Opdrachten voor de energieweek

advertisement
Vragenlijst permanente tentoonstelling
Centrum Duurzaam Bouwen
1. Materiaalgebruik:
a. Noem 5 bouwmaterialen.
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
b. Wat verstaat men onder de afkorting “FSC” van FSC-gelabeld hout?




FSC staat voor Forest Stewardship Council
Het FSC-label heeft betrekking op hout en garandeert
verschillende criteria, o.m. dat het hout uit duurzaam bosbeheer
afkomstig is, in sociaal aanvaardbare omstandigheden is
gewonnen,…
FSC staat voor Forest Stone Capture
Het FSC-label heeft betrekking op de stenen die gevonden worden
in bossen, met deze stenen worden later nieuwe huizen gebouwd
FSC staat voor First Social Community
Het FSC-label staat voor hout dat illegaal gekapt wordt in de
tropische regenwouden
FSC staat voor Frequent Security Check
Het FSC-label duidt aan of het hout voldoet aan de strenge eisen
op vlak van stevigheid en brandbaarheid
1
2. Isolatie:
a. Duid aan waarom we onze huizen moeten isoleren?




Om geen vocht in huis te krijgen
Om de warmte in het huis te houden
Om het ongewenst ongedierte uit het huis te houden
Om de warmte van de zonnestralen op te vangen en om te zetten in
energie
b. Wat verstaat men onder het K-peil van een woning?




Een getal om het aantal kilo gebruikte isolatiemateriaal aan te geven
Een getal om de kost van een woning aan te duiden zodat bouwers weten
wat hun huis gaat kosten.
Een getal dat diverse gebouwelementen beoordeelt op hun invloed op het
globale isolatieniveau van de woning (isolatie, koudebruggen,
compactheid,…)
Een getal om het aantal kamers uit te drukken die in een woning aanwezig
zijn
c. Wat is een koudebrug?




Een onderbreking in de isolatieschil in de woning waar het isolatieniveau
slechter is dan de omringende isolatie.
Een brug die enkel gebouwd kan worden in extreem koude landen.
Een bouwtechniek om isolatie te plaatsen
Een systeem om je huis op een natuurlijke manier te ventileren
d. Noem 3 soorten isolatiematerialen.
…………………………………………..
…………………………………………..
…………………………………………..
2
3. Ventilatie:
a. Waarom moeten we ventileren?




Omdat wijzelf verse zuurstof nodig hebben, en ook om vocht en vieze
geurtjes buiten te krijgen
Om de airconditioning niet te overbelasten
We moeten niet ventileren omdat er anders koude lucht naar binnen komt
en de warme lucht naar buiten ontsnapt
We moeten niet ventileren omdat een huis genoeg spleten en gaatjes
vertoont zodat het huis op zich ventileert
b. Noem 3 ventilatiemogelijkheden.
………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………
c. Welke bewering is onjuist?




Sluit verluchtingsroosters nooit. Plak ze niet dicht. Ze zijn
levensnoodzakelijk.
Zet de dampkap aan als je kookt.
Zet de ramen niet te lang open om te ventileren.
Natuurlijk ventileren is duur en niet effectief.
3
4. Passief huis? …Lage energiewoning? :
a. Wat is een passief huis?




Een snelbouw woning/prefab
Dit staat voor een specifieke constructie voor huizen met een goed
binnenklimaat gedurende zowel winter als zomer, zonder traditioneel
verwarming- of koelsysteem.
Een huis waar men eens het gebouwd is geen werk meer heeft om het
te onderhouden. Het onderhoudt zichzelf.
Dit is toekomstmuziek en bestaat nog niet.
b. Wat is een lage-energie-woning?




Een
niet
Een
Een
Een
woning waarbij de hoger gelegen kamers, vanaf het eerste verdiep
moeten verwarmd worden
woning die minder energie verbruikt dan een normale woning
woning die voorzien is van alle nieuwe snufjes op domotica gebied
woning die voornamelijk gebouwd wordt in zuiderse landen.
c. Hoe vullen ventilatie en isolatie elkaar hier aan?
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
4
5. Energie:
a. Welke soorten energie kunnen gebruikt worden voor het verwarmen van
een woning?
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
b. Duid alle manieren aan hoe stroom met hernieuwbare energiebronnen kan
worden gemaakt:




Wind
Zonne-energie
Waterkracht
Biomassa
c. Wat is groene stroom?




Stroom die voortkomt door het bewegen van gras in de wind
De stroom die hernieuwbare energiebronnen produceren
Kernenergie
De stroom die geproduceerd wordt door glimwormen
d. Wat bedoelt men met fotovoltaïsche cellen?




Genetisch bepaalde cellen in het menselijk lichaam die zorgen
voor de bruine tint van de huid bij blootstelling aan de zon
Dunne plaatjes of laagjes die licht rechtstreeks in stroom
omzetten
Het witte effect verkregen bij overbelichting tijdens de
ontwikkeling van een fotorolletje
Cellen die energie kunnen omzetten in foto’s
5
6. Water:
a. Van waar komt ons drinkwater?




Uit de kraan
Uit de zee
Van de regen
Van bronnen
b. Geef 5 tips om verstandig met drinkwater om te springen.
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
c. Waarom wil men tegenwoordig regenwater en rioolwater afzonderlijk
afvoeren?
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
d. Waarvoor kan je gefilterd regenwater niet gebruiken?




Als drinkwater
Voor de planten in de tuin water te geven
Voor het toilet
Om de auto te wassen
e. Wat verstaat men onder de afkorting I.B.A.?




f.
Internationale Belangen voor Afvalwater
Intern Beheer van Afval
Institution Building of Amsterdam
Individueel Behandeling voor Afvalwater
Geef één methode om afvalwater op een natuurlijke manier te zuiveren.
…………………………………………………………………………………………………………………………
g. Geef één methode om afvalwater op mechanische manier te zuiveren.
…………………………………………………………………………………………………………………………
6
7. Afval:
a. recyclage/storten/preventie/verbranden/hergebruik
Rangschik de hierboven vermelde manieren van afvalbehandeling van de
meest milieuvriendelijke naar de minst milieuvriendelijke.
Meest milieuvriendelijke:
……………………………….. ( = voorkomen)
………………………………..
………………………………..
………………………………..
Minst milieuvriendelijke:
…….………………………….
b. Noem 5 manieren waarop jijzelf afval kan voorkomen…
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
c. Waar gooi je kauwgom weg?




Op straat
In de GFT-bak
In de restafvalzak
In het rioolputje
d. Duid de meest afvalvriendelijke lunch aan




Aluminiumfolie + glazen retourflesje
Brooddoos + herbruikbare drinkbus
Brooddoos + drankkarton
Voorverpakte sandwich + plastic wegwerpflesje
e. Wat hoort niet thuis in het rijtje?




Spaarlampen
Batterijen
Gloeilampen
Motorolie
7
8. Geef zelf een definitie van ’duurzaam bouwen’:
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
9. Rangschik volgens je persoonlijke voorkeur van belangrijkheid
-
zuinig omgaan net energie
…………………………………………
-
spaarzaam zijn met drinkwater
…………………………………………
-
afval voorkomen
…………………………………………
-
gebruik maken van natuurlijke materialen
…………………………………………
8
Download