toespraak loket w – rob van gijzel

advertisement
TOESPRAAK LOKET W – ROB VAN GIJZEL
Goedemorgen, beste dames en heren,
Het is vandaag een bijzonder dag, niet alleen voor de stad
Eindhoven, omdat zij 62 jaar geleden haar vrijheid herwon, het is
ook een bijzondere dag voor iedereen die zich verbonden weet en
voelt met Loket W.
U heeft een hectische periode achter de rug die niet altijd voor
iedereen even gemakkelijk was.
Nog niet zolang geleden werden de welzijnorganisaties in
Eindhoven verenigd onder de paraplu van Loket W.
De groei naar één organisatie, waarbinnen de verschillende
werkvelden zich konden ontwikkelen, bleek vaak lastig.
Lastig, niet alleen door nieuwe eisen die gesteld werden of omdat
men aan elkaar moest wennen. Ook financieel en beheersmatig
bleek het niet zo eenvoudig.
Dat heeft er toe geleid dat de afgelopen jaren gekenmerkt werden
door steekwoorden als efficiëntie, doelmatigheid,
professionalisering, andere bedrijfscultuur, verantwoordelijkheid
nemen en afleggen en “we zullen klaar moeten zijn voor de
markt”. Woorden die, op het eerste gezicht niet zoveel met welzijn
te maken hebben.
Daarbij komt dat het begrip “welzijn” de laatste jaren in inhoud
is veranderd, zie de politieke discussies. Was het voorheen vooral
voor en , afhankelijk van de discipline, met de mensen, nu is het
verschoven naar de eigen verantwoordelijk van mensen. Dat
betekent dat mensen uit moeten gaan van eigen kracht en daar
waar deze nog niet ontwikkeld is ze daarin sterken, en waar de
eigen kracht niet te ontwikkelen is ze steunen.
De omslag die organisatorisch en financieel de afgelopen jaren
gemaakt moest worden om met nieuwe kwaliteiten de uitdagingen
voor de komende jaren aan te kunnen, ligt nu gelukkig goeddeels
achter ons.
Maar… dat betekent niet dat veranderingen, ook ingrijpende, de
komende jaren niet op ons af zullen komen. Het betekent wel dat
we een fase van naar- binnengerichtheid, min of meer, kunnen
afsluiten. Vandaag markeren we dat moment, niet alleen door
hier bij elkaar te komen, door samen te ontbijten maar ook door
een nieuwe naam. Of liever door de nieuwe namen.
De nieuwe organisatie wil herkend worden in het resultaat dat we
leveren, een resultaat van hoge kwaliteit en omdat te bereiken
richten we ons op de burger van de stad, op onze klant en zijn of
haar vraag. Daarom moeten onze activiteiten naar buiten toe ook
beter herkenbaar zijn.
Aan de naam van onze diensten kunnen burgers van de stad zien
waar we voor staan.
En Lumens bindt ons, medewerkers van de organisaties. Lumens
zijn wij samen.
Samen voor de overhead, samen voor de efficiency, samen voor de
kwaliteit en professionaliteit maar vooral samen omdat we samen
inhoud en gestalte willen geven aan het verbeteren van het niveau
van welzijn in ons gebied.
Ik hoor ook wel kritiek.
Er verandert teveel tegelijkertijd, het gaat alleen over geld en er
is, volgens sommige teveel, een top-down-cultuur en nu moet de
naam, waar de mensen net aan gewend zijn, weer veranderen.
Dat er veel tegelijkertijd is aangepakt is juist. Maar het was wel
nodig, als we dat zelf al niet hadden gevonden dan in ieder geval
de opdrachtgever. Ik denk ook dat die veranderingen nodig waren
om de eisen, die straks aan ons gesteld gaan worden, aan te
kunnen.
Dat het vaak over geld ging is eveneens waar en daar was, voor
zover ik dat kan beoordelen, ook alle reden toe.
En het is ook waar dat in dat veranderingsproces veel top-down
ging. Top-down omdat je zo’n ingrijpend veranderingsproces, in
een korte periode, niet van onder op kunt vormgeven.
Ook lang niet alles is vlekkeloos verlopen en soms was de kritiek
terecht. Daarvoor onze dank. Met positief kritische geluiden
blijven we scherp. Dank ook aan de Ondernemingsraad die deze
rol met veel inzet heeft ingevuld.
De komende jaren zal veel van uw inzet, inzicht en kennis
gevraagd worden.
Daarom moeten de processen ook van onder-naar-boven vorm
krijgen. Wij willen graag horen wat u ziet, wat u doet en hoe we
daar samen beter van kunnen we worden.
Daarom worden verantwoordelijkheden ook lager in de
organisatie gelegd zodat we beter aan kunnen sluiten bij wat
gevraagd wordt, we niet verzanden in een bureaucratie, we betere
en meer kwaliteit kunnen bieden.
Dat vraagt tegelijkertijd om naast verantwoording te nemen, ook
verantwoording af te leggen. Kritisch te zijn en blijven ten
opzichte van jezelf en de organisatie.
Wie ziet wat er de komende jaren van ons gevraagd zal worden,
kan niet anders dan concluderen dat onze organisatie krachtiger,
professioneler en toegankelijker is dan een aantal jaren geleden.
Om die nieuwe kracht tot uitdrukking te brengen heten we vanaf
nu, voor onszelf, Lumens en om de professionaliteit en
toegankelijkheid zichtbaar te maken aan onze klanten heten we
vanaf nu Peuter Plaza, Speelpark de Splinter, Dynamo, Welzijn
Eindhoven. Merknamen die garant moeten staan voor kwaliteit en
betrokkenheid. Wanneer nodig, kunnen de merknamen uitgebreid
worden, denk aan activiteiten voor specifieke groepen.
De periode van veel en intensief naar binnen kijken sluiten we
goeddeels af. De tijd om vooral naar buiten te kijken is volop aan
de gang. Wie goed kijkt ziet veel veranderingen.
Laten we allereerst maar eens de inhoud en de perceptie van ons
werk belichten. Voor mensen is welzijn een fundament van het
bestaan. Hoewel we veelal alleen kijken naar welvaart, het liefst
uitgedrukt in euro’s, blijft “welvaart” een plat begrip als het niet
voorzien wordt van welzijn.
Ik constateer dat er jaren zijn geweest dat er meesmuilend werd
gedaan over “Welzijn” en over de mensen die zich daar vrijwillig
of professioneel voor inzette.
De term welzijnsorganisatie werd, ook binnen eigen kring, gaande
weg vervangen door zoiets als “maatschappelijke dienstverlener.”
Wij werken aan de sociale infrastructuur van de stad, een
activiteit waar we trots op mogen zijn, omdat we van Brainport
alleen wel kunnen eten en wonen maar het leven meer is dan dat
alleen.
Economische ontwikkeling kan alleen gedijen wanneer het hand
in hand gaat met de versterking van de sociale samenhang,
wanneer mensen weten dat ze er bij horen, wanneer mensen zich
verbonden voelen met de stad, wanneer jongeren uitgedaagd
worden, verantwoordelijkheid kunnen nemen en de grenzen leren
kennen. Wanneer oudere niet, omdat ze economisch niet meer
productief zijn, hun dagen in eenzaamheid moeten door brengen.
Op dat werk, het welzijnswerk, het instandhouden en versterken
van het sociale weefsel in de stad, op dat werk mogen jullie trots
zijn.
Met betrekking tot de inhoud zullen we ook geconfronteerd
worden met telkenmale nieuwe ontwikkelingen.
Onze bevolkingssamenstelling zal wijzigen, meer ouderen en
misschien minder jongeren (hoe houden we de voorzieningen in
omvang en kwaliteit op peil en welke voegen we daar nog aan toe),
in meer gezinnen zullen beide ouders gaan werken (brede
kinderopvang), onthechting van de samenleving zien we toenemen
en soms is die onthechting ook heel dichtbij (ondersteuning bij
opvoeding zal steeds belangrijker worden).
De doorstroming in en vernieuwing van buurten en wijken, vraagt
bijna permanente ondersteuning om de sociale cohesie te
behouden en te versterken, maar misschien wel op een andere
manier, meer aansluitend bij wat er al is.
Al die veranderingen vragen van ons om na te blijven denken en
te blijven veranderen. Veranderen niet naar binnengericht, maar
naar de klant, onze klant.
Ook de vorm en de organisatie zal anders worden. Begin vorig
jaar werd het jongerenwerk in regio de Kempen aanbesteed. Daar
won, ondanks een aantal regionale inschrijvingen, een organisatie
uit Utrecht. Niet omdat ze het goedkoopste waren maar wel omdat
ze het beste kon omschrijven wat men ging doen, hoe het zou
worden georganiseerd en wat het zou kosten.
Daarom hebben we een discussie over onze competenties, over
functieomschrijving, over kostenstructuur, over werkvormen.
Wat ze in Utrecht kunnen, kunnen wij ook en beter. We zullen
meer en vaker te maken krijgen met marktwerking en
aanbesteding.
Denk aan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de
kinderopvang. Die ontwikkeling zal zich alleen maar doorzetten.
Toch wordt er, als het gaat om marktwerking, niet alleen iets van
ons gevraagd en dat wil ik bij deze gelegenheid wel kwijt. Het
vraagt ook iets van de opdrachtgever. Veelal de Gemeente
Eindhoven. Wie opdrachten verstrekt moet wel weten wat ie
vraagt. Uit alle onderzoeken blijkt dat Gemeenten heel veel moeite
hebben om het opdrachtgeverschap professioneel in te vullen,
(van alle Europese aanbestedingen gaat nog geen 30 %) goed.
Wanneer het fout gaat, ik zie het op veel plaatsen bijvoorbeeld in
het Openbaar Vervoer, dan wordt de klant de dupe omdat een
prijsvechter wint (laagste prijs) of omdat het contract te weinig
stellig was en in de loop van de rit de kwaliteit zienderogen
achteruit gaat.
Vanuit de politiek is de wens duidelijk, er moet meer
marktconform gewerkt worden. Daar valt inderdaad veel voor te
zeggen maar dan van beide kanten. Dit vraagt dan ook om een
leerproces voor beide kanten.
Het vraagt om een verantwoord veranderingsproces, het vraagt
om een gezamenlijke visie over waar de speerpunten liggen, hoe
we die vorm geven en hoe klant, opdrachtgever en opdrachtnemer
daarbij in de beste positie komen.
Daarom hebben we met de gemeenten afgesproken dat we willen
komen tot een offerte die past binnen een door ons samen
ondersteund meerjarenperspectief.
Dat meerjarenperspectief vormt dan de bedding voor de
veranderingen die noodzakelijkerwijs op ons af zullen komen.
Wij zijn er van overtuigd dat de Lumensgroep die veranderingen
met vol vertrouwen tegemoet kan zien. Dat komt omdat jullie
Loket W in een aantal jaren hebben omgebouwd tot wat vandaag
dan de Lumensgroep gaat heten.
Vandaag is het dus voor ons een bijzondere dag omdat vanaf nu
de Lumensgroep onze toekomst is.
Alle medewerkers gefeliciteerd met de nieuwe naamgeving.
Dit moment willen we graag samen delen.
Daarom wil ik u, namens het bestuur en de Raad van Toezicht,
graag uitnodigen om samen het ontbijt te nuttigen en samen van
gedachten te wisselen. Voor nu wens ik u smakelijk eten en voor
straks nog een bijzonder prettige werkdag.
Download