Ladingschade - Noord Nederland schepenverzekering

advertisement
6
Adressen
Diversen
Het gebeurt regelmatig dat de vervoerder met een ladingclaim wordt geconfronteerd nadat de lading al is gelost
en het schip is vertrokken. Het is daarom zaak dat men direct na het lossen een bewijs krijgt dat er ”conform
cognossement” is uitgelost. Indien er dan geen bemerking wordt geplaatst, heeft de ontvanger later geen
verhaalsmogelijkheid meer op de schipper. Indien er toch een bemerking wordt geplaatst, is het zaak om direct
de verzekering te informeren.
De gebruikelijke vrijtekening voor nautische fouten wordt steeds minder gebruikelijk. Indien men buiten de
tonnen vaart en daarbij schade oploopt, is het niet vanzelfsprekend dat de schipper gevrijwaard wordt voor de
ladingschade. De uitspraak ligt er al dat de schipper aansprakelijk is voor de schade voor de
ladingbelanghebbende.
De ontwikkelingen in het vervoersrecht gaan steeds meer in de richting van een grotere aansprakelijkheid voor de
vervoerder. Niet alleen wordt men aansprakelijk voor meer schadeoorzaken, maar de wettelijke limieten worden
ook fors hoger. Het zal dus steeds belangrijker worden dat men bij enige twijfel over de conditie van de lading
hiervan direct schriftelijk melding maakt. Veelal probeert men de schipper ervan te overtuigen dat het allemaal
wel meevalt en hij/zij niet moeilijk moet doen. Naderhand weet niemand meer iets van dat gesprek en zit de
schipper met de problemen.
Kortom
Om aansprakelijkheid voor schade aan de lading zoveel mogelijk te beperken, dient men goed op de
volgende punten te letten:
•
•
•
•
•
•
Een schoon, droog en reukloos ruim leveren
Afsluiters controleren voor men gaat laden of lossen
Schriftelijk melding maken van onregelmatigheden bij belading (bijv. regen)
Bij twijfel over de zuiverheid van de lading, bemerking op cognossement maken
Uitlossingsbewijs vragen
In geval van problemen met verlader of ontvanger direct de verzekering inlichten
Meer informatie
De tekst in uw preventiegids is als leidraad bedoeld, waarbij nadrukkelijk geen volledigheid wordt nagestreefd.
In voorkomende gevallen is het altijd raadzaam eerst juridisch advies in te winnen bij uw verzekeraar of
Anker Rechtsbijstand.
FOV
FEDERATIE VAN ONDERLINGE
VERZEKERINGMAATSCHAPPIJEN
IN NEDERLAND (FOV)
J.F. Kennedylaan 101
Postbus 92
3980 CB Bunnik
Telefoon 030 - 656 71 60
Telefax 030 - 656 75 04
E-mail
[email protected]
Internet www.fov.nl
Contactpersoon:
mr. H.M. van Voorst-ter Hoeve
NOORD NEDERLANDSCHE
P & I CLUB (NNPC)
Erasmuslaan 20
9752 PG Haren (Gr.)
Telefoon 050 - 534 32 11
Telefax 050 - 534 84 44
E-mail
[email protected]
Internet www.nnpc.nl
Contactpersoon: mr. P.J. van der Werf
efm ONDERLINGE SCHEPEN
SCHEPEN ONDERLINGE
NEDERLAND U.A.
Schweitzerlaan 4
Postbus 8095
9702 KB Groningen
Telefoon 050 - 525 55 00
Telefax 050 - 525 55 15
Boelewerf 46
2987 VE Ridderkerk
Telefoon 0180 - 48 72 27
Telefax 0180 - 48 72 28
E-mail
[email protected]
Internet www.son.nl
Contactpersoon: A.G. Jansma
VERZEKERING U.A.
Blankenstein 150
Postbus 333
7940 AH Meppel
Telefoon 0522 - 24 36 00
Telefax 0522 - 24 36 99
E-mail
[email protected]
Internet www.efmverzekeringen.nl
Contactpersoon: J. Visscher
VERENIGING ’NOORD
NEDERLAND U.A.’ ONDERLINGE
VERZEKERING VAN SCHEPEN
Postbus 110
8440 AC Heerenveen
Telefoon 0513 - 62 30 78
Telefax 0513 - 62 91 67
E-mail
[email protected]
Internet www.noordnederland.com
Contactpersoon: H. de Jonge
ANKER RECHTSBIJSTAND
Paterswoldseweg 812
Postbus 8002
9702 KA Groningen
Telefoon 050 - 520 97 95
Telefax 050 - 525 73 31
E-mail
[email protected]
Internet www.ankerrechtsbijstand.nl
Contactpersoon: mr. L.S. Terpstra
ORANJE VERZEKERINGEN
ONDERLINGE VERZEKERING
VAN SCHEPEN
van Swietenlaan 25
9728 NX Groningen
Postbus 340
9700 AH Groningen
Telefoon 050 - 526 25 55
Telefax 050 - 526 31 32
Scheepmakerij 340
Postbus 85
3330 AB Zwijndrecht
Telefoon 078 - 612 25 00
Telefax 078 - 612 24 50
E-mail
[email protected]
Internet www.oranje-verzekeringen.nl
Contactpersoon: R.J. Tempelaars
Preventiegids voor de binnenvaart
Ladingschade
Een uitgave van de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland in samenwerking met:
Noord Nederlandsche P & I Club
Anker Rechtsbijstand
Aan deze brochure is uiterste zorg besteed.
De FOV/samenstellers aanvaarden geen
aansprakelijkheid voor eventuele
onvolkomenheden en/of daaruit voortvloeiende schade.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de FOV.
efm Verzekeringen
Vereniging Noord-Nederland
Oranje Verzekeringen
LADINGSCHADE
november 2004
LADINGSCHADE
Schepen Onderlinge Nederland
Ladingschade
Kwaliteit van de goederen
Staat van het ruim
Tijdens het vervoeren van een lading dient een vervoerder voor de lading te zorgen als een ”goed huisvader”. Dit betekent
dat men een grote verantwoordelijkheid heeft voor de lading tijdens het transport.
Als vervoerder van de lading kan men u nooit aansprakelijk stellen voor de kwaliteit van de vervoerde goederen. U kunt als
vervoerder alleen tekenen voor het in uiterlijk goede staat ontvangen van de lading. Of het de goede kwaliteit is, kan de
vervoerder niet beoordelen. Er wordt dus alleen getekend voor de hoeveelheid en een van buiten gezien goede staat.
Indien er twijfels zijn over de conditie van de lading, dient hiervan direct melding te worden gemaakt aan de verlader.
Indien men onoverkomelijke problemen maakt over de bemerking kan men als schipper altijd nog zelf een cognossement
opmaken met daarop de te maken bemerking. Bij twijfel dus nooit een blanco cognossement tekenen!
Vaak wordt het ruim gekeurd voor men met het laden gaat beginnen. Als later bij het lossen blijkt dat de lading
toch nat of smerig is geworden, kan men niet altijd met succes terugvallen op de voorgaande inspectie van het
ruim. Cellulose laden na een reis kolen vraagt om problemen. Men moet terdege bedenken welke invloed een
lading kan hebben op een volgende lading. Het zal niet alleen een invloed op de kwaliteit van het goed zijn,
maar er zal ook rekening gehouden moeten worden met de verwerking van de goederen. Grindstenen in een
lading graan kan gevolgen hebben voor de verwerking van het graan. Een sterk ruikende lading kan doorwerken
op een volgende lading.
Het voorgaande betekent dat het belangrijk is op het cognossement te vermelden dat men bijvoorbeeld heeft geladen
tijdens regen. Dit is zeker noodzakelijk als het om vochtgevoelige lading gaat. Een lading als ureum reageert op water met
een kleurverandering van wit in bruin. Het is in dat geval verstandig dat men, alvorens met laden te beginnen, de verlader
hierop wijst. Hetzelfde geldt voor granen of veevoeders: als deze nat worden, kan later op de losplaats blijken dat er een
dikke laag schimmel op de lading staat.
Ongedierte in de lading is een regelmatig voorkomend fenomeen. Als het om zeer exotische dieren gaat, zal de
vervoerder meestal eenvoudig kunnen aantonen dat hij deze verontreiniging niet heeft veroorzaakt. Het is daarbij
natuurlijk van belang duidelijk aan te geven welke soorten lading men de voorgaande periode heeft vervoerd.
In geval van verontreiniging met ongedierte is het van belang dat men na lossing en ongedierte vrij maken een
certificaat krijgt van het ontsmettingsbedrijf.
Zorg voor de lading
Waterschade
Tijdens het transport heeft de schipper de lading onder zijn hoede en dient hij alle nodige zorg te betrachten om de
goederen in goede staat op de plaats van bestemming af te leveren. Dit betekent dat er tijdens de reis wel eens in het
ruim moet worden gekeken hoe het met de lading staat. Bij bepaalde soorten lading dient men regelmatig te ventileren.
Er kunnen soms omstandigheden zijn die dit niet mogelijk maken. Men zal daar dan zo spoedig mogelijk melding van
moeten maken aan de ontvanger.
Indien er tijdens de reis waterschade ontstaat door toedoen van derden, bijvoorbeeld door zeevaart op de
Westerschelde, kan men zich niet beroepen op overmacht. De ontvanger zal stellen dat men het schip niet
goed zeeklaar heeft gemaakt, waardoor deze schade is ontstaan. Men zal dan als vervoerder als eerste voor
deze schade opdraaien, waarbij natuurlijk de mogelijkheid openblijft om de schade te verhalen op een schuldige
derde. Of deze actie een kans van slagen heeft, is echter twijfelachtig.
Als er een begin van schade is, dient de schipper sowieso de nodige maatregelen te treffen om verdere schade te
voorkomen. Indien er tijdens de reis bijv. roestplekken worden geconstateerd op rollen blik of rollen blank ijzer, zal er iets
moeten worden ondernomen. Een oliedoek kan in zo’n geval wonderen doen. Men kan als schipper in zo’n geval geen
passieve houding aannemen, onder het motto dat het andermans goederen zijn. De eigenaar van de lading heeft zijn
goederen in goed vertrouwen afgegeven aan de vervoerder met de verwachting dat die zijn goederen met de nodige
zorgvuldigheid zal vervoeren.
Het is de laatste tijd gebleken dat bij de vaart op ruim vaarwater veel van de nu in gebruik zijnde aluminium
luiken geen afdoende bescherming bieden tegen overkomend water. De luiken bieden wel een goede
bescherming tegen regenwater. Ook bij schepen met een hoge den blijkt het water onder de luiken door te
kunnen komen. Het verdient aanbeveling bij de vaart over ruim vaarwater goed rekening te houden met de
weersomstandigheden. In geval van schade aan de lading zal men dan problemen hebben met het bewijzen
van overmacht voor de vervoerder.
Verder hanteert de wet het principe ”goed in, goed uit”. Deze regel houdt in dat bij een schade geconstateerd aan de lading
tijdens het uitlossen, deze normaal gesproken voor rekening van de vervoerder zal komen. De vervoerder zal moeten
bewijzen dat de geconstateerde schade veroorzaakt is door een omstandigheid waarvoor hij niet aansprakelijk is, of die hij
redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Oorzaken ladingschade
Veel voorkomende oorzaken van ladingschade liggen bij de mensen aan boord van het schip. Regelmatig wordt schade
veroorzaakt door openstaande afsluiters in het ballast-/lenssysteem doordat men na het dekwassen de afsluiter niet heeft
dichtgezet. Hetzelfde geldt voor de afsluiters na het ballasten of lenzen. Het is daarom van groot belang dat men, alvorens
te gaan laden of lossen, een vaste regel heeft om alle afsluiters te controleren.
Het regelmatig controleren van de pompkokers kan uiteraard ook veel schade en ongerief voorkomen. Het mag duidelijk
zijn dat de ladingschade ontstaan door nalatigheid van de mensen aan boord, voor rekening van de vervoerder zal zijn.
Indien de lading reeds bij de belading was beschadigd, dan is het zaak hiervan direct melding te maken bij de verladers.
Indien er voor vertrek geen melding wordt gemaakt van schade aan de lading en men tekent zonder enige bemerking
voor ontvangst van de lading, dan gaat de ladingontvanger ervan uit dat de lading in goede staat in het schip is gekomen.
De vervoerder zit dan met het probleem dat hij moet bewijzen dat de lading bij het beladen al was beschadigd.
Cognossement
Ingeval de schipper het cognossement zonder enige bemerking heeft getekend terwijl er door hem reeds beschadiging van
de lading is geconstateerd, dan zal hij in het slechtste geval zelfs van valsheid in geschrifte kunnen worden beschuldigd.
Ieder verweer van de schipper zal onwaarschijnlijk zijn, omdat hij immers op schrift heeft aangegeven dat hij de goederen
in goede staat heeft ontvangen.
Daar het cognossement naast een ontvangstbewijs ook een waardedocument is (indien het een order cognossement is)
dat tijdens de reis verhandeld kan worden door de ladingbelanghebbenden, zal een blanco cognossement voor de
afzender van de lading zeer belangrijk zijn. Immers een bemerking op het cognossement, hoe gering of nietszeggend ook,
zal belangstellenden voor de lading huiverig maken. De handel zal dan moeilijker verlopen.
Het is dan ook niet ongebruikelijk dat de verlader grote druk op de schipper uitoefent om toch maar geen bemerking te
plaatsen. Het voorstel om een bemerking dan maar op een apart papier vast te leggen is verleidelijk; men kan dan immers
gaan varen! Het betekent echter wel dat men een schoon cognossement tekent en dus een ladingontvanger misleidt.
De rechter zal dan ook zonder meer de schipper veroordelen op basis van het tekenen van een schoon cognossement.
De schipper is verantwoordelijk voor een goede stuwing van de lading. Ook uit het oogpunt van de veiligheid tijdens het
transport is een goede stuwage noodzakelijk. De veiligheid tijdens de vaart is zeer belangrijk, niet alleen voor de lading,
maar ook voor de opvarenden. Het is daarom ook vanzelfsprekend dat de schipper bepaalt hoe de lading gestuwd wordt.
Het verweer van de stuwadoor dat er altijd zo wordt geladen, ontlast de schipper niet van zijn verantwoordelijkheid.
Dit betekent ook dat de schipper verantwoordelijk is voor ladingschade ten gevolge van een verkeerde stuwage.
Schade aan de verpakking wordt nog wel eens door de vervoerder afgedaan als zijnde niet zo belangrijk. Niets is echter
minder waar. Zeker bij merkartikelen is een onbeschadigde verpakking erg belangrijk. Bij beschadiging kan de inhoud
worden aangetast door invloeden van buiten af. Een schone verpakking kan ook van belang zijn. Het kan gebeuren dat de
buitenkant ook in het productieproces wordt meegenomen. De verpakking van cellulose wordt vaak ook gebruikt in het
productieproces, zodat het belangrijk is dat ook de buitenkant schoon is.
Ook kan het gebeuren dat de verlader, om maar een schoon cognossement te krijgen, de schipper een zogenaamde
”back letter” of schriftelijke tegengarantie geeft. De schipper zal dan bij een veroordeling maar moeten zorgen dat hij zijn
vordering verhaalt op de verlader, die inmiddels met de noorderzon kan zijn vertrokken.
Een partij tabak die beschadigd werd door regenval bij het lossen. Door ongelijkmatige lossing van de
containers werd het regenwater naar het zwaarste deel van het schip gevoerd, waardoor de onderste laag
dozen tabak in de containers nat kon worden.
LADINGSCHADE
Ladingschade
Kwaliteit van de goederen
Staat van het ruim
Tijdens het vervoeren van een lading dient een vervoerder voor de lading te zorgen als een ”goed huisvader”. Dit betekent
dat men een grote verantwoordelijkheid heeft voor de lading tijdens het transport.
Als vervoerder van de lading kan men u nooit aansprakelijk stellen voor de kwaliteit van de vervoerde goederen. U kunt als
vervoerder alleen tekenen voor het in uiterlijk goede staat ontvangen van de lading. Of het de goede kwaliteit is, kan de
vervoerder niet beoordelen. Er wordt dus alleen getekend voor de hoeveelheid en een van buiten gezien goede staat.
Indien er twijfels zijn over de conditie van de lading, dient hiervan direct melding te worden gemaakt aan de verlader.
Indien men onoverkomelijke problemen maakt over de bemerking kan men als schipper altijd nog zelf een cognossement
opmaken met daarop de te maken bemerking. Bij twijfel dus nooit een blanco cognossement tekenen!
Vaak wordt het ruim gekeurd voor men met het laden gaat beginnen. Als later bij het lossen blijkt dat de lading
toch nat of smerig is geworden, kan men niet altijd met succes terugvallen op de voorgaande inspectie van het
ruim. Cellulose laden na een reis kolen vraagt om problemen. Men moet terdege bedenken welke invloed een
lading kan hebben op een volgende lading. Het zal niet alleen een invloed op de kwaliteit van het goed zijn,
maar er zal ook rekening gehouden moeten worden met de verwerking van de goederen. Grindstenen in een
lading graan kan gevolgen hebben voor de verwerking van het graan. Een sterk ruikende lading kan doorwerken
op een volgende lading.
Het voorgaande betekent dat het belangrijk is op het cognossement te vermelden dat men bijvoorbeeld heeft geladen
tijdens regen. Dit is zeker noodzakelijk als het om vochtgevoelige lading gaat. Een lading als ureum reageert op water met
een kleurverandering van wit in bruin. Het is in dat geval verstandig dat men, alvorens met laden te beginnen, de verlader
hierop wijst. Hetzelfde geldt voor granen of veevoeders: als deze nat worden, kan later op de losplaats blijken dat er een
dikke laag schimmel op de lading staat.
Ongedierte in de lading is een regelmatig voorkomend fenomeen. Als het om zeer exotische dieren gaat, zal de
vervoerder meestal eenvoudig kunnen aantonen dat hij deze verontreiniging niet heeft veroorzaakt. Het is daarbij
natuurlijk van belang duidelijk aan te geven welke soorten lading men de voorgaande periode heeft vervoerd.
In geval van verontreiniging met ongedierte is het van belang dat men na lossing en ongedierte vrij maken een
certificaat krijgt van het ontsmettingsbedrijf.
Zorg voor de lading
Waterschade
Tijdens het transport heeft de schipper de lading onder zijn hoede en dient hij alle nodige zorg te betrachten om de
goederen in goede staat op de plaats van bestemming af te leveren. Dit betekent dat er tijdens de reis wel eens in het
ruim moet worden gekeken hoe het met de lading staat. Bij bepaalde soorten lading dient men regelmatig te ventileren.
Er kunnen soms omstandigheden zijn die dit niet mogelijk maken. Men zal daar dan zo spoedig mogelijk melding van
moeten maken aan de ontvanger.
Indien er tijdens de reis waterschade ontstaat door toedoen van derden, bijvoorbeeld door zeevaart op de
Westerschelde, kan men zich niet beroepen op overmacht. De ontvanger zal stellen dat men het schip niet
goed zeeklaar heeft gemaakt, waardoor deze schade is ontstaan. Men zal dan als vervoerder als eerste voor
deze schade opdraaien, waarbij natuurlijk de mogelijkheid openblijft om de schade te verhalen op een schuldige
derde. Of deze actie een kans van slagen heeft, is echter twijfelachtig.
Als er een begin van schade is, dient de schipper sowieso de nodige maatregelen te treffen om verdere schade te
voorkomen. Indien er tijdens de reis bijv. roestplekken worden geconstateerd op rollen blik of rollen blank ijzer, zal er iets
moeten worden ondernomen. Een oliedoek kan in zo’n geval wonderen doen. Men kan als schipper in zo’n geval geen
passieve houding aannemen, onder het motto dat het andermans goederen zijn. De eigenaar van de lading heeft zijn
goederen in goed vertrouwen afgegeven aan de vervoerder met de verwachting dat die zijn goederen met de nodige
zorgvuldigheid zal vervoeren.
Het is de laatste tijd gebleken dat bij de vaart op ruim vaarwater veel van de nu in gebruik zijnde aluminium
luiken geen afdoende bescherming bieden tegen overkomend water. De luiken bieden wel een goede
bescherming tegen regenwater. Ook bij schepen met een hoge den blijkt het water onder de luiken door te
kunnen komen. Het verdient aanbeveling bij de vaart over ruim vaarwater goed rekening te houden met de
weersomstandigheden. In geval van schade aan de lading zal men dan problemen hebben met het bewijzen
van overmacht voor de vervoerder.
Verder hanteert de wet het principe ”goed in, goed uit”. Deze regel houdt in dat bij een schade geconstateerd aan de lading
tijdens het uitlossen, deze normaal gesproken voor rekening van de vervoerder zal komen. De vervoerder zal moeten
bewijzen dat de geconstateerde schade veroorzaakt is door een omstandigheid waarvoor hij niet aansprakelijk is, of die hij
redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Oorzaken ladingschade
Veel voorkomende oorzaken van ladingschade liggen bij de mensen aan boord van het schip. Regelmatig wordt schade
veroorzaakt door openstaande afsluiters in het ballast-/lenssysteem doordat men na het dekwassen de afsluiter niet heeft
dichtgezet. Hetzelfde geldt voor de afsluiters na het ballasten of lenzen. Het is daarom van groot belang dat men, alvorens
te gaan laden of lossen, een vaste regel heeft om alle afsluiters te controleren.
Het regelmatig controleren van de pompkokers kan uiteraard ook veel schade en ongerief voorkomen. Het mag duidelijk
zijn dat de ladingschade ontstaan door nalatigheid van de mensen aan boord, voor rekening van de vervoerder zal zijn.
Indien de lading reeds bij de belading was beschadigd, dan is het zaak hiervan direct melding te maken bij de verladers.
Indien er voor vertrek geen melding wordt gemaakt van schade aan de lading en men tekent zonder enige bemerking
voor ontvangst van de lading, dan gaat de ladingontvanger ervan uit dat de lading in goede staat in het schip is gekomen.
De vervoerder zit dan met het probleem dat hij moet bewijzen dat de lading bij het beladen al was beschadigd.
Cognossement
Ingeval de schipper het cognossement zonder enige bemerking heeft getekend terwijl er door hem reeds beschadiging van
de lading is geconstateerd, dan zal hij in het slechtste geval zelfs van valsheid in geschrifte kunnen worden beschuldigd.
Ieder verweer van de schipper zal onwaarschijnlijk zijn, omdat hij immers op schrift heeft aangegeven dat hij de goederen
in goede staat heeft ontvangen.
Daar het cognossement naast een ontvangstbewijs ook een waardedocument is (indien het een order cognossement is)
dat tijdens de reis verhandeld kan worden door de ladingbelanghebbenden, zal een blanco cognossement voor de
afzender van de lading zeer belangrijk zijn. Immers een bemerking op het cognossement, hoe gering of nietszeggend ook,
zal belangstellenden voor de lading huiverig maken. De handel zal dan moeilijker verlopen.
Het is dan ook niet ongebruikelijk dat de verlader grote druk op de schipper uitoefent om toch maar geen bemerking te
plaatsen. Het voorstel om een bemerking dan maar op een apart papier vast te leggen is verleidelijk; men kan dan immers
gaan varen! Het betekent echter wel dat men een schoon cognossement tekent en dus een ladingontvanger misleidt.
De rechter zal dan ook zonder meer de schipper veroordelen op basis van het tekenen van een schoon cognossement.
De schipper is verantwoordelijk voor een goede stuwing van de lading. Ook uit het oogpunt van de veiligheid tijdens het
transport is een goede stuwage noodzakelijk. De veiligheid tijdens de vaart is zeer belangrijk, niet alleen voor de lading,
maar ook voor de opvarenden. Het is daarom ook vanzelfsprekend dat de schipper bepaalt hoe de lading gestuwd wordt.
Het verweer van de stuwadoor dat er altijd zo wordt geladen, ontlast de schipper niet van zijn verantwoordelijkheid.
Dit betekent ook dat de schipper verantwoordelijk is voor ladingschade ten gevolge van een verkeerde stuwage.
Schade aan de verpakking wordt nog wel eens door de vervoerder afgedaan als zijnde niet zo belangrijk. Niets is echter
minder waar. Zeker bij merkartikelen is een onbeschadigde verpakking erg belangrijk. Bij beschadiging kan de inhoud
worden aangetast door invloeden van buiten af. Een schone verpakking kan ook van belang zijn. Het kan gebeuren dat de
buitenkant ook in het productieproces wordt meegenomen. De verpakking van cellulose wordt vaak ook gebruikt in het
productieproces, zodat het belangrijk is dat ook de buitenkant schoon is.
Ook kan het gebeuren dat de verlader, om maar een schoon cognossement te krijgen, de schipper een zogenaamde
”back letter” of schriftelijke tegengarantie geeft. De schipper zal dan bij een veroordeling maar moeten zorgen dat hij zijn
vordering verhaalt op de verlader, die inmiddels met de noorderzon kan zijn vertrokken.
Een partij tabak die beschadigd werd door regenval bij het lossen. Door ongelijkmatige lossing van de
containers werd het regenwater naar het zwaarste deel van het schip gevoerd, waardoor de onderste laag
dozen tabak in de containers nat kon worden.
LADINGSCHADE
Ladingschade
Kwaliteit van de goederen
Staat van het ruim
Tijdens het vervoeren van een lading dient een vervoerder voor de lading te zorgen als een ”goed huisvader”. Dit betekent
dat men een grote verantwoordelijkheid heeft voor de lading tijdens het transport.
Als vervoerder van de lading kan men u nooit aansprakelijk stellen voor de kwaliteit van de vervoerde goederen. U kunt als
vervoerder alleen tekenen voor het in uiterlijk goede staat ontvangen van de lading. Of het de goede kwaliteit is, kan de
vervoerder niet beoordelen. Er wordt dus alleen getekend voor de hoeveelheid en een van buiten gezien goede staat.
Indien er twijfels zijn over de conditie van de lading, dient hiervan direct melding te worden gemaakt aan de verlader.
Indien men onoverkomelijke problemen maakt over de bemerking kan men als schipper altijd nog zelf een cognossement
opmaken met daarop de te maken bemerking. Bij twijfel dus nooit een blanco cognossement tekenen!
Vaak wordt het ruim gekeurd voor men met het laden gaat beginnen. Als later bij het lossen blijkt dat de lading
toch nat of smerig is geworden, kan men niet altijd met succes terugvallen op de voorgaande inspectie van het
ruim. Cellulose laden na een reis kolen vraagt om problemen. Men moet terdege bedenken welke invloed een
lading kan hebben op een volgende lading. Het zal niet alleen een invloed op de kwaliteit van het goed zijn,
maar er zal ook rekening gehouden moeten worden met de verwerking van de goederen. Grindstenen in een
lading graan kan gevolgen hebben voor de verwerking van het graan. Een sterk ruikende lading kan doorwerken
op een volgende lading.
Het voorgaande betekent dat het belangrijk is op het cognossement te vermelden dat men bijvoorbeeld heeft geladen
tijdens regen. Dit is zeker noodzakelijk als het om vochtgevoelige lading gaat. Een lading als ureum reageert op water met
een kleurverandering van wit in bruin. Het is in dat geval verstandig dat men, alvorens met laden te beginnen, de verlader
hierop wijst. Hetzelfde geldt voor granen of veevoeders: als deze nat worden, kan later op de losplaats blijken dat er een
dikke laag schimmel op de lading staat.
Ongedierte in de lading is een regelmatig voorkomend fenomeen. Als het om zeer exotische dieren gaat, zal de
vervoerder meestal eenvoudig kunnen aantonen dat hij deze verontreiniging niet heeft veroorzaakt. Het is daarbij
natuurlijk van belang duidelijk aan te geven welke soorten lading men de voorgaande periode heeft vervoerd.
In geval van verontreiniging met ongedierte is het van belang dat men na lossing en ongedierte vrij maken een
certificaat krijgt van het ontsmettingsbedrijf.
Zorg voor de lading
Waterschade
Tijdens het transport heeft de schipper de lading onder zijn hoede en dient hij alle nodige zorg te betrachten om de
goederen in goede staat op de plaats van bestemming af te leveren. Dit betekent dat er tijdens de reis wel eens in het
ruim moet worden gekeken hoe het met de lading staat. Bij bepaalde soorten lading dient men regelmatig te ventileren.
Er kunnen soms omstandigheden zijn die dit niet mogelijk maken. Men zal daar dan zo spoedig mogelijk melding van
moeten maken aan de ontvanger.
Indien er tijdens de reis waterschade ontstaat door toedoen van derden, bijvoorbeeld door zeevaart op de
Westerschelde, kan men zich niet beroepen op overmacht. De ontvanger zal stellen dat men het schip niet
goed zeeklaar heeft gemaakt, waardoor deze schade is ontstaan. Men zal dan als vervoerder als eerste voor
deze schade opdraaien, waarbij natuurlijk de mogelijkheid openblijft om de schade te verhalen op een schuldige
derde. Of deze actie een kans van slagen heeft, is echter twijfelachtig.
Als er een begin van schade is, dient de schipper sowieso de nodige maatregelen te treffen om verdere schade te
voorkomen. Indien er tijdens de reis bijv. roestplekken worden geconstateerd op rollen blik of rollen blank ijzer, zal er iets
moeten worden ondernomen. Een oliedoek kan in zo’n geval wonderen doen. Men kan als schipper in zo’n geval geen
passieve houding aannemen, onder het motto dat het andermans goederen zijn. De eigenaar van de lading heeft zijn
goederen in goed vertrouwen afgegeven aan de vervoerder met de verwachting dat die zijn goederen met de nodige
zorgvuldigheid zal vervoeren.
Het is de laatste tijd gebleken dat bij de vaart op ruim vaarwater veel van de nu in gebruik zijnde aluminium
luiken geen afdoende bescherming bieden tegen overkomend water. De luiken bieden wel een goede
bescherming tegen regenwater. Ook bij schepen met een hoge den blijkt het water onder de luiken door te
kunnen komen. Het verdient aanbeveling bij de vaart over ruim vaarwater goed rekening te houden met de
weersomstandigheden. In geval van schade aan de lading zal men dan problemen hebben met het bewijzen
van overmacht voor de vervoerder.
Verder hanteert de wet het principe ”goed in, goed uit”. Deze regel houdt in dat bij een schade geconstateerd aan de lading
tijdens het uitlossen, deze normaal gesproken voor rekening van de vervoerder zal komen. De vervoerder zal moeten
bewijzen dat de geconstateerde schade veroorzaakt is door een omstandigheid waarvoor hij niet aansprakelijk is, of die hij
redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Oorzaken ladingschade
Veel voorkomende oorzaken van ladingschade liggen bij de mensen aan boord van het schip. Regelmatig wordt schade
veroorzaakt door openstaande afsluiters in het ballast-/lenssysteem doordat men na het dekwassen de afsluiter niet heeft
dichtgezet. Hetzelfde geldt voor de afsluiters na het ballasten of lenzen. Het is daarom van groot belang dat men, alvorens
te gaan laden of lossen, een vaste regel heeft om alle afsluiters te controleren.
Het regelmatig controleren van de pompkokers kan uiteraard ook veel schade en ongerief voorkomen. Het mag duidelijk
zijn dat de ladingschade ontstaan door nalatigheid van de mensen aan boord, voor rekening van de vervoerder zal zijn.
Indien de lading reeds bij de belading was beschadigd, dan is het zaak hiervan direct melding te maken bij de verladers.
Indien er voor vertrek geen melding wordt gemaakt van schade aan de lading en men tekent zonder enige bemerking
voor ontvangst van de lading, dan gaat de ladingontvanger ervan uit dat de lading in goede staat in het schip is gekomen.
De vervoerder zit dan met het probleem dat hij moet bewijzen dat de lading bij het beladen al was beschadigd.
Cognossement
Ingeval de schipper het cognossement zonder enige bemerking heeft getekend terwijl er door hem reeds beschadiging van
de lading is geconstateerd, dan zal hij in het slechtste geval zelfs van valsheid in geschrifte kunnen worden beschuldigd.
Ieder verweer van de schipper zal onwaarschijnlijk zijn, omdat hij immers op schrift heeft aangegeven dat hij de goederen
in goede staat heeft ontvangen.
Daar het cognossement naast een ontvangstbewijs ook een waardedocument is (indien het een order cognossement is)
dat tijdens de reis verhandeld kan worden door de ladingbelanghebbenden, zal een blanco cognossement voor de
afzender van de lading zeer belangrijk zijn. Immers een bemerking op het cognossement, hoe gering of nietszeggend ook,
zal belangstellenden voor de lading huiverig maken. De handel zal dan moeilijker verlopen.
Het is dan ook niet ongebruikelijk dat de verlader grote druk op de schipper uitoefent om toch maar geen bemerking te
plaatsen. Het voorstel om een bemerking dan maar op een apart papier vast te leggen is verleidelijk; men kan dan immers
gaan varen! Het betekent echter wel dat men een schoon cognossement tekent en dus een ladingontvanger misleidt.
De rechter zal dan ook zonder meer de schipper veroordelen op basis van het tekenen van een schoon cognossement.
De schipper is verantwoordelijk voor een goede stuwing van de lading. Ook uit het oogpunt van de veiligheid tijdens het
transport is een goede stuwage noodzakelijk. De veiligheid tijdens de vaart is zeer belangrijk, niet alleen voor de lading,
maar ook voor de opvarenden. Het is daarom ook vanzelfsprekend dat de schipper bepaalt hoe de lading gestuwd wordt.
Het verweer van de stuwadoor dat er altijd zo wordt geladen, ontlast de schipper niet van zijn verantwoordelijkheid.
Dit betekent ook dat de schipper verantwoordelijk is voor ladingschade ten gevolge van een verkeerde stuwage.
Schade aan de verpakking wordt nog wel eens door de vervoerder afgedaan als zijnde niet zo belangrijk. Niets is echter
minder waar. Zeker bij merkartikelen is een onbeschadigde verpakking erg belangrijk. Bij beschadiging kan de inhoud
worden aangetast door invloeden van buiten af. Een schone verpakking kan ook van belang zijn. Het kan gebeuren dat de
buitenkant ook in het productieproces wordt meegenomen. De verpakking van cellulose wordt vaak ook gebruikt in het
productieproces, zodat het belangrijk is dat ook de buitenkant schoon is.
Ook kan het gebeuren dat de verlader, om maar een schoon cognossement te krijgen, de schipper een zogenaamde
”back letter” of schriftelijke tegengarantie geeft. De schipper zal dan bij een veroordeling maar moeten zorgen dat hij zijn
vordering verhaalt op de verlader, die inmiddels met de noorderzon kan zijn vertrokken.
Een partij tabak die beschadigd werd door regenval bij het lossen. Door ongelijkmatige lossing van de
containers werd het regenwater naar het zwaarste deel van het schip gevoerd, waardoor de onderste laag
dozen tabak in de containers nat kon worden.
LADINGSCHADE
6
Adressen
Diversen
Het gebeurt regelmatig dat de vervoerder met een ladingclaim wordt geconfronteerd nadat de lading al is gelost
en het schip is vertrokken. Het is daarom zaak dat men direct na het lossen een bewijs krijgt dat er ”conform
cognossement” is uitgelost. Indien er dan geen bemerking wordt geplaatst, heeft de ontvanger later geen
verhaalsmogelijkheid meer op de schipper. Indien er toch een bemerking wordt geplaatst, is het zaak om direct
de verzekering te informeren.
De gebruikelijke vrijtekening voor nautische fouten wordt steeds minder gebruikelijk. Indien men buiten de
tonnen vaart en daarbij schade oploopt, is het niet vanzelfsprekend dat de schipper gevrijwaard wordt voor de
ladingschade. De uitspraak ligt er al dat de schipper aansprakelijk is voor de schade voor de
ladingbelanghebbende.
De ontwikkelingen in het vervoersrecht gaan steeds meer in de richting van een grotere aansprakelijkheid voor de
vervoerder. Niet alleen wordt men aansprakelijk voor meer schadeoorzaken, maar de wettelijke limieten worden
ook fors hoger. Het zal dus steeds belangrijker worden dat men bij enige twijfel over de conditie van de lading
hiervan direct schriftelijk melding maakt. Veelal probeert men de schipper ervan te overtuigen dat het allemaal
wel meevalt en hij/zij niet moeilijk moet doen. Naderhand weet niemand meer iets van dat gesprek en zit de
schipper met de problemen.
Kortom
Om aansprakelijkheid voor schade aan de lading zoveel mogelijk te beperken, dient men goed op de
volgende punten te letten:
•
•
•
•
•
•
Een schoon, droog en reukloos ruim leveren
Afsluiters controleren voor men gaat laden of lossen
Schriftelijk melding maken van onregelmatigheden bij belading (bijv. regen)
Bij twijfel over de zuiverheid van de lading, bemerking op cognossement maken
Uitlossingsbewijs vragen
In geval van problemen met verlader of ontvanger direct de verzekering inlichten
Meer informatie
De tekst in uw preventiegids is als leidraad bedoeld, waarbij nadrukkelijk geen volledigheid wordt nagestreefd.
In voorkomende gevallen is het altijd raadzaam eerst juridisch advies in te winnen bij uw verzekeraar of
Anker Rechtsbijstand.
FOV
FEDERATIE VAN ONDERLINGE
VERZEKERINGMAATSCHAPPIJEN
IN NEDERLAND (FOV)
J.F. Kennedylaan 101
Postbus 92
3980 CB Bunnik
Telefoon 030 - 656 71 60
Telefax 030 - 656 75 04
E-mail
[email protected]
Internet www.fov.nl
Contactpersoon:
mr. H.M. van Voorst-ter Hoeve
NOORD NEDERLANDSCHE
P & I CLUB (NNPC)
Erasmuslaan 20
9752 PG Haren (Gr.)
Telefoon 050 - 534 32 11
Telefax 050 - 534 84 44
E-mail
[email protected]
Internet www.nnpc.nl
Contactpersoon: mr. P.J. van der Werf
efm ONDERLINGE SCHEPEN
SCHEPEN ONDERLINGE
NEDERLAND U.A.
Schweitzerlaan 4
Postbus 8095
9702 KB Groningen
Telefoon 050 - 525 55 00
Telefax 050 - 525 55 15
Boelewerf 46
2987 VE Ridderkerk
Telefoon 0180 - 48 72 27
Telefax 0180 - 48 72 28
E-mail
[email protected]
Internet www.son.nl
Contactpersoon: A.G. Jansma
VERZEKERING U.A.
Blankenstein 150
Postbus 333
7940 AH Meppel
Telefoon 0522 - 24 36 00
Telefax 0522 - 24 36 99
E-mail
[email protected]
Internet www.efmverzekeringen.nl
Contactpersoon: J. Visscher
VERENIGING ’NOORD
NEDERLAND U.A.’ ONDERLINGE
VERZEKERING VAN SCHEPEN
Postbus 110
8440 AC Heerenveen
Telefoon 0513 - 62 30 78
Telefax 0513 - 62 91 67
E-mail
[email protected]
Internet www.noordnederland.com
Contactpersoon: H. de Jonge
ANKER RECHTSBIJSTAND
Paterswoldseweg 812
Postbus 8002
9702 KA Groningen
Telefoon 050 - 520 97 95
Telefax 050 - 525 73 31
E-mail
[email protected]
Internet www.ankerrechtsbijstand.nl
Contactpersoon: mr. L.S. Terpstra
ORANJE VERZEKERINGEN
ONDERLINGE VERZEKERING
VAN SCHEPEN
van Swietenlaan 25
9728 NX Groningen
Postbus 340
9700 AH Groningen
Telefoon 050 - 526 25 55
Telefax 050 - 526 31 32
Scheepmakerij 340
Postbus 85
3330 AB Zwijndrecht
Telefoon 078 - 612 25 00
Telefax 078 - 612 24 50
E-mail
[email protected]
Internet www.oranje-verzekeringen.nl
Contactpersoon: R.J. Tempelaars
Preventiegids voor de binnenvaart
Ladingschade
Een uitgave van de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland in samenwerking met:
Noord Nederlandsche P & I Club
Anker Rechtsbijstand
Aan deze brochure is uiterste zorg besteed.
De FOV/samenstellers aanvaarden geen
aansprakelijkheid voor eventuele
onvolkomenheden en/of daaruit voortvloeiende schade.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de FOV.
efm Verzekeringen
Vereniging Noord-Nederland
Oranje Verzekeringen
LADINGSCHADE
november 2004
LADINGSCHADE
Schepen Onderlinge Nederland
6
Adressen
Diversen
Het gebeurt regelmatig dat de vervoerder met een ladingclaim wordt geconfronteerd nadat de lading al is gelost
en het schip is vertrokken. Het is daarom zaak dat men direct na het lossen een bewijs krijgt dat er ”conform
cognossement” is uitgelost. Indien er dan geen bemerking wordt geplaatst, heeft de ontvanger later geen
verhaalsmogelijkheid meer op de schipper. Indien er toch een bemerking wordt geplaatst, is het zaak om direct
de verzekering te informeren.
De gebruikelijke vrijtekening voor nautische fouten wordt steeds minder gebruikelijk. Indien men buiten de
tonnen vaart en daarbij schade oploopt, is het niet vanzelfsprekend dat de schipper gevrijwaard wordt voor de
ladingschade. De uitspraak ligt er al dat de schipper aansprakelijk is voor de schade voor de
ladingbelanghebbende.
De ontwikkelingen in het vervoersrecht gaan steeds meer in de richting van een grotere aansprakelijkheid voor de
vervoerder. Niet alleen wordt men aansprakelijk voor meer schadeoorzaken, maar de wettelijke limieten worden
ook fors hoger. Het zal dus steeds belangrijker worden dat men bij enige twijfel over de conditie van de lading
hiervan direct schriftelijk melding maakt. Veelal probeert men de schipper ervan te overtuigen dat het allemaal
wel meevalt en hij/zij niet moeilijk moet doen. Naderhand weet niemand meer iets van dat gesprek en zit de
schipper met de problemen.
Kortom
Om aansprakelijkheid voor schade aan de lading zoveel mogelijk te beperken, dient men goed op de
volgende punten te letten:
•
•
•
•
•
•
Een schoon, droog en reukloos ruim leveren
Afsluiters controleren voor men gaat laden of lossen
Schriftelijk melding maken van onregelmatigheden bij belading (bijv. regen)
Bij twijfel over de zuiverheid van de lading, bemerking op cognossement maken
Uitlossingsbewijs vragen
In geval van problemen met verlader of ontvanger direct de verzekering inlichten
Meer informatie
De tekst in uw preventiegids is als leidraad bedoeld, waarbij nadrukkelijk geen volledigheid wordt nagestreefd.
In voorkomende gevallen is het altijd raadzaam eerst juridisch advies in te winnen bij uw verzekeraar of
Anker Rechtsbijstand.
FOV
FEDERATIE VAN ONDERLINGE
VERZEKERINGMAATSCHAPPIJEN
IN NEDERLAND (FOV)
J.F. Kennedylaan 101
Postbus 92
3980 CB Bunnik
Telefoon 030 - 656 71 60
Telefax 030 - 656 75 04
E-mail
[email protected]
Internet www.fov.nl
Contactpersoon:
mr. H.M. van Voorst-ter Hoeve
NOORD NEDERLANDSCHE
P & I CLUB (NNPC)
Erasmuslaan 20
9752 PG Haren (Gr.)
Telefoon 050 - 534 32 11
Telefax 050 - 534 84 44
E-mail
[email protected]
Internet www.nnpc.nl
Contactpersoon: mr. P.J. van der Werf
efm ONDERLINGE SCHEPEN
SCHEPEN ONDERLINGE
NEDERLAND U.A.
Schweitzerlaan 4
Postbus 8095
9702 KB Groningen
Telefoon 050 - 525 55 00
Telefax 050 - 525 55 15
Boelewerf 46
2987 VE Ridderkerk
Telefoon 0180 - 48 72 27
Telefax 0180 - 48 72 28
E-mail
[email protected]
Internet www.son.nl
Contactpersoon: A.G. Jansma
VERZEKERING U.A.
Blankenstein 150
Postbus 333
7940 AH Meppel
Telefoon 0522 - 24 36 00
Telefax 0522 - 24 36 99
E-mail
[email protected]
Internet www.efmverzekeringen.nl
Contactpersoon: J. Visscher
VERENIGING ’NOORD
NEDERLAND U.A.’ ONDERLINGE
VERZEKERING VAN SCHEPEN
Postbus 110
8440 AC Heerenveen
Telefoon 0513 - 62 30 78
Telefax 0513 - 62 91 67
E-mail
[email protected]
Internet www.noordnederland.com
Contactpersoon: H. de Jonge
ANKER RECHTSBIJSTAND
Paterswoldseweg 812
Postbus 8002
9702 KA Groningen
Telefoon 050 - 520 97 95
Telefax 050 - 525 73 31
E-mail
[email protected]
Internet www.ankerrechtsbijstand.nl
Contactpersoon: mr. L.S. Terpstra
ORANJE VERZEKERINGEN
ONDERLINGE VERZEKERING
VAN SCHEPEN
van Swietenlaan 25
9728 NX Groningen
Postbus 340
9700 AH Groningen
Telefoon 050 - 526 25 55
Telefax 050 - 526 31 32
Scheepmakerij 340
Postbus 85
3330 AB Zwijndrecht
Telefoon 078 - 612 25 00
Telefax 078 - 612 24 50
E-mail
[email protected]
Internet www.oranje-verzekeringen.nl
Contactpersoon: R.J. Tempelaars
Preventiegids voor de binnenvaart
Ladingschade
Een uitgave van de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland in samenwerking met:
Noord Nederlandsche P & I Club
Anker Rechtsbijstand
Aan deze brochure is uiterste zorg besteed.
De FOV/samenstellers aanvaarden geen
aansprakelijkheid voor eventuele
onvolkomenheden en/of daaruit voortvloeiende schade.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de FOV.
efm Verzekeringen
Vereniging Noord-Nederland
Oranje Verzekeringen
LADINGSCHADE
november 2004
LADINGSCHADE
Schepen Onderlinge Nederland
Download