Zorginhoudelijke afspraken 2013 ketenpartners Huisartsenzorg regio Arnhem Dit document is bedoeld voor de huisarts, praktijkondersteuner en assistente Voetzorg Binnen de DBC diabetes is voetzorg gecontracteerd. Dit betekent dat de consulten die zijn gemaakt bij de podotherapeut en pedicure voor patiënten met SIMMS 1,2 of 3 die zijn geïncludeerd in de Diabetes DBC worden betaald uit de DBC door de Zorggroep. U kunt in overleg met uw patiënt ervoor kiezen hen te verwijzen naar de podotherapeut of pedicure. Er zijn geen kosten voor de patiënt verbonden indien er een schriftelijke verwijzing (of via het KIS vanaf 1 juli 2013) is van huisarts naar podotherapeut of pedicure. De SIMMS klasse dient te worden vastgesteld door de huisarts/praktijkondersteuner. De deelnemende podotherapeuten en pedicures kunt u binnenkort vinden op de website. SIMMS klasse 0 valt niet binnen de DBC vergoeding. De pedicure en podotherapeuten verlenen de zorg volgens het CvZ standpunt en de zorgmodule Preventie Diabetische Voetulcera: http://www.provoet.nl/websites/provoet/docs/Zorgmodule_Preventie_Diabetische_Voetulcera_ver sie_2011_DEFINITIEF_2.pdf Verwijsgegevens De patiënt wordt door de huisarts/POH verwezen naar de podotherapeut of pedicure. Kijk daarbij ook naar wat de patiënt nog zelf kan (bijvoorbeeld nagels knippen) Vanaf juli 2013 zal dit via het KIS gebeuren. De podotherapeut of pedicure rapporteert haar bevindingen vanaf juli 2013 ook in het KIS. Voor die tijd zal de verwijzing en rapportage op papier gebeuren. De huisarts / POH verschaft de podotherapeut of pedicure de volgende informatie; Verwijsbrief: inclusief vermelding verwijzing binnen ketenzorg, verwezen volgens zorgstraat diabetes Aanvullende informatie, zoals onder meer: NAW gegevens verwijzende praktijk NAW. gegevens cliënt (inclusief geboortedatum, BSN nummer en verzekeringsgegevens) Simm’s classificatie Individueel zorgplan indien aanwezig 1 Terugrapportage van podotherapeut/pedicure naar huisarts NAW gegevens patiënten Categorie patiënt (SIMMS klasse) Contactmomenten per patiënt Behandeldoel (SMART) Behandelresultaat (uitkomst) Verwijzing naar podotherapeut of pedicure PS = protectieve (beschermende) sensibiliteit. PAV = perifeer arterieel vaatlijden Classificatie Risicoprofiel Controlefrequentie Verwijzing naar huisarts/ POH Aantal consulten Simm’s 0 Geen verlies van PS of PAV 1 maal per 12 maanden - 0 Simm’s 1 Verlies PS of PAV zonder tekenen van lokaal verhoogde druk 1 maal per 6 maanden Pedicure met DM aantekening of medische pedicure Max 8 keer instrumentele behandeling door pedicure van een half uur Simm’s 2 Verlies PS en/of PAV en /of tekenen lokaal verhoogde druk 1 maal per 3 maanden Podotherapeut/ pedicure Max 8 keer instrumentele behandeling door pedicure van een half uur Uitgebreid voetonderzoek eenmaal per jaar van 1 uur door podotherapeut Een of tweemaal per jaar podotherapeutisch consult van een half uur afhankelijk van zorgprofiel door podotherapeut Simm’s 3 Ulcus of amputatie in de voorgeschieden is 1 maal per 1-3 maanden Podotherapeut/ Pedicure Max 12 keer instrumentele behandeling door pedicure van een half uur Uitgebreid voetonderzoek tweemaal per jaar van totaal 2 uur. Tweemaal per jaar een podotherapeutisch consult van een half uur door podotherapeut. 2 Instrumentele behandelingen De instrumentele behandelingen worden hoofdzakelijk uitgevoerd door de pedicure. De patiënten (Simms 1-2-3 ) die al onder behandeling bij de pedicure zijn blijven daar voor de instrumentele behandeling. Alleen bij complicaties of verhoogd risico komen de podotherapeuten in beeld. Indien de situatie weer stabiliseert (of een ulcus is weer gesloten ) gaat de patiënt retour naar de pedicure. Indien de podotherapeut een instrumentele behandeling uitvoert, telt dit mee in het maximum aantal instrumentele behandelingen. Goede afstemming tussen podotherapeut en pedicure is noodzakelijk. Wondbehandeling: Indien na 4 uur (8 behandelingen van een half uur) geen genezingstendens bij de patiënten die in de eerste lijn worden behandeld dan moet dit doorgegeven worden aan de betreffende huisartsenpraktijk. De huisarts kan vervolgens de beslissing nemen de patiënt door te verwijzen naar de tweede lijn. Indien de patiënt in de eerste lijn blijft geldt een maximum van 16 keer wondbehandeling (Max. 4 uur extra ) Deze wondbehandeling gaat niet ten koste van de controles/onderzoeken en instrumentele behandelingen die volgens de zorgmodule geleverd moeten worden. Diëtisten Binnen alle DBC’s is dieetadvisering gecontracteerd. Dit betekent dat de consulten die zijn gemaakt bij de diëtist voor patiënten die zijn geïncludeerd in de Diabetes (vanaf 1 januari 2013) COPD (vanaf 1 januari 2013 of VRM (vanaf 1 april 2013) DBC worden betaald uit de DBC door de Zorggroep. De deelnemende diëtisten kunt u vinden op de website. U kunt in overleg met uw patiënt ervoor kiezen hen te verwijzen naar de diëtist. Er zijn geen kosten voor de patiënt verbonden indien er een schriftelijke verwijzing (of via het KIS vanaf 1 juli 2013) is van huisarts naar diëtist. Er mag gemiddeld voor alle verwezen patiënten gemiddeld 3 uur gedeclareerd worden door de diëtist bij de Zorggroep, maximaal per individuele verwezen patiënt 5 uur. We gaan ervan uit dat ongeveer 15 % van de patiënt gebruik maakt van dieetadvisering bij de diëtist. Let op: bij de VRM Zorggroep worden de consulten van de diëtisten pas vanaf 1 april uit de DBC betaald. Van 1 januari 2013 tot 1 april 2013 kan de diëtist nog rechtstreeks bij de zorgverzekeraar declareren. 3 Verwijzing en rapportage huisarts De patiënt wordt door de huisarts/POH verwezen naar de diëtist. Vanaf juli 2013 zal dit via het KIS gebeuren. De diëtist rapporteert haar bevindingen vanaf juli 2013 ook in het KIS. Voor die tijd zal de verwijzing en rapportage op papier gebeuren. De huisarts / POH verschaft de diëtist de volgende informatie; Verwijsbrief: inclusief vermelding verwijzing binnen ketenzorg, verwezen volgens zorgstraat diabetes, COPD of VRM Aanvullende informatie, zoals onder meer: NAW gegevens verwijzende praktijk NAW gegevens cliënt (inclusief geboortedatum, BSN nummer en verzekeringsgegevens) Meest recente uitslagen LAB (glucose, HBA1C, Cholesterol, nierfunctie) Meetwaarden: lengte, gewicht, BMI Actuele medicatie Co-morbiditeit Terugrapportage van diëtist naar huisarts NAW gegevens patiënten Categorie patiënt Contactmomenten per patiënt Uitgangsgewicht en behaald gewicht, Behandeldoel (SMART) Behandelresultaat (uitkomst) Verwijsafspraken diëtist per zorgstraat COPD Doelstelling behandeling diëtist • handhaven/verbeteren van de voedingstoestand en spiermassa Verwijzing naar de diëtist na het stellen van de diagnose COPD gecombineerd met tenminste één van de volgende gegevens: BMI ≤ 21 kg/m2 ongewenst gewichtsverlies van > 5% binnen 1 maand of > 10% binnen 6 maanden Relevante gegevens diagnose: COPD, eventuele comorbiditeit symptomen: dyspnoe, algehele malaise medicatie: corticosteroïden, antibiotica, theofylline, beta-2-sympaticomimeticum overig: lengte, gewicht(sverloop), vetvrije massa. 4 DIABETES MELLITUS TYPE II Doelstelling behandeling diëtist optimaliseren bloedglucosewaarden: streven naar nuchtere bloedglucosewaarden 4,0-6,1 mmol/l (capillair bloed) of 4,5-6,9 mmol/l (veneus bloed), postprandiaal 4,0-9,0 mmol/l, HbA1c <53 mmol/mol optimaliseren bloeddruk en lipidenprofiel preventie of uitstel van aan diabetes gerelateerde complicaties, te weten micro- en macroangiopathieën optimaliseren lichaamsgewicht en middelomtrek Verwijzing naar de diëtist direct na het stellen van de diagnose en in de volgende situaties: volwassenen: indien er sprake is van overgewicht, ondergewicht, ongewenste gewichtstoename of gewichtsverlies van meer dan 5 kg in 3 maanden en/of buikomvang bij vrouwen > 80 cm of bij mannen > 94 cm en/of hypertensie en/of afwijkend vetspectrum in een latere fase dan na het stellen van de diagnose bij verandering van de soort, dosering en toediening van de bloedglucoseverlagende medicatie (tabletten en/of insuline) indien de patiënt optimaal effect wil behalen met zelfcontrole indien onderzocht moet worden of de voedingsgewoonten van de patiënt een optimale regulatie in de weg staan indien er sprake is van een niet optimale diabetesregulatie in het algemeen bij verandering van leef- of werkomstandigheden indien er sprake zou kunnen zijn van een eetprobleem indien er sprake is van maag-darm problematiek indien er sprake is van complicaties, waarbij aanpassing van de voeding zinvol is (bijvoorbeeld bij nierinsufficiëntie en gastroparese) indien er andere specifieke vragen of problemen met de voeding zijn. Relevante gegevens diagnose: diabetes mellitus (DM) + typering (2 met/zonder te hoog gewicht), duur van de DM, mogelijke complicaties (nefropathie, neuropathie, gastroparese), eventuele comorbiditeit laboratoriumgegevens: HbA1c, glucose, totaal cholesterol, triglyceriden, HDL-cholesterol, LDLcholesterol (lipidenwaarden net na het stellen van de diagnose DM zijn niet geheel betrouwbaar in verband met verstoring door hyperglycemie) medicatie: orale bloedglucoseverlagende middelen/insuline soort, dosering en toediening overig: lengte, gewicht(sverloop), middelomtrek, bloeddruk. 5 VRM Binnen de gecoördineerde multidisciplinaire zorg inzake vasculair risicomanagement is de dieetadvisering gericht op de volgende aspecten in samenhang met elkaar: d1 hypercholesterolemie d2 hypertensie d3 overgewicht 1 hypercholesterolemie Doelstelling behandeling diëtist verlagen van de kans op coronaire hartziekten door: verbeteren van de TC/HDL ratio (< 5 mmol/l) verhogen van de inname van groente, fruit, volkoren graanproducten en omega-3-vetzuren Verwijzing naar de diëtist na het stellen van de diagnose: hypercholesterolemie, eventueel in combinatie met diabetes mellitus en/of te hoog gewicht (BMI > 25 kg/m2) en/of hypertensie erfelijke hypercholesterolemie en/of hypertriglyceridemie (totaal cholesterol (TC) > 8 mmol/l of totaal-cholesterol/HDL-ratio > 8). indien er sprake is van: personen zonder coronaire hartziekten met eerstegraads familieleden < 60 jaar met coronaire hartziekten patiënten met een voorafgaand hartinfarct of anderszins symptomatisch vaatlijden personen zonder hart- en vaatziekten, maar wel met een verhoogd risico op coronaire hartziekten volgens de SCORE risicokaart (≥ 20) Relevante gegevens diagnose: (familiaire) hypercholesterolemie/gecombineerde hyperlipidemie, eventuele comorbiditeit laboratoriumgegevens: totaal cholesterol, HDL-cholesterol, triglyceriden, LDL-cholesterol medicatie: lipidenverlagende middelen overig: lengte, gewicht(sverloop) 6 2 hypertensie Doelstelling behandeling diëtist verlagen van de bloeddruk ondersteunen van de bloeddrukverlagende medicatie. Verwijzing naar de diëtist indien er een sprake is van: een gemiddelde (van 2 controles) systolische bloeddruk van 140 mm Hg of hoger gebruik van antihypertensieve medicatie. Relevante gegevens diagnose: hypertensie, eventuele comorbiditeit symptomen: hoofdpijn, duizeligheid medicatie: anti-hypertensiva, diuretica overig: lengte, gewicht(sverloop), risicoprofiel (te hoog gewicht, roken, overmatig of excessief alcoholgebruik, geringe lichamelijke activiteit, onvolwaardige inname voedingsstoffen, medicijngebruik, familiaire aanleg). 3 overgewicht Doelstelling behandeling diëtist reduceren lichaamsgewicht met ½-1 kg per week. Er wordt gestreefd naar een gewichtsafname van 5-15% in een jaar om een maximale gezondheidswinst te bereiken. Het te bereiken gewichtsverlies hangt onder andere af van de gezondheidstoestand van de patiënt bij aanvang van de behandeling en van medicijngebruik. streven naar gewichtsbehoud op lange termijn het aanleren van een gezond eetpatroon inzicht geven in eetgedrag en het veranderen van eetgedrag door middel van zelfcontroletechnieken op gedragstherapeutische basis. Verwijzing naar de diëtist er is sprake van overgewicht/obesitas indien er sprake is van één van de volgende gegevens: BMI ≥ 25 kg/m2 en/of middelomtrek voor mannen ≥ 102 cm en voor vrouwen ≥ 88 cm BMI ≥ 25 kg/m2 en comorbiditeit bij jaarlijks een oplopende BMI en/of middelomtrek. Relevante gegevens diagnose: overgewicht/obesitas, eventuele comorbiditeit laboratoriumgegevens: glucose, lipiden (inclusief triglyceriden), bloeddruk, HbA1c medicatie: bij gewichtsregulatie, psychofarmaca, medicatie ter behandeling van comorbiditeit, corticosteroïden, antihistaminica, antimigraine middelen overig: lengte, gewicht(sverloop), relevante medische voorgeschiedenis. 7