WARMING UP Lesbrief bij de muziekvoorstelling Pudding Tarzan INHOUD Inleiding 3 In een notendop 4 Les 1 Waar gaan we naar toe? 6 Les 2 De vier B’s 11 Les 3 Zelf aan de slag 15 Les 4 Naar het theater 18 Les 5 Weer op school 21 Werkblad 1 Beroepen 24 Werkblad 2 Pudding Tarzan Medley 25 Werkblad 3 De Emoticons 26 Werkblad 4 De teksten 31 Werkblad 5 Regels voor in het theater 35 Werkblad 6 Quiz vragen 36 Tekst Pudding Tarzan Medley 38 Muziek/beeld fragmenten 39 2 Inleiding Beste leerkracht, Binnenkort gaat u met uw klas naar de voorstelling Pudding Tarzan van theatergroep MaxTak. Deze muziektheater voorstelling is voor iedereen vanaf 6 jaar. Pudding Tarzan is een vrolijke en muzikale familievoorstelling, gebaseerd op het gelijknamige boek van de Deense schrijver Ole Lund Kirkegaard. Pudding Tarzan wordt gespeeld door een ensemble van drie acteurs en drie muzikanten. Zij vertellen samen het verhaal van Iwan Olsen. Iwan is nogal klein voor zijn leeftijd en spierballen krijgen wil ook maar niet lukken. Zijn klasgenoten pesten hem hierom en noemen hem Pudding Tarzan. Maar Iwan laat zich niet op zijn kop zitten. Met zijn geweldige gevoel voor humor en zijn rijke fantasie gaat hij de pestkoppen te lijf. Ze zullen nog versteld staan van wat hij allemaal kan! Dit lespakket is bedoeld om de leerlingen voor te bereiden op de voorstelling. U kunt het zien als de Warming-up, waarin de leerlingen alvast kennis maken met muziektheater. De acteurs en muzikanten worden voorgesteld door middel van videobrieven en er wordt verteld wie er allemaal nog meer meewerken bij de voorstelling. Het belang van emoties bij muziektheater is een essentieel onderdeel van de lessen. Met muziek en theater wil je immers mensen raken. Je wilt het publiek met de voorstelling bijvoorbeeld een verdrietig gevoel geven of juist blij maken. In de lesbrief zullen we op de vier B’s in gaan; blij bedroefd bang en boos. Deze vier basisemoties zullen de leerlingen leren herkennen in tekst en muziek. Ook zal er met de emoties gewerkt worden door liedjes te zingen en eenvoudige spelopdrachten. De voorstelling heeft als centraal thema pesten. Dit thema zal ook in de lessen worden behandeld. Er zal worden gekeken welke emoties er bij zo’n aangrijpend thema aan de orde zijn. Wat voelt iemand die wordt gepest? MaxTak wil met deze voorstelling een verzet bieden tegen pesten. Dit lespakket bestaat uit vijf lessen. Vier lessen voor de voorstelling en één les na het zien van de voorstelling. De opbouw van de vijf lessen bestaat telkens uit een warming-up en een cooling-down met in het midden de kern van de les. Mocht U onvoldoende tijd hebben voor het geven van de hele lessen, beperk u dan telkens tot de kern van de les. Wij wensen u en de kinderen veel plezier met het uitvoeren van de lessen en tot snel in het theater! Frederike Maus Amsterdam september 2015 3 In een notendop Les 1 Waar gaan we naar toe? De les begint met het kijken naar het begin van de videobrief. Hierin wordt ook een warming-up gedaan. Deze oefening wordt gedaan om het hele lichaam los te maken. Het losmaken én bewust zijn van hun lichaam, is voor muzikanten en acteurs zeer belangrijk om goed te kunnen optreden. Hierna volgt in de kern van de les een mondelinge uitleg over het project. Er wordt verteld over de voorstelling Pudding Tarzan van theatergroep MaxTak, waar de leerlingen binnenkort naar toe gaan. Er wordt uitleg gegeven over muziek en theater: in het geval van MaxTak: muziektheater! De leerlingen leren hoe er bij MaxTak een verhaal wordt verteld, met tekst, uitbeelding (toneel) en met muziek, door acteurs en muzikanten. In de videobrief leren de leerlingen de acteurs al een beetje kennen. Ook de muzikanten stellen zich voor en vertellen over hun instrument. Daarnaast leren de kinderen wie er nog meer betrokken zijn bij het maken van een voorstelling, bijvoorbeeld de regisseur, de componist en de toneelschrijver. De leerlingen vullen op een werkblad in wat ze van de verschillende beroepen vinden en maken hun eigen top 3. Tijdens de cooling-down wordt er geluisterd naar de Pudding Tarzan Medley, de leerlingen letten op de verschillende emoties die in het lied zitten als voorbereiding op les 2. Les 2 De vier B’s De tweede les begint met het kijken en meedoen van de warming-up uit de videobrief of een variatie hierop. In de kern van de les wordt het verhaal van Pudding Tarzan verteld en volgt er een kringgesprek over pesten. Hierbij wordt ingegaan op de emoties die bij pesten voor kunnen komen. Er wordt uitgegaan van de vier basisemoties; blij, bedroefd, boos en bang. De Pudding Tarzan Medley wordt beluisterd en op een werkblad vullen de leerlingen in welke emotie ze bij ieder deel vinden passen. Via een coöperatieve opdracht wordt dit vervolgens in kleine groepjes en klassikaal besproken en er wordt per fragment een emotie gekozen. Deze emoties worden met emoticons verduidelijkt. Het lied wordt vanuit de gekozen emoties gezongen. Er volgt nog een extra luisteropdracht. Klassikaal wordt geluisterd naar een aantal klassieke muziekfragmenten. Per fragment wordt een van de vier basisemoties gekozen die er het best bij past. In de cooling-down van de les wordt de Pudding Tarzan Medley nog eens gezongen. 4 Les 3 Zelf aan de slag De les begint weer met een warming-up. Staand in een kring zal er een geluid worden doorgegeven. Te beginnen met een klap in de handen maar ook andere (bodypercussie) geluiden kunnen worden doorgegeven. De kern van de les bestaat uit het in groepen werken aan een korte scene. In deze scènes staat het laten zien en voelen van emoties centraal. De emoties worden getoond door de manier van spelen maar ook wordt er gekeken wat de invloed van muziek op de scènes kan zijn. Dit gebeurt door het gebruik van achtergrondmuziek tijdens de scene af te spelen. De groepen presenteren hun scènes aan elkaar. Er volgt tot slot een klassikale reflectie. Als cooling-down wordt de Pudding Tarzan Medley een keer gezongen maar nu met ‘verkeerde’ emoties. Les 4 Naar het theater Deze mini les begint met de warming-up uit les 3, het doorgeven van een geluid. Er komt nu een variatie bij om een emotie door te geven. Vervolgens bestaat de kern van de les uit het bespreken van het theaterbezoek. Weten de leerlingen wat er van ze verwacht wordt? Wat zijn de basisregels in een theater? Hoe gedragen de leerlingen zich op de weg naar het theater? Weten ze het verhaal nog? En hoe heet de groep waar ze naar toe gaan? De Cooling-down bestaat uit het zingen van het wenslied. Met het lied wordt het ‘radiospel’ gespeeld. Les 5 Weer op school In de laatste les kunnen beide warming-ups uit de vorige lessen nog eens herhaald worden. Het doorgeven van een geluid en de warming up ‘Met je hele lichaam’. Hebben de leerlingen tijdens de voorstelling gezien dat een acteur zijn hele lichaam gebruikt? De kern van deze les bestaat uit een quiz over de voorstelling. Er wordt aan de hand van vragen op de voorstelling gereflecteerd, dit gebeurt door open vragen en vragen met een goed/fout antwoord. Eventueel kan deze opdracht aangevuld of vervangen worden door het schrijven van een recensie over de voorstelling. Sluit de lessenserie af met het zingen van de Pudding Tarzan Medley. Varieer met het solo of in groepen zingen. 5 Les 1 WAAR GAAN WE NAAR TOE Voorbereiding: - Lees de les goed door en bekijk de beeld en geluidsfragmenten - Kopieer de werkbladen (voor alle leerlingen een kopie) Nodig: - Klaslokaal met tafels en ruimte om in een kring te staan - Digibord met internetverbinding – zorg dat de fragmenten klaar staan! - Videobrief (op digibord) - de Pudding Tarzan Medley (2) (op digibord) - Werkblad 1 (voor alle leerlingen een kopie) Tijd: - ± 50 minuten 6 Warming-up Staan in een kring Ga met de kinderen in een ruime kring in het lokaal staan. Zet de videobrief aan en doe mee! Laat de kinderen na de warming-up weer aan hun tafels zitten en kijk de video tot de muzikanten zijn voorgesteld. Dit is na 11.53 minuten. Kern klassikaal, kinderen zitten aan tafels Waar gaan we heen? Vertel de leerlingen vervolgens onderstaande aanvullende informatie. Binnenkort gaan we naar een muziek voorstelling van theatergroep MaxTak. We gaan hiervoor naar het theater en daar spelen 3 acteurs en 3 muzikanten de voorstelling Pudding Tarzan. Dit is een muzikale voorstelling gebaseerd op het beroemde boek van de Deense schrijver Ole Lund Kirkegaard. De voorstelling vertelt het verhaal van Iwan Olsen. Iwan is nogal klein voor zijn leeftijd en spierballen krijgen wil ook maar niet lukken. Zijn klasgenoten pesten hem hierom en noemen hem Pudding Tarzan. Maar Iwan laat zich niet op zijn kop zitten. Met zijn geweldige gevoel voor humor en zijn rijke fantasie gaat hij de pestkoppen te lijf. Ze zullen nog versteld staan van wat hij allemaal kan! Wie werken er mee? Vertel vervolgens dat er bij het maken en spelen van een muziekvoorstelling een heleboel mensen meewerken. Als eerste is er een boek geschreven door de schrijver. Daarna wordt de tekst van het boek bewerkt tot een script, zodat iedereen weet wat hij moet zeggen en doen. Dit doet de toneelschrijver. Als de teksten van de voorstelling en de liedjes af zijn kan de muziek worden geschreven door de componist. Tijdens de voorstelling heb je natuurlijk de acteurs en muzikanten die het verhaal vertellen en de muziek erbij spelen. Maar dat moet eerst nog worden geoefend. Bij dit oefenen is er een regisseur die bekijkt hoe de acteurs en muzikanten alles mooi kunnen uitvoeren. Natuurlijk is er ook nog iemand die een mooi decor maakt, de decorontwerper, zodat het er prachtig uit ziet. En omdat de acteurs en muzikanten er ook mooi en passend bij het verhaal moeten uitzien is er ook nog een kostuumontwerper bij de voorstelling betrokken. Tot slot zijn er, tijdens de voorstellingen, ook nog twee technici die zorgen dat je alles goed en mooi kunt zien en horen. De lichttechnicus zorgt ervoor dat er een prachtig lichtplan is, gemaakt met wel 50 lampen die boven en voor het toneel hangen. Hierdoor kun je niet alleen alles goed zien, maar het versterkt ook de sfeer die er in een scène is: bijvoorbeeld een beetje donker als het spannend is, of een spot op de hoofdpersoon zodat je aandacht naar hem toe gaat. En er is ook nog een geluidstechnicus, hij zorgt ervoor dat je alles kunt horen en dat het mooi klinkt! 7 Hieronder een overzicht met alle medewerkers: Acteurs/zang Merijn Klaver Cheryl Moenen Tomer Pawlicki Muzikanten/zang Gitaar - Reint van den Brink Altviool - Saskia Meys Cello - Frederike Maus Technici Lichttechnicus - Jeroen Veer Geluidstechnicus - Johan de Koeier Artistiek team Schrijver - Ole Lund Kirkegaard Toneelschrijver - Simon van der Geest Componist - Helge Sliker Regisseur - Hans Thissen Decor/Kleding ontwerper - Annemarie Klijn 8 Deel de werkbladen (1) uit en kijk vervolgens naar de videobrief: Bespreek met de kinderen de beroepen die bij muziektheater voorkomen. Onderstaande vragen kunnen hierbij gebruikt worden. Acteurs Wat doet een acteur? Wat lijkt je leuk aan het beroep? Wat lijkt je minder leuk? Welke rol zou je leuk vinden als acteur te spelen? Oude opa, boze heks, verdrietig meisje? Wat kun je nog meer voor rollen bedenken? Muzikanten Wat doet een muzikant? Welke instrumenten doen er mee in de voorstelling? Hoe ziet het instrument eruit? Hoe wordt erop gespeeld? Welk instrument vind je het mooist? Welke vind je minder mooi klinken? Technici Welke twee technici werken aan de voorstelling mee? Welke lijkt je leuker? Welke lijkt je minder leuk? Artistiek team Wie vormen samen het artistieke team ? Welk van de beroepen lijkt je het leukst? Wat lijkt je minder leuk? Algemeen Zou je liever op het podium of achter de schermen willen werken? Zou je liever acteur of muzikant zijn? Hou je van techniek en is technicus iets voor jou? Hou je van schrijven? Verhalen verzinnen? Vind je het leuk om te kijken hoe je zo mooi mogelijk een verhaal vertelt? 9 Wat is jouw top 3? Laat de leerlingen tot slot op het werkblad hun top 3 van de beroepen invullen. Sluit de kern van deze les af met een kringgesprek/reflectie op de keuze van de leerlingen. De vragen hierboven kunnen als uitgangspunt worden genomen voor het gesprek. Cooling-down Het vertellen van een verhaal Vertel de leerlingen over de verschillende manieren om een verhaal te vertellen en sluit af met het luisteren naar de Pudding Tarzan Medley (2) . Je kunt op veel manieren een verhaal vertellen, natuurlijk gewoon met woorden: er was eens…. maar je kunt het verhaal ook zingen. Bijvoorbeeld in een liedje, of bijvoorbeeld in een musical of opera. Ook kun je het verhaal uitbeelden, met bewegingen, pantomime. Bij muziektheater (net als bij de musical) gaat het vertellen van een verhaal op verschillende manieren, met muziek, tekst en toneelspelen. In ieder verhaal zitten emoties en de verteller zal altijd proberen de emoties die in het verhaal zitten over te brengen op de luisteraar. Dit kan door middel van intonatie in zijn stem. Zo kan het verhaal angstig, verdrietig of bang klinken. Laat de leerlingen, met gesloten ogen, luisteren naar de Pudding Tarzan Medley (2). Vraag de leerlingen te letten op de tekst en op de verschillende emoties die er in het lied zitten. Hoe voelt de zanger van het liedje zich? Hebben alle vier delen van het lied dezelfde emotie, sfeer? Bespreek na afloop wat de leerlingen bedachten. 10 Les 2 DE VIER B’S Voorbereiding: - Lees de les goed door en luister een keer naar de muziekfragmenten - Print de grote emoticons uit - Kopieer werkblad 2 (voor alle leerlingen een kopie) - Kopieer werkblad 3 (voor alle leerlingen een kopie) Nodig: - Klaslokaal met tafels en ruimte om in een kring te staan - Digibord met internetverbinding – zorg dat de fragmenten klaar staan - Geluidsfragment ‘Met je hele lichaam’(1) - Geluidsfragmenten: de Pudding Tarzan Medley (2) - Geluidsfragmenten: Klassieke BBBB Composities (4-5-6-7) - Werkblad 2 (voor alle leerlingen een kopie) - Werkblad 3 (voor alle leerlingen een kopie) - Grote emoticons Tijd: - ± 50 minuten 11 Warming-up Staan in een kring Doe onderstaande variatie op de warming-up uit de videobrief of kijk nog een keer naar het begin van de videobrief en doe de warming-up mee. Zet de video stil als de warmingup is afgelopen. Warming-up variatie: Ga met de kinderen in een ruime een kring in het lokaal staan. Vertel dat een lichaam uit veel onderdelen bestaat die allemaal los van elkaar kunnen bewegen. Zet de muziek aan en begin met één deel van het lichaam en voeg telkens een lichaamsdeel toe, met hoeveel delen lukt het om tegelijk te bewegen? Zorg dat er voldoende ruimte is om te bewegen. Speel muziekfragment ‘Met je hele lichaam’ (1) af of kies zelf een muziekstuk waarop je goed kunt bewegen. Vertel de leerlingen dat een lichaam uit heel veel onderdelen bestaat die allemaal afzonderlijk kunnen bewegen. Begin met één onderdeel van het lichaam te dansen, bijvoorbeeld de wijsvinger van de rechterhand. Vraag nu een kind uit de kring om een volgend deel van het lichaam te gaan bewegen, iedereen doet meteen mee. Wijs telkens een andere leerling aan die iets mag gaan bewegen, de rest van de leerlingen doet meteen mee. Hoeveel delen van het lichaam lukt het tegelijk te laten dansen? Herhaal de oefening een paar keer, lukt het om steeds meer lichaamsdelen tegelijk te laten dansen? Is de volgorde van de lichaamsdelen van belang? Wijs de kinderen erop dat het handig is om met kleine lichaamsdelen te beginnen. En het hoofd kan beter wachten tot het eind! Deze warming-up laat de leerlingen hun lichaam ervaren. Het bewust zijn van je lichaam is voor een acteur en muzikant heel belangrijk. Zij doen er hun werk mee, muzikanten bespelen er een instrument mee en acteurs gebruiken hun lichaam om een persoon te spelen. Het is dan ook zeer belangrijk om ‘goed in je vel’ te zitten en ontspannen te zijn als je een concert of voorstelling gaat spelen. Zo kun je ook beter de emoties van een verhaal of muziekstuk laten horen. Kern coöperatieve werkvorm, kinderen zitten in groepen aan tafels Het verhaal Vertel aan de kinderen het verhaal van ‘Pudding Tarzan’ hoe de voorstelling is gemaakt en over emoties bij de voorstelling. ‘Pudding Tarzan’ is muziekvoorstelling, gebaseerd op het beroemde boek van de Deense schrijver Ole Lund Kirkegaard. Pudding Tarzan wordt gespeeld door een ensemble van drie acteurs en drie muzikanten. Zij vertellen samen het verhaal van Iwan Olsen. Iwan is nogal klein voor zijn leeftijd en spierballen krijgen wil ook maar niet lukken. Zijn klasgenoten pesten hem hierom en noemen hem Pudding Tarzan. Maar Iwan laat zich niet op zijn kop zitten. Met zijn geweldige gevoel voor humor en zijn rijke fantasie gaat hij de pestkoppen te lijf. Ze zullen nog versteld staan van wat hij allemaal kan! 12 Dit verhaal is speciaal voor de voorstelling, door Simon van der Geest bewerkt tot een script. Hoewel het boek heel grappig is heeft het een serieus onderwerp: pesten. De gevoelens en emoties die bij pesten loskomen, zullen in de voorstelling en in de muziek te voelen zijn. Bij muziek en theater zijn emoties heel belangrijk. Muzikanten en theatermakers zullen altijd iets bij mensen willen ‘raken’. Van een concert of voorstelling kun je dus vrolijk worden, maar ook bedroefd. Als muziek heel spannend is kun je er zelfs bang van worden en als Iwan heel erg gepest wordt kun je boos worden op de jongens die dat doen! De voorstelling Pudding Tarzan gaat dus over pesten, een heel serieus onderwerp, waar je best verdrietig van zou kunnen worden, maar omdat in de voorstelling ook veel humor zit zul je ook best kunnen lachen. Over pesten Houd een kringgesprek met de kinderen over pesten, hierbij kunnen de volgende vragen worden gesteld: Hoe voel iemand zich die gepest wordt? Of iemand die iemand anders pest? Ben je wel eens gepest? Heb je wel eens iemand gepest? Wat is het verschil tussen pesten en plagen? Wat kunnen redenen zijn om te pesten? Wie heeft er schuld als er gepest wordt? Wat zou je kunnen doen om iemand te helpen die gepest wordt? Weten jullie wat emoties zijn? Welke emoties zouden er bij pesten aan de orde zijn? De vier B’s Leg de leerlingen uit dat er vier basisemoties zijn. De vier basis emoties zijn heel duidelijk te herkennen en ze beginnen allemaal met een B, we noemen ze de vier B’s: de 4 B’s Blij Bedroefd Boos Bang Laat de emoticons zien aan de leerlingen en vraag welke emoties ze voorstellen. Bespreek de emoties allemaal kort en vraag ook welke van deze vier basisemoties er bij pesten aan de orde zijn? Hoe voelt de persoon die gepest wordt zich? En hoe de persoon die pest? En hoe zou de omgeving zich voelen? Vrienden, familie, klasgenoten? Pudding Tarzan Medley en emoties Deel werkblad 2 uit en luister naar de Pudding Tarzan Medley (2), een compilatie van vier liedjes uit Pudding Tarzan. Doe daarna de opdrachten van werkblad 2. INDIVIDUEEL Laat de leerlingen individueel in kolom A op hun werkblad opschrijven welke emotie (emoticon) ze bij ieder fragment vinden passen. 13 IN GROEPEN In groepen van ongeveer vier leerlingen bespreken de leerlingen hun bevindingen en schrijven in kolom B op wat ze met hun groep bedacht hebben. KLASSIKAAL Luister nog eens naar de fragmenten en bespreek per fragment klassikaal wat de groepen hadden opgeschreven. Is iedereen het makkelijk eens geworden? Of blijven er verschillen? Hoe zijn de groepen tot hun keuze gekomen? Door de tekst? Of de muziek? Spreek met elkaar een definitieve emotie bij ieder fragment af en vul dat in kolom C in. Bijvoorbeeld: Gietlied: bang De koning: blij Druipende broek: bedroefd Oo, vader: boos Zing de Pudding Tarzan Medley (2) klassikaal, met de opname mee, laat de emoties, zoals jullie die afgesproken hebben, heel duidelijk horen. Klassieke BBBB Composities en emoties Luister naar de vier Klassieke BBBB Composities (4-5-6-7) en bespreek klassikaal welke emotie erbij past. De vier Klassieke BBBB Composities (4-5-6-7) zijn vier korte fragmenten uit de muziekgeschiedenis. Deze fragmenten hebben ieder een eigen sfeer en emotie. In de muziek kun je dit ook horen zonder dat er woorden zijn. Luister met de leerlingen naar de fragmenten en bespreek welke emoties ze bij de stukken vinden passen. Bespreek met de klas waar de leerlingen dit aan horen. Zijn ze het met elkaar eens? Waar zou je aan kunnen horen welke emotie bij de muziek past? Is dit een alleen een gevoel of hoor je het aan: - hoge tonen/lage tonen snel/langzaam hard/zacht Is er eigenlijk een goed antwoord te geven? Waarschijnlijk zullen de leerlingen het niet altijd eens zijn, leg uit dat ieder mens anders luistert en andere gevoelens heeft en muziek dus ook anders kan beleven. Een goed of een fout is hier dus niet van toepassing. Cooling-down Zing als afsluiting van de les de Pudding Tarzan Medley (2) nog een keer. Laat de leerlingen zo goed mogelijk de emoties uitbeelden, met stem en beweging. 14 Les 3 ZELF AAN DE SLAG Voorbereiding: - Lees de les goed door en bestudeer de teksten - Verdeel de klas in groepen van ongeveer 4 leerlingen en verdeel de 4 teksten over de groepen - Kopieer de werkbladen 4 (a,b,c en d), per groep een ander werkblad, voor iedere leerling een kopie - Zet het digibord aan en zorg dat de geluidsfragmenten klaarstaan Nodig: - Klaslokaal met tafels en ruimte om in een kring te staan - Ruimtes voor de groepjes om te oefenen - Digibord met internetverbinding – zorg dat de fragmenten klaar staan - Geluidsfragmenten: de Pudding Tarzan Medley (2) - Geluidsfragmenten: Klassieke BBBB Composities (4-5-6-7) - Werkblad 4 (gekopieerd en over de groepen verdeeld) Tijd: - ± 50 minuten 15 Warming-up Staan in een kring Ga met de kinderen in een ruime een kring in het lokaal staan. Geef nu een klap in uw handen en ‘stuur’ het de kring rond. Varieer met richting en soort geluid. Begin in een rustig tempo met het doorgeven van een klap in de handen. De klap gaat van leerling naar leerling één richting de kring door, hij wordt als het ware doorgegeven. Voer als het goed gaat het tempo op. Hierna kan er worden afgesproken dat als een leerling twee klappen geeft de richting verandert. Spreek af dat iedereen maar één keer een dubbel geluid mag maken om te voorkomen dat het geluid “blijft hangen”. Er kan worden gevarieerd met het geluid, door bijvoorbeeld een klap op de benen, stamp op de grond, klik met de tong of een ander bodypercussie. Kern Groeps opdracht afgesloten met klassikale presentatie Toneelstukjes Als voorbereiding op de opdracht kijkt u met de kinderen naar een scene uit Pudding tarzan in de videobrief (13.37). Deel de teksten uit aan de groepjes. De groepjes gaan hun toneelstukje oefenen en daarna volgt een presentatie aan de klas. Op werkblad 4 staan vier teksten uit de voorstelling die gebruikt kunnen worden, maar natuurlijk is het ook leuk als de kinderen zelf een tekst maken. Verdeel de klas in geschikte groepen, niet iedere tekst heeft evenveel rollen, eventueel spelen twee kinderen dezelfde rol als dat beter uit komt. Waarschijnlijk is het nodig om één of twee groepen dezelfde tekst te geven. De leerlingen krijgen nu 10/15 minuten de tijd om de tekst te oefenen. Vertel duidelijk (of schrijf op het bord) waarop gelet wordt bij de uitvoering: *1 Heeft het toneelstukje een duidelijk begin/eind? *2 Zijn de emoties duidelijk te zien? *3 Hebben alle leerlingen mee gedaan? *4 Zat er iets verrassends in? 16 Na 10/15 minuten komen alle groepen weer terug en spelen de leerlingen hun stukje voor de klas voor, gevolgd door een bespreking door de klas. Na iedere groep volgt er een korte reflectie van de klas: hierbij wordt gekeken naar de punten die op het bord staan. Overige vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: - Was er een duidelijk begin/eind? - Welke emoties werden er gespeeld? - Waren ze duidelijk te zien? - Welke emotie paste het best bij de tekst? - Wat was de verrassing? - Zat er iets grappigs in? Of iets engs? Variatie/uitbreiding 1: De leerlingen oefenen de tekst in de ‘goede’ emotie maar ook in een andere emotie die niet goed bij de tekst past. Bij de presentatie speel iedere groep zijn stukje twee keer achter elkaar, één keer de emotie die erbij hoort en één keer een andere emotie. De klas raadt welke emoties er gespeeld werden en welke de ‘goede’ emotie was. Variatie/uitbreiding 2: De toneelstukjes worden nog eens gespeeld maar nu met achtergrondmuziek. In deze opdracht worden de toneelstukjes gespeeld met een muziekstuk als achtergrond muziek. De Klassieke BBBB Composities (4-5-6-7) uit les 2 kunnen gebruikt worden maar ook zelf gekozen muziek. Probeer een aantal toneelstukjes uit met verschillende achtergrond muziek. Reflecteer hierna kort op de invloed van de muziek op de tekst. - Wat heeft muziek voor invloed op de toneelstukjes? - Zijn de toneelstukjes heel anders geworden door verschillende muziek? - Welke muziek past het best bij de teksten? - Heeft andere muziek ook invloed op hoe de tekst gespeeld wordt? Met andere woorden: ga je door de muziek ook de emotie in de tekst aanpassen? Cooling-down Zing als afsluiting van de les de Pudding Tarzan Medley (2) nog een keer. Zing het lied met ‘verkeerde’ emoties. Zet het lied aan op het digibord en laat telkens verschillende emoticons zien. Deze hoeven niet de afgesproken emoties voor te stellen en u kunt ook binnen een lied wisselen. U kunt ook een leerling vragen de emoticons op te houden. Laat de leerlingen zo goed mogelijk de emoties uitbeelden, met stem en beweging. Bespreek kort wat het effect op het liedje was. Wordt het verdrietige liedje minder verdrietig? Of wordt het blije liedje juist verdrietig als je het bedroefd zingt? 17 Les 4 NAAR HET THEATER Voorbereiding: - Lees de les goed door. - Print de Regels voor in het theater uit (werkblad 5) - Zet het digibord aan en zorg dat de geluidsfragmenten klaarstaan Nodig: - Klaslokaal met tafels en ruimte om in een kring te staan - Digibord met internetverbinding – zorg dat de fragmenten klaar staan - Geluidsfragmenten: ‘Met je hele lichaam’ (1). - Geluidsfragmenten: de Pudding Tarzan Medley (2) - Werkblad 5 (Regels voor in het theater) Tijd: - ± 20 minuten 18 Warming-up Staan in een kring Ga met de kinderen in een ruime een kring in het lokaal staan. Geef nu een klap in uw handen en ‘stuur’ het de kring rond. Varieer met richting en soort geluid/emoties. Ga met de kinderen in een ruime kring in het lokaal staan. Herhaal de warming-up uit les 3. Begin in een rustig tempo met het doorgeven van een klap in de handen en geluiden die u in de vorige les ook deed. Verander daarna het geluid dat doorgegeven wordt in een emotie, bijvoorbeeld een boze blik met grom, een snikkend (bedroefd) geluid, een blije uitroep of een bange blik met een geschrokken kreet. Varieer eventueel met de afspraak dat bij twee keer het geluid de richting veranderd. Spreek weer af dat iedereen maar een keer een dubbel geluid mag maken om te voorkomen dat het geluid ‘blijft hangen’. Kern Klassikaal zitten aan tafels Deze les wordt gegeven vlak voor het vertrek naar het theater. Het is belangrijk dat de leerlingen beseffen dat ze niet naar de film gaan of televisie kijken. Bespreek met de kinderen hoe ze zich moeten gedragen bij een bezoek aan het theater. Vergelijk het met het geven van een spreekbeurt. Hoe vinden de leerlingen het als ze een spreekbeurt moeten geven en de klas luistert niet? Is het makkelijk om je te concentreren als de klas ondertussen aan het keten is? Hieronder staan een aantal regels over hoe je je het best kunt gedragen in het theater. Achterin de lesbrief zit Werkblad 5 met de regels, deze kunt U uitprinten en in de klas hangen. Regels voor in het theater: - Kom op tijd, als de voorstelling is begonnen geen toegang meer. - Ga vooraf naar de wc na aanvang kan dat niet meer. - Praat niet of maak geen lawaai tijdens de voorstelling. - Eet of drink niet in de zaal. - Zet je mobiele telefoon uit (of neem hem niet mee). - Neem geen foto’s (zeker niet met flits!!). 19 Herhaal tot slot kort wat muziektheater (MaxTak) is en bespreek nog kort het verhaal van Pudding Tarzan. Sluit af met Uw eigen regels over het vervoer naar het theater. De volgende vragen kunnen besproken worden. Weten de leerlingen nog hoe de theater groep heet? Wie er allemaal meewerken? Kennen ze het verhaal van Pudding Tarzan nog? Weten ze wat een theater is? Kennen ze het theater waar ze naar toe gaan? Hoe gaan jullie er naar toe? Moeten de leerlingen zich tijdens het vervoer ook aan bepaalde regels houden? Cooling-down Staan in de klas Zing als afsluiting van de les het wenslied uit de videobrief (11.53) . Als variatie kunt u met het lied het ‘radiospel’ spelen. Zing het lied met de opname op het digibord mee. Vraag een leerling voor de klas te komen om het geluid van de radio (het digibord) te bedienen. De leerling geeft dit met een beweging van de hand, het draaien van een knop, aan. U zet het volume van het digibord tegelijk aan en uit en de klas reageert ook, met sterk en zacht zingen. Als de radio uit staat wordt er niet gezongen. Als het geluid helemaal uit staat is het belangrijk dat de leerlingen goed in hun hoofd moeten doorzingen! 20 Les 5 WEER OP SCHOOL Voorbereiding: - Lees de les goed door - Print werkblad 6 (de vragen voor de quiz) - Zet het digibord aan en zorg dat de geluidsfragmenten klaarstaan Nodig: - Ruim lokaal ingericht voor de quiz; of een aantal tafels, of een lege ruimte met twee gemarkeerde vakken) - Digibord met internetverbinding – zorg dat de fragmenten klaar staan - Geluidsfragmenten: ‘Met je hele lichaam’ (1) - Geluidsfragmenten: de Pudding Tarzan Medley (2) - Werkblad 6 - Leeg vel voor de recensie Tijd: - ± 40 minuten 21 Warming-up 1 Staan in een kring Vraag de leerlingen of ze hebben gezien dat de acteurs en muzikanten hun hele lichaam gebruiken bij het spelen. Herhaal nu de Warming Up ‘Met je hele lichaam’ (1) uit les 1 en 2: Ga met de kinderen in een ruime een kring in het lokaal staan. Vertel dat een lichaam uit veel onderdelen bestaat die allemaal los van elkaar kunnen bewegen. Zet de muziek aan en begin met één deel van het lichaam en voeg telkens een lichaamsdeel toe, met hoeveel delen lukt het om tegelijk te bewegen? Zorg dat er voldoende ruimte is om te bewegen. Speel muziekfragment ‘Met je hele lichaam’ (1)af of kies zelf een muziekstuk waarop je goed kunt bewegen. Vertel de leerlingen dat een lichaam uit heel veel onderdelen bestaat die allemaal afzonderlijk kunnen bewegen. Begin met één onderdeel van het lichaam te dansen, bijvoorbeeld de wijsvinger van de rechterhand. Vraag nu een kind uit de kring om een volgend deel van het lichaam te gaan bewegen, iedereen doet meteen mee. Wijs telkens een andere leerling aan die iets mag gaan bewegen, de rest van de leerlingen doet meteen mee. Hoeveel delen van het lichaam lukt het gelijk te laten dansen? Herhaal de oefening een paar keer, lukt het om steeds meer lichaamsdelen tegelijk te laten dansen? Is de volgorde van de lichaamsdelen van belang? Wijs de kinderen erop dat het handig is om met kleine lichaamsdelen te beginnen. En het hoofd kan beter wachten tot het eind! Warming-up 2 Staan in een kring Naar eigen inzicht kan de warming-up uit les 3/4 nog eens gedaan worden. Ga met de kinderen in een ruime kring in het lokaal staan. Geef nu een klap in uw handen en “stuur” het de kring rond. Varieer met richting (twee klappen) en soort geluid/emotie. Begin in een rustig tempo en probeer de klap zo snel mogelijk door te geven. Als het goed gaat kan er worden afgesproken dat bij twee klappen de richting verandert. Spreek af dat iedereen maar 1 keer een dubbel geluid mag maken om te voorkomen dat het geluid “blijft hangen”. Er kan worden gevarieerd met het geluid/emotie: klap op de benen, stamp op de grond, klik met de tong etc. F verander het geluid in een emotie, bijvoorbeeld een boze blik met grom, een snikkend (bedroefd) geluid , een blije uitroep of een bange blik met een geschrokken kreet. Kern Klassikaal aan tafels of bewegend door lokaal of individueel Quiz: Hieronder staan twee variaties om de quiz uit te voeren. Maar de vragen kunnen ook op uw eigen manier behandeld worden. Variatie 1: 22 Op werkblad 6 staan een aantal vragen die gebruikt kunnen worden bij een quiz. U kunt de klas in groepen verdelen en deze tegen elkaar laten spelen. Iedere groep krijgt een kaartje met een A en een B en laat hiermee hun antwoord zien. De groep die de meeste goede antwoorden heeft is natuurlijk de winnaar. Er kan een spelleider worden aangewezen die de punten bij houdt. De vragen die een open antwoord hebben kunnen gebruikt worden als leidraad bij een kringgesprek. Variatie 2: Ook kan de quiz in een levendige vorm gespeeld worden. Verdeel het (speel)lokaal in twee vakken, ieder vak moet groot genoeg zijn voor (bijna) alle leerlingen. Markeer de vakken met en kleur of nummer. Op het werkblad aangegeven met links/rechts. Lees de vraag voor en geef aan welk antwoord bij welk vak past. Begin met de vragen die een open antwoord hebben. Hier vallen geen leerlingen af. Bespreek kort waarom de leerlingen voor een bepaald antwoord kozen. Ga daarna door met de goed/fout vragen. Nu vallen de leerlingen met een fout antwoord af, de leerlingen die in het goede vak spelen verder, net zo lang tot er een winnaar is. Recensie: Bij de hogere groepen is het ook leuk om de leerlingen een recensie te laten schrijven. De open vragen kunnen door de leerlingen gebruikt worden om op ideeën te komen. Iedere leerling schrijft aan de hand van een aantal vragen op wat hij van de voorstelling vond. Daarna kan in kleine groepen worden gekeken of er overeenkomsten in de recensies zijn. Zijn die er? En wat zijn de verschillen? Na de reflectie in groepen kan dit nog kort klassikaal worden besproken. Als U deze opdracht doet zijn wij ook zeer benieuwd naar de recensies van de leerlingen! We zouden het heel leuk vinden als we er een paar ontvangen! ([email protected]) Cooling-down Staan in de klas Zing als afsluiting van de les de Pudding Tarzan Medley (2) nog een keer. Durven er leerlingen solo te zingen? Of met een groepje? Misschien zijn er leerlingen die alleen durven zingen? Laat de leerling een emotie kiezen, de klas kan raden welke emotie de leerling gezongen heeft. Als individueel zingen nog lastig is kan dit ook in groepen gedaan worden, de groep kiest samen een emotie en laat hem aan de klas zien/horen. De klas raadt weer. 23 Werkblad 1 Naam: Vul het onderstaande schema in en bepaal je top 3! De Beroepen: Wat doet een…? Acteur Muzikant Gitaar Altviool Cello Lichttechnicus Geluidstechnicus Schrijver Scenarioschrijver Componist Regisseur Decorontwerper Kostuumontwerper 24 Wat vind ik er leuk aan? Wat vind ik er minder leuk aan? Werkblad 2 Naam: Schrijf in kolom A welke emotie je bij het lied vindt passen, bij B vul je in wat je met je groepje hebt bedacht en bij C wat uiteindelijk met iedereen is gekozen. LIED A B C Ik Groep Klassikaal Gietlied De koning van het veld Druiplied Zoon van je vader 25 Werkblad 3 De emoticons 26 27 28 29 30 Werkblad 4 Blij: 2 leerlingen (of meer) Dit fragment speelt tussen een radiopiraat (RP) en Iwan. De radiopiraat geeft Iwan de kans om één wens te doen! De rollen hoeven niet door één leerling gespeeld te worden, er kan ook een groepje radiopiraten zijn of een clubje vrienden (meerder Iwan’s) die samen overleggen wat de mooiste wens is. Maar je mag ook zelf iets anders bedenken en je mag de teksten ook aanpassen. De Radiopiraat RP: Denk eerst goed na Voor je een wens doet, ja Dus weet je wat slaap er eerst maar een nachtje over Dan zie ik je morgen in de uitzending Zelfde tijd, zelfde zender Jingle (zing een liedje) Iwan: Slapen? Ik kan nu toch niet slapen? Ik kan... Ik kan 100 euro wensen. Of 1000 euro – of misschien 7 miljoen Of een skateboard met remmen Of voetbalschoenen die nooit mis schieten Ik zou natuurlijk ook kunnen wensen dat ik net zo sterk was als Tarzan Dan zou ik de grote jongens er eens goed van langs kunnen geven. Ik zou ook kunnen wensen dat ze me nooit meer Puddingtarzan noemen. Maar je kan maar één ding tegelijk wensen! ... Ik heb het Ik heb het! RP: Zo zo zo, jij bent snel Ja, beste luisteraars We zijn weer terug Iwan, heb je goed nagedacht? Ja. Ik wens dat al mijn wensen uitkomen!!!!! ... ...Dat al je wensen uitkomen Allemaal. Helemaal. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt Dat is wel een walvis van een wens, dat kan maar voor één dag. Daarna is het afgelopen, over en uit. Iwan: RP: Iwan: RP: 31 Werkblad 4 Boos 5 leerlingen In deze scene zitten 5 personen: A-B-C-Iwan en zijn vader, meneer Olsen. De personen A-B en C vertellen eigenlijk een stuk van het verhaal. Vooral meneer Olsen kan de emotie boos goed laten horen! Giet scène A: B: C: B: A: B: C: Mr. Olsen: C: Mr. Olsen: Iwan: Mr. Olsen: Iwan: Mr. Olsen: Iwan: Mr. Olsen: Iwan: Ouwe viespeuk! Wat zal je moeder daar wel van zeggen, hè? Iwans moeder zei niet zoveel. Als Iwan thuiskwam met een natte broek, schudde ze alleen maar haar hoofd en hing zijn broek aan een lijntje in het washok. Ze schudde haar hoofd en zong over bloemen, over grazende paarden of over lange rivieren met lange namen, ergens ver weg. Maar ze zong nooit over grote jongens. Iwans moeder zei niet zoveel, maar zijn vader, meneer Olsen, wél. WAT? riep hij Hebben ze nou alweer water in je broek gegoten?! Tja Ja, maar wat is dat nou toch? Je moet van je af leren bijten, baasje Je moet een kerel zien te worden Wat is een kerel voor iets? Een kerel een kerel is iemand die anderen een pak rammel kan geven Dat kan ik niet Ik kan helemaal niemand een pak rammel geven Nee, jij kan helemaal niks, baasje Jij bent een grote slapjanus Tja Dat klopt wel 32 Werkblad 4 Bang 5 leerlingen In deze scene zijn vijf rollen: vier pesters (A-B-C en D) en Iwan. De pesters spelen heel gemeen, Iwan moet er echt bang van worden. Intro A: Dit is het verhaal over een jongen die door de mensen Pudding Tarzan genoemd werd Iwan: Maar zo heette hij niet echt. B: Zijn echte naam was Iwan Olsen. C: Dit is Iwan D: Nee, ik niet. Hij. Iwan: Nee, zij C: Jij B: Ja, jij Iwan: Ik niet A: Jawel, jij Ze duwen Iwan naar voren Iwan: Zoals je kunt zien, was Iwan niet erg groot D: Eigenlijk was hij een beetje klein en dun C: en misschien ook niet zo ontzettend mooi. A: Hij had geen stevige spierballen en hij kon niemand een pak rammel geven. B: Daarom liep Iwan Olsen zelf iedere dag nogal wat klappen op. D: Dat klinkt heel grappig – dat Iwan nogal wat klappen opliep en zo – Maar dat was het niet Iwan: Niet voor Iwan tenminste A: De grote jongens waren het ergst. C: Zeg, kleine Iwan, D: zeiden ze en dan trokken ze aan zijn haar en oren. B: Zeg, mogen we je spierballen eens zien vandaag? Iwan: Blijf van me af Ik heb helemaal geen spierballen – dat weten jullie best. A: Ach, kleine Iwan toch, B: zeiden de grote jongens met een grijns naar elkaar, C: Laat ons toch eventjes je spierballen zien. D: Nou, nou, B: zeiden ze dan, als ze zijn armen zo’n beetje bekeken hadden. D: Nee, je hebt gelijk, Iwannetje, die spierballen van jou lijken nergens op, A: En dan grijnsden ze weer en goten zijn broek vol met water C: Dat gieten gaat ongeveer zo: D: Één. Zorg dat je met een groepje bent C: met een groepje... B: ...ben je altijd sterker A: Twee. Til het slachtoffer – in dit geval Iwan – op. ABCD: Drie. Hou zijn achterwerk onder de koude kraan, zodat het water eerst in zijn broek loopt en daarna doorsijpelt naar zijn rubberlaarzen. 33 Werkblad 4 Bedroefd 5 leerlingen De rollen zijn: een groepje kinderen (A-B-C), Iwan en de gymnastiekleraar. Iwan wordt heel verdrietig als hij niet gekozen wordt en ook nog een bloedneus krijgt! Gymnastiek A: Op school hadden de kinderen af en toe gym. B: Met gym moesten ze leren aan touwen te slingeren en over de bok te springen C: Ze moesten spieren kweken B: en leren wat doorzettingsvermogen is A: en teamspirit. C: Ik kies jou A: Ik jou C: jou A: jou C: jou A: jou Doe alsof er een hele groep te kiezen is ! Iwan blijft als laatste over A: ... Oké. Wij kiezen Iwan. B: ... En dan verkopen we hem aan jullie team. Met korting! C: Huh huh huh! Iwan: Maar ze deden ook dingen zonder teams Dingen waarbij je in je eentje je eigen team kon zijn. A: Ze deden oefeningen aan het wandrek en in de ringen. B: En op de bok. Iwan: Iwan was de kleinste van de klas. Daarom hoefde hij niet mee te doen als ze over de bok moesten springen. C: Onzin Gymleraar: Zo’n gezonde jongen als jij is toch nergens bang voor? Iwan: Jawel Gymleraar: Ach, dan moet je toch echt gaan oefenen. Iwan: Nee, dank je. Gymleraar: Jawel, jawel Je gaat tenslotte naar school om iets te leren Iwan: Maar straks val ik eraf B: zei Iwan Iwan: en dan krijg ik een bloedneus Gymleraar: Ach... Iwan: Nee Gymleraar: ...doe het nou maar gewoon Hij zet Iwan op de bok Iwan valt eraf B: en toen viel hij ineens omlaag en kreeg een bloedneus Gymleraar: Daar gaat ie weer. Zo’n grote jongen hoeft daar toch niet meteen om te huilen, wat jou? Iwan: Nee, nee Gymleraar: Zo’n grote jongen doet dat niet 34 Werkblad 5 Regels voor in het theater: Kom op tijd, als de voorstelling is begonnen geen toegang meer. Ga vooraf naar de wc na aanvang kan dat niet meer. Praat niet of maak geen lawaai tijdens de voorstelling. Eet of drink niet in de zaal. Zet je mobiele telefoon uit (of neem hem niet mee). Neem geen foto’s (zeker niet met flits!!). 35 Werkblad 6 Quiz vragen VRAAG OPEN vragen: Kon je de emoties, de 4B’s, herkennen in de muziek? Kon je de emoties, de 4B’s, herkennen in de voorstelling? Welk instrument vond je het mooist? LINKS RECHTS JA NEE JA NEE Altviool Cello Welke moment vond je het zieligst in de voorstelling? Hoe vond je de muziek bij de voorstelling passen? Welk liedje vond je het mooist? Iwan zijn broek werd vol gegooid Goed Iwan kreeg een stomp op zijn neus Niet goed Druiplied Zoon van je vader Welk liedje vond je het mooist? De koning van het veld Leuk Gietlied Waren alle kinderen stil tijdens de voorstelling? Bij JA, was dat fijn? Bij NEE, had je daar last van? Welke emotie vind je het best bij de voorstelling passen? Ja Nee Boos Blij Welke emotie vind je het best bij de voorstelling passen? Wat denk je dat Iwan aan het eind van de voorstelling gaat doen? Bedroefd Bang Met de grote jongen mee doen. Lekker naar zijn radiootje gaat luisteren. Contrabas Cello Viool Altviool Gitaar Ukelele Iwan Olsen Ole Lund Kirkegaard Schrijver van de Schrijver van de Hoe was het om in het theater te zijn? GOED/FOUT vragen Welk instrument kwam in de voorstelling voor? Welk instrument kwam in de voorstelling voor? Welk instrument kwam in de voorstelling voor? Wat is de naam van de hoofdrolspeler? Wat is een componist? 36 Saai muziek. Hoe veel acteurs/muzikanten deden er in de 7 voorstelling mee? Hoe veel verschillende instrumenten zaten 3 er in de voorstelling? toneelteksten. 6 Hoe veel technici werkten er aan de voorstelling mee? 4 2 Hoe heet de schrijver van een toneelstuk? dramaturg toneelschrijver Hoe veel snaren zitten op de altviool/cello? 6 4 HELEMAAL OPEN vagen: Welke rol speelden de acteurs? Wat vond je van de rollen van de acteurs? Welke rol vond je het leukst/grappigst/zieligst? Heb je alle instrumenten herkend? Welk instrument vonden je het mooist? Wat vond je mooi om te zien tijdens de voorstelling? Wat vond je zielig in de voorstelling? Wat vond je mooi om te horen tijdens de voorstelling? Welk moment vond je het grappigst in de voorstelling? 37 6 de Pudding Tarzan Medley Gietlied: bang Huhuh, Iwan Huhuh, huhuh. Giet zijn broekie vol Z’n worteltje moet water hebben Tuinieren doen we graag op school Tuinieren voor de lol Druiplied: bedroefd Al dat geknoei met water Het moet niet veel gekker worden Hang ik die druipende broek maar weer op Hoe is het ooit begonnen Altijd die plas op de vloer van het washok (zucht) Zoon van je vader: boos Ben jij nou een kerel, waar zijn je spieren Waar blijft die baard Je kin is zo kaal, is dat normaal Mijn zoon is zo iel als een aal Ben jij nou een zoon van je vader Wat ben jij voor knul Een testosteron benul Een nul komma nul, 000000 De koning van het veld: blij Kijk hem gaan, daar gaat ie Hij kopt en hij holt, Wat een pass, wat een souplesse, Hij lobt en hij dolt, Kijk hem gaan, daar gaat ie Een voorzet naar zichzelf Kanonschot op het doel Helemaal vanaf zijn eigen helft Refr: Het is Iwan tegen het soepie hij laat ze mooi een poepie ruiken Hij is de Kampioen, de Koning, de held Het is Iwan tegen het soepie hij laat ze mooi een poepie ruiken Hij is de Kampioen, de Koning van het Veld 38 Muziekfragmenten Warming-up muziek: 1) Muziekfragment: ‘Met je hele lichaam’ Het lied om te zingen: 2) 3) Pudding Tarzan Medley Pudding Tarzan Medley karaoke Klassieke BBBB Composities: 4) Fragment Blij: Antonio Vivaldi Concerto in D Major for 4 Violins, RV 549 "L'estro armonico No. 1": I. Allegro Academy of St. Martin-in-the-fields Neville Marriner 5) Fragment Bedroefd: Edward Grieg Peer Gynt Suite: The Death of Ase (Prelude to Act 3) Göthenburg Symphony Orchestra Neeme Järvi 6) Fragment Boos: Dmitri Sjostakovitsj Symfonie no.8 in C minor, Op. 65 deel 3, Allegro non troppo Koninklijk Concertgebouw Orkest Bernard Haitink 7) Fragment Bang: Serge Prokofiev Balletsuite Romeo & Julliet, Act 2, Finale London Symphony Orchestra Valery Gergiev Beeldfragmenten 8) Videobrief Hierin worden onder andere de medewerkers voorgesteld. Deze videobrief kan ook als losse les gedaan worden, er zitten een aantal opdrachten uit deze lesbrief verwerkt. 39