kan de zuurstofvoorziening belemmerd raken. Bij sommige
mensen ontstaan bloedstolsels in aders
(trombose), meestal in de aders van één
van de benen. Van een dergelijk bloedstolsel
kunnen stukjes afbreken, die dan met het
bloed via de rechterharthelft in de slagaders
van de longen terechtkomen, waar ze vast
blijven zitten. Dit worden longembolieën
genoemd.
De arts schrijft bij longembolieën meestal
bloedverdunners voor. Deze middelen voorkomen het ontstaan van nieuwe stolsels en
zorgen ervoor dat het lichaam aanwezige
stolsels opruimt. Bij een klein deel van de
patiënten met longembolieën vindt deze
opruiming echter niet of onvoldoende
plaats. Als deze zogenoemde chronische
longembolieën enkele grote of meerdere
kleine longslagaders blijven verstoppen, dan
kan hoge bloeddruk ontstaan in de longslagaders. Dit heet pulmonale hypertensie.
Het rechterdeel van het hart (de rechterhartkamer) moet dan extra hard werken om
het bloed door de deels verstopte longslagaders te pompen. De rechter hartkamer zal
als gevolg hiervan vergroten en de spier-
Als door deze embolieën een belangrijk
deel van de longslagaders afgesloten raakt,
kan dit voor de zuurstofvoorziening van het
lichaam belangrijke gevolgen hebben. Het
hart moet extra hard werken om de benodigde hoeveelheid bloed door de bloedvaten te pompen die nog wel doorgankelijk
zijn. Als de afsluitingen ernstig zijn, ontstaan er kortademigheidklachten.
2
Operatie (PTE)
wand van de hartkamer zal dikker worden.
Ook de wanden van de longslagaders raken
verdikt (zie afbeelding).
Bij een aantal patiënten met chronische
longembolieën is het mogelijk deze operatief te verwijderen. De operatie staat
bekend onder de naam Pulmonale TromboEndarteriëctomie (PTE).
Om te bekijken of PTE bij u mogelijk is, zult
u eerst uitgebreid onderzoek ondergaan.
Duidelijk moet worden of de longembolieën
zich op een plaats in de longslagaders bevinden waar ze via een operatie verwijderd
kunnen worden. Ook moet er een reële verwachting zijn dat een operatie verbetering
voor u oplevert.
Wanneer een operatie voor u mogelijk is en
de ingreep verloopt naar wens, kunt u een
vermindering van uw klachten verwachten
en een verbetering van uw lichamelijke mogelijkheden.
Bij lichamelijke inspanning neemt de druk
op de rechterhartkamer nog meer toe. Als
deze situatie aanhoudt, zal de rechterhartkamer minder goed gaan functioneren. Dit
merkt de patiënt in eerste instantie alleen
bij inspanning. Later kunnen ook klachten
in rust ontstaan, zoals kortademigheid, druk
op de borst en duizeligheid.
Na verloop van tijd zal de rechterharthelft
het bloed dat vanuit het lichaam aangeboden wordt, niet meer voldoende kunnen
doorpompen. Het gevolg hiervan is vochtophoping in de buik(organen) en de benen.
De patiënt heeft dan last van dikke voeten
(oedeem) en/of een vol gevoel in de bovenbuik. Wanneer de klachten toenemen, kan
deze aandoening uiteindelijk een levensbedreigende vorm aannemen.
Korte beschrijving PTE
PTE is een grote operatie, waarbij de borstkas geopend wordt. Tijdens de operatie ligt
de patiënt enige tijd aan de hart-longmachine. Na afloop van de operatie verblijft de
patiënt eerst enkele dagen op de Intensive
Care en vervolgens op de gewone verpleegafdeling. Wanneer alles volgens plan verloopt, volgt na twee tot drie weken ontslag
uit het ziekenhuis. Het verdere herstel thuis
zal geruime tijd in beslag nemen.
Mogelijke behandelingen
Voor dit ziektebeeld zijn twee behandelingen voorhanden: een operatie en medicijnen (of een combinatie van deze twee).
3
U zult diverse routine-onderzoeken
ondergaan, zoals:
De operatie is niet zonder risico. Het is een
grote ingreep en de conditie van de patiënten is vaak niet optimaal. Uw arts zal met u
bespreken welke risico’s deze operatie met
zich meebrengt.
• verschillende bloedtesten;
•urineonderzoek;
• elektrocardiogram (hartfilmpje);
• röntgenfoto van hart en longen;
• diverse longfunctie-onderzoeken
(waaronder een looptest);
• echografie van de bloedvaten in uw
benen;
• CT-scan van de longen;
• nucleaire scan van de longen.
Medicijnen
Ook is het mogelijk dat uit de onderzoeken
blijkt dat u het best alleen met medicijnen
behandeld kunt worden. In dat geval bespreekt de arts met u welke medicijnen voor
u geschikt zijn en wat u van die behandeling
kunt verwachten.
Specifieke onderzoeken die uw ziekte
in kaart brengen zijn:
Onderzoeken
• röntgenonderzoek (pulmonalis angiogram); hierbij worden de longslagaders
in beeld gebracht, zodat de ligging en
uitgebreidheid van de aanwezige stolsels bepaald kunnen worden;
• hartkatheterisatie, uitgevoerd door
de cardioloog; hierbij wordt een dun
kunststof slangetje (katheter) via de
lies naar het hart en de longslagader
opgeschoven, dit om de bloeddruk in de
longslagaders exact te meten en beter
geïnformeerd te raken over de functie
van het hart;
• (eventueel) coronair angiogram, uitgevoerd door de cardioloog; hierbij wordt
ook een katheter via de lies in het hart
en de kransslagaders ingebracht; de
conditie van de kransslagaders kan vervolgens met röntgenfoto’s beoordeeld
worden;
• eventueel andere onderzoeken; indien
dit nodig is, zal de arts deze met u bespreken.
Om te bepalen wat de
specifieke kenmerken van
uw aandoening zijn en welke
behandeling er mogelijk is,
krijgt u diverse onderzoeken.
Voor deze onderzoeken zult
u ongeveer een week in het
ziekenhuis opgenomen worden.
De onderzoeken moeten uitwijzen:
1. wat de ernst van de ziekte is;
2. of het mogelijk is de aanwezige stolsels
operatief te verwijderen;
3. of er sprake is van bijkomende afwijkingen, zoals bijvoorbeeld kransslagadervernauwing van het hart; deze kunnen
mede het risico van de operatie bepalen.
4
Tijdens deze opname zult u ook
een gesprek hebben met een
maatschappelijk werker van het
ziekenhuis. Doel van dit gesprek
is in de eerste plaats om na te
gaan of u ondersteuning kunt
gebruiken in de omgang met uw
ziekte.
Ongeveer twee weken na
uw ontslag komt u terug op
de poli. Dan zal uw longarts
u de onderzoeksresultaten
meedelen en een advies geven
voor verdere behandeling.
U krijgt dan te horen of een
operatie voor u mogelijk is
of dat u medicijnen krijgt
voorgeschreven (of een
combinatie van deze twee).
Gang van zaken
Op het moment dat de datum van uw opname bekend is, neemt de verpleegkundig
consulent telefonisch contact met u op.
Dan komt u ongeveer een week naar het
ziekenhuis om bovengenoemde onderzoeken te ondergaan. U verblijft op één van de
verpleegafdelingen Longziekten.
Meer weten?
Meer informatie over het ziektebeeld, over
mogelijke behandelingen en lotgenotencontact kunt u vinden bij de Stichting PHA
Nederland (Pulmonale Hypertensie Arterieel). De stichting heeft een uitgebreide
website, biedt telefonische opvang, organiseert informatieve bijeenkomsten, geeft
informatiefolders uit en is bereikbaar voor
schriftelijke en telefonische vragen:
Voordat u de onderzoeken krijgt, geeft de
verpleegkundige op de afdeling u mondelinge uitleg. Van de meeste onderzoeken
krijgt u bovendien vooraf een folder thuisgestuurd.
Stichting PHA Nederland
Postbus 627
3800 AP Amersfoort
Website: www.pha-nl.nl
E-mail: [email protected]
T 033 - 434 12 70
Wanneer alle onderzoeken gedaan zijn, gaat
u weer naar huis, waarna de longarts alle
resultaten analyseert.
5
Tot slot
Mocht u na het lezen van deze folder nog
vragen hebben, aarzel dan niet contact met
ons op te nemen. Vraag naar de verpleegkundig consulent Longgeneeskunde of naar
uw longarts.
6
St. Antonius Ziekenhuis
T 088 - 320 30 00
E [email protected]
www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp
088 - 320 33 00
Longgeneeskunde
088 - 320 14 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht
Soestwetering 1, Utrecht
(Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek
Utrecht Overvecht
Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten
Hofspoor 2, Houten
St. Antonius Spatadercentrum
Utrecht-De Meern
Van Lawick van Pabstlaan 12,
De Meern
7
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
LON 37/06-’09
Dit is een uitgave
van St. Antonius Ziekenhuis
Download