Het 1e gebod: De belangrijkste keuze Exodus 20: (1-2) 3 / Deuteronomium 5: (6) 7 Vertalingen Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden. NBV Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. HSV Ik ben de HERE, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. 3 Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. NBG ‘51 Ik ben de ENE, God-over-jou, die jou heb uitgeleid uit het land Egypte, uit het diensthuis. Niet zal dit er voor jou wezen: andere goden, bij mijn aanschijn! NB Bijbelgedeelten Deuteronomium 6 Beschrijft God als de enige ware God, te midden van alle goden en roept op Hem trouw te blijven en te gehoorzamen. 1 Koningen 18 Elia stelt op de Karmel het volk Israël voor de keuze: wie willen ze dienen? Hij organiseert daarvoor een ‘wedstrijd’ om te laten zien wie de enige echte God is. Jesaja 40:12-31 Aan de vertwijfelde ballingen in Babel laat God weten dat Hij, de Schepper van hemel en aarde, uniek is en dat godenbeelden niet meer zijn dan mensenmaaksels die niets kunnen. Maar Hij, hun God, geeft moedelozen kracht Matteüs 6:19-34 Jezus geeft aan dat je niet God kunt dienen en de Mammon (god van het geld), en dat je zorgen maken niets toevoegt, maar dat je alles aan je Hemelse Vader mag toevertrouwen. Als je je richt op zijn Koninkrijk en dat prioriteit geeft, mag je weten dat Hij voor al het andere zorgt. Uitleg Bij de tien geboden (letterlijk: 10 woorden) is het van belang de context voor ogen te houden. Voorop gaat: Ik ben uw Bevrijder. Ze zijn gegeven aan een bevrijd volk. Wat volgt zijn dus aanwijzingen om in vrijheid te (blijven) leven. Het zijn dus niet in de eerste plaats wetten, maar richtingwijzers naar het leven. Als we ze lezen als rigide regels die onze vrijheid beknotten missen we de juiste betekenis. Ze roepen op tot een leven in vrijheid, in dienst van God en onze naaste. Omdat de liefde de vervulling van de wet is (Rom.13:8), roepen ze op tot liefde. Dat is de kern van de geboden: God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf (Matt.22:3740). De tien geboden beginnen niet met een gebod, maar met God. Eerst stelt Hij zichzelf voor. Voordat het over het ‘wat’ gaat van de 10 woorden gaat het eerst over ‘Wie’ ze geeft. Er bestaan veel goden, maar JHWH is uniek, er is niemand als Hij. Want Hij bevrijdt. De 10 woorden willen ons beschermen tegen goden, die ons in hun greep willen krijgen. Daarom als eerste het woord: geen andere goden. Dat is de basis van al het andere. Het 1e gebod legt het fundament onder het leven in geloof. Heel het leven – dagelijks discipel zijn. Jaarthema KC 2013-2014 Het zijn woorden van vrijheid, die ons een weg tonen om vrij te blijven. God wijst ons de weg. Hij vertelt wat echt belangrijk is en hoe we gelukkig kunnen zijn. Het woord ‘wet’ kan een beklemmend gevoel geven: dit mag niet en dat mag niet; je moet zus, je moet zo. Van daaruit is de gedachte ontstaan dat het in het christelijk geloof gaat om het naleven van regels. Maar het is allereerst een relatie aangaan. Het gaat om het leven met God. In de Joodse traditie kent men de lofzang op de torah. Bij torah (bij ons meestal met wet vertaald) gaat het om de richtlijnen die God geeft voor een goed leven. Het zijn woorden van God en daarom woorden van leven. daarom kent men ook het feest van de ‘vreugde der wet’. Overigens: het zijn geen vrijblijvende adviezen. Ze worden gegeven om op te volgen. God spreekt, Hij neemt het initiatief, Hij doet iets, Hij is bezig op aarde. Al vanaf de schepping zoekt Hij het beste voor de mens en wijst Hij de juiste weg. En waar wij vastlopen, verstrikt raken in een of andere macht, dan laat Hij je daar niet in zitten. Wij hoeven onszelf niet te bevrijden, te redden. Er is een Bevrijder, Redder. De geboden zijn niet zodat wij vrij worden, maar in de vrijheid blijven. Je kunt ook zeggen: je komt onder de heerschappij van een Ander; iemand die het goed met je voorheeft. Je komt niet onder de heerschappij van een volgende dictator; van de regen in de drup. Nu is er iemand die werkelijk om je geeft. Er is altijd iemand die zeggenschap over je heeft. De vraag is wie dat is en hoe die persoon is. Ik ben de Here, uw God: het gebod staat in het kader van de relatie. Om die relatie zuiver te houden, kan er geen ander bij. Daarom als eerste het 1e gebod. Geen andere God naast Mij. Of: In plaats van Mij. Letterlijk: geen andere goden voor mijn aangezicht. Je zou de 10 woorden kunnen omschrijven als de huwelijksvoorwaarden: dit zijn de regels die we met elkaar afspreken en waar we ons aan houden. De relatie tussen God en zijn volk wordt regelmatig in termen van een huwelijk weergegeven. Het eerste gebod waarschuwt voor vreemdgaan. En niets is zo pijnlijk en schokkend als vreemdgaan voor de ogen van je partner. Dat is wat bedoeld met wordt ‘voor mijn aangezicht. Geen andere goden. Dat was de verleiding waar het volk Israël steeds weer voor stond: hulp zoeken bij een ander. Bij de goden van voorspoed en vruchtbaarheid. Of bij buitenlandse goden. Bij die goden gaat het niet zozeer om de beelden, als wel om de macht en invloed die zij representeren. Het heeft te maken met waar je op vertrouwt. Waar je steun zoekt. Aan het begin van Jezus’ optreden komt deze verleiding ook op Hem af (Matt.4). Goden van onze tijd zijn o.a. economie en autonomie. De afgod wordt een eigen kracht, die heer en meester is en alles naar zijn hand wil zetten. Zij nemen hun plaats in naast God. Ook gewone en goede dingen kunnen (af)goden worden, wanneer je er verkeerd mee omgaat, zoals geld, werk, seks. Zaken die op zichzelf niet verkeerd zijn. Maar die wel zo dominant kunnen worden, dat ze je van God afhouden. God is als iemand die een verslaafde geholpen heeft, en vervolgens tegen hem zegt: en nu gaan we het anders doen. We doen het voortaan zo en zo. Zo werkt God: eerst bevrijdt Hij je, daarna word je geholpen met het vinden van de juiste weg. God laat je niet aan je lot over, in de trant van: nu ben je vrij, zoek het nu maar uit. maar is er van zijn kant een maximale betrokkenheid. Heel het leven – dagelijks discipel zijn. Jaarthema KC 2013-2014 Het gaat bij de tien geboden, in bij het 1e gebod in het bijzonder, niet over ethiek in algemene zin, maar om een antwoord op de God die bevrijdt. Zijn Woord vraagt een antwoord. De twee tafels van de wet waren waarschijnlijk bedoeld als een akte: twee partijen sluiten een verbond en stellen daarvoor een akte op (zoals dat bv. bij een koopakte ook gaat). Beiden tekenen ervoor, en ontvangen een afschrift ervan. Deze is in steen gebeiteld, zodat hij (levens)lang meegaat. De achtergrond is een vazalverdrag dat uit die tijd bekend is. God zet zijn handtekening en vraagt ons dat ook te doen. Een teken van commitment. Het gaat hier over de vraag wie zeggenschap heeft; dus wie je volgt. Het gaat dus om concrete navolging; discipelschap. In de drukte van alle dag, omringd door duizenden prikkels de stilte zoeken om je opnieuw aan Hem toe te wijden. Het eerste gebod stelt ons voor de meest radicale keuze die een mens kan maken: wie heeft het voor het zeggen in jouw leven? Nog een opmerking over het aantal van tien: Tien keer sprak God bij de schepping: Er zij… God spreekt en de chaos makt plaats voor orde. Er zijn tien machtswoorden over de farao uitgesproken. Gods spreekt en er komt een einde aan de onderdrukking. Nu krijgt Israël tien woorden te horen. God spreekt en er ontstaat ruimte om te leven. Gespreksvragen 1. Wat betekent het dat God Bevrijder genoemd wordt? Waarvan ben je bevrijd? 2. Heb je in je leven een moment waarop je ja gezegd hebt tegen Gods aanzoek? Heb je de ervaring dat je zo’n beslissing telkens weer moet nemen? 3. Welke goden ervaar je zelf als aanwezig in je leven? Welke plaats nemen ze in? Hoe kun je God Heer laten zijn, ook over de aanwezige goden? 4. Praat met elkaar door over de vraag of je zou tekenen voor commitment; trouw aan God. Waarom wel? Waarom niet? Hoe zou je dat verder invullen? 5. Zoek je weleens de stilte om na te denken over jouw diepste drijfveren en over je dienst aan God? Literatuur Naast de andere genoemde boeken is het boek Namaakgoden van Tim Keller (Uitgeverij Van Wijnen, Franeker, 2010) een goed boek dat de vertaalslag van het 1e gebod naar ons leven nu maakt. Heel het leven – dagelijks discipel zijn. Jaarthema KC 2013-2014