9-11 jaar Wetenschappelijke inhoud: Biowetenschap, gezondheidswetenschappen Beoogde concepten: Anatomie en werking van het hart, harttonen, hartslag, bloeddruk, aerobe conditie Beoogde leeftijdsgroep: 9 -11 jaar Duur van de activiteit: max. 3 uur Samenvatting: De leerlingen leren de anatomie van het hart kennen (of frissen hun kennis erover op) en stellen methodes voor op basis waarvan ze nog meer over de werking van het hart te weten kunnen komen. Ze formuleren een hypothese over de veranderingen in hartslagintensiteit tijdens verschillende activiteiten en ze verifiëren die ook door middel van experimenten. Daarna vergelijken de kinderen hun verkregen resultaten met elkaar en proberen ze de verschillen tussen de individuen in de groep te verklaren. De leerlingen berekenen hun aerobe conditie op basis van hun hartslagfrequentie (test van Ruffier) en bespreken ten slotte wat er goed en wat er schadelijk is voor het hart. Doelstelling: De doelstelling van deze activiteit is om de kinderen te leren hoe ze hun hartslag (polsslag) of hartslagfrequentie tijdens verschillende activiteiten kunnen meten en het verband aan te tonen met de aerobe conditie. Het is ook de bedoeling om de leerlingen te wijzen op het belang van aerobe conditie en hen duidelijk te maken dat een gezond en sterk hart (in staat zijn om tijdens lichamelijke activiteiten weerstand te bieden aan belasting) in dat opzicht een belangrijke vereiste is. Materiaal: • Lesplannen, • werkbladen voor de leerlingen, • notities van de leerkracht, • ander materiaal (lijst) Het geheim van het menselijk lichaam: leer je hart kennen Auteur: Mgr. Dagmar Kubátová, Ph.D. The content of the present document only reflects the author’s views and the European Union is not liable for any use that may be made of the information therein. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Lesplan Beschrijving van de activiteit 1. Aanzet (Hypotheses vormen) De leerkracht: tracht de leerlingen vertrouwd te maken met het onderwerp. Hij/Zij verzoekt de kinderen om hun hand tot een vuist te ballen en vraagt daarna welk orgaan in hun lichaam ongeveer zo groot is als hun vuist. Nadat ze het juiste antwoord hebben gegeven, plaatsen de leerlingen hun hand op hun borst, meer bepaald op de plek waar hun hart zit. De leerlingen zullen zich op dit moment waarschijnlijk herinneren wat ze voordien al wisten over het hart (de anatomie en de werking, zie de afbeelding op het Werkblad voor de Leerlingen (I)). Wanneer dat echter niet het geval is, kan de leerkracht hen de basisinformatie zelf meedelen (zie Richtsnoer – Notities voor de Leerkracht). De leerkracht: formuleert probleemvragen zoals: Functioneert het hart telkens op hetzelfde tempo en ritme? Is er een manier om te kijken hoe ons hart tijdens verschillende activiteiten functioneert? De leerkracht: moedigt de leerlingen aan om methodes voor te stellen op basis waarvan de werking van het hart in kaart kan worden gebracht. De leerkracht coördineert dit en motiveert de kinderen om voorstellen te doen. Enkele voorbeelden van de te verwachten, door de leerlingen voorgestelde methodes: luisteren naar iemands hartslag door je oor op de borstkas van die persoon te leggen, de polsslag meten, bloeddruk meten, elektrocardiogram etc. De leerlingen: formuleren op basis van de bovenvermelde probleemvragen een hypothese: Wanneer we bewegen en de inspanning die we leveren verhoogt, zal de hartactiviteit ook stijgen (harttonen en hartslag zullen de hoogte in gaan, bloeddruk zal stijgen). DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart 2. Onderzoek (Ontwerpen en uitvoeren van experimenten en observaties) De leerlingen verifiëren hun hypothese door per twee of in kleine groepjes echte experimenten uit te voeren. De leerkracht: laat de leerlingen zelf de methodes en activiteiten kiezen op basis waarvan de hypothese zal worden getest. De leerlingen: Elk duo of groepje leerlingen kiest een methode op basis waarvan ze hun hartslag – hartslag per minuut, polsslag per minuut etc. kunnen onderzoeken (de methode hangt ervan af of er een stethoscoop, bloeddrukmeter of hartslagmeter aanwezig zijn; indien deze instrumenten niet beschikbaar zijn, moeten de leerlingen methodes vinden waarbij het gebruik van dergelijke hulpmiddelen niet vereist is: meting van de polsslag via de polsslagader of luisteren naar iemands harttonen door je oor op de borstkas van die persoon te leggen). Daarna kiezen de leerlingen activiteiten en hun volgorde. Ze testen de hartactiviteit door middel van de door hen geselecteerde methode en houden de metingen bij. Enkele voorbeelden van de te verwachten, door de leerlingen voorgestelde activiteiten: 20x kniebuigingen, rustig zitten in een stoel, een liedje zingen, ter plaatse trappelen, roepen, fluisteren, 20x sit-ups, 20x push-ups etc. De leerkracht: deelt het Werkblad voor de Leerlingen (II) uit. Dit bevat richtlijnen en instructies over hoe de leerlingen de instrumenten moeten gebruiken en hoe ze zonder deze instrumenten kunnen gaan meten. De leerlingen volgen de richtlijnen en instructies op die vermeld staan onder de door hen gekozen methode. De leerlingen: Na het experiment bekijken de leerlingen de gegevens die ze hebben vergaard. De duo’s of de groepjes leerlingen praten met elkaar en vergelijken hun resultaten. Ze bestuderen de invloed van verschillende activiteiten op de versnelling van de hartslag, de snelste en traagste hartslag en het verband met de specifieke soorten lichaamsbeweging. Ze verifiëren hun hypothese. De leerkracht vraagt aan de leerlingen: “Is dat alles wat jullie hebben ontdekt, of zijn er nog meer zaken die je te weten bent gekomen?” De leerlingen: zullen mogelijks opmerken (tijdens het vergelijken van hun resultaten) dat er opmerkelijke verschillen tussen de afzonderlijke individuen bestaan met betrekking tot de gemeten hart- of polsslag, ook al werd dezelfde activiteit uitgevoerd. De leerkracht vraagt de kinderen om de verschillen wat betreft de hartslag tussen de afzonderlijke individuen in de groep te verklaren. De leerlingen zullen waarschijnlijk het volgende antwoorden: Tijdens het uitoefenen van dezelfde activiteit is de hartactiviteit en de polsslag lager bij sportieve (lichamelijk fitte) personen dan bij niet-sportieve individuen. De leerkracht: vertelt de leerlingen dat ze hun persoonlijke conditie ruwweg kunnen meten op basis van hun hartslagfrequentie en met behulp van de hartslagwaarden (zie Richtsnoer – Notities voor de Leerkracht en Werkblad voor de Leerlingen III – test van Ruffier). De resultaten van de test van Ruffier worden niet vergeleken onder de leerlingen. De leerkracht sluit de testfase af door te melden dat de kinderen dezelfde testen binnen drie maanden nogmaals zullen moeten afleggen, waarna de resultaten van dan zullen worden vergeleken met die van nu. Hij/Zij zegt dat het goed mogelijk is dat de hartactiviteit binnen drie maanden zal zijn verbeterd dankzij de positieve veranderingen van de leerlingen met betrekking tot hun levensstijl. 3. Evaluatie De belangrijkste ontdekking bij de uitgevoerde activiteit is het feit dat het mogelijk is om door middel van relatief eenvoudige methodes de werking van het hart in kaart te brengen en dat we dankzij deze methodes ook in staat zijn om de prestatie van het hart te evalueren (en dus ook onze lichamelijke conditie – het vermogen om tijdens lichamelijke activiteiten weerstand te bieden aan belasting). Een slotdiscussie over het onderwerp “Wat is er volgens jou goed voor het hart en wat is er schadelijk?” heeft als bedoeling de leerlingen te motiveren om er vanaf nu een gezonde levensstijl op na te houden. Gebaseerd op ‘teaching science as inquiry’ (Carin et al., 2005) ; ‘Inquiry-based science instruction – What is it and does it matter? (Minner et al., 2009) ; ‘the psychology of teaching Scientific Thinking: implications for science teaching and learning. (Li, Klahr, 2006) DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Materiaal dat op dit moment reeds beschikbaar is: Lesplannen zie hierboven Werkbladen voor de Leerlingen Werkbladen voor de Leerlingen I, II, III Notities van de Leerkracht Richtsnoer – Notities voor de Leerkracht Ander materiaal (lijst) De oplossing van het Werkblad voor de Leerlingen (I) Toestemming om met het materiaal te werken Alle auteurs van UJEP geven hun toestemming om met het materiaal te werken. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Werkblad voor de Leerlingen (I) Het geheim van het menselijk lichaam: leer je hart kennen 1. Instructies en vragen voor de leerlingen voorafgaand aan het experiment: • Bekijk de afbeelding van het hart en de verschillende onderdelen. • Verklaar hoe de rechter- en de linkerhelft van het hart functioneren. 1 Rechteratrium 5 Twee vertakkingen van de longslagader 9 2 Linkeratrium 6 Aorta 10 Onderste holle ader 3 Rechterhartkamer 7 Halvemaanvormige kleppen 11 Vier longaders 4 Linkerhartkamer 8 Tricuspidalisklep Bovenste holle ader DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart 2. Onderwerp van het experiment: In kaart brengen van de hartactiviteit tijdens verschillende activiteiten Functioneert het hart steeds op hetzelfde tempo (en telkens op hetzelfde ritme)? Materiaal: stopwatch of horloge met secondewijzer Instrumenten, indien beschikbaar: stethoscoop, hartslagmeter, digitale bloeddrukmeter Instructies: • Werk per twee of in kleine groepjes. • Probeer een hypothese te formuleren over het hartritme tijdens verschillende activiteiten: Stel verschillende manieren (methodes) voor om het ritme van de hartactiviteit in kaart te brengen: Selecteer met je partner of in je groepje één methode op basis waarvan je de hartactiviteit tijdens verschillende activiteiten experimenteel zult gaan onderzoeken – (als er geen instrumenten beschikbaar zijn kan je ook zonder instrumenten werken). Je krijgt het Werkblad voor de Leerlingen II met instructies voor de meting van je leerkracht. Als je twijfelt, vraag de leerkracht dan om verdere richtlijnen in verband met je methode. • Vink de methode aan die je hebt gekozen: Tellen van de hartslag (frequentie van de polsslag, d.w.z. het aantal slagen per minuut) door je vingers op de polsslagader te leggen Meten van de hartslag (of optekenen van de bloeddruk) via de bovenarmslagader door middel van een digitale bloeddrukmeter In kaart brengen van de hartslag door middel van een hartslagmeter Tellen van de harttonen (hartslag) per minuut van je klasgenoot, door je oor op zijn/haar borstkas te leggen Tellen van de harttonen per minuut door middel van een stethoscoop • Kies met je partner of in je groepje 5 activiteiten die je wil uitvoeren om de hartfunctie te testen (20 kniebuigingen, rustig in een stoel zitten gedurende 4 minuten, een liedje zingen, ter plaatse trappelen gedurende 2 minuten etc.) en noteer ze in de eerste kolom van de tabel. Schrijf tijdens het experiment de gemeten gegevens (de resultaten) op (in de middelste kolom). Plaats na het experiment de activiteiten in volgorde al naargelang de belasting voor het hart. Bij de lastigste activiteit plaats je nummer 1; bij de minst lastige activiteit plaats je nummer 5 (in de derde kolom). DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Tabel voor de gegevens vergaard tijdens het experiment: Gebruikte methode voor het in kaart brengen van de hartactiviteit: Activiteit Resultaten Volgorde al naargelang de belasting (van 1 tot 5; van de lastigste tot de minst lastige activiteit) Vragen en richtlijnen voor de leerlingen: • Vergelijk de resultaten van het experiment met je partner of je groepsleden en ook met andere klasgenoten. • Werd je hypothese bevestigd of weerlegd? Op welk bewijs baseer je je? • • • Is dat alles wat jullie hebben ontdekt, of zijn er nog meer zaken die je te weten bent gekomen? Hebben alle leerlingen tijdens dezelfde activiteiten ook dezelfde resultaten met betrekking tot hun hartactiviteit behaald? Verklaar de verschillen tussen de individuele leerlingen met betrekking tot de opgetekende waarden. Conclusies: Wat en hoe hebben we geleerd uit het experiment? • Blijft het hartritme hetzelfde tijdens al de activiteiten? • Welke manieren (methodes) hebben we gebruikt om de hartactiviteit in kaart te brengen? • Wat zijn de manieren waarop je de activiteit van het hart in kaart kunt brengen zonder daarbij instrumenten te gebruiken? • Welke activiteiten zijn het meest belastend voor het hart? • Wat is er volgens jou correct? Aan de hartactiviteit die we vandaag hebben geobserveerd tijdens de verschillende lichamelijke activiteiten kan in de toekomst helemaal niets veranderen. De hartactiviteit die we vandaag hebben geobserveerd tijdens de verschillende lichamelijke activiteiten kan door onze DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Werkblad voor de Leerlingen (II) Het geheim van het menselijk lichaam: leer je hart kennen Richtlijnen en instructies om het ritme van de hartactiviteit te meten Richtlijnen en instructies voor je gekozen methode om het ritme van de hartactiviteit te meten: 1) Tellen van de hartslag (frequentie van de polsslag, d.w.z. het aantal slagen per minuut) door je vingers op de polsslagader te leggen Materiaal: Stopwatch of horloge met secondewijzer, materiaal voor het vastleggen van de gemeten waarden Organisatie van de meting: Individueel of samenwerking van twee leerlingen Instructies: De stuwing van het bloed doorheen de aorta (de grootste slagader van de grote bloedsomloop) kan je ook voelen op je pols. Draai je linkerpols naar boven en ondersteun hem van onderen met de duim van je rechterhand. De wijs- en middenvinger van je rechterhand bevinden zich tegenover je duim. Duw je polsslagader met je wijs- en middenvinger zachtjes aan totdat je je polsslag voelt. Vraag een klasgenoot om de stopwatch te starten of de secondewijzer van een horloge één minuut in de gaten te houden terwijl jij de slagen telt. 2) Meten van de hartslag (of optekenen van de bloeddruk) via de bovenarmslagader door middel van een digitale bloeddrukmeter Materiaal: Digitale bloeddrukmeter, materiaal voor het vastleggen van de gemeten waarden Organisatie van de meting: Samenwerken van twee leerlingen Instructies: Neem plaats op een stoel met de linkerkant van je heup naar de tafel gericht. Op de tafel ligt een digitale bloeddrukmeter. Laat je arm en onderarm op de tafel rusten. Je klasgenoot bevestigt vervolgens de band (ook wel het manchet genaamd) van de bloeddrukmeter rond je ontblote linkerarm. De band mag niet over je mouw worden aangebracht en mag niet te strak of te los zitten. Hij moet zich tevens ter hoogte van je hart bevinden. Na het inschakelen van de bloeddrukmeter zal je een toon horen die erop wijst dat de meting kan beginnen. Nadat je klasgenoot op start heeft gedrukt, zal de band automatisch opzwellen. Na een tijdje zal het instrument een kloppend geluid beginnen maken. Dat geluid geeft de passage van het bloed doorheen de bovenarmslagader weer. Wanneer je bloeddruk wordt genomen, beweeg en praat dan niet, want dat kan een verkeerd meetresultaat opleveren. Uiteindelijk zullen de gemeten waarden op het beeldscherm verschijnen. De bloeddruk wordt ofwel uitgedrukt in de vorm van een breuk of in twee cijfers, P staat voor de polswaarde (d.w.z. het aantal slagen per minuut). 3) Tellen van de harttonen per minuut door middel van een stethoscoop Materiaal: Stethoscoop, jodiumoplossing of ethanol of een ander ontsmettingsmiddel, vierkante stukjes cellulosewatten en materiaal voor het vastleggen van de gemeten waarden. Organisatie van de meting: Samenwerking van twee leerlingen Instructies: Onze hartslag bestaat uit twee harttonen op rij gevolgd door een korte pauze. Het eerste geluid is sterker dan het tweede. Steek de oordoppen van de stethoscoop in je oren; leg het borststuk van de stethoscoop op de borstkas van je klasgenoot (aan de linkerkant, naast het borstbeen en onder de tepel) en tel het aantal hartslagen (de twee harttonen tellen als één hartslag). De leerling van wie de hartslag wordt genomen kan tegelijkertijd de tijd in de gaten houden. De hartslag (twee tonen) wordt gedurende 1 minuut geteld. Vooraleer de stethoscoop op een ander kind wordt gebruikt, moeten de oordopjes ontsmet worden. Daarvoor kunnen vierkante stukjes cellulosewatten worden gebruikt nadat ze eerst met een ontsmettingsmiddel werden bevochtigd. 4) Tellen van de harttonen (hartslag) per minuut van je klasgenoot door je oor op zijn/haar borstkas te leggen Volg dezelfde instructies in nr. 3, maar leg je oor op de borstkas van je klasgenoot in plaats van een stethoscoop te gebruiken. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart 5) In kaart brengen van de hartslag door middel van een hartslagmeter Materiaal: Hartslagmeter, materiaal voor het vastleggen van de gemeten waarden Organisatie: Samenwerking van twee leerlingen Instructies: Gebruik een gangbare hartslagmeter die bestaat uit een digitaal horloge en een borstband om rond de borstkas vast te maken. Voer de vereiste begindata in het horloge in (geslacht, leeftijd, gewicht) en laat de hartslagmeter je hartslag meten. Je klasgenoot houdt de tijd bij terwijl jij een bepaalde activiteit uitvoert. Je moet de hartslagfrequentie die je ziet op het beeldscherm net voor het einde van elke activiteit aan je klasgenoot meedelen. Je hartslag begint het moment dat je stopt namelijk onmiddellijk te dalen. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Werkblad voor de Leerlingen (III) Ruwe meting van de conditie – Test van Ruffier Dit experiment is gebaseerd op het meten van de hartslagfrequentie voor en na lichamelijke inspanning. Voor instructies voor het meten van de hartslagfrequentie door de polsslag te tellen verwijzen we naar het Werkblad voor de Leerlingen (II), instructie nr. 1. Conclusies: Wat en hoe hebben we geleerd uit het experiment? Verloop van de test: • Ga vier minuten ergens rustig neerzitten. Tel je polsslag gedurende 15 seconden (P1) • Doe 30 kniebuigingen, één buiging per seconde, en ga meteen na de oefening neerzitten. Tel je polsslag gedurende 15 seconden (P2) • Blijf 1 minuut rustig zitten en tel dan opnieuw het aantal polsslagen gedurende 15 seconden (P3) Noteer de resultaten van de drie metingen in de tabel: Meting Aantal slagen in 15 sec. P1 Belangrijk om weten is dat het resultaat dat je vandaag hebt gehaald niet zo’n grote rol speelt. Het belangrijkste is dat, wanneer je de test binnen drie maanden opnieuw zult uitvoeren, duidelijk wordt dat je hart beter werkt dan vandaag. P2 P3 Plaats de waarden in de formule en bereken de Ruffier-index (RI) RI = [(P1 + P2 + P3) x 4 - 200] / 10 RI = Kijk in de onderstaande tabel om te zien welke conditie je hebt: Waarde van de RI Conditie minder dan 0 uitstekend 0.1 - 5 zeer goed 5.1 - 10 goed 10.1 - 15 matig meer dan 15 slecht Bespreek met je klasgenoten wat volgens jullie goed is voor het hart: DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Notities voor de leerkracht Opdracht (richtsnoer voor de leerkracht) Functioneert het hart steeds op hetzelfde tempo (en telkens op hetzelfde ritme)? Didactisch materiaal: • stopwatch of horloge met secondewijzer • instrumenten, indien beschikbaar: stethoscoop, hartslagmeter, digitale bloeddrukmeter Instructies voor de leerkracht: Motivatie – voorstelling van het onderwerp aan de leerlingen: De leerlingen ballen hun hand tot een vuist en raden welk orgaan in hun lichaam ongeveer even groot is. Nadat ze het juiste antwoord hebben gegeven, plaatsen de leerlingen hun hand op hun borst, meer bepaald op de plek waar hun hart zit. Werken met het Werkblad voor de Leerlingen (I) Instructies en vragen voor de leerlingen voorafgaand aan het experiment: Bouw verder op de voorkennis van de leerlingen over de hartstructuur en de werking van het hart, of geef ze de basisinformatie over de werking van de rechter- en linkerhelft van het hart. Gebruik daarvoor de afbeelding van het hart in het Werkblad voor de Leerlingen (I): Basisinformatie over de structuur en de werking van het hart: Het hart pompt bloed naar de cellen van ons lichaam. Het hart bestaat uit twee helften (een rechter- en een linkerhelft), die gescheiden worden door het ventrikelseptum of het harttussenschot. Als je het hart wat nauwkeuriger bekijkt, zie je dat er twee pompen te zien zijn die synchroon werken. De rechterhelft van het hart is de pomp die zuurstofarm bloed doorheen de longslagader naar de longen stuurt; de linkerhelft van het hart pompt zuurstofrijk bloed doorheen de aorta en zo naar de rest van ons lichaam. Tijdens de samentrekking van de atriums (1,2) wordt het bloed naar de hartkamers (3,4) gestuurd. Wanneer die op hun beurt samentrekken, wordt het bloed onder druk naar de slagaders gestuurd (5,6). Slagaders zijn sterke, flexibele bloedvaten die het bloed van het hart naar de rest van het lichaam transporteren. Het bloed klopt doorheen de slagaders en dat kan je voelen. Niet alleen door je hand op je hart te leggen, maar ook op je pols bijvoorbeeld. Om te voorkomen dat het bloed in tegengestelde richting vloeit, terug naar het hart dus, zijn er de zogenaamde halvemaanvormige kleppen (7) die zich tussen de hartkamers en de grote slagaders bevinden. De halvemaanvormige kleppen fungeren als een soort van deur die zich sluit wanneer de spieren slap worden en voorkomen dat het bloed terugstroomt naar het hart. Er wordt eveneens vermeden dat het bloed vanuit de hartkamers terugvloeit naar de atriums. Dat is de taak van de atrioventriculaire kleppen. Die sluiten de opening tussen de atriums en de hartkamers af zoals een deur. Eén van die kleppen is de tricuspidalisklep (8). De hartslag (twee harttonen na elkaar gevolgd door een korte pauze, die steeds worden herhaald) is een geluid dat wordt gevormd door het sluiten van de kleppen (de eerste toon – de sterkste – komt overeen met de sluiting van de grote atrioventriculaire kleppen, de tweede – de zwakste – ontstaat door de sluiting van de halvemaanvormige kleppen). Terwijl de slagaders het bloed vanaf het hart naar de rest van het lichaam sturen, zijn de aders de bloedvaten die het bloed naar het hart transporteren. De bovenste (9) en onderste holle ader (10) monden beide uit in het rechteratrium en bevatten zuurstofarm bloed vanuit het lichaam. Dat bloed gaat dan verder naar de rechterhartkamer (3) en daarna naar de longslagader (5). Uiteindelijk komt het in de longen terecht, waar het verzadigd wordt met zuurstof (kleine bloedsomloop). Het zuurstofrijke bloed keert dan vanuit de longen terug naar het hart, naar het linkeratrium via de vier longaders (11), waarna het verdergaat naar de linkerhartkamer (4) en in de aorta (6) terechtkomt. Daarna wordt het naar alle cellen in het lichaam gestuurd (grote bloedsomloop). DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Onderwerp van het experiment: Het in kaart brengen van de hartactiviteit tijdens verschillende activiteiten • Stel probleemvragen om de leerlingen aan te zetten tot het formuleren van hypotheses • Moedig de leerlingen aan om onderzoeksmethodes te zoeken en voor te stellen die kunnen worden gebruikt om de hartactiviteit te onderzoeken • Bied de leerlingen de breedst mogelijk keuze aan onderzoeksmethodes aan • Deel het Werkblad voor de Leerlingen (II) uit, waarop er richtlijnen en instructies voor de kinderen vermeld staan in verband met het meten van de hartactiviteit door middel van de door hun gekozen methode. • Zet de leerlingen aan tot zelforganisatie, zowel voor als tijdens het experiment (de leerlingen mogen de activiteiten kiezen op basis waarvan ze hun hypothese zullen verifiëren). • Als het experiment is afgelopen moeten de leerlingen hun resultaten bespreken en met elkaar vergelijken. Ze moeten ook bewijsmateriaal verzamelen waarmee ze hun hypothese kunnen bevestigen of weerleggen. • Vraag de leerlingen of ze nog andere zaken hebben ontdekt. • Vraag de leerlingen om de verschillen tussen de individuen in de groep met betrekking tot de hartwaarden of hartslagfrequentie uit te leggen. • Laat de leerlingen hun persoonlijke conditie berekenen op basis van hun hartslag (richtsnoer en instructies voor het uitvoeren van de test van Ruffier staan in het Werkblad voor de Leerlingen III). • Een slotdiscussie over het onderwerp “Wat is er volgens jou goed voor het hart en wat is er schadelijk?” heeft als bedoeling de leerlingen te motiveren om er vanaf nu een gezonde levensstijl op na te houden. Opmerkingen en tips: • Het handigste is om de leerlingen het experiment per twee te laten uitvoeren, waarbij de ene eerst de rol van de onderzoeker en de andere de rol van de proefpersoon op zich neemt. Daarna wordt er gewisseld. • Opmerkingen in verband met de instrumenten voor het meten van de hartactiviteit: • – Het is aan te raden om voor een digitale bloeddrukmeter met een stroomadapter te kiezen, aangezien een bloeddrukmeter met batterijen minder nauwkeurig gaat meten al naargelang de batterijen aan sterkte verliezen. • – Een standaardstethoscoop met eenzijdig borststuk is zeker voldoende. • – Gebruik een basismodel van hartslagmeter. Die moet bestaan uit een digitaal horloge en een borstband, die rond de borstkas wordt bevestigd. • Tijdsplanning: • – De instructies en de vragen voor de leerlingen voorafgaand aan het experiment moeten binnen 15 minuten worden beantwoord. • – Het eigenlijke experiment neemt ongeveer 30 minuten per leerling in beslag (als de leerlingen per twee werken komt dit dus neer op 2 x 30 minuten) • – De onderlinge vergelijking van de bekomen resultaten en de evaluatie van het experiment duurt normaal gesproken niet langer dan 30 minuten. • – Voor de test van Ruffier, inclusief de berekening van de score, moet er ongeveer 30 minuten worden uitgetrokken. • – Slotdiscussie – 15 minuten. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Het geheim van het menselijk lichaam: The secret of the human body: leer about je hart kennen learn your heart Werkbladen voor de leerlingen Oplossing van het werkblad voor de leerlingen 1. Verwacht antwoord op de instructies en de vragen voor de leerlingen voorafgaand aan het experiment: De rechterhelft van het hart is een pomp die het zuurstofarme bloed via de longslagader naar de longen stuurt. De linkerhelft van het hart pompt zuurstofrijk bloed naar de aorta en zo ook naar de rest van het lichaam. De longslagader en de aorta zijn de grootste aders in ons lichaam. Het bloed stroomt door onze slagaders en die klopping kan je voelen. Je kunt daarvoor je hand op je hart leggen, maar ook door je vingers op je pols te leggen is je hartslag merkbaar. De hartslag (twee harttonen na elkaar gevolgd door een korte pauze; het eerste geluid is het sterkste en het tweede is het zwakste) is het geluid dat ontstaat doordat de kleppen zich sluiten. 2. Onderwerp van het experiment: Het in kaart brengen van de hartactiviteit tijdens verschillende activiteiten • Verwachte formulering van de hypothese: • Het hart werkt niet altijd op hetzelfde ritme. Wanneer we in beweging zijn, en al naargelang de lichamelijke inspanning stijgt – of zelfs wanneer we zenuwachtig zijn – verhoogt ook de activiteit van het hart (de harttonen en de hartslag gaat sneller, de bloeddruk stijgt). • Verwachte voorstellen van manieren (methodes) om het ritme van de hartactiviteit in kaart te brengen: • Luisteren naar iemands hartslag door je oor op de borstkas van die persoon te leggen, de polsslag meten, bloeddruk meten, elektrocardiogram etc. • De methode die de leerlingen voor het experiment zullen kiezen hangt af van de instrumenten die in het klaslokaal beschikbaar zijn. Vragen en richtlijnen voor de leerlingen – verwachte resultaten: • De hypothese van de leerlingen werd tijdens het experiment bevestigd. Onze hartslag verandert tijdens verschillende activiteiten. Het hart gaat sneller slaan al naargelang de lichamelijke inspanning stijgt. • De leerlingen behaalden verschillende resultaten tijdens het testen van de hartactiviteit door middel van specifieke activiteiten. • De hartslag of polsslag van atletische en fitte leerlingen is lager dan die van leerlingen die weinig of niet aan sport doen. Het hart van de sportieve leerlingen is dus waarschijnlijk sterker. Conclusies: Wat en hoe hebben we geleerd uit het experiment? • Het hart werkt niet altijd op hetzelfde ritme. De hartslag hangt af van de activiteit die we op dat moment uitvoeren. • We hebben de hartactiviteit in kaart gebracht door de polsslag te meten en de harttonen te tellen. • Zonder het gebruik van instrumenten kan de hartactiviteit eveneens worden gemeten. Je kunt je hartslag voelen op je pols, of de harttonen beluisteren door je oor op de borstkas van je klasgenoot te leggen. • Zware lichamelijke inspanningen of intensief aan sport doen belasten het hart. • De werking van het hart die we vandaag tijdens verschillende activiteiten hebben bestudeerd, kan in de toekomst positief of negatief worden beïnvloed door onze levensstijl. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647