Ruimteklas

advertisement
Met James op avontuur in
de ruimte
Ruimteklas 2015
Naam:…………………………………………………………
Klas: :………………-
Nr.: :…………………
1
1. Het heelal met zijn zonne- en sterrenstelsels
Vul de tekst met de juiste woorden aan.
Het moment waarop het heelal ontstond (zo’n ……………………… jaar geleden),
noemt men de ……………………. (of …………..……).
Toen was er 1 kleine, heel hete en energieke bol die ………………..………. en zo spatte alles van die bol de
ruimte in. Maar pas miljarden jaren later groeiden die stoffen uit tot sterren.
Het heelal werd steeds groter en ook nu ……………….......... het heelal nog steeds uit.
Het heelal noemen we ook wel het ………………………………….. of de …………………………..
Verbind deze foto’s met hun juiste begrippen en omschrijvingen.
Vul de stippellijntjes aan.

Het heelal bestaat uit een verzameling ……………………….stelsels. Die bestaan op
hun beurt uit sterren, planeten of kometen die allemaal rond dezelfde kern
draaien.

Asteroïden zijn kleine stukken rotsblokken die aan elkaar klitten en zo grotere
‘mini-planeten’ vormen. De meeste van deze asteroïden zweven tussen Mars en
Jupiter in de ……………………………………………
 Ons zonnestelsel bestaat uit de aarde, de zon, andere planeten en
dwergplaneten, asteroïden, kometen, meteorieten,…..
2
Vul aan met volgende begrippen: zonnestelsel , sterrenstelsel (onze Melkweg), de
aarde, het heelal. De
staat voor ‘maakt deel uit van…’
……………………………..
……………………………………
……………………….………..
………..………………………
3
2. Het zonnestelsel en haar 8 planeten!
Weetje!
Hoeveel planeten draaien er rond de zon?……..
Tot 2006 waren er 9,
maar sinds dien noemen
wetenschappers Pluto
een dwergplaneet.
Een hulpmiddeltje om de volgorde van de planten te onthouden:
Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Naam
…………………………….
…………………………….
…………………………….
…………………………….
…………………………….
…………………………….
…………………………….
…………………………….
4
De planeten van ons zonnestelsel worden onderverdeeld in 3 groepen :
4 binnenplaneten
Planeten:
4 buitenplaneten
Planeten:
……………………………..
……………………………..
……………………………..
……………………………..
……………………………..
……………………………..
……………………………..
……………………………..
Staat het ………………….. bij
de zon.
Dwergplanten
Planeten:
……………………………..
Veel mini planeetjes
Staat het ………………….. bij
de zon.
Bestaat hoofdzakelijk uit:
Bestaat hoofdzakelijk uit:
Bestaat hoofdzakelijk uit:
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
5
Hoe oud ben ik op een andere planeet?
Opdracht :
1. noteer eerst je leeftijd in de 2de kolom.
2. voor de berekeningen gebruik je een zakrekenmachine
3. let goed op voor de komma’s als je het getal uit de 3de kolom intikt.
In de uitkomst mag je de cijfers na de komma weglaten.
Planeten
Mijn leeftijd op aarde
Mercurius
Venus
Mars
Jupiter
Saturnus
Uranus
Neptunus
Jaar
Mijn leeftijd op een andere
planeet
Jaar X 4,15 =
Jaar
Jaar X 1,62 =
Jaar
Op aarde ben ik …… jaar oud!
Jaar X 0,084 =
Jaar
Jaar X 0,034 =
Jaar
Jaar X 0,012 =
Jaar
Jaar X 0,006 =
Jaar
Jaar X 0,004 =
Jaar
Duid het juiste aan!
Als ik op Venus zo kunnen wonen zou ik ouder/minder oud zijn als hier op aarde.
Als ik op Saturnus zou kunnen wonnen zou ik ouder/minder oud zijn als hier op aarde.
Hoe komt dat?
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
6
Hoeveel zou ik wegen op een andere planeet?
Wij worden door de aarde aangetrokken, zodat we er niet zouden afvallen.
De kracht die de aarde daarvoor heeft, noemen we____________________
Opdracht :
1. Noteer je gewicht in de 2de kolom.
2. Voor de berekeningen gebruik je een zakrekenmachine.
3. Let goed op voor de komma’s als je de zwaartekracht intikt.
In de uitkomst mag je de cijfers na de komma weglaten.
Planeten
Mijn gewicht op aarde
Mercurius
Venus
Mars
Jupiter
Saturnus
Uranus
Neptunus
Zwaartekracht
Mijn gewicht op een
andere planeet
Gewicht X 0,370
=
Gewicht X 0,887
=
Op aarde weeg ik ….. kg.
Gewicht X 2,312
=
Gewicht X 0,896
=
Gewicht X 0,869
=
Gewicht X 1,100
=
Gewicht X 0,060
=
kg
kg
kg
kg
kg
kg
kg
Vul aan!
Op welke planeet weeg je het meest?______________
Heeft deze planeet een grote of een kleine zwaartekracht? ______________
Zou deze planeet veel of weinig wegen?_______________
Hoe komt dat?
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
7
3.De ruimtevaart
Geschiedenis van de ruimtevaart
1) Wat dier werd het eerst naar de ruimte gelanceerd? _____________________
In welk jaar?____________ historische periode:
2)
Wie was de eerste mens in de ruimte?_____________________
In welk jaar?____________ historische periode:
3) Wie was de eerste vrouw in de ruimte?
In welk jaar? ____________ historische periode:
4) Wie was de aanvoerder van het team dat als eerste naar de maan reisde?
B. Aldrin
N. Armstrong
M. Collins
5) Hoeveel mensen zijn er al in de ruimte geweest?
Ik schat: ____________
Antwoord:____________
De spaceshuttle
1) Uit welke 3 delen bestaat de spaceshuttle?
o _____________________________
o _____________________________
o _____________________________
2) Hoe lang duurt het totdat de spaceshuttle in de ruimte is?____________
8
3) Hoeveel mensen kunnen er in een spaceshuttle. ____________
Wie zijn de astronauten in de spaceshuttle? Geef er 3!
o _____________________________
o _____________________________
o _____________________________
Wie is er nog aanwezig op de spaceshuttle
Technici
Kok
Sporttrainer
Wetenschappers
4) Wat is het verschil tussen een spaceshuttle en een raket?
___________________________________________________________________
Ruimtestations
1) Waarvoor staat de afkorting ISS?
Leg dit begrip uit.
ISS = ________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
9
Leven en werken in en rond de ruimtevaart
1) Waarom is ruimtevaart nuttig? Bekijk hiervoor het filmpje.
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
2) Waarom sporten astronauten in de ruimte? Duid het juiste antwoord aan.
a) Om zich te ontspannen.
b) Door de zwaartekracht verslappen de spieren daarom moeten de astronauten
in de ruimte blijven sporten.
c) Omdat ze niets anders te doen hebben.
3) Wat is er in de ruimte niet aanwezig wat het leven daar moeilijker maakt?
_____________________
4) Waarop moeten astronauten letten als ze willen eten? (zie tekst)
___________________________________________________________________
__________________________________________________________________
5) Met wat kan je een toilet in de ruimte het best vergelijken? Waarom is dit zo?
------------------------------------------------------------------------------------------------------------___________________________________________________________________
10
Woordenlijst
Astronaut: Iemand die opgeleid is om aan boord van een ruimteschip te werken.
Big bang: zie oerknal
Gas: vrij bewegende atomen of deeltjes zonder een bepaalde vorm.
Heelal: Alles! De aarde en de maan, de zon, de planeten van het zonnestelsel, en alle
sterrenstelsels, zelf de dingen die we nog niet ontdekt hebben. Het heelal wordt ook
wel het universum of de kosmos genoemd.
Oerknal:De oerknal (of big bang) is 1 van de theorieën over hoe het heelal juist is
ontstaan. De ruimte zou zo’n 14 miljard jaar geleden ontstaan zijn. Toen was er 1 kleine,
heel hete en energieke bol die ontplofte en zo spatte alles van die bol de ruimte in.
Maar pas miljarden jaren later groeiden die stoffen uit tot sterren.
Planeet: Een groot, rond object in een baan om een ster.
Raket: raketten brengen mensen en satellieten in de ruimte.
Ruimte: De enorme, meestal lege gebied tussen de sterren en planeten. De ruimte
bevat gas, tof en stenen.
Ruimteschip: een voertuig of apparaat om in de ruimte te reizen.
Ruimtestation: een ruimtelaboratorium in een baan om de aarde waarin teams van
astronauten werken of zelfs maanden doorbrengen.
Ster: Een energie producerende bol van zeer heet gas.
Sterrenstelsel: Het heelal bestaat uit allemaal verschillende soorten sterrenstelsels.
Een sterrenstelsel is een enorm systeem van sterren, gas, stof en lege ruimte dat
roteert, maar bijeengehouden wordt door de zwaartekracht.
Uitdijen: uitbreiden, in grote toenemen: het heelal dijt altijd maar meer en meer uit.
Zon: De ster die het dichtst bij de aarde staat. Zonder de zon zou er geen leven op aarde
zijn.
Zonnestelsel: De zon en alles wat er omheen draait, zoals de planeten, hun manen,
astroïden en kometen. Ons zonnestelsel noemen de ‘onze Melkweg’.
Zwaartekracht: De kracht die alles naar zich toetrekt, planeten in hun baan rond de zon
houdt.
11
Download