Het vergoten bloed der martelaren Het zaad der kerk 14 martelaren buiten de stad Valladolid gevoerd en aldaar gewurgd en verbrand Arend Dirkz, Sybrand Jansz, Adriaan Jansz, en Wouter Simonsz, te Den Haag verworgd en verbrand Catherina Cawches met haar beide dochters en een kind van haar dochter, levend verbrand Christoffel Fabritius, te Antwerpen gruwelijk gemarteld en daarna levend verbrand Chrystophorus en anderen levend verbrand De bloedbruiloft in Parijs - Hugenotenvervolgingen De martelingen aan de christenen te Piemont Faninus van Faenzas wekt zijn medegevangenen op tot bekering Florentius Venot gedurende enige jaren te Parijs in een diep gat gevangen en daarna verbrand Francois en Nicolaas Thijs te Mechelen op de pijnbank gemarteld Hendrik van Zutphen te Dithmarsen door de boeren wredelijk omgebracht Jean Barbeville te Parijs levend verbrand Vele christenen met hun kinderen in Ierland op zeer wrede wijze omgebracht Petrus Baudet op aanhitsing van zijn oom, buiten Geneve vreselijk gemarteld John Badby in een ton levend verbrand Julius Palmer en twee anderen te Newbury levend verbrand Laurentius de diaken te Rome op een rooster verbrand Richard Wordman met nog vijf mannen en vier vrouwen, te Lewes levend verbrand Romanus ten dele verbrand en daarna gewurgd Jacob Abres in de gevangenis Jacobus Chobard geeft aan zijn moeder zijn schriftelijke belijdenis om aan de rechter te overhandigen en wordt daarna levend verbrand Jean Laute te Gent verworgd en verbrand Johannes de Klerck op wrede wijze gemarteld Marion, de vrouw van Adriaan, te Doornik levend begraven en haar man onthoofd Michel Herlin de Oude te Valencienes onthoofd Pieter van Russeau de tong uitgesneden, op een ladder gebonden en in het vuur geworpen Twee christenen te Gent verbrand, benevens twee vrouwen levend begraven Openbaringen 6 vers 9-11 En toen Het het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen dergenen, die gedood waren om het Woord Gods, en om de getuigenis, die zij hadden. En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op de aarde wonen? En aan een iegelijk werden lange witte klederen gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een kleinen tijd rusten zouden, totdat ook hun mededienstknechten en hun broeders zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, gelijk als zij. Openbaringen 6 vers 12-17 En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend had, en ziet, er werd een grote aardbeving; en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een groten wind geschud wordt. En de hemel is weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen. En de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelven in de spelonken, en in de steenrotsen der bergen; En zeiden tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt op ons, en verbergt ons van het aangezicht Desgenen, Die op den troon zit, en van den toorn des Lams. Want de grote dag Zijns toorns is gekomen, en wie kan bestaan? Deze christenmartelaren onderschreven hun belijdenissen met hun bloed Waar zullen u en ik straks blijven, wanneer de verdrukkingen zullen komen? Antwoord maar niet te snel. “Deze nacht zal een van ulieden Mij verraden,” zei de Heere Jezus tot Zijn discipelen. Waarop elf discipelen de hand in eigen boezem staken, zeggende: “Ben ik het, Heere…??” Judas heeft Hem verraden, de anderen zijn in de kracht Gods staande en bewaard gebleven, 2 Kor. 13 vers 4. Toch heeft Petrus Hem ook verloochend. Bij Judas was het moedwil, maar bij Petrus was het zwakheid. Judas haatte de Heere Jezus, maar Petrus had Christus lief, omdat Hij hem eerst heeft liefgehad, 1 Joh. 4 vers 19. Voorzegging En de Heere zeide: Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders. En hij zeide tot Hem: Heere, ik ben bereid, met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan. Maar Hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet kraaien, eer gij driemaal zult verloochend hebben, dat gij Mij kent, Lukas 22 vers 31-34. Verloochening & Berouw En zij grepen Hem en leidden Hem weg, en brachten Hem in het huis des hogepriesters. En Petrus volgde van verre. En als zij vuur ontstoken hadden in het midden van de zaal, en zij te zamen nederzaten, zat Petrus in het midden van hen. En een zekere dienstmaagd, ziende hem bij het vuur zitten, en haar ogen op hem houdende, zeide: Ook deze was met Hem. Maar hij verloochende Hem, zeggende: Vrouw, ik ken Hem niet. En kort daarna een ander, hem ziende, zeide: Ook gij zijt van die. Maar Petrus zeide: Mens, ik ben niet. En als het omtrent een uur geleden was, bevestigde dat een ander, zeggende: In der waarheid, ook deze was met Hem; want hij is ook een Galileer. Maar Petrus zeide: Mens, ik weet niet, wat gij zegt. En terstond, als hij nog sprak, kraaide de haan… En de Heere, Zich omkerende, zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig het woord des Heeren, hoe Hij hem gezegd had: Eer de haan zal gekraaid hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En Petrus, naar buiten gaande, weende bitterlijk, Lukas 22 vers 54-62. Petrus wist het beter dan zijn lieve Borg en Zaligmaker Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft, Markus 16 vers 7. De grootste smart van Petrus, was ten eerste niet zijn verloochening, maar dat hij het beter dan God in Christus heeft geweten. Jezus kende de gedachten van Petrus, alvorens Petrus geboren was geworden. Ondanks dat de liefde geen verwijt maakt, komt in vernieuwde herstelling van zijn ambt- en kindschap, altijd weer het recht voor de liefde. Daarom driemaal de vraag van Jezus aan Petrus of hij Hem liefhad. Petrus werd bewaard en hersteld, omdat Christus voor hem had gebeden. Ontrouw & Trouw Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren. Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen. Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen. Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt. En dit zeide Hij, betekenende, met hoedanigen dood hij God verheerlijken zou, Joh. 21 vers 15-19. Berouw van Judas Iskariot Toen heeft Judas, dien Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld was, berouw gehad, en heeft de dertig zilveren penningen den overpriesters en den ouderlingen wedergebracht, Zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het onschuldig bloed! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? Gij moogt toezien. En als hij de zilveren penningen in den tempel geworpen had, vertrok hij, en heengaande verworgde zichzelven. En de overpriesters, de zilveren penningen nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. En te zamen raad gehouden hebbende, kochten zij daarmede den akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen. Daarom is die akker genaamd de akker des bloeds, tot op den huidigen dag, Matth. 27 vers 3-8. Wettisch berouw & Evangelisch berouw Wettisch berouw geeft te kennen en te beleven gezondigd te hebben tegen Gods heilige wet(=toorn). Het Evangelisch berouw geeft te kennen en te beleven gezondigd te hebben tegen de vervulde wet(=liefde). Wettisch berouw beweent de zonden, het Evangelische berouw beweent de vergeven zonden. Dit laatste berouw ligt dieper, en is vele male smartelijker. Petrus mocht de trekkende liefde des Vaders kennen, ook in Zijn bittere geween naar God. Het berouw van Petrus bestond daarom uit benauwdheid en droefenis. De wet veroordeelde zijn zwakke vlees, maar de liefde Gods in Christus sprak in hem: “Waarom heb je dat gedaan?” Het berouw bij Judas bestond alleen uit een helse benauwdheid, en daarom bracht hij zichzelf om het leven. Heeft de Heere Jezus ook voor u gebeden…?? Dat zal immers blijken uit de vruchten van ons leven. “Toon mij uw geloof uit werken”, schreef de apostel Jacobus. Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid, Gal. 5 vers 22. Geliefde lezer, wat zijn onze vruchten? Zijn wij bereid ons leven af te leggen voor hetgeen we belijden? Zijn we bereid verdrukking, smaad en hoon te lijden om Zijns Naams wille? Christus leed deze dingen in gehoorzaamheid voor Zijn verkorenen. Die uit genade Zijn voetstappen drukken, lijden deze dingen in ongehoorzaamheid. Toch zegt de apostel : “Toon mij uw geloof uit uw (liefde)werken.” Dat zijn de werken die in Hem, door de kracht van het zaligmakende geloof, zijn gedaan. Getuigen & Verdrukking lijden Deze twee gaan altijd samen. Maar van hoe weinigen kunnen deze dingen gezegd worden? Hoevelen belijden een zuivere Waarheid, maar schuwen het kruis dat aan die zuivere belijdenis onlosmakelijk is verbonden…?? Wanneer het een vlak zeetje is, zijn we allen trouwe belijders. Maar wanneer een mens een weinig geperst en verdrukt gaat worden, komt algauw openbaar of het waarheid in het binnenste is. Praten is daarom zo goedkoop. Moeten wij de verdrukking dan zoeken? Nee, dat overkomt u, door uw getuigenis. Maar in deze druk zal openbaar komen, hetgeen in u geboren is. Of ge een levend Kind, of geestelijk lucht heeft gebaard…. Doorzoek u zelf nauw, ja, doorzoek nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! DJK