De Kracht van de Achterhoek

advertisement
De Kracht van de Achterhoek
Koersnotitie voor de Achterhoekse Human Capital Agenda
Inleiding
De Achterhoekse economie drijft als vanouds op de kwaliteit van de regionale arbeidsmarkt.
Ondernemers vestigen zich graag in deze regio wanneer zij willen kunnen vertrouwen op het
arbeidsethos en de gedegen beroepsopleiding, waarvoor de Achterhoek bekend staat. Recent wees
de Erasmus Universiteit Rotterdam de Achterhoek, met Twente, aan als de meest innovatieve regio
van Nederland. Die kwaliteit is onder andere zichtbaar in onze belangrijkste werkgelegenheidsdragers en topsectoren: de Maakindustrie, de Zorgsector en de Agro-food.
Deze notitie gaat in op de noodzaak om het kwalitatieve en kwantitatieve peil van onze
werkgelegenheid te behouden en te versterken. Ondernemers, onderwijs en overheden worden
uitgenodigd daartoe een Human Capital Agenda op te stellen en uit te voeren. De Provincie
Gelderland is de initiator van deze Agenda, die in de Gelderse regio’s wordt ingevuld door de drie
O’en voorziet de regionale projectplannen met een budget van € 10 miljoen. Is de provincie de
aanjager, de plannen en acties dienen te komen van regionale ondernemers en hun partners.
Wij beschrijven in deze notitie in het kort de kracht en de knelpunten van de Achterhoekse
arbeidsmarkt. Wij benoemen op basis hiervan de actiepuntenlijst van de Achterhoekse Human
Capital Agenda en doen voorstellen over de uitvoering.
Maken en Zorgen
De Achterhoekse arbeidsmarkt in kernbegrippen focust als vanzelf op de drie belangrijkste branches
van ambachtelijke bedrijvigheid in onze regio: de Maakindustrie, de Agrofood sector en de Zorg. In
werkgelegenheidscijfers (UWV maart 2013): Industrie (21%) en Zorg (16%) zijn de Achterhoekse
topsectoren. De marktsectoren industrie, bouw en landbouw hebben de gevolgen van de
economische crisis inmiddels aan den lijve ondervonden. De Zorg is geen marktsector, maar een
budgetgestuurde sector, sterk afhankelijk van het gevoerde overheidsbeleid. De Zorg groeide tot
voor kort, maar krijgt nu te maken met stelselwijzigingen en bezuinigingen. We kunnen stellen dat
beide topsectoren momenteel in zwaar weer verkeren.
Maar de Human Capital Agenda van de Achterhoek vraagt om een langere termijn visie. Wanneer
straks de economische crisis voorbij is, zal blijken dat de structurele arbeidsmarktproblemen van
onze regio nooit zijn weggeweest: het cumulatieve effect van vergrijzing én ontgroening en een
toenemende onvervulbaarheid van vacatures in de Techniek. Kijken we eerst kort vanuit het
arbeidsmarktperspectief naar de vier hoofdrolspelers Maakindustrie, Agrofood, Energie en Milieu
Techniek (EMT) en Zorg.
De Maakindustrie is kansrijk en heeft ook een belangrijk effect op andere sectoren, zoals
bijvoorbeeld de technische ontwikkeling in de zorg en de bio-based bedrijvigheid.
1
Ook de ontwikkeling van Agrofood-bedrijven heeft potentie: tussen 15 en 20 % van de
werkgelegenheid is gerelateerd aan deze sector, die zich ook uitbreidt naar toerisme en horeca.
Maar beide sectoren zijn zeer kwetsbaar wanneer onvoldoende kwalitatief geschoold personeel
beschikbaar is. Er is sprake van een groeiende mismatch die zich vooral uit in moeilijk vervulbare
vacatures op MBO-niveau 3 en 4 en op HBO-niveau. De instroommogelijkheden op lagere niveaus
nemen af.
De Achterhoekse Groene Energie Maatschappij AGEM illustreert de ambities die de regio heeft in
Energie en Milieutechniek. In het Akkoord van Groenlo hebben de deelnemers van de Tafel van
Groenlo (de 3 O's: ondernemingen, overheden, onderwijs) de ambitie uitgesproken om in 2030
energieneutraal te worden. Dit is vervolgens in de Achterhoek Agenda 2020 vastgelegd.
In de Zorg verwachten we grote veranderingen. Stelselwijzigingen, bezuinigingen en technische
innovaties zijn naast demografische ontwikkelingen de grote aanjagers van nieuw HR beleid: er zullen
andere eisen worden gesteld aan de professionals, met een appèl op het ondernemerschap van
zowel professional als patiënt. De nieuwe professional wordt onderdeel van een transmuraal
georganiseerde zorgketen. Achterhoekse partijen in Zorg en Welzijn: werkgevers, werknemers, zzpers, HAN, ROC Graafschap College, gemeenten en UWV hebben inmiddels een Sociaal Akkoord
gesloten dat de competentiegerichte ontwikkeling van zittende en nieuwe medewerkers mogelijk wil
maken. De sector streeft dus naar sociale innovatie en dat is juist een sterk punt van de Achterhoek.
Innovatieve topregio
We mogen het hardop zeggen, nu de Erasmus Universiteit Rotterdam het heeft gepubliceerd: de
Achterhoek is met Twente de meest innovatieve regio van Nederland. Moeten we het qua
technologische innovatie nog net even afleggen tegen Eindhoven en omgeving, op het gebied van
sociale en radicale innovatie scoren we het hoogst.1 Sociale innovatie bestaat uit vier hefbomen: het
ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden (leiderschap); het hanteren van innovatieve
organisatievormen (flexibel organiseren); het realiseren van hoogwaardige arbeidsrelaties (slimmer
werken) en de samenwerking met externe partijen (co-creatie). Onder radicale innovaties verstaan
we product- en dienstinnovaties voor nieuwe klanten en nieuwe markten. Dat gaat naast de techniek
dus vooral over ondernemerschap. Ergo: de inzet van het menselijk kapitaal en hoe dat te
organiseren en te benutten is onze kracht.
De kern van het topsectorenbeleid en dus van de Human Capital Agenda is te investeren in je kracht.
In het vervolg van deze notitie zullen we het dus – naast de blijvende investering in de technische
innovatie in onze Technieksector - hebben over de duurzame inzetbaarheid van onze schoolverlaters
en van de werkers in vooral de maakindustrie en de zorg. Wat is er voor nodig om de
concurrentiekracht van de Achterhoekse maakindustrie op peil te houden? Wat kunnen we doen om
in een krimpende regio met een hoogwaardige zorgtraditie het niveau van werkenden in zorg aan te
passen aan de nieuwe tijd?
1
Zie: http://www.erim.eur.nl/research/centres/inscope/news/detail/3293, 28 november 2013.
2
De kritische succesfactor van de moderne arbeidsmarkt, die ook de basis moet zijn voor de invulling
van ‘goed werkgeverschap’ en ‘goed werknemerschap’ in het nationale Sociaal Akkoord, is
employability: duurzame inzetbaarheid. De employable werknemer in de eenentwintigste eeuw
beschikt over een grote mate van flexibiliteit en geeft blijk van intern ondernemerschap. Hij neemt
initiatieven in de ontwikkeling van zijn werk én van zijn eigen competenties. Zijn werkgever gunt hem
functionele autonomie in een nieuwe managementmix van controle en vertrouwen.
Werkenden worden investeringsmanager van hun eigen kapitaal. Wanneer bedrijven, werknemers
en scholen zich in willen zetten voor het op peil houden van kennis en competenties van
werknemers, zullen zij op zoek moeten naar innovatieve modellen van post-initiële scholing. 2
Het bevorderen van employability, de duurzame inzetbaarheid van mensen, is geen aanpak die
exclusief is voorbehouden aan het bedrijfsleven en het onderwijs. De Human Capital Agenda voor de
Achterhoek wil nadrukkelijk ook de niet werkenden betrekken bij de toekomst van onze
arbeidsmarkt. Ook al lijkt de tendens aanwezig dat er steeds minder banen zullen zijn – kijk
bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van 3-D printing – er zijn straks nog steeds veel handen nodig.
Zorgen voor de toekomst
In bijeenkomsten van de Provincie Gelderland met regionale ondernemers uit de topsectoren
Maakindustrie, Agrofood, Zorg en Energie- en Milieutechnologie zijn een aantal sector-overstijgende
knelpunten gesignaleerd, die we kunnen vertalen in twee uitgangspunten voor de Achterhoekse
Human Capital Agenda:
1. Hoe jongeren te boeien en te binden aan onze topsectoren, met name in de Techniek?
Ondernemers stellen vast dat ze - door zich te concentreren op bedrijventerreinen - het contact met
de lokale samenlevingen verliezen, met name met de jeugd daarbinnen. Vooral de technische
industrie klaagt over het gebrek aan imago van de bedrijven bij jonge potentiële instromers. ‘Grijze’
kennis, die gaat verdwijnen, moet adequaat kunnen worden vervangen door ‘groene’ kennis. Hoe dit
goed te organiseren? En moet dat per se dezelfde kennis zijn of vraagt een innovatieve regio juist
nieuwe vaardigheden van een nieuwe generatie?
2. De innovatieve kracht van de regio wordt bedreigd doordat het noodzakelijke ‘een leven lang leren’
te weinig wordt toegepast in de ondernemingen en organisaties. Ondernemers denken a priori
sectoraal, waardoor het regionaal organiserend vermogen, nodig voor de samenwerking met het
beroepsonderwijs, een stiefkindje blijft. Er is onvoldoende aandacht voor ‘toegepast vakmanschap.’
In de beleidsdiscussie rond het belang van MBO plus en HBO onderwijs in de Achterhoek is
bovendien de demografische ontwikkeling van de regio aan de orde gesteld: een gelijktijdige
vergrijzing én ontgroening door emigratie van jongeren vormt een reële bedreiging voor de
beschikbaarheid van voldoende kwalitatief geschoold personeel in de nabije toekomst, wanneer
deze economische crisis voorbij is. In de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt moeten we stelling
2
Mirjam van Praag, Kroonlid SER, Inleiding: De kracht van de stille arbeidsrevolutie, in: De nieuwe generatie
ondernemers en werkenden, SER-symposium 1 februari 2012.
http://www.ser.nl/~/media/files/internet/congressen/2012/20120201/20120201_praag.ashx
3
durven nemen: niet alleen de persoonlijke loopbaanwens mag de instroom in bepaalde opleidingen
bepalen, ook de arbeidsmarktrelevantie van die keuze telt mee. Aan de basis hiervan staat goed
arbeidsmarktonderzoek. Tenslotte is de euregionale arbeidsmarkt recent opnieuw onder de
aandacht gebracht: de samenwerking met onze Duitse buren kan voor een forse economische impuls
zorgen.
In de recent ontwikkelde Kennisagenda Achterhoek stellen we dat een verdere versterking van de
Achterhoekse economie en met name de invulling van onze Human Capital Agenda het initiatief van
bedrijven en scholen vraagt, gericht op het realiseren van cross-overs tussen sectoren en tussen
onderwijsprogramma’s. De Achterhoekse focus moet liggen op Agrofood, Zorg en Maakindustrie;
daarmee stimuleren we ook aanverwante sectoren zoals Toerisme en Recreatie, Handel en de biobased economie.
HUMAN CAPITAL AGENDA:
Maakindustrie
Ondernemerschap
Jongeren binden aan Techniek
technisch
INNOVATIE
Agrofood
sociaal
radicaal
Flexibiliteit
Cross-overs
Vraaggericht onderwijs
Verbinden van talent
Euregionale samenwerking
Duurzame inzetbaarheid
Zorg
(Figuur: Innovatie en Human Capital Agenda in de Achterhoek)
De Human Capital Agenda
In de Human Capital Agenda van de Achterhoek verklaren de regionale ondernemers, scholen en
overheden te zullen investeren in de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers, leerlingen en
werkzoekenden door de volgende acties:
1. Het realiseren van crossovers tussen sectoren en opleidingen en het bevorderen van
intersectorale mobiliteit.
4
Samenwerking en dwarsverbanden vormen de rode draad van deze Agenda. Denken buiten de
kaders is gedrag dat veelal aangeleerd moet worden. Inzicht in wat de eigen opleiding/specialisatie
kan betekenen in een andere opleiding of branche/sector, is elementair voor dit gedrag. De
verpleegkundige die een stukje ICT studeert kunnen we ons zo voorstellen. Maar het is ook nuttig dat
de ICT-er leerstof krijgt aangeboden over zorgprocessen. Cross-over is feitelijk crossing borders.
Cross-overs zijn in de Achterhoekse arbeidsmarkt wellicht relevant tussen:
- agrarische opleidingen en zorg
- agrarische opleidingen en toerisme
- agrarische opleidingen en detailhandel
- agrarische opleidingen en techniek
- zorgopleidingen en techniek
- zorgopleidingen en agrarische opleidingen
- zorgopleidingen en toerisme
- technische opleidingen en agro/food
- technische opleidingen en zorg
- technische opleidingen en detailhandel
2.
Het versterken van vraaggericht onderwijs, specifiek van de instroom in bèta-technische
opleidingen op niveau MBO 3, 4 4+ en HBO en van ondernemerschapsaspecten in opleidingen;
het verbinden van talent aan de Achterhoek.
Met de oprichting van het Centrum voor Innovatief vakmanschap Oost Nederland (CIVON) is al een
belangrijke stap gezet in de aansluiting tussen technisch onderwijs en de arbeidsmarkt. De focus van
dit samenwerkingsverband tussen een groot aantal ondernemers en het Graafschap College ligt op
het ondersteunen van innovatievragen uit de markt met innovatieve oplossingen. Het versterkt de
maakindustrie in Oost-Nederland door het bevorderen van innovatie en talent- en
kennisontwikkeling op het gebied van High Tech Systemen en Materialen.
Recent heeft de Provincie Gelderland € 760.000,- subsidie toegekend voor een viertal projecten in de
maakindustrie:
 Het ontwikkelen van een nieuwe doorlopende leerlijn Mechatronica; hierbij gaat het om het
optimaal samenbrengen van een mechanisch systeem en het bijbehorende regelsysteem.
 Het versterken van de innovatiecompetenties van directie en medewerkers van kleine en
middelgrote industriële bedrijven, gericht op het vergroten van het innovatievermogen en
concurrentievoordeel van de bedrijven.
 Het bevorderen dat technisch personeel (huidige en toekomstige werknemers, zijinstromers, opleiders en werkgevers) beschikken over de juiste kennis, inzicht en benodigde
vaardigheden voor de plaat verwerkende industrie.
 Het realiseren van een positief beeld over de maakindustrie aan de hand van StartLabmodules. (Bron: website Provincie Gelderland)
5
En durven we het aan om CIVON de doelstelling mee te geven in 2016 een HBO opleiding
Mechatronica te hebben gevestigd in de Achterhoek?
Technasia: In de Achterhoek zijn 3 Technasia van start gegaan. Bij een Technasium volgen
leerlingen het gewone programma met een bèta profiel van HAVO en VWO maar ze hebben daar
bovenop het extra vak “Onderzoeken en Ontwerpen”. In een Technasium ontwikkelen HAVO en
VWO leerlingen hierdoor hun kennis en vaardigheden op het gebied van technologisch onderzoek
en ontwerpen. Uitgangspunt van het onderwijs is een reële vraag van het bedrijfsleven. Leerlingen
leren op basis van de vraag van het bedrijf een onderzoek te doen en vervolgens concrete
oplossingen te bedenken voor de vraag. Doel van een Technasium is dat meer leerlingen kiezen
voor een bèta profiel en dat deze leerlingen al op jonge leeftijd onderzoeks- en
ontwerpvaardigheden worden aangereikt.
De Innovatiehub
Een bedrijf kan een stagecoördinator (afgestudeerde hbo’er) in huis halen, die ervoor zorgt, dat een
Het grote voordeel voor de Achterhoek is dat leerlingen al tijdens hun voortgezet onderwijs, dus
continue stroom van studenten in het bedrijf stage loopt en/of afstudeert. De coördinator kan in
ook vóór het moment ze de regio verlaten voor een HBO/WO studie, kennis maken met de
samenwerking met het bedrijf nieuwe projecten initiëren en de stagiaires en afstudeerders
interessante bedrijvigheid in deze regio.
ondersteunen met de uitvoering ervan. Een stagecoördinator onderhoudt contacten met diverse
kennisinstellingen en bevindt zich in studentennetwerken. Hij/zij volgt zelf een post-hbo opleiding,
waarvoor hij/zij de opdrachten bij het betrokken bedrijf uitvoert. Tussen het bedrijf en de betrokken
HBO-opleiding worden financiële afspraken gemaakt.
3. Het investeren in de vitaliteit en inzetbaarheid van zittend personeel, door opscholing, en in
werkzoekenden door projectmatig leer-/werktrajecten aan te bieden.
Ondernemers en hun medewerkers investeren in hun bedrijf en loopbaan door in samenwerking met
het beroepsonderwijs en met beroepsonderwijs gerelateerde organisaties, zoals bijvoorbeeld het
CIVON, de Kenniswerkplaats Biobased Economie en de Smaakacademie gericht en projectmatig aan
kennisvermeerdering of –behoud te werken.
Gemeenten geven in hun participatie- en re-integratiebeleid prioriteit aan samenwerkingsconstructies met regionale bedrijven, waarin werkervaring, training en scholing bijdragen aan de
duurzame inzetbaarheid van werkzoekenden.
4. Het binden van talent aan de Achterhoek/euregio door het versterken van samenwerking over de
grens en het faciliteren van (internationale) kenniswerkers.
Grensoverschrijdende samenwerking:
De Achterhoek zoekt de samenwerking met regio’s over de grens, met een vergelijkbaar profiel, om
daarmee kennisuitwisseling en –vermeerdering te realiseren. De Duitse taal wordt structureel
onderdeel van ons beroepsonderwijs. We starten uitwisselingsprogramma’s met leerlingen,
werknemers, docenten en werkgevers. Wij streven naar de volgende meetbare resultaten:
 in 2016 heeft 50% van de VMBO scholen een structurele samenwerking met een Duitse school
over de grens ;
6




in 2016 heeft 50% van de opleidingen van het MBO een structurele samenwerking met een
Duitse equivalente school over de grens;
de Duitse taal wordt in 2016 aangeboden op alle scholen, zowel het V(MB)O (verplicht vanaf het
eerste jaar) als het MBO;
er zijn in 2016 structurele samenwerkingsafspraken tussen de Achterhoek en ten minste twee
regio’s met een soortgelijk profiel.
Er is sprake van een structurele samenwerking met de kennisinstellingen over de grens
(Fachhochshule Bocholt, Fachhochshule Kleef)
Faciliteren bedrijven bij werving van kenniswerkers en buitenlandse werknemers:
De Achterhoek werft medewerkers van buiten de regio, zowel vanuit andere delen van Nederland als
ook van buiten Nederland. We faciliteren het bedrijfsleven bij het aanstellen van buitenlandse
werknemers. Mogelijke barrières voor buitenlandse werknemers om zich te vestigen in de
Achterhoek worden zoveel mogelijk weggenomen.
Wij ontwikkelen een retentiebeleid (boeien en binden) voor buitenlandse werknemers, door het
bieden van mogelijkheden om de Nederlandse taal te leren, sociale activiteiten,
carrièremogelijkheden, huisvesting, werkgelegenheid voor de partner en opvang voor de kinderen.
Het organiserend vermogen van de Human Capital Agenda
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de acties ligt in eerste instantie bij de bedrijven, de
scholen en de gemeenten. In het kader van deze Agenda sluiten zij een akkoord, waarin zij de acties
verder concretiseren en van een tijdpad voorzien. In dit akkoord wordt ook vastgelegd op welke
manier de drie partijen zich willen laten ondersteunen.
Ondersteuning in informatie, coördinatie, monitoring en verantwoording kan – analoog aan de
insteek van de Provincie Gelderland – worden aangeboden door het POA. De specifieke aandacht die
de technische innovatie vraagt is in goede handen bij het CIVON. Overigens is er voor de
employability-doelstellingen en daaraan verbonden scholingsaspecten behoefte aan sectoraal
organiserend vermogen: een Servicepunt Techniek. In het Sociaal Akkoord Zorg en Welzijn, dat
partijen een dezer dagen ondertekenen, spreken zij onder meer af dat er een Digitaal
Kennisknooppunt Zorg en Welzijn gaat komen. Met de sector dient te worden afgestemd of hierin
voldoende organiserend vermogen voorhanden komt om de acties van de Human Capital Agenda te
ondersteunen.
Actieplan per topsector:
In de Maakindustrie ligt de nadruk zowel op technische, radicale als sociale innovatie. De activiteiten
zullen worden opgenomen in het Techniekpact Achterhoek – de Liemers, dat door alle Achterhoekse
en Liemerse arbeidsmarktpartijen is afgesloten op 26 november jl. en waarin is gekozen voor 3
actielijnen:
7
1. Kiezen voor Techniek:
De Achterhoek kent 7 technieklokalen, meestal gesitueerd bij een VMBO school, waarin
technieklessen voor basisschoolleerlingen worden gegeven. In de Liemers is een technieklokaal in
ontwikkeling. Er is een regionaal overlegplatform Technieklokalen, waaraan zowel het
basisonderwijs, het VO als het bedrijfsleven deelnemen. Zij richten zich op een verdere
professionalisering, borging en verbreding van het techniekonderwijs aan basisschoolleerlingen.
2. Leren in de Techniek:
Het CIVON en de initiatieven die actueel worden ontplooid, zijn hierboven al genoemd. Zijn rol in de
aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en in ‘een leven lang leren’ is evident. Ook de innovatiehubs zijn
een belangrijk instrument om de verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven te versterken.
3. Werken in de Techniek:
Over de opzet van een Servicepunt Techniek loopt een overleg tussen de Achterhoekse werkgevers,
UWV, Graafschap College en de Kenniscentra. Hierin zullen afspraken over het functioneren van de
Achterhoekse Techniek-arbeidsmarkt aan de orde komen: bijvoorbeeld over van-werk-naar-werk
arrangementen, scholing en intersectorale mobiliteit.
In de sector Agro-Food en EMT:
In het kader van de Human Capital Agenda is inmiddels een subsidie aangevraagd voor het
ontwikkelen van een kenniswerkplaats bio-based economie, waar werkgevers in samenwerking met
de kennisinstellingen, waaronder het AOC, willen zorgdragen voor de duurzame ontwikkeling en
samenwerking in de bio-based industrie in de Achterhoek.
Een tweede project is het versterken van een regionale foodketen om de ambachtelijke producten
van de Achterhoek verder te ontwikkelen en de kennis hierover te borgen in de Smaakacademie.
In de sector Health is de vitaliteit en de inzetbaarheid van medewerkers hét speerpunt. Veel nadruk
ligt derhalve op sociale innovatie In het Regionaal Sociaal Akkoord Zorg en Welzijn Achterhoek, dat
op 16 december 2013 wordt ondertekend, committeren de arbeidsmarktpartijen zich aan een
gezamenlijke aanpak, waarin informatie wordt uitgewisseld en plannen worden gemaakt en
gefinancierd. In het kader van de Sectorenplannen, waarvoor het Rijk landelijk 600 miljoen heeft
uitgetrokken, wordt actueel gewerkt aan een regionaal sectorplan Zorg en Welzijn.
Ook nieuwe technologische ontwikkelingen m.b.t. zorg is een belangrijk aandachtspunt. Het Fieldlab
Zorg heeft hierbij een aanjagende functie.
8
Download