10 p Richting fout

advertisement
PROEFWERK NATUURKUNDE Havo - 3
MAART 2009
VERSIE 1
Verklaar alle antwoorden, geen uitleg geen punten !!
Voor gaarde mag je 10 N/kg gebruiken
gmaan mag je 1,7 N/kg gebruiken
Opgave 1 Tekenen van krachten
Hiernaast ligt een driehoek met een massa van 800g op het
aardoppervlak.
a] Bereken de zwaartekracht die op dit blokje werkt.
Neem de tekening die hiernaast staat over.
Gegeven:
m = 800g = 0,8 kg
gaarde = 10N/kg
Gevraagd:
FZ
5p
Schaal :
Oplossing:
FZ = m x g
= 0,8 x 10
1cm = 4N
= 8N
b] Teken de zwaartekracht die op dit blokje werkt (vermeld ook de schaal die je gebruikt hebt.)
zie tekening
Opgave 2 Zwaartekracht
Een steen heeft op de maan een gewicht van 40 N.
Bereken het gewicht van deze steen op de aarde.
Gegeven:
Fzmaan = 40 N
gmaan = 1,7 N/kg
gaarde = 10 N/kg
Gevraagd:
Fzaarde
Oplossing:
Fzmaan = mmaan x gmaan
Fzaarde = maarde x gaarde
40 = mmaan x 1,7
= 23,5 x 10
mmaan= 40 / 1,7
= 235N
5p
mmaan= 23,5 kg
5p
5p
LET OP MASSA = CONSTANT DUS DE MASSA VAN DEZE STEEN IS OVERAL 23,5 KG
Opgave 3 Resultante bij 00 en 1800
In de tabel hieronder staan 3 krachten vermeld met hun richting,
links ( ) of rechts ().
De F1 wordt samengesteld met F2 zodat je FR krijgt.
Neem de tabel over.
Vul in de lege vakjes de juiste kracht en of richting in.
10 p
F1
F2
FR
a
30N

45N

45 – 30 = 15N 
b
60N

100

100 + 60 = 160N 
c
25N

d
60N

10N

25 – 10 = 15N 
35N

60 + 35 = 95N
Richting fout - 1p
Grootte fout - 2p
Opgave 4 Uitrekking veer
Een leerling heeft op een veer verschillende krachten uitgeoefend en daarbij de uitrekking gemeten.
De gemeten waarden heeft hij in onderstaande tabel verwerkt.
a] Teken van deze veer een grafiek waarbij je de kracht tegen de uitrekking uitzet. (Vergeet niet langs
de assen de grootheid en de eenheid)
Kracht Uitrekking
(N)
(cm)
0
0
4p
4p
2p
4p
4p
Cv (F/U)
2,5
11,3
0,22
6
27
0,22
8,5
38,3
0,22
12
A
B
40
b] Bereken wat er in de lege vakjes moet komen te staan en vul deze in.
Gemiddelde veerconsante (Cv) = 2,2 N/cm, Cv = F / U (zie tabel)
DUS
A MOET 12 / U = 0,22 -> U = 54,4cm
B MOET F / 40 = 0,22 -> F = 8,8N
c] Teken met kleur, in dezelfde grafiek, de grafiek van een
stuggere veer.
Een stuggere veer heeft bij dezelfde kracht een kleinere
uitrekking !
Opgave 5 Veerconstante
Hiernaast hangt een veer met een veerconstante van 0,8 N/cm.
a] Bereken de lengte van de veer als je er een kracht van 6 N op uitoefent.
Gegeven:
Cv = 0,8N/cm
F = 6N
Gevraagd:
Lengte
Oplossing:
U = F / Cv -> U = 6/0,8 -> U = 7,5cm
Echter is dit de uitrekking dus de lengte wordt:
12cm (zie tekening hiernaast) + 7,5cm = 19,5cm
b] Welke kracht moet je op de veer uitoefenen om deze een lengte van 18 cm te
geven?
Gegeven:
Cv = 0,8N/cm
Lengte = 18cm
Gevraagd:
Kracht (F)
Oplossing:
De lengte v/d veer moet 18cm zijn -> dus de uitrekking is dan 18 – 12 = 6cm
F = Cv x U -> F = 0,8 x 6 -> F = 4,8N
2p
c] Je neemt nu een andere veer, die stugger is dan de hiernaast afgebeelde veer. Is de veerconstante
van die veer groter of kleiner dan 0,8 N/cm ? leg uit.
De veerconstante is de kracht die je moet uitoefenen om 1 cm uitrekking de krijgen.
Een stuggere veer betekend dat je er meer kracht (N) op moet uitoefenen om dezelfde uitrekking te
krijgen. Dus een stuggere veer heeft een grotere veerconstante.
Opgave 6 Samenstellen van krachten
Bepaal in de 3 onderstaande situaties a t/m c de resulterende kracht van F1 en F2.
Hiervoor zul je zelf de situaties moeten overnemen met de juiste krachtenschaal en de juiste hoek.
F2= 100N
F2= 4N
F2= 40N
900
400
F1= 100N
F1= 6N
Situatie 6a
Situatie 6b
1300
F1= 30N
Situatie 6c
4p
3p
3p
Opgave 7 Samenstellen van krachten
Bovenstaande zeilboot wordt met een bepaalde
snelheid voortgetrokken door 2 kleine rubberbootjes,
zoals hiernaast is weergegeven.
Iedere rubberboot trekt met een kracht van 250 N.
Een van de rubberbootjes krijgt motorpech, wat zal
de overgebleven rubberboot voor een kracht moeten
leveren om de zeilboot met dezelfde snelheid te
blijven voorttrekken als voorheen. Hierbij zal de
zeilboot recht achter het overgebleven bootje gaan liggen.
Maak een tekening om je antwoord te verklaren.
10 p
Opgave 8 Ontbinden van krachten
In de 3 bovenstaande situaties a t/m c gaan we de gegeven kracht ontbinden in de richtingen F1 en F2.
Bepaal met behulp van een tekening hoe groot F1 en F2 per situatie is.
Hiervoor zul je zelf de situaties moeten overnemen met de juiste krachtenschaal en de juiste hoeken.
3p
3p
Je kunt je punt met de onderstaande formule berekenen:
Punt = (0,1125 x score) + 1
4p
Download