Klachtenregeling. De inwerkingtreding van de Kwaliteitswet per 1 augustus 1998 hield onder meer in dat schoolbesturen verplicht werden een klachtenregeling voor elk van hun scholen vast te stellen en in te voeren. De landelijke ouderorganisaties, vakorganisaties, besturenorganisaties en schoolleidersorganisaties bereikten hierna een akkoord over één landelijk in te voeren Modelklachtenregeling. hiermee hoopten zij een zorgvuldige behandeling van klachten voor elke school te bereiken, waarbij zowel het belang van de betrokkenen als het belang van de school wordt gediend. De wetgever kent de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad het instemmingsrecht toe met betrekking tot de vaststelling van de klachtenregeling aan de school. Bestuur en GMR vinden het belangrijk dat voor alle betrokkenen een helder stappenplan voor handen is dat door ieder kan worden gebruikt. Daartoe wordt een gezamenlijke tekst in de schoolgids opgenomen. (bijlage 1) Ook is het belangrijk dat in de eerste fase van de klachtbespreking (bijv. een ouder met een leerkracht) er verslag wordt opgemaakt waarvan de vervolgafspraak deel uit maakt. Dit verslag wordt door de gesprekspartners ondertekend binnen 5 werkdagen na het gesprek. Het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena, gelet op de bepalingen van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), gehoord de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, stelt de volgende Klachtenregeling voor haar scholen vast met ingang van 1 augustus 2014. HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. school: een school als bedoeld inde WPO; b. commissie: de commissie als bedoeld in artikel 4; c. klager: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex-)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, die een klacht heeft ingediend; d. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde; e. Interne vertrouwenstpersoon: de persoon als bedoeld in artikel 2; f. vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 3; g. aangeklaagde: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex-)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, tegen wie een klacht is ingediend; h. benoemingsadviescommissie; een door het bevoegd gezag ingestelde commissie die bestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders/leerlingen, personeel en bevoegd gezag. Klachtenregeling 2014 – 2018 HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN KLACHTEN Paragraaf 1: de interne vertrouwenspersoon. Artikel 2: Aanstelling en taak interne vertrouwenspersoon 1. Er is op iedere school tenminste één interne vertrouwenspersoon die de klager verwijst naar de externe vertrouwenspersoon. 2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de interne vertrouwenspersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie. Paragraaf 2: de externe vertrouwenspersoon. Artikel 3: Aanstelling en taken externe vertrouwenspersoon 1. Het bevoegd gezag beschikt over twee externe vertrouwenspersonen die functioneren als aanspreekpunt bij klachten. 2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de externe vertrouwenspersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie. 3. De externe vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De externe vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. 4. De externe vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. 5. Indien de externe vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis brengen van de klachtencommissie of het bevoegd gezag. 6. De externe vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bevoegd gezag te nemen besluiten. 7. De externe vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De externe vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in de hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als externe vertrouwenspersoon heeft beëindigd. 8. De externe vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van zijn werkzaamheden. Paragraaf 3: De klachtencommissie Artikel 4: Samenstelling klachtencommissie Het bevoegd gezag is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Artikel 5: Indienen van een klacht 1. De klager dient de klacht in bij: a. het bevoegd gezag; of b. de klachtencommissie. 2. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij de klachtencommissie anders beslist. 3. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de externe vertrouwenspersoon of klachtencommissie, tenzij toepassing wordt gegeven aan het vierde lid. 4. Het bevoegd gezag kan de klacht zelf afhandelen indien hij van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldt een dergelijke afhandeling op verzoek van de klager aan de klachtencommissie. 5. Indien de klacht wordt ingediend bij een andere orgaan dan de in het eerste lid genoemde, verwijst de ontvanger de klager aanstonds door naar de klachtencommissie of naar het bevoegd Klachtenregeling 2014 – 2018 gezag. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht. 6. Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen. 7. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend. 8. Het bevoegd gezag deelt de directeur van de betrokken school schriftelijk mee dat er een klacht wordt onderzocht door de klachtencommissie. 9. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Artikel 6: inhoud van de klacht 1. De klacht wordt schriftelijk ingediend en ondertekend. 2. Van een mondeling ingediende klacht wordt teerstond door de ontvanger als bedoeld in artikel 7, eerste lid een verslag gemaakt, dat door de klager voor akkoord wordt ondertekend en waarvan hij een afschrift ontvangt. 3. De klacht bevat tenminste: a. de naam en het adres van de klager; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de klacht. 4. Indien niet is voldaan aan het gestelde in het derde lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te heerstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in het derde lid, dan kan de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard. 5. Indien de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directeur van de betrokken school gemeld. Paragraaf 4: Besluitvorming door het bevoegd gezag Artikel 7: Beslissing op advies 1. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de aangeklaagde, de directeur van de betrokken school en de klachtencommissie schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. De mededeling gaat vergezeld van het advies van de klachtencommissie en het verslag van de hoorzitting, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. 2. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie. 3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt door het bevoegd gezag niet genomen dan nadat de aangeklaagde inde gelegenheid is gesteld zich mondeling en/of schriftelijk te verweren tegen de door het gevoegd gezag voorgenomen beslissing. Klachtenregeling 2014 – 2018 HOOFDSTUK 3 : SLOTBEPALINGEN Artikel 8: Openbaarheid 1. Het bevoegd gezag legt deze regeling op elke school ter inzage. 2. Het bevoegd gezag stel alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling. Artikel 9: Evaluatie De regeling wordt binnen vier jaar na inwerkingtreding door het bevoegd gezag, de in- en externe vertrouwenspersonen, de klachtencommissie en de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad geëvalueerd. Artikel 10: Wijziging van het reglement Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken, na overleg met de vertrouwenspersoon en de klachtencommissie, met inachtneming van de vigerende bepalingen. Artikel 11: Overige bepalingen 1. In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. 2. De toelichting maakt deel uit van het regeling. 3. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘klachtenregeling onderwijs’. 4. Deze regeling is voor het eerst vastgesteld op 1 augustus 2010 en daarna op 1 augustus 2014. De regeling is in terugwerkende kracht vastgesteld, de instemming van de GMR uitgesproken in haar vergadering van 5 november 2014, op de bestuursvergadering van 10 november 2014. Klachtenregeling 2014 – 2018 Tekst voor de website en de schoolgidsen van de scholen: Onze school heeft een klachtenregeling die voor alle scholen van de Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena is vastgesteld. Wanneer u een klacht heeft over de gang van zaken die de school betreft, kunt u hiervan gebruik maken. De klachtenregeling kunt u vinden op de website van onze school; u kunt de regeling ook opvragen bij de directie. Hoe goed school en ouders het ook met elkaar voor hebben als het gaat om uw kind zo goed mogelijk te begeleiden, er blijven altijd situaties ontstaan die aanleiding zijn voor een wederzijds onderhoud vanwege onvrede. Meestal lukt het goed om in onderling overleg problemen op te lossen. Soms is dat niet het geval. In die gevallen voorziet de Klachtenregeling. Onvrede over een bepaalde gang van zaken wil de school graag z.s.m. van u vernemen. De school wil vervolgens graag de klacht samen met u oplossen. Het liefst in korte lijnen en met heldere gezamenlijke afspraken. Wacht u liefst niet met het uitspreken van schoolaangelegenheden die u niet goed vindt. Hoe eerder u in gesprek gaat des te beter. Van onze school mag u eenzelfde houding verwachten als er aanleiding is de ontwikkeling van uw kind tussentijds te bespreken. Uitgangspunt van de klachtenregeling is dat klachten, problemen, vragen en dergelijke in eerste instantie worden aangekaart bij degene die direct met de kwestie van doen heeft. Van een ouder met bijvoorbeeld een klacht over (het lesgeven van) een leerkracht of de aandacht voor de ontwikkeling van het kind, wordt verwacht dat de ouder contact opneemt met de betrokken leerkracht(en). Het is uiteraard de bedoeling dat de klachten naar tevredenheid worden opgelost. Lukt het (in dit voorbeeld) niet in overleg met de leerkracht(en) de klacht op te lossen dan is het goed contact op te nemen met de directie. Komt u er op dat niveau samen niet uit dan kunt u contact opnemen met de algemeen directeur die namens het bestuur de klachten met u kan bespreken. Tussentijds staat voor u de weg open een van de interne vertrouwenspersonen, die iedere school heeft, te benaderen. De interne vertrouwenspersoon kan u advies geven over de te volgen route en in contact brengen met één van de twee externe vertrouwenspersonen die door het bestuur zijn aangesteld voor alle scholen van onze stichting. Heeft u twijfels hoe de klacht bespreekbaar te maken dan kunt u dus het beste contact opnemen met een van de interne vertrouwenspersonen. Klachten en onvrede kunnen zeer divers zijn. Behalve de genoemde voorbeelden over de didactische en pedagogische aanpak kunt u denken aan: organisatie van de school, fysiek geweld, mishandeling, pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie enz. Samengevat volgen hier mogelijke stappen bij klachten en onvrede: 1. Eerst overleg met de leerkracht van uw kind; bij onvoldoende resultaat: 2. Overleg met de directie of 3. Overleg met de interne vertrouwenspersoon dat kan leiden tot 4. Inschakeling van de externe vertrouwenspersoon en/of 5. Overleg met de algemeen directeur van het bestuur Klachtenregeling 2014 – 2018 6. Indienen van een formele klacht: alle scholen van de Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena, dus ook onze school, zijn aangesloten bij de Landelijke Klachten Commissie Onderwijs (LKC) De contactgegevens van de interne vertrouwenspersonen van de school, de beide externe vertrouwenspersonen, LKC en het landelijk Meldpunt van Vertrouwensinspecteurs vindt u deze schoolgids. Interne vertrouwenspersonen zijn door het bestuur aangewezen personen. Zij vormen het meldpunt voor klachten. Onze school heeft een persoon aangewezen, t.w. …………; een tweede interne vertrouwenspersoon uit de oudergeleding moet nog worden aangezocht. Zij is het meldpunt voor: ▪ pesten ▪ mishandeling ▪ discriminatie ▪ onheuse bejegening ▪ fysiek geweld ▪ inbreuk op privacy ▪ didactische aanpak ▪ pedagogische aanpak ▪ organisatorische aanpak ▪ ongewenste intimiteiten De door het bestuur aangewezen externe vertrouwenspersoon zijn - mw. A. van Walree, huisarts te Woudrichem. - mw. E. Räkers, (huis)arts te Sleeuwijk. Hun taak is: overleggen met de schoolvertrouwenspersoon (indien mogelijk) bemiddelen en verwijzen ondersteunen bij het indienen van een klacht. Klachtenregeling 2014 – 2018