spelling werkwoorden oefenen cito

advertisement
1.
2.
3.
4.
5.
6.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
De ingestorte schuurtjes waren gelukkig verzekerd.
B.
?
Ik wachtte, maar er kwam niemand.
C.
?
We kochtten een groter huis.
D.
?
Heb je al ontbeten?
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
Word wakker, Randy!
B.
?
Hij boor een diep gat in de muur.
C.
?
Ze verloor al haar wedstrijden.
D.
?
De aangeschafte artikelen mogen worden geruild.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
Verslindt je slang de muis?
B.
?
Buurvrouw Bets gristte de tijdschriften voor mijn neus weg.
C.
?
Wie verwachtte dat?
D.
?
Land je morgen op Kos Airport?
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
Roer dan alles door elkaar.
B.
?
Ik bekijk het opgehangen spandoek.
C.
?
Ik betaste het voorwerp in het donker.
D.
?
Wie heeft er op de stopknop gedrukt?
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
Thuis heb ik een paar wandelende takken.
B.
?
Vorig jaar fietste je nog op je kleine fiets.
C.
?
Ik gebaarde dat ze mocht komen.
D.
?
In die tijd geloofde de meeste mensen in God.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
7.
8.
9.
10.
A.
?
Ik geniet van de ondergaande zon.
B.
?
Die stinkenden schoenen zet je maar buiten!
C.
?
Meld je allemaal even bij de receptie.
D.
?
We peddelden zo hard als we konden.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
Hoe haal je het in je hoofd?
B.
?
Ik ben dol op fel gekleurde kralen.
C.
?
Irene pakte het muntstuk op.
D.
?
De kauwgom kleefte aan de onderkant van de tafel.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
We praten vandaag over de gesplitste groep kinderen.
B.
?
De gestrandde reizigers werden door de reisleider toegesproken.
C.
?
Laat dat!
D.
?
Ik lachte om wat hij zei.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
Ik bonk een uur geleden al op de deur.
B.
?
Niet geschoten is altijd mis.
C.
?
Het stonk daar gisteren al.
D.
?
De muziek klonk prachtig in de grote kerk.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
A.
?
Het lang verwachtte bezoek gaat vandaag plaatsvinden.
B.
?
De auteur dichtte tot aan zijn dood.
C.
?
De getrainde honden worden vandaag ingezet.
D.
?
Ze bloosde en keek naar de grond.
Download