De propositie van de Nederlandse gassector voor een

advertisement
Gas
op
maat
De propositie van de
Nederlandse gassector
voor een klimaatneutrale
energievoorziening
naar een nieuwe rol van gas
De gassector staat voor grote uitdagingen. Wat nog niet zo lang geleden een welkome
vanzelfsprekendheid was voor de energievoorziening in Nederland – aardgas – is in
korte tijd veranderd in een vraagstuk waarop zo snel mogelijk een antwoord gevonden
moet worden. Diverse factoren hebben deze plotselinge omslag bepaald, zoals de
aardbevingen als gevolg van de gaswinning in Groningen, zorgen over afhankelijkheid
van buitenlandse leveranciers en, last but not least, de noodzaak om de uitstoot van CO2
drastisch te verminderen om klimaatverandering tegen te gaan.
3
Deze brochure gaat over de manier waarop de de Nederlandse gassector kan bijdragen
aan het verminderen van de uitstoot van CO2. Samenwerkend binnen de Nederlandse
gasassociatie KVGN willen we onze kennis, kunde en innovatiekracht inzetten om de
overgang naar een klimaatneutrale energievoorziening mede mogelijk te maken.
De gassector is in dialoog: we willen dit doen in goede samenwerking met andere
betrokkenen, binnen én buiten de energiesector. Een succesvolle energietransitie leidt
tot een flexibel en gebalanceerd energiesysteem waarin zowel decentrale als centrale
energiedragers (elektriciteit, warmte, gas) met elkaar samenwerken om richting 2050 de
uitstoot van CO2 tot nul te reduceren.
Als samenleving staan we voor de grote opgave om onze energievoorziening rond
2050 klimaatneutraal te maken. Het energiesysteem zoals we dat nu allemaal
kennen, zal hiervoor ingrijpend moeten veranderen. De gassector onderschrijft de
noodzaak van een klimaatneutrale toekomst. De inzet van gas (dat wil zeggen alle
gasvormige energiedragers met inbegrip van biogas en duurzaam geproduceerde
waterstof) zal daarom wijzigen en daardoor ligt een nieuwe rol in het verschiet. De
politiekmaatschappelijke discussie daarover speelt nu. Van een standaardvoorziening
ontwikkelt gas zich steeds meer tot maatwerk.
Dat wil zeggen dat per situatie wordt bekeken wat de beste energievorm is. Dit betekent
dat de rol van aardgas uiteindelijk kleiner wordt: aardgas wordt alleen daar ingezet waar
geen duurzamere alternatieven voorhanden zijn en waar het de meeste waarde voor
de samenleving en de eindgebruiker oplevert. Anderzijds vinden door innovaties
steeds meer vormen van hernieuwbaar gas, zoals groen gas en waterstof, hun weg
in de energievoorziening. Deze gasvormen kunnen dezelfde systeemrollen vervullen
als aardgas, maar zijn wel volledig duurzaam. we gaan van “altijd gas” naar gas als
maatwerk. We noemen dat: ‘Gas-op-Maat’.
Door de ‘maatwerk-aanpak’ van aardgas, de inzet van innovaties en hernieuwbare gassen
en door een slim samenspel met andere energiedragers, kan de energievoorziening als
geheel naast klimaatneutraal ook betrouwbaar en betaalbaar blijven. Hiervoor moeten
we de ogen op de bal houden: een klimaatneutrale toekomst en daarom een focus op de
reductie van CO2.
Wij geloven dat een klimaatneutrale energievoorziening in 2050 haalbaar is. In dit
boekje leest u hoe we als gassector daaraan een bijdrage willen en kunnen leveren.
Graag gaan we hierover met u in gesprek.
4
4
De klimaatconferentie in Parijs (2015) maakte
duidelijk dat de energietransitie versneld moet
worden ingezet om daarmee onacceptabele risico’s
voor het klimaat en de economie te voorkomen.
Dit geldt dus ook voor de energievoorziening in
Nederland, die onlosmakelijk verbonden is met de
energiesystemen van ons omringende landen.
De Nederlandse energievoorziening draait nu voor
bijna 40% op aardgas1. De gassector in ons land
vertegenwoordigt een belangrijke pijler van ons
energiesysteem en voelt zich daarom nauw betrokken
bij en medeverantwoordelijk voor het bereiken van
een “CO2-arme, veilige, betrouwbare en betaalbare
energiehuishouding in 2050” zoals geformuleerd
in het Energierapport van het Ministerie van
Economische Zaken (januari 2016).
1.
Energie
in
transitie,
gas
in
transitie
Minder is meer
De gassector draagt al tientallen jaren bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot, onder meer
door de grootschalige vervanging van kolen in huishoudens, maar ook door de introductie van
innovaties zoals de HR-ketel en de hybride warmtepomp. Daarnaast stimuleert de gassector het
efficiënt omgaan met energie en energiebesparing. Ook in de nieuwe energievoorziening kan
gas een bijdrage blijven leveren, zij het in een nieuwe rol.
Gassector in transitie
De afgelopen jaren is veel discussie ontstaan over
aardgas en over de rol van aardgas als fossiele brandstof
in een klimaatneutrale energievoorziening. Deze
discussie is versterkt door problemen bij de gaswinning
in Groningen. Daarom hebben wij ons bezonnen op
onze rol en is een dialoog gestart met diverse partijen
die betrokken zijn bij de energietransitie. In het project
1
In 2015 was in Nederland het aandeel aardgas in het primaire energiegebruik 39%.
Het aandeel in het finale energiegebruik was 32%. Bron: CBS.
5
GILDE (Gas In een Langetermijn Duurzame Energievoorziening) zijn we in overleg met
deze partijen op zoek gegaan naar de bijdrage van gas (aardgas en in toenemende mate
hernieuwbare gassen) en de gasindustrie aan een klimaatneutrale energievoorziening,
tegen de achtergrond van een betaalbare en betrouwbare transitie.
De gassector neemt actief deel aan het debat over de energietransitie. Zo heeft KVGN
tijdens de nationale Energiedialoog van het Ministerie van Economische Zaken enkele
dialoogtafels georganiseerd, tijdens welke samen met vertegenwoordigers uit diverse
maatschappelijke geledingen besproken is welke rol (aard)gas kan spelen in de
transitie van de verschillende sectoren, zoals in de gebouwde omgeving, de industrie
en transport. De uitkomsten van deze discussies hebben gediend als input voor
Economische Zaken.
Op dit moment wordt samen met bestaande en nieuwe partners gewerkt aan concrete
projecten die bijdragen aan de nieuwe rol van gas in een duurzame toekomst. Leden
van KVGN zijn bijvoorbeeld nauw betrokken bij het project Duurzaam Ameland; hier
wordt het toekomstige energiesysteem steeds meer realiteit door het verduurzamen
van woningen door energie te integreren met bouwtechnieken. Andere voorbeelden
zijn innovatie in energieopslag via Power-to-Gas in Delfzijl en het minimaliseren van de
eigen footprint van de gassector.
Gas-op-Maat
In de discussies en dialogen met stakeholders ging het veelvuldig over de rol die gas in
de toekomst moet spelen. In die gesprekken hebben we goed geluisterd naar nieuwe
invalshoeken en hebben we het draagvlak voor onze ideeën kunnen toetsen. Het beeld
is duidelijk: hoewel de toekomstigesamenleving in principe geen plaats meer zal bieden
voor fossiele brandstoffen, zullen hernieuwbare bronnen en aardgas voorlopig nog naast
elkaar bestaan2. Richting 2050 zal aardgas alleen nog worden ingezet waar, om wat voor
reden dan ook, duurzame(re) opties geen goed alternatief zijn, en waar het de meeste
toegevoegde waarde voor de samenleving oplevert.
In de toekomst ziet de gassector een flexibel en gebalanceerd systeem waarin
zowel decentrale als energiedragers (elektriciteit, warmte, gas) slim met elkaar
samenwerken. Daarin wordt aardgas alleen ingezet op plekken waar op dat moment
nog geen duurzamere alternatieven voorhanden zijn, en waar het de meeste waarde
voor de samenleving oplevert. Tegelijkertijd en in toenemende mate komen voor
die toepassingen hernieuwbare gassen, zoals groen gas en waterstof, steeds meer
beschikbaar.
De rol van gas wordt dus anders, gas zal meer samenwerken met andere energievormen.
De inzet van aardgas wordt steeds meer maatwerk, terwijl het tegelijkertijd steeds vaker
vervangen wordt door hernieuwbaar gas.
Zoals IEA (2015); Berenschot (2016); TNO (2016).
2
6
6
Inzet Nederlandse gassector
In 2050 is de rol van gas naar verwachting veranderd naar een samenspel van duurzame
gassen zoals groen gas en waterstof al dan niet omgezet in methaan, met aardgas alleen
daar waar emissies kunnen worden afgevangen3. Ook in die transitie kan de gassector
haar kennis en expertise inzetten in alle schakels van de energieketen. De Nederlandse
gassector beschikt over hoogwaardige technologiekennis en innovatiekracht. Deze
worden steeds meer ingezet voor duurzame innovaties, die niet altijd meer gelieerd
zullen zijn aan aardgas, maar bijvoorbeeld aan warmtenetten afvang, en opslag van CO2,
en energiebesparing in de industrie.
Ladder van Zeven
Er bestaat niet één allesomvattende oplossing voor het klimaatneutraal maken van onze
energievoorziening. Uit oogpunt van betrouwbaarheid en betaalbaarheid vraagt elke
situatie om een specifieke oplossing. Maatwerk dus. Als vuistregel voor het bepalen van
de beste energievorm per situatie hanteert KVGN de ‘Ladder van Zeven’.
• Energiebesparing is hierbij de eerste en belangrijkste stap, want wat je niet verbruikt, heeft ook geen invloed op het klimaat en de wereld om ons heen.
• Trede twee en drie betreffen de inzet van hernieuwbare energievormen, waaronder ook hernieuwbaar gas (biogas, groengas, synthesegas en waterstof) waar dat mogelijk is.
• De vierde keuze is Nederlands aardgas. Dit krijgt de voorkeur boven geïmporteerd
gas aangezien bij de productie van Nederlands gas gemiddeld minder CO2 en andere broeikasgassen vrijkomen dan bij geïmporteerd gas.
• De laatste twee opties zijn de meest klimaatbelastende energievormen, te weten olie en kolen.
Het toepassen van de ‘Ladder van Zeven’ in de praktijk betekent bijvoorbeeld dat
nieuwe huizen en woonwijken dusdanig efficiënt zijn en bovendien zelf duurzame
energie opwekken en gebruiken, dat zij niet langer automatisch op het gasnet worden
aangesloten. Voor bestaande woningtypen ligt dat anders, want de helft van de
woningen is 40 jaar of ouder, en is daardoor moeilijk aan te passen. Hierin blijft gas
voorlopig nog steeds van belang voor verwarming. Hier is de inzet van hernieuwbaar gas
een goede optie om te verduurzamen.
Voor het segment (zwaar) transport is gas juist een relatief schoon alternatief voor op
olie gebaseerde brandstoffen. Bij de productie van elektriciteit biedt gas, zolang er niet
voldoende duurzame opwek is, direct klimaatvoordelen als vervanging van kolen.
3
Berenschot (2016)
7
Ladder van zeven
1
ENERGIE
EFFICIËNTIE
2
HERNIEUWBARE
ENERGIE
3
groen
gas
5
GeïMPORTEERD
GAS
4
Nederlands
aardgas
6
olie
7
kolen
8
8
2.
Rol
Van
Gas
verschilt
per
Segment
Gas speelt momenteel een veelzijdige rol. In alle
energiefuncties levert het een belangrijke, aan de
specifieke situatie aangepaste bijdrage. Daarom
is de uitdaging voor de gassector zo groot. Wat
dit concreet betekent? Hieronder kijken we naar
de rol van gas volgens vier energiefuncties die de
Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli)
en het Energierapport (EZ) onderscheiden:
• Ruimteverwarming
• Proceswarmte in de industrie,
inclusief het gebruik als grondstof
• Vervoer
• Kracht & Licht.
Onze innovatieve bijdrage: enorm potentieel hernieuwbaar gas
Als alternatief voor aardgas gaat hernieuwbaar gas een belangrijke rol spelen. Dit geldt vooral voor
lastig te verduurzamen sectoren, zoals de vraag naar grondstoffen en hoge-temperatuur warmte
in de industrie, de inzet bij zwaar transport over lange afstanden en piekvraag in de gebouwde
omgeving op woning- en wijkniveau. Productie van groen gas uit biomassa kan op een veel
grotere schaal plaatsvinden dan nu nog het geval is. In Nederland is, mede dankzij de omvangrijke
agrarische sector, veel biomassa beschikbaar, zoals mest, bermgras etc. Via vergisting komen
waardevolle componenten (zoals nutriënten en eiwitten) beschikbaar voor hergebruik. Bovendien
levert de gecontroleerde verwerking van mest en andere biomassa extra CO2-reductie op.
De gassector wil samen met de agrosector, waterschappen en andere stakeholders (zoals de
industrie) het potentieel aan hernieuwbaar gas realiseren. Onze inschatting is dat er voldoende
biomassa beschikbaar is om van de huidige 90 miljoen m3 groengas op te schalen naar 300-500
miljoen m3 in de komende jaren, overeenkomend met 8 tot 12 PJ. Na 2023 kan dit potentieel
verder worden uitgebouwd tot 3 mrd m3 in 2030 4.Op de langere termijn draagt nieuwe technologie
met een hoog conversierendement (torrefactie, vergassing en bioraffinage) bij aan verhoging van
het potentieel voor hernieuwbaar gas. Deze technologieën bevinden zich nu in de testfase en
kunnen worden doorontwikkeld naar commerciële uitrol. Richting 2050 kan in potentie 5-10 miljard
m3 hernieuwbaar gas worden geproduceerd. Voor een actueel beeld van duurzame opwekking in
Nederland, zie de nieuwe website: www.energieopwek.nl.
Routekaart hernieuwbaar gas (2014)
4
9
1 Ruimteverwarming: gas in de gebouwde omgeving
Er ligt de komende jaren een enorme opgave om alle woningen en gebouwen in
Nederland te verduurzamen. Dit begint met energiebesparende maatregelen waardoor
de warmtevraag fors kan worden gereduceerd. De resterende vraag is in te vullen
met duurzame elektriciteit, restwarmte en geothermie. Gas komt er aan te pas wanneer
andere energievormen tijdens een beperkt aantal uren per jaar de vraag niet kunnen
bijbenen, en speelt daarmee de rol van flexwerker. Te denken valt aan kleinschalige,
flexibele (bio-)wkk aan de rand van woonwijken als back-up faciliteit. In veel oudere
bestaande woningen zal gas langer noodzakelijk blijven, omdat deze gebouwen
moeilijker zijn te isoleren. Toch kan ook hier veel worden gewonnen met betere
isolatie, hybride warmtepompen, en voor een deel elektrificatie en warmtenetten.
Nieuwbouwwijken hoeven in de toekomst niet meer op het gasnet te worden
aangesloten. De gassector ziet het als haar verantwoordelijkheid om waar mogelijk
energiebesparing te blijven stimuleren en de veranderende rol van gas helder uit te
dragen.
Op dit moment bestaat circa 80% van de energievraag in de gebouwde omgeving uit
ruimteverwarming met aardgas. Dit percentage moet rond 2050 naar verwachting tot
praktisch nul gereduceerd zijn. ‘Gas-op-Maat’ houdt in dat aardgas alleen nog wordt
ingezet voor toepassingen die de meeste waarde creëren en waar geen duurzame
alternatieven voorhanden zijn. Dit zal per gebied verschillen. Tegelijkertijd biedt de inzet
van hernieuwbaar gas goede oplossingen, met name voor de (oudere) wijken waar de
aansluiting op gas voorlopig blijft bestaan. Om op lokaal niveau de keuzes te maken die
samen optellen tot een maatschappelijk optimum, moet een nationaal afwegingskader
worden toegepast.
Onze innovatieve bijdrage: de hybride warmtepomp
De inzet van hybride warmtepompen biedt goede mogelijkheden voor de
verduurzaming van de gebouwde omgeving. Bij de hybride warmtepomp werken
elektriciteit en gas slim samen. Een elektrische (lucht-)warmtepomp levert het grootste
deel van de benodigde warmte en een aangekoppelde of ingebouwde kleine HRketel wordt slechts bijgeschakeld in het geval van piekverbruik, zoals een zeer hoge
warmtevraag in de winter of de behoefte aan veel warm water.
Bij deze techniek is veel minder hernieuwbaar gas nodig en de elektriciteit wordt
dankzij de hoge efficiëntie optimaal gebruikt. De hybride warmtepomp is vooral van
belang in de bestaande bouw, waar de warmtevoorziening een groot vermogen vereist
bij koude weersomstandigheden.
Een hybride warmtepompsysteem kan geïntegreerd worden in het energiesysteem
thuis en in de wijk en zo als flexibiliteitsoplossing dienen. In huis gecombineerd
met zon-PV, zon-thermisch en een opslagbuffer en op wijkniveau in combinatie met
brandstofcellen in een lokaal smart-grid systeem.
10
10
2 Proceswarmte: gas in de industrie
De zware, energie-intensieve industrie is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse
economie, die goed is voor veel werkgelegenheid. Veel industriële processen vereisen
hoge temperaturen en die kunnen slechts gedeeltelijk door duurzame elektriciteit
worden gerealiseerd. Door besparing en inzet van efficiënte technologie in de zware
industrie kan in 2050 circa 45% van de vraag worden gereduceerd. Voor de resterende
vraag biedt gas – conform de Ladder van Zeven - een oplossing in combinatie met een
verstandig gebruik van restwarmte. Hierbij wordt zo veel mogelijk hernieuwbaar gas
ingezet, waarmee we de brug slaan tussen hoge energetische waarde en duurzaamheid.
Uit onderzoek blijkt verder dat afvang, hergebruik en opslag van CO2 (CCS/CCU) in de
industrie een belangrijke bijdrage kan leveren aan het behalen van onze klimaatdoelen.
Lege gasvelden in de Noordzee bieden hiervoor goede opslagmogelijkheden.
3 Vervoer: rijden en varen op gas
De inzet van (bio-)LNG in het zwaar wegtransport en de scheepvaart (binnenvaart,
zeescheepvaart) biedt direct ecologische en economische winst. Nederland heeft hierbij
een uitstekende startpositie, o.a. vanwege de ruime beschikbaarheid van LNG en het
grote aandeel in de Europese binnenvaart. LNG is veel schoner dan diesel, gasolie en
zware stookolie voor wat betreft de uitstoot van fijnstof, zwavel- en stikstofoxides en stoot
tot 15% minder CO2 uit. Vrachtwagens die op LNG rijden zijn stiller en kunnen daardoor
langer rijden in gebieden waar geluidsrestricties van toepassing zijn, bijvoorbeeld
het ’s avonds bevoorraden van supermarkten in stedelijke centra. Grote bedrijven als
Ahold en Unilever zijn inmiddels overgegaan op LNG als schonere brandstof voor
hun vrachtwagens. Ook de inzet van waterstof voor mobiliteit biedt grote kansen. De
gassector wil actief deelnemen aan de waterstofroute, onder meer door deel te nemen
aan pilots met personenauto’s, bedrijfswagens en bussen.
4 Kracht en Licht: gas in de elektriciteitsproductie
Een 100% schone elektriciteitsproductie in 2050 is het ideaalbeeld, maar deze is
afhankelijk van de snelheid waarmee duurzame technieken en innovaties kunnen
worden gerealiseerd en de bereidheid van de samenleving om CO2-restricties te
aanvaarden. Voor zover fossiele bronnen nog nodig zijn, is aardgas vanwege de lagere
CO2-uitstoot veruit de beste optie. Hierbij is het vooral van belang om de flexibiliteit van
aardgas optimaal te benutten om schommelingen in het aanbod van duurzame bronnen
als wind en zon op te vangen, zodat de energievoorziening als geheel betrouwbaar blijft.
Ook decentrale wkk-eenheden bij tuinders, in de industrie en in stadswarmtenetten
spelen hierbij een rol. In alle gevallen is de inzet van hernieuwbaar gas cruciaal:
het gebruik van biomassa voor de productie van duurzame gassen heeft voordelen
boven de bijstook van biomassa in kolencentrales vanwege de grotere diversiteit aan
toepassingsmogelijkheden van duurzame gassen.
Een andere belangrijke ontwikkeling is Power-to-Gas, waarbij bijvoorbeeld windenergie
wordt omgezet in waterstof of andere gassen die kunnen worden opgeslagen. Deze
11
kunnen op afroep weer in elektriciteit worden omgezet of in andere toepassingen
worden gebruikt, zoals de mobiliteit.
Onze innovatieve bijdrage: Gas meets wind
De gassector heeft al tientallen jaren een sterke positie in de Noordzee vanwege de offshore gas- en
olieactiviteiten. We kunnen dit potentieel optimaal blijven benutten doordat de bestaande faciliteiten,
diensten en producten (personeel, installaties, infrastructuur, opleidingen, onderhoud, bevoorrading,
afname van elektriciteit etc.) kunnen worden gebruikt voor windparken op zee. Ook andere duurzame
energieopties op de Noordzee, zoals golf- en getijdenenergie en de teelt van aquatische biomassa,
kunnen op langere termijn worden ingepast. De gas- en windsector willen hierin gezamenlijk
optrekken en hebben reeds de eerste stappen gezet tot samenwerking (“Gas meets Wind”).
12
12
3.
speerpunten
voor
een
klimaatneutrale
toekomst
Het debat over energietransitie wordt op
alle niveaus gevoerd. De gassector neemt
actief deel aan deze discussies en wil een
constructieve bijdrage leveren. Zo wordt
met de Borgingscommissie van het SER
Energieakkoord bekeken hoe de gassector
kan bijdragen aan het bereiken van de
doelstellingen van het Energieakkoord.
Het doel is voor iedereen duidelijk: rond
2050 moet de energievoorziening in
Nederland klimaatneutraal zijn. De vraag
die thans voor ligt is: hoe komen we daar?
Eén ding is duidelijk: alleen door een goede
samenwerking tussen de diverse partijen
kunnen deze hoge ambities voor 2050 worden
gerealiseerd.
Het is daarbij van belang dat met name
de overheid stuurt op een aantal concrete
maatregelen:
Stuur op een CO2-doel
Conform het advies ‘Rijk zonder CO2: naar een duurzame energievoorziening in 2050’
van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (september 2015) heeft het kabinet
in het Energierapport 2016 opgenomen dat het energiebeleid primair gaat sturen op
CO2-reductie. De gassector schaart zich achter dit doel en ziet in een hogere CO2-prijs het
beste instrument om de energietransitie te versnellen.
Concreet:
• Verbetering van het Europese Emissiehandelssysteem ETS voor een robuuste CO2-prijs.
• Inspanningen binnen de niet-ETS sectoren belonen met emissierechten.
• Ruimte voor nationale maatregelen met behoud van een level-playing field, gericht op het versterken van het investeringssignaal, bijvoorbeeld door een CO2-heffing voor de eindgebruiker.
Benut het CO2-reductiepotentieel van gas
In alle mondiale en Europese energiescenario’s blijft aardgas voorlopig nodig. Ook in
Nederland is dat het geval. In het in 2013 afgesloten Energieakkoord voorziet Nederland
voor 2023 een aandeel van 16% duurzame energie in onze energiemix. Gezien de
doelstelling van Parijs betekent dit dat we ook binnen het – steeds kleiner wordende –
deel fossiel in de energiemix de CO2-uitstoot tot een minimum moeten reduceren.
13
De gassector is hier al zelf mee bezig door innovatieve toepassingen te ontwikkelen,
zoals gas in de transportsector (LNG), verduurzaming van productieplatforms op de
Noordzee, de ontwikkeling van duurzame gassen (groen gas, waterstof, bioLNG), carbon
management (energybesparing en (her)gebruik van CO2), en het ondersteunen van
warmtenetten/rotondes.
Concreet:
• Zet in op het gebruik van gasvormige brandstoffen in de transportsector voor de reductie van emissies van schadelijke stoffen en geluid, vooral in zwaar wegtransport en scheepvaart.
• Stimuleer oplossingen op maat voor de gebouwde omgeving. Nieuwbouw kan zonder
gas, de bestaande bouw kan grote stappen maken door het gebruik van hybride warmtepompen.
• Beschouw het gebruik en de opslag van CO2 (CCUS/CCS) als middel in de transitie voor de energie-intensieve industrie.
• Benut lege kleine velden in de Noordzee, alsmede de daar aanwezige infrastructuur voor de opslag van CO2. Nederland kan hiermee een schoolvoorbeeld en kennispartner worden binnen Europa. Zet in op hernieuwbaar gas en op warmtenetten en -rotondes waarbij restwarmte van diverse processen wordt verzameld en
beschikbaar gemaakt.
• Betrek bij afwegingen rond de inzet van fossiele energie, dat zo veel mogelijk energie- waarde wordt geleverd tegen zo laag mogelijke CO2-emissies. Volg de ‘Ladder van Zeven’.
Zet aardgasbaten in om de energietransitie te versnellen
De aardgasbaten zijn de laatste jaren behoorlijk teruggelopen, maar aardgaswinning
levert nog een aanzienlijke bijdrage aan de Rijksbegroting. Deze aardgasbaten zouden
moeten worden gebruikt om de energietransitie te versnellen.
Concreet:
• Wend de nationale aardgasbaten aan voor noodzakelijke investeringen in de energietransitie, zoals in innovatie en R&D, offshore wind en andere
hernieuwbare bronnen, alsmede systeemintegratie en opslag van energie.
• Ontwikkel samen met de gassector een plan om – gezien het CO2-besparingspotentieel van gas én de opbrengsten voor de overheid – tot een optimale benutting van de gasvoorraden op de Noordzee te komen in de periode tot 2050.
• Benut de bestaande gasinfrastructuur ten volle om de weg naar de toekomst open te houden. Eenmaal verwijderde infrastructuur kan geen bijdrage meer leveren aan de energietransitie (bijvoorbeeld transport van biogas en waterstof). Bied daarom ruimte aan integrale afwegingen rond het thema decommissioning offshore, zoals bij de ontwikkeling van grootschalige offshore windparken waarbij de integratie met de power-to-gas technologie voor energieopslag en -transport kan zorgen met behulp van de bestaande gasinfrastructuur.
14
14
Krachtiger inzetten op innovatie en valorisatie
De ambitie van het kabinet is dat Nederland de kansen die de energietransitie biedt,
verzilvert door innovatieve oplossingen te ontwikkelen en in de praktijk te brengen. De
gassector richt haar innovatie-activiteiten op omgevingsveiligheid, energieopslag (o.a.
power-to-gas), de productie van duurzame gassen (zoals vergassingstechnologie) en het
verminderen van de eigen CO2-uitstoot, bijvoorbeeld door toepassing van duurzame
energie op productieplatforms.
Concreet:
• Richt een krachtig innovatieprogramma in met een goede balans tussen de demonstratiefase en de uitrol in de markt.
• Neem omgevingsveiligheid op in innovatiebeleid.
• Erken investeren in de CO2-reductie van fossiel als innovatie.
• Benut duurzame biomassa voor hernieuwbaar gas voor verduurzaming van het gehele energiesysteem in plaats van bijstook in kolencentrales die slechts voorziet in vergroening van elektriciteit.
• Benut gasopslag als waarborg voor energiezekerheid.
De gassector onderschrijft de noodzaak van een klimaatneutrale toekomst. De inzet van gas zal
daarom wijzigen en daardoor ligt een nieuwe rol in het verschiet. Van een standaardvoorziening
ontwikkelt gas zich steeds meer tot maatwerk: Gas-op-Maat.
Gas-op-Maat betekent aardgas alleen nog inzetten waar, om wat voor reden dan ook, duurzame(re)
opties geen goed alternatief zijn, en waar de inzet de meeste toegevoegde waarde voor de
samenleving oplevert. De Ladder van Zeven vormt hierin een leidraad voor de specifieke rol per
energiefunctie. Om die rol waar te kunnen maken is dialoog met partners en kritische vrienden van
essentieel belang.
Ondersteunend aan deze propositie, zet de gassector in op verschillende innovatieve
ontwikkelingen:
• Productie van hernieuwbaar gas
• Uitrol van hybride warmtepompen
• Inzetten van Power-to-Gas
• Gas meets Wind
• Inzet van gas als transportbrandstof
Om deze toekomst mogelijk te maken, heeft de KGVN vier speerpunten voor beleidsmakers:
• Stuur op een CO2-doel
• Benut het CO2-reductiepotentieel van gas
• Zet aardgasbaten in om de energietransitie te versnellen
• Zet nog meer in op innovatie en valorisatie
16
16
www.kvgn.nl
Download