PATIËNTENINFO Leven met hartfalen CARDIOLOGIE Inhoud 1 Doel van dit boekje ................................................................................. 5 2 De functie van het hart ........................................................................... 6 3 Wat is hartfalen? .................................................................................... 9 4 Hoe ontstaat hartfalen? ........................................................................10 5 Hoe wordt hartfalen opgespoord? .......................................................11 6 Klachten bij hartfalen ...........................................................................12 7 Behandeling bij hartfalen .....................................................................14 8 Aanbevelingen voor een gezonde levenswijze .....................................17 9 Praktische richtlijnen ...........................................................................19 10 Wanneer contact opnemen? ................................................................ 21 11 Uw hart is onze zorg! ........................................................................... 22 Informatiebrochure /3 4/ Informatiebrochure 1 Doel van dit boekje In deze brochure vindt u informatie over hartfalen. Als u hartfalen hebt - wat het gevolg is van een verminderde pompwerking van het hart - dan is dit boekje iets voor u. We besteden aandacht aan de oorzaken van hartfalen en het effect ervan op uw lichaam. Tevens geven we informatie over hoe u kunt omgaan met uw klachten en wat u kunt verwachten van de behandeling. Het is uw handleiding voor het leven met hartfalen. Wanneer u uw aandoening begrijpt, kan u, samen met de deskundigen en uw naaste omgeving, met deze aandoening leren omgaan en helpen meebouwen aan een verbetering van uw levenskwaliteit. Het hartfalenteam Informatiebrochure /5 2 De functie van het hart Het hart is een spier die als een pomp werkt en bloed door het lichaam voert. Gemiddeld slaat het hart in rust zeventig maal per minuut. Op deze wijze wordt 4 tot 5 liter bloed per minuut weggepompt. Bij inspanning kan dit oplopen tot 20 liter per minuut. Het bloed brengt zuurstof en voedingsstoffen naar de organen en spieren in het gehele lichaam en voert de afvalstoffen af. Om dat te kunnen doen heeft het hart zelf zuurstofrijk bloed nodig. Dat krijgt het via een stelsel van kransslagaders, ook wel coronairen genoemd. Wanneer een coronair vernauwd door “aderverkalking” kunnen klachten als pijn op de borst “angor of angina pectoris” optreden. Als een coronair verstopt door oa. een bloedklonter kan een infarct ontstaan. De kransslagaders 6/ Informatiebrochure Het hart bestaat uit een rechter- en linkerhelft die beiden bestaan uit een voorkamer en een kamer. De rechterhelft pompt het zuurstofarme bloed, via de longslagader, naar de longen. Daar wordt het bloed van zuurstof voorzien en verder gepompt naar de linkerhelft van het hart. De linkerhelft pompt het zuurstofrijke bloed via de aorta of grote lichaamsslagader het lichaam rond. Zo worden de organen en weefsels, zoals het hart en de spieren, op hun beurt van zuurstof en voedingsstoffen voorzien. In het hart zitten kleppen die ervoor zorgen dat het bloed steeds in de goede richting wordt gepompt. Ieder weefsel, dus ook het spierweefsel van het hart, is uit cellen opgebouwd. De belangrijkste eigenschap van spiercellen is het vermogen om samen te trekken en weer te ontspannen. De pompfunctie van het hart wordt in stand gehouden door de aanwezigheid van een elektrisch circuit dat prikkels opwekt en het hart doet samentrekken. Ritmestoornissen ontstaan wanneer dat elektrisch circuit niet meer normaal verloopt, waardoor het hart sneller, trager of onregelmatig gaat samentrekken. Het hart Longslagader Longaders Rechtervoorkamer Linkervoorkamer Linkerkamer Rechterkamer Informatiebrochure /7 De bloedsomloop 8/ Informatiebrochure 3 Wat is hartfalen? Hartfalen is een aandoening die gekenmerkt wordt door verzwakking van het hart. Het hart is vermoeid en heeft het moeilijk om het bloed even goed als vroeger, doorheen het lichaam te pompen. Deze zwakte laat zich voelen op momenten dat u meer inspanning levert en het hart niet in staat is het lichaam van de nodige zuurstof en voedingsstoffen te voorzien. Lopen, boodschappen dragen of de trap oplopen kunnen moeilijkheden opleveren. Voor de meeste patiënten is hartfalen een chronische toestand, wat betekent dat het wel behandeld kan worden, maar niet genezen. Als hartfalen een complicatie is van andere medische omstandigheden (zoals afgesloten kransslagaders of hartklepafwijkingen), dan kan een operatie soms uitkomst bieden. Daar het hart uit een linker- en rechterhelft bestaat, wordt een onderscheid gemaakt tussen: •Linkerhartfalen: als de linkerkant van het hart minder goed werkt, keert het bloed terug naar de longen en raken de bloedvaten van de longen overvol. Er ontstaat een ophoping van vocht in de longen, wat maakt dat u kortademig wordt en een kriebelhoest krijgt. Als de benauwdheid snel verergert, kan het zijn dat er vocht in de longen is gekomen, wat “longoedeem” wordt genoemd. •Rechterhartfalen: als de rechterkant van het hart minder goed werkt, keert het bloed terug naar de weefsels en organen. Er kan dan vochtophoping ontstaan ter hoogte van de buik, benen en voeten. Bij vochtophopingen in de buikholte krijgt u bijvoorbeeld een vol gevoel in uw buik en uw kleren kunnen strakker gaan zitten. Een combinatie van linker- en rechterhartfalen kan ook voorkomen. Informatiebrochure /9 4 Hoe ontstaat hartfalen? Hartfalen kan verschillende oorzaken hebben. Welke oorzaak ook aan de basis van hartfalen ligt, de pompfunctie van het hart is altijd verminderd. Door onderzoek kan de cardioloog de oorzaak van hartfalen opsporen Hoge bloeddruk Aandoeningen van de kransslagaders / hartinfarcten Aangeboren hartafwijkijgen HARTFALEN Cardiomyopathie (hartspierziekte) Hartritmestoornissen Hartklepaandoeningen 10/ Informatiebrochure 5 Hoe wordt hartfalen opgespoord? Een arts denkt aan hartfalen bij tekenen van vochtophoping of bij klachten van kortademigheid of vermoeidheid. Om de diagnose van hartfalen vast te stellen wordt rekening gehouden met: •Uw klachten •Uw medische voorgeschiedenis. Hebt u vroeger al eens een hartziekte doorgemaakt? •Mogelijke risicofactoren oa. roken, alcohol -en /of drugsgebruik, mate van fysieke activiteit, eetgewoonten (vet- en zoutgebruik). •Het lichamelijk onderzoek: - meten van bloeddruk en pols, - beluisteren van hart en longen, - is er vochtophoping t.h.v. de benen, is de lever opgezet? Vaak worden er enkele aanvullende onderzoeken uitgevoerd. Dit gebeurt om de diagnose van hartfalen te bevestigen of de aanwezigheid van andere aandoeningen uit te sluiten. De noodzaak tot verder onderzoek zal uw arts samen met u bespreken. Informatiebrochure /11 6 Klachten bij hartfalen U zal de tekenen van hartzwakte vooral voelen tijdens fysieke inspanningen of wanneer u ziek bent. Er zijn meerdere klachten die al dan niet gelijktijdig kunnen optreden. De meest voorkomende klachten van hartfalen zijn: • Kortademigheid • Chronisch gebrek aan energie • Opgezette voeten en benen • Hoesten waarbij schuimig slijm wordt opgegeven 12/ Informatiebrochure • Verwardheid en/of geheugenstoornissen • Slaapproblemen doordat ademhalen moeite kost • Opgezette of gevoelige buik met gebrek aan eetlust • ‘s Nachts vaak moeten plassen Informatiebrochure /13 7 Behandeling bij hartfalen Hartfalen is een chronische aandoening die niet genezen maar wel behandeld kan worden. De behandeling wordt stapsgewijs opgebouwd en heeft tot doel: 1. Zo goed mogelijk de klachten en symptomen onder controle te houden = het verbeteren van de levenskwaliteit. 2. De verdere evolutie van de ziekte te voorkomen = het verbeteren van de levensverwachting. De behandeling van hartfalen bestaat enerzijds uit medicatie en anderzijds uit het in acht nemen van enkele leefregels ( zie verder in deze brochure). Deze laatste zijn minstens zo belangrijk in de behandeling van hartfalen als het regelmatig innemen van uw medicatie. De controle van de symptomen Dit zal hoofdzakelijk gebeuren door de toediening van geneesmiddelen die water afdrijven en de opstapeling van water en zout in het lichaam tegengaan. Deze geneesmiddelen worden diuretica of vochtafdrijvende middelen genoemd. Uw arts zal u vragen u regelmatig te wegen. Een plotse gewichtstoename (meer dan 2 kg in enkele dagen) betekent dat uw lichaam water vasthoudt. Zodoende zal uw behandeling met diuretica aangepast worden. Uw arts of cardioloog zal hierover beslissen. Er kunnen nog andere geneesmiddelen voorgeschreven worden naargelang de klachten die u hebt. 14/ Informatiebrochure De verdere evolutie van de ziekte voorkomen Om de progressie van de ziekte tegen te gaan worden een aantal geneesmiddelen gegeven waarvan bewezen is dat zij het slijtageproces van het hart afremmen. Het betreft hoofdzakelijk: 1. ACE-inhibitoren 2. Bètablokkers 3. Aldosteroneantagonisten (kaliumsparend geneesmiddel) Aangezien deze geneesmiddelen uw bloeddruk kunnen verlagen, zal uw arts vragen uw bloeddruk regelmatig te (laten) controleren. De behandeling van hartfalen wordt stapsgewijs opgebouwd. Dit wil zeggen dat gestart wordt met lage dosissen. Indien u de lage dosis goed verdraagt, zal uw arts beslissen de dosis te verhogen. Op deze wijze krijgt uw lichaam de tijd om zich aan de nieuwe medicatie aan te passen. Het zou kunnen dat u zich in het begin van de behandeling minder goed voelt. De tekenen van hartfalen kunnen zelfs toenemen of gemakkelijker optreden gedurende enkele weken (2 à 6 weken). Deze reactie is bijna steeds tijdelijk en verdwijnt na verloop van tijd. Toch is het belangrijk dat u gedurende deze periode de inname van uw geneesmiddelen niet stopt uit eigen initiatief. Praat erover met uw arts die zal oordelen of de dosis aangepast moet worden. Naargelang de oorzaak en ernst van hartfalen kunnen andere geneesmiddelen en/of behandelingen door uw arts voorgeschreven worden. Om het starten van de hartfalenmedicatie vlot te laten verlopen en snel te kunnen ingrijpen bij een eventuele verergering van de huidige toestand, is het belangrijk om de resultaten van sommige controles zeer regelmatig te (laten) noteren. Informatiebrochure /15 Regelmatige controle van uw gewicht U moet zich wegen op hetzelfde moment van de dag en steeds in dezelfde omstandigheden (bv. in nachtkledij bij het opstaan). Door deze gewichtscontrole zal de arts een eventuele verergering van uw toestand zeer snel opmerken en de behandeling snel kunnen aanpassen. Aarzel niet uw arts of hartfalenverpleegkundige te verwittigen bij plotse gewichtstoename. Regelmatige controle van uw bloeddruk Bètablokkers en ACE-inhibitoren zijn geneesmiddelen die uw bloeddruk kunnen verlagen. Het is mogelijk dat u tekenen van een te lage bloeddruk vertoont (draaierigheid, duizeligheid, gezichtsstoornissen, soms enkel bij de overgang van liggend naar zittend, …). Aarzel niet contact op te nemen met uw arts of hartfalenverpleegkundige als u tekenen van een te lage bloeddruk vertoont. Regelmatige controle van uw hartfrequentie Bètablokkers verlagen de hartfrequentie, ze laten het hart “rustiger” slaan. Sommige personen kunnen echter zeer gevoelig zijn voor deze werking. De tekenen zijn dezelfde als deze van een sterke bloeddrukdaling. Aarzel niet contact op te nemen met uw arts of hartfalenverpleegkundige als u tekenen van een te lage hartfrequentie vertoont. 16/ Informatiebrochure 8 Aanbevelingen voor een gezonde levenswijze Deze aanbevelingen zijn erg belangrijk om goed te leven met hartfalen. Uw klachten zullen verminderen en u zult zich beter voelen door uw levensgewoonten aan te passen. • Gebruik minder zout. Maximum 3 gr per dag. Zout kan de opstapeling van vocht in het lichaam bevorderen. Kies voor voedingsmiddelen die weinig of geen zout bevatten. Zout wordt ook Natrium Chloride genoemd. Lees aandachtig de etiketten. Let op voor kant-en-klare voedingen die vaak veel zout bevatten. • Neem de tijd om te rusten. Als de tekenen van hartzwakte toenemen, moet u meer rusten. Rust vermindert de belasting van het hart. Lever geen inspanningen na het eten, het verteren van het voedsel is al een inspanning op zich. • Blijf actief en doe met mate aan sport. Wanneer u zich goed voelt, zijn wandelen, zwemmen en fietsen goede activiteiten die u regelmatig moet beoefenen. Let op voor overbelasting. Vermijd oefeningen waardoor u zich kortademig of duizelig voelt. Bespreek een aangepast oefenprogramma met uw arts. Eventueel kan een cardiaal revalidatieprogramma gevolgd worden. Wat u kan zonder klachten moet u vooral blijven doen. • Vermijd overgewicht. Overgewicht vormt immers een bijkomende belasting voor de reeds zwakke hartspier. • Vermijd constipatie. Constipatie kan erg belastend zijn voor uw hart. Kies voor een vezelrijke voeding om constipatie te vermijden. Informatiebrochure /17 • Beperk alcoholverbruik. Alcohol in overdreven hoeveelheden kan schadelijke effecten hebben op uw hartspier. • Rook niet of stop met roken. Nicotine (sigaretten) kan de bloedvatten vernauwen waardoor het hart harder moet werken. ROOK NIET! • Neem een comfortabele slaaphouding aan. Gebruik indien nodig, als u buiten adem bent, extra kussens om uw hoofdeinde te verhogen. • Werk. Bespreek dit met uw arts. Deze zal u kunnen inlichten naargelang het type werk dat u doet. • Vaccinaties. Zorg ervoor dat u de nodige seizoensgebonden vaccinaties krijgt zoals: griepvaccin (jaarlijks), pneumokokkenvaccin (om de 5 jaar), … • Tandarts. Ga regelmatig op controle. • Stress vermijden. Stress doet het hartritme en de bloeddruk stijgen waardoor kostbare zuurstof verbruikt wordt. • Geneesmiddelen. Neem uw geneesmiddelen zoals voorgeschreven door uw arts. Vergeet uw geneesmiddelen niet in te nemen. 18/ Informatiebrochure 9 Praktische richtlijnen Gezondheidstips •Rook niet of stop met roken •Beperk uw alcoholgebruik Voedingstips Met betrekking tot vocht •Houdt u aan de vochtbeperking: drink niet meer dan 1,5 l vocht per dag! •Gebruik een klein glas om uit te drinken. •Soep, pap, vla, yoghurt, ijs, appelmoes, … worden bij de dagelijkse hoeveelheid vocht gerekend. •Om de dorst te lessen, kan het helpen een kauwgom of een muntje, een ijsblokje of een stukje gekoeld fruit in de mond te nemen. •Ook een beetje citroensap in uw water of thee helpen tegen het dorstgevoel. •Het eten van één of twee stukken fruit telt niet mee voor de totale vochtinname. Voor elk volgend stuk fruit moet u wel 100 ml rekenen. •Kauw het eten goed. Zo vermijdt u constipatie. Met betrekking tot zout •Gebruik géén zout bij het bereiden van maaltijden! •Vermijd kant-en-klare voedingen, voeding uit blik, bouillon en snacks. •Schaal- en schelpdieren zoals garnalen en mosselen en zoute of zure haring bevatten van nature veel zout. •Bepaalde dranken zoals Apollinaris, Tönissteiner en Vichy hebben een hoog zoutgehalte. •Zoutarm brood hoeft niet. Informatiebrochure /19 Medicatietips •Neem uw geneesmiddelen stipt in. •Stop nooit met inname zonder advies van uw arts. •Alvorens een nieuw geneesmiddel in te nemen, vraag de arts hoe en wanneer u het moet innemen, rekening houdend met de geneesmiddelen die u reeds inneemt. •Indien u kaliumsparende geneesmiddelen neemt, let dan op uw kaliuminname. Eet weinig kiwi’s, bananen en appelsienen (dit fruit bevat veel kalium). •Neem geen pijnstillers of medicatie in voor reuma, tenzij na overleg met uw arts! Enkel paracetamol is toegelaten, maar niet in de vorm van een bruistablet want deze bevat teveel zout. 20/ Informatiebrochure 10 Wanneer contact opnemen? •Hevige pijn op de borst, die niet voorbij gaat door te rusten of door het nemen van een geneesmiddel dat daarvoor werd voorgeschreven. •Een toename van uw gewicht met meer dan 2 kg in 2 à 3 dagen. •Het optreden of verergeren van vochtophoping, bijvoorbeeld het zwellen van de enkels. •Het sneller kortademig worden, zowel overdag als ’s avonds. •Een heel plotse en sterke ademnood. •Een héél vervelende hoest. •Steeds meer kussens nodig hebben in bed. •’s Nachts vaker moeten opstaan om te plassen. •Koude voeten, handen, vingers en/of nagels. •Verwardheid en/of concentratiestoornissen. •Grieperig gevoel en/of koorts. Informatiebrochure /21 11 Uw hart is onze zorg Het succes van de behandeling bij hartfalen is enerzijds afhankelijk van het succes van de medicijnbehandeling en anderzijds van de wijze waarop uzelf met die behandeling weet om te gaan. U staat er niet alleen voor! Praat erover met familie en/of naasten. U zal ondervinden dat “zorg dragen voor uw hart” uw lichamelijk en psychisch vermogen ten goede komt. Hebt u na het lezen van deze brochure nog vragen, aarzel dan niet om deze te stellen aan uw arts of hartfalenverpleegkundige. Barbara Vande Kerckhove Hartfalenverpleegkundige Tel.: 09 246 86 20 Dienst Cardiologie Tel.: 09 246 86 00 “ Uw hart is onze zorg!” 22/ Informatiebrochure 1032 - 2.0 Volg ons ook op: Buitenring Sint-Denijs 30 – 9000 Gent Tel.: 09 246 46 46 - Fax: 09 246 96 59 – [email protected] – www.mariamiddelares.be