Galactosemie stap voor stap Een brochure als hulpmiddel voor ouders met een kind met galactosemie en hun omgeving Gerealiseerd door: CEMA Antwerpen – december 2004 GALACTOSEMIE .................................................................................................................... 1 WAT IS GALACTOSEMIE? ................................................................................................. 1 HOE KRIJG JE DEZE AANDOENING? ............................................................................. 3 WAT IS DE BEHANDELING VAN GALACTOSEMIE? .................................................. 6 WAAROM ETEN WE? ........................................................................................................... 8 WAT ZIJN DE VOEDINGSSTOFFEN? ............................................................................... 9 A. DE KOOLHYDRATEN OF SACHARIDEN (BRANDSTOFFEN) ................................................... 10 eenvoudige koolhydraten of mono- en di-sachariden .............................................. 11 Overzicht van de mono-sachariden (1 enkel bestanddeel of suikermolecule) ............. 11 Overzicht van de di-sachariden (2 bestanddelen of suikermoleculen) ......................... 11 Overzicht van de di-sachariden (2 bestanddelen of suikermoleculen) ......................... 12 meervoudige koolhydraten of poly-sachariden ........................................................ 13 B. DE EIWITTEN (BOUWSTOFFEN) .......................................................................................... 14 C. DE VETTEN (BRANDSTOFFEN) ........................................................................................... 15 D. VITAMINEN, MINERALEN EN SPORENELEMENTEN (BESCHERMSTOFFEN) ........................... 16 Vitaminen ................................................................................................................. 16 Mineralen en sporenelementen ................................................................................ 16 E. VOCHT EN VEZELS............................................................................................................. 17 Vocht......................................................................................................................... 17 Vezels ........................................................................................................................ 17 WAT IS VERTERING EN OPNAME? ............................................................................... 18 WAT IS HET METABOLISME? ........................................................................................ 20 WAT IS EEN EVENWICHTIGE VOEDING?................................................................... 21 WAT GEBEURT ER MET GALACTOSE? ....................................................................... 22 WAT IS DE BEHANDELING VAN GALACTOSEMIE? ................................................ 23 WAT IS EEN AANGEPASTE VOEDING? ........................................................................ 24 2 HOE PASSEN WE DE VOEDING AAN? ........................................................................... 25 A. BRONNEN VAN GALACTOSE .............................................................................................. 25 Lactose of melksuiker ............................................................................................... 25 Vrij galactose ........................................................................................................... 25 Gebonden galactose (verborgen bronnen) ............................................................... 25 B. STRENGE BEPERKING VAN LACTOSE OF MELKSUIKER ....................................................... 26 Melk en melkproducten ............................................................................................ 26 Toegevoegde melk en melkproducten ....................................................................... 26 Toegevoegd lactose .................................................................................................. 26 C. STRENGE BEPERKING VAN VRIJ GALACTOSE ..................................................................... 28 D. STRENGE BEPERKING VAN GEBONDEN GALACTOSE .......................................................... 29 E. UITBREIDING VAN DE VOEDING IN FUNCTIE VAN DE CONTROLES ...................................... 30 F. EEN AANTAL OPMERKINGEN.............................................................................................. 31 Moeten melk en melkproducten vervangen worden? ............................................... 31 WAT ZIJN DE VOEDINGSBEHOEFTEN VAN UW KIND? ......................................... 33 SAMENVATTING ................................................................................................................. 34 HOE ZIET DE VOEDING ERUIT? .................................................................................... 35 A. DE VOEDING VAN 0 TOT 4 À 6 MAANDEN .......................................................................... 36 B. DE VOEDING VAN 4 À 6 TOT 8 MAANDEN .......................................................................... 37 C. DE VOEDING VAN 8 TOT 12 MAANDEN .............................................................................. 39 D. DE VOEDING VAN PEUTERS VAN 1 TOT 3 JAAR .................................................................. 40 E. VOEDING VANAF 3 JAAR ................................................................................................... 42 Verse voedingsmiddelen versus kant en klare voedingsmiddelen ............................ 43 Merkartikelenlijst voor koemelkeiwitvrij en/of lactose ............................................ 43 Een aantal hulpmiddelen bij de keuze van kant en klare voedingsmiddelen ........... 44 Overzicht van de voedingsmiddelengroep binnen de voedingsdriehoek .................. 45 Vocht ............................................................................................................................ 45 Groenten ....................................................................................................................... 46 Fruit .............................................................................................................................. 46 Vlees, vis, ei ................................................................................................................. 46 Alternatieven voor melk en melkproducten ................................................................. 46 Vetstoffen ..................................................................................................................... 47 Restgroep ...................................................................................................................... 47 VOEDINGSMIDDELENLIJST VOOR GALACTOSEMIE? ............................... 48 AANDACHTSPUNTEN VAN DE MEDISCHE OPVOLGING ....................................... 49 WAT TE DOEN ALS UW KIND ZIEK IS?........................................................................ 50 A. WAT TE DOEN ALS UW KIND ZIEK WORDT? ....................................................................... 50 B. WAT TE DOEN ALS UW KIND DIARREE HEEFT? ................................................................... 50 C. WAT TE DOEN ALS UW KIND BRAAKT? .............................................................................. 50 LITERATUURBRONNEN ................................................................................................... 51 VOEDINGSDAGBOEK ........................................................................................................ 52 TOEGELATEN MEDICATIE EN TANDPASTA ............................................................. 53 3 VOEDINGSMIDDELENLIJST VOOR GALACTOSEMIE ............................................ 54 4 Wat is galactosemie? Wat is stofwisseling ? De verwerking van voedingsstoffen in de cellen. Galactosemie is een stofwisselingsziekte, gelokaliseerd in de lever. Bij galactosemie kan galactose door een defect in het enzym niet of beperkt worden afgebroken tot glucose. Er zijn drie verschillende vormen van Wat is een enzym ? galactosemie: Enzymen zijn eiwitten die in galactokinase deficiëntie (1) kleine hoeveelheden aanwezig een galactose-1-fosfaat uridyltransferase deficiëntie (2) biochemische reactie versnellen en in een bepaalde richting epimerase deficiëntie (3). voortstuwen zonder dat ze zelf in die reactie worden verbruikt. Men noemt ze daarom biokatalysatoren. Wat is galactose ? Het is een soort koolhydraat. Figuur 1: Galactose metabolisme met de mogelijke enzym defecten. spontane reactie (a) galactitol galactose galactonaat galactokinase (1) galactose-1-fosfaat UDP-glucose galactose-1-fosfaat uridyltransferase (2) epimerase (3) UDP-galactose glucose-1-fosfaat plaats van een mogelijk enzymdefect + naam van het enzym verantwoordelijk voor de omzetting CEMA Antwerpen 1 Wat is restactiviteit? Het defect enzym kan nog over de mogelijkheid beschikken om een kleine hoeveelheid galactose toch om te zetten in glucose. Indien men deze hoeveelheid overschrijdt dan zal het enzym blokkeren en niets meer omzetten. Bij elke vorm van galactosemie kan het defect enzym nog over een restactiviteit beschikken. Zowel het type defect als de restactiviteit van het defecte enzym zal de ernst van de aandoening bepalen. Men spreekt over een klassieke galactosemie bij een deficiëntie aan het galactose-1-fosfaat uridyltransferase. Bij dit defect kan galactose wel omgevormd worden naar galactose-1-fosfaat maar blokkeert het defecte enzym de verdere omzetting (volledig of gedeeltelijk in functie van restactiviteit). Een accumulatie (opstapeling) van galactose-1-fosfaat treedt op en is toxisch voor de lever en de hersenen. Door dit defect zal ook galactose opstapelen. Galactitol wordt via een spontane reactie (zie figuur 1, reactie a) uit galactose gevormd en stapelt zich tenslotte ook op en veroorzaakt in de ooglenzen cataract (vertroebeling van de ooglens). Een epimerase deficiëntie heeft ongeveer hetzelfde beeld als een klassieke galactosemie maar milder. Bij een galactokinase deficiëntie is er enkel een accumulatie van galactose. Deze patiënten vertonen voornamelijk enkel cataract. Het kan ook voorkomen dat twee verschillende defecten gecombineerd zijn en aanleiding geven tot galactosemie. Figuur 2: De verschillende soorten galactosemie en hun gevolgen. ENZYMDEFECT A. galactokinase deficiëntie B. galactose-1-fosfaat uridyltransferase deficiëntie of “Klassieke galactosemie” C. epimerase deficiëntie ACCUMULATIE galactose galactitol galactose-1-fosfaat galactose galactitol galactose-1-fosfaat galactose galactitol milder dan B ! GEVOLGEN cataract schadelijk voor lever en hersenen cataract schadelijk voor lever en hersenen cataract Opmerking: Zowel A ,B als C kan variëren van milde vorm naar ernstige vorm in functie van de restactiviteit van het enzym. Gecombineerde defecten zijn ook mogelijk. Door een defect in het galactosemetabolisme heeft uw kind galactosemie. Er zijn verschillende enzymdefecten die de oorzaak kunnen zijn. De ernst van de aandoening kan variëren in functie van enzymdefect en restactiviteit. CEMA Antwerpen 2 Hoe krijg je deze aandoening? Galactosemie is een erfelijke ziekte, dit wil zeggen dat ze Wat is een gen ? overgedragen wordt via de genen. De genen bepalen karakteristieken Een gen is een drager van van ons organisme, zoals bijvoorbeeld de kleur van de ogen, de vorm erfelijke kenmerken. van de neus, … Galactosemie is aangeboren. Het is een erfelijke autosomale recessieve aandoening. Erfelijkheid bij mensen begint wanneer de zaadcel van een man versmelt met de eicel van een vrouw. Uit deze versmolten cellen ontstaan miljarden cellen die vorm geven aan het lichaam. Erfelijkheid ? Zowel in de zaadcel als in de eicel zit erfelijk materiaal dat bestaat uit chromosomen, genen en DNA. In iedere zaadcel en elke eicel liggen 23 chromosomen. De versmolten cel bevat dus in totaal 46 chromosomen. De meeste chromosomen blijken twee aan twee gelijk te zijn (chromosomenparen). Er zijn 22 gelijke paren en 1 ongelijk paar. De 22 chromosomenparen (genummerd) zijn autosomaal, en 1 paar noemt men geslachtschromosomen (niet genummerd maar X of Y). Figuur 3: Erfelijk materiaal Figuur 4: Chromosomen Figuur 4: Chromosomen CEMA Antwerpen 3 In elk paar is 1 chromosoom afkomstig van de man en 1 van de vrouw. Op ieder chromosoom liggen vele honderden genen. Het zijn de genen die in de erfelijkheid de hoofdrol spelen. De genen zijn ook twee aan twee gelijk (genenparen). Beide genen in een genenpaar hebben dezelfde taak, maar ze kunnen van mening verschillen over de manier waarop ze de taak uitoefenen (Wie is de baas?). Het gen dat overheersend is noemt men Recessief ? dominant en het gen dat zwakker is noemt men recessief. Men onderscheidt daarom ook dominante en recessieve erfelijke eigenschappen. Figuur 5: DNA materiaal in detail CEMA Antwerpen 4 Galactosemie is autosomaal recessief erfelijk. Bij galactosemie zijn beide genen in een autosomaal genenpaar defect. Dit wil zeggen dat zowel de vader als de moeder een defect gen hebben doorgegeven aan hun kind. Zowel vader als moeder zijn drager van een afwijkend gen. Bij iedere nieuwe bevruchting zal er 25 % kans bestaan dat de baby galactosemie heeft, 50 % kans dat hij/zij drager is van het afwijkend gen (zoals mama en papa) of 25 % kans dat de baby geen galactosemie heeft en ook geen drager is van het afwijkend gen. Autosomaal ? Figuur 6: Overerving ter illustratie Moeder Vader Moeder Kind zonder galactosemie Moeder Vader Kind is drager Vader Kind is drager Moeder Vader Kind met galactosemie Afwijkend gen Niet afwijkend gen CEMA Antwerpen 5 Galactosemie is een aangeboren erfelijke autosomaal recessieve aandoening. Wat is de behandeling van galactosemie? Een galactosemie patiënt wordt behandeld met een aangepaste voeding. De voeding van een kind met galactosemie beantwoordt aan dezelfde voedingseisen als de voeding van een ander kind, omdat een normale groei en ontwikkeling nagestreefd wordt. Maar men zal in elk geval de inname van galactose tot het strikte minimum beperken. Een voeding volledig galactosevrij maken is onmogelijk. Bij jonge zuigelingen of jonge kinderen met galactosemie kan een te hoge inname van galactose direct aanleiding geven tot maagdarmproblemen (diarree). Bij oudere kinderen zal dit niet direct merkbaar zijn. De behandeling, in dit geval de aangepaste voeding, wordt gecontroleerd door het afnemen van bloedwaarden en/of urinewaarden in functie van het type defect. De frequentie van het controleren is in functie van de leeftijd, enzymdefect en restactiviteit van het enzym (ernst van de aandoening). Controleren van bloedwaarden en/of urinewaarden en de frequentie Galactokinase deficiëntie: bepalen van galactose in het bloed bepalen van galactitol in de urine normaalwaarde: < 0,5 mg/dl galactose 2-4 mmol/mol creatinine galactitol Klassieke galactosemie: bepalen van galactose-1-fosfaat of GAL-1-P in het bloed normaalwaarde: < 0,5 mmol/dl Epimerase deficiëntie: idem als klassieke galactosemie Frequentie van controle 1ste levensmaand: wekelijks controle 2de levensmaand tot 2 jaar: maandelijkse controle > 2 jaar: 3-6 maandelijks Dit geldt voor de klassieke vorm, voor mildere varianten zal vooral gecontroleerd worden bij het uitbreiden van het dieet. Om de aangepaste voeding beter te leren begrijpen, bespreken we achtereenvolgens wat een evenwichtige voeding is in al zijn facetten. We bespreken waarom we eten, wat we eten, wat de verschillende voedingsstoffen zijn, wat galactose is, wat vertering en metabolisme is, … CEMA Antwerpen 6 Kortom alle zaken die noodzakelijk zijn om de aangepaste voeding van uw kind beter te begrijpen. De behandeling van een galactosemiepatiënt is een aangepaste voeding. Deze voeding omvat een beperking van galactose. Het galactosevrij maken van de voeding is onmogelijk, een strikte beperking daarentegen wel. Bloed- en/of urinecontroles worden aangewend om de behandeling te evalueren, frequentie is afhankelijk van enzymdefect. . CEMA Antwerpen 7 Waarom eten we? Men kan het menselijk lichaam vergelijken met een levende machine waarvoor de voedingsmiddelen energie (brandstoffen), bouwstoffen en beschermende stoffen leveren om optimaal te functioneren. Levende machine ? Vergelijk het lichaam met een auto, de auto heeft brandstof nodig (energie) om te rijden maar ook goede banden, spiegels (bouwstoffen) en smeerolie en koelwater (beschermende stoffen) voor het goed functioneren van elk onderdeel. Dat het lichaam absoluut energie nodig heeft is logisch, zonder voeding sterven we namelijk. Een auto die geen benzine meer heeft valt ook stil. Maar de bouwstoffen, brandstoffen en beschermstoffen moeten ook in de juiste verhouding en met voldoende hoeveelheid in onze voeding voorkomen. Net zoals een auto met drie banden niet verder kan rijden of zonder zijspiegels een gevaar op de weg vormt, kan het lichaam niet naar behoren functioneren indien de voeding onevenwichtig is of tekorten vertoont. Een evenwichtige voeding is belangrijk voor: De groei van het kind De heropbouw van het lichaam (litteken, vervanging van gebruikte weefsels: huid, groei van haar, nagels…) De fysieke activiteit De werking van de verschillende organen (hart, longen,…) De intellectuele activiteit Voeding is noodzakelijk voor het functioneren van het lichaam. Een evenwichtige voeding zorgt er voor dat het lichaam efficiënt en optimaal kan functioneren. Met andere woorden, een evenwichtige voeding voldoet aan de noden en behoeften van uw kind. CEMA Antwerpen 8 Wat zijn de voedingsstoffen? Elk voedingsmiddel is samengesteld uit verschillende voedingsstoffen. brandstoffen: koolhydraten en vetten bouwstoffen: eiwitten beschermstoffen: vitaminen, mineralen en oligo-elementen vocht en vezels De brandstoffen zorgen voor voldoende energie of calorieën voor het lichaam. In vergelijking met de koolhydraten levert 1 gram vet meer calorieën dan 1 gram koolhydraat. Niettegenstaande leveren de koolhydraten de meeste calorieën in een gezonde evenwichtige voeding omdat het aandeel vet veel lager is dan de optimale hoeveelheid koolhydraten (uitzondering: bij zuigelingen zal ongeveer evenveel energie afkomstig zijn van de vetten als van de koolhydraten). De bouwstoffen zorgen voor onderhoud, opbouw en/of vervanging van alle lichaamscellen. Voedingseiwitten zijn dus de bouwstenen van onze lichaamseiwitten. Bijna alle cellen in ons lichaam zijn opgebouwd uit grotendeels eiwitten. Een kind heeft in verhouding met volwassenen per kilogram lichaamsgewicht meer eiwitten nodig omdat het groeit. Nieuwe weefsels en cellen worden aangemaakt. De beschermstoffen zijn noodzakelijk voor het goed functioneren van alle lichaamsfuncties Vocht is het grootste bestanddeel in het menselijk lichaam. Bovendien verliezen we dagelijks een grote hoeveelheid vocht via urine, zweten, stoelgang, ……. Vezels zorgen voor een optimale stoelgang en zijn onontbeerlijk voor het lichaam. De voedingsstoffen zijn de brandstoffen, bouwstoffen, beschermstoffen, vocht en vezels. CEMA Antwerpen 9 A. De koolhydraten of sachariden (brandstoffen) De koolhydraten zijn de belangrijkste energieleveranciers voor het lichaam. Meer dan 50 % van de totale calorieën wordt geleverd door de koolhydraten bij kinderen en volwassenen, ongeveer 46 % bij zuigelingen. Men onderscheid twee grote groepen binnen de koolhydraten, de eenvoudige koolhydraten en de meervoudige koolhydraten (zie figuur 7). Figuur 7: Overzicht van de soorten koolhydraten EENVOUDIGE KOOLHYDRATEN mono-sachariden Glu Gal glucose galactose Fru fructose di-sachariden Glu Fru Glu sucrose Gal Glu lactose Glu maltose MEERVOUDIGE KOOLHYDRATEN zetmeel Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu De koolhydraten of sachariden vormen een bron van energie. Ze zijn noodzakelijk voor de lichamelijke activiteit en voor het behoud van de lichaamstemperatuur. Zij voorzien de grootste hoeveelheid energie in een gezonde voeding. Glu Glu Glu Glu Glu Men kan een onderscheid maken tussen: enkelvoudige koolhydraten en meervoudige koolhydraten. dextrine-maltose Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Koolhydraten of sachariden zijn belangrijkste brandstoffen voor het menselijk lichaam. Men kan ze onderscheiden in eenvoudige en meervoudige koolhydraten. CEMA Antwerpen 10 eenvoudige koolhydraten of mono- en di-sachariden Dit zijn korte koolhydraten of sachariden die bestaan uit één bestanddeel: mono-sachariden of twee bestanddelen: di-sachariden. Ze worden ook vaak snelle koolhydraten genoemd omdat ze vlug verteerd en gemetaboliseerd worden en dus vlug energie leveren. De eenvoudige koolhydraten worden ook vaak suikers genoemd, de bestanddelen suikermoleculen. Eenvoudige koolhydraten smaken vrijwel altijd zoet. Overzicht van de mono-sachariden (1 enkel bestanddeel of suikermolecule) Glucose (druivensuiker): Glucose is het belangrijkste mono-sacharide en de centrale spil in de energiestofwisseling van het lichaam. Het komt als mono-sacharide vooral voor in vruchten zoals druiven, vandaar ook druivensuiker. Het is een zoet smakende verbinding. Glucose wordt rechtstreeks opgenomen in het bloed. Het vormt het basisbestanddeel van di-sachariden en meervoudige koolhydraten. Fructose (vruchtensuiker): Een veelvoorkomend mono-sacharide in fruit is fructose. Fructose komt voor in bijna alle plantaardige voedingsmiddelen. Het komt voor in grote hoeveelheden in fruit, in kleinere hoeveelheden in aardappelen, groenten, noten. Het wordt ook vaak gebruikt als zoetmiddel in dieetproducten. Galactose: Galactose lijkt chemisch gezien zeer goed op glucose en komt voornamelijk voor in melkproducten, bepaalde groenten, exotisch fruit en noten en in een gebonden vorm in soja, peulvruchten, orgaanvlees. Figuur 8: Overzicht van de mono-sachariden Glu glucose Gal Fru galactose fructose Galactose is een mono-sacharide. CEMA Antwerpen 11 Overzicht van de di-sachariden (2 bestanddelen of suikermoleculen) De di-sachariden zijn opgebouwd uit een combinatie van bovenstaande mono-sachariden. Ze worden in de darm altijd gesplitst in hun bestanddelen (mono-sachariden) vooraleer ze opgenomen kunnen worden in de bloedbaan. Sucrose of sacharose of rietsuiker of bietsuiker: Gewone suiker is sucrose. Het smaakt heel zoet en is opgebouwd uit fructose en glucose. In de darm zal het dus splitsen in evenveel fructose als glucose. Sucrose komt ook van nature voor in plantaardige voedingsmiddelen. Het komt voor in grotere hoeveelheden in fruit, in kleinere hoeveelheden in groenten, aardappelen en granen (bevatten meer trage koolhydraten, zie verder). Het grootste deel sucrose in de voeding komt echter voor in kant en klare producten waarbij het toegevoegd werd als riet/bietsuiker zoals bijvoorbeeld in koek, gebak, snoep, frisdranken, gezoete fruitsappen, zoete toespijs. Deze voedingsmiddelen leveren enkel energie en geen andere noodzakelijke voedingsstoffen (lege calorieën). Riet/bietsuiker kan ook toegevoegd worden aan kant en klare voedingsmiddelen waarvan het minder evident lijkt omdat ze niet zoet smaken zoals bijvoorbeeld ketchup, soep in poedervorm, pizza, sandwiches, brood en vleeswaren (vaak voor de houdbaarheid). Maltose (moutsuiker): Maltose bestaat uit twee moleculen glucose. In de darm splitst maltose dus in twee delen glucose. Het komt onder andere voor in bier. Lactose (melksuiker): Lactose is opgebouwd uit glucose en galactose. In de darm splitst lactose zich in 1 molecule glucose en 1 molecule galactose. Lactose komt voor in alle melkproducten. In veel kant en klare producten kan lactose zitten (zie verder). Figuur 9: Overzicht van de di-sachariden Glu Fru sucrose Glu Gal lactose Glu Glu maltose Galactose is ook een bestanddeel van lactose, een di-sacharide. Bij splitsing van lactose in de vertering komt galactose vrij. CEMA Antwerpen 12 meervoudige koolhydraten of poly-sachariden De meervoudige koolhydraten zijn polymeren (grote aaneengeschakelde verbindingen) van eenvoudige koolhydraten. Ze worden ook wel trage koolhydraten genoemd omdat ze traag verteerd en gemetaboliseerd worden en dus traag hun energie vrijstellen. Tijdens het verteringsproces moeten de spijsverteringssappen deze lange ketens namelijk afbreken tot slechts 1 bestanddeel of suikermolecule, meestal glucose. Ze smaken in tegenstelling tot de eenvoudige koolhydraten niet zoet. Zetmeel: Zetmeel is het meest voorkomend meervoudig koolhydraat. Het is één van de belangrijkste voedingsstoffen voor de mens. Het bevindt zich voornamelijk in grote hoeveelheden in granen, aardappelen, peulvruchten (kikkererwten, linzen,…, witte bonen), rijst en in daarvan afgeleide producten zoals deegwaren, brood en melen. Zetmeel is opgebouwd uit grote aaneengeschakelde hoeveelheden glucose. Voedingsmiddelen die zetmeel bevatten zijn vaak ook rijk aan vitaminen en mineralen en vormen dus het basisvoedsel van een gezonde voeding. Glucosepolymeren: Dextrine-maltose is een soort glucosepolymeer. Het is een aaneenschakeling van glucose maar korter dan zetmeel. Het wordt vooral gebruikt als energiesupplement in poedervorm. Dextrine-maltose wordt fabrieksmatig bereid en komt nauwelijks voor in gewone voedingsmiddelen. Figuur 10: Overzicht van de poly-sachariden zetmeel Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu dextrine-maltose Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Glu Zetmeel is één van de belangrijkste voedingsstoffen. CEMA Antwerpen 13 B. De eiwitten (bouwstoffen) Eiwitten zijn noodzakelijk voor de opbouw en het onderhoud van de weefsels, dit wil zeggen dat ze ervoor zorgen dat er steeds nieuw weefsel kan aangemaakt worden (groei in gewicht en lengte en ontwikkeling van de hersenen). Ze staan ook in voor de genezing van wonden, groei van haar en nagels. De eiwitten bestaan uit verschillende aminozuren, die noodzakelijk zijn voor een goede gezondheid. Wat is een aminozuur ? Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. We kunnen de eiwitten vergelijken met een parelsnoer waarvan elke parel een aminozuur is. Figuur 11: Eiwitstructuur Er zijn 20 verschillende aminozuren. Allen zijn ze onmisbaar omdat ze gebruikt worden voor de opbouw van onze lichaamseiwitten. Voldoende eiwitten zijn nodig voor een goed functionerend lichaam. Echter teveel aan eiwitten is nadelig voor het lichaam. Het kan op latere leeftijd nierproblemen geven wegens overbelasting van hun zuiveringscapaciteit. De nieren moeten namelijk de afvalstoffen van de eiwitten uit het lichaam verwijderen. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Het lichaam heeft nood aan voldoende eiwitten. Een overmaat aan eiwitten is nadelig. CEMA Antwerpen 14 C. De vetten (brandstoffen) Vetten of vetstoffen zorgen voor energie, zijn nodig voor het behoud van de lichaamstemperatuur en verrichting van lichamelijke activiteit. Men kan ze vergelijken met de brandstof van een machine of met de verwarming van ons huis. De vetten bevatten veel calorieën: 2 maal meer dan de eiwitten of de koolhydraten. We maken een onderscheid tussen de “zichtbare” en de ‘onzichtbare’ vetten. Zichtbare vetten: smeervetten zoals boter, margarine, minarine, kruidenboter, … bereidingsvetten zoals olie, bak en braad vet, frituurolie, … Onzichtbare vetten: vlees en vleeswaren slagroom, room eieren vette kazen sommige vissoorten noten chocolade… Essentiële vetzuren ? Vetzuren die het lichaam niet zelf kan aanmaken, de enigste bron is onze voeding. Hartvriendelijke vetten ? Verzadigde vetten = slecht voor het hart, geen specifieke functie, niet noodzakelijk, vooral dierlijke vetten Onverzadigde vetten = goed voor het hart, bevat essentiële vetzuren, vooral plantaardige vetten Cholesterol = overmaat slecht voor het hart, enkel dierlijke vetten, bestanddeel van bepaalde hormonen De vetten leveren ons naast energie, ook andere belangrijke voedingsstoffen zoals de vetoplosbare vitaminen ( A, D, E, K) en essentiële vetzuren (linolzuur, linoleenzuur). De opname van de essentiële vetzuren kan enkel optimaal zijn indien men kiest voor de juiste vetten. Bovendien moet een gezonde voeding altijd “hartvriendelijk” zijn. De diëtiste helpt u bij de keuze van de juiste soort. Opmerking: Vetten zijn noodzakelijk maar niet meer dan de aanbeveling, ook al kiest u voor de juiste vetten. Er zijn zichtbare vetten en onzichtbare vetten. Naast energie leveren vetten ook vitaminen en essentiële vetzuren. Vet is noodzakelijk in de voeding. CEMA Antwerpen 15 D. Vitaminen, mineralen en sporenelementen (beschermstoffen) Deze stoffen zijn in kleine hoeveelheden aanwezig in de meeste voedingsmiddelen. Ze zijn noodzakelijk voor een optimale ontwikkeling en goede werking van ons lichaam. Deze stoffen worden ook de “beschermstoffen” genoemd. Vitaminen We kunnen ze onderverdelen in vetoplosbare en wateroplosbare vitaminen. De vetoplosbare vitaminen (ADEK) mogen niet in te hoge dosis gegeven worden omdat dit schadelijk is voor bepaalde organen. De wateroplosbare vitaminen (BC) worden bij een te hoge dosis terug uitgeplast. Mineralen en sporenelementen Mineralen zijn noodzakelijk voor een goede werking van het lichaam. Van sommige mineralen hebben we slechts zeer kleine hoeveelheden nodig, van andere duidelijk meer. De mineralen waarvan we slechts kleine hoeveelheden nodig hebben, worden sporenelementen genoemd. Deze komen in zeer kleine hoeveelheden voor in het lichaam. Bijvoorbeeld jodium, selenium en koper zijn sporenelementen; calcium, ijzer en zink zijn mineralen. In tegenstelling tot de bouw- en brandstoffen zijn de beschermstoffen in kleine hoeveelheden nodig voor een goede werking van de lichaamsfuncties. CEMA Antwerpen 16 E. Vocht en vezels Vocht Water is heel belangrijk in een gezonde voeding. Water is in ons lichaam een transport- en vervoermiddel ( denken we maar aan onze bloedbaan en het lymfesysteem). Water regelt ook de lichaamswarmte: het zweten. Dagelijks verliezen we vocht via de huid, urine en stoelgang. Om dit verlies te compenseren is het nodig om elke dag voldoende te drinken. Het overige water halen we uit de voedingsmiddelen. Bij braken, diarree, koorts of veel zweten is het nodig om nog meer te drinken. Dorst is een teken van vochttekort. Vezels Men is het nog steeds niet eens over de definitie van voedingvezels. Voedingsvezels zijn onverteerbare voedingsstoffen, die alleen in plantaardige producten voorkomen. Vezels zijn vooral belangrijk voor een goede darmwerking. Ze beïnvloeden het volume en de frequentie (= aantal keren) van de stoelgang. Onoplosbare vezels of fermenteerbare voedingsvezels beïnvloeden het volume van de stoelgang. Ze komen vooral voor in graanproducten. Oplosbare vezels zorgen voor een zachtere stoelgang. Ze komen vooral voor in groenten, fruit. Water heeft talrijke belangrijke functies in het lichaam. Bovendien verliezen we dagelijks vocht via onder andere urine en zweten. Deze tekorten moeten aangevuld worden. Vezels dragen bij tot een gemakkelijke ontlasting. CEMA Antwerpen 17 Wat is vertering en opname? Onze voeding kan niet direct in ons lichaam opgenomen worden. De voeding moet eerst afgebroken worden in kleinere delen in het spijsverteringsstelsel (zie figuur 12) vooraleer de voedingsstoffen in de bloedbaan terechtkunnen. Dit proces noemt men de vertering. Figuur 12: Het spijsverteringsstelsel De vertering begint al bij het zien van voeding. In je mond begint zich speeksel te vormen en je maag begint met het produceren van maagsappen. In de mond wordt de voeding gekauwd en gemengd met speeksel. Via de slokdarm (zie figuur 12, nr. 4) komt het voedsel in de maag (zie figuur 12, nr. 3). In de maag wordt de voeding verder bewerkt en gemengd met maagsappen, een mengeling van enzymen en zuren. Nadat het voedsel klaar is voor verdere vertering wordt het doorgelaten naar de darmen. In de dunne darm gaat de spijsvertering verder met andere spijsverteringssappen (onder andere afkomstig van de alvleesklier of pancreas, zie figuur 12, nr. 5). De eiwitten worden gesplitst in aminozuren, de vetten in vetzuren en de koolhydraten in mono-sachariden (glucose, galactose of fructose). Het is enkel onder deze eenvoudige vorm dat de voedingsstoffen de darmwand kunnen passeren en zo geabsorbeerd worden in het bloed (of lymfekanaal) om tenslotte in de cellen opgenomen te worden. Dit proces noemt men opname. Doorheen de darmvlokken (zie ook figuur 13) worden de voedingsstoffen opgenomen. Eens in de bloedbaan, komen de voedingsstoffen in de verschillende weefsels terecht. De koolhydraten komen dus in de bloedbaan terecht als glucose, fructose of galactose (zie figuur 14). Figuur 13: Darmvlokken CEMA Antwerpen Wat zijn darmvlokken ? Darmvlokken zijn de geplooide wanden van de dunne darm waardoor de voedingsstoffen opgenomen worden in het bloed (zie foto). 18 Figuur 14: Vertering en opname van de koolhydraten in overzicht VOEDING zetmeel maltose glucose sucrose fructose lactose SPEEKSEL ALVLEESKLIER sucrose maltose lactose fructose glucose galactose BLOED De vertering zorgt ervoor dat de voeding in eenvoudige voedingsstoffen gesplitst wordt. Na de vertering worden deze voedingsstoffen geabsorbeerd in het bloed via de darmwand. Dit proces noemt men opname. Vetten worden verteerd tot vetzuren en opgenomen in het lymfekanaal of in het bloed. Eiwitten worden verteerd tot aminozuren en opgenomen in het bloed. Koolhydraten worden verteerd in glucose, galactose of fructose en opgenomen in het bloed. CEMA Antwerpen 19 Wat is het metabolisme? Na de opname in het bloed ondergaan de voedingsstoffen een serie veranderingen onder invloed van enzymen en chemische processen. Deze chemische processen die mensen voortdurend uitvoeren noemt men het metabolisme. Men onderscheidt: afbraak van organische stoffen, levert energie (katabolisme), en opbouw van organische stoffen, kost energie (anabolisme). Tijdens de groei is anabolisme groter dan katabolisme, bij volgroeide organismen bestaat een dynamisch evenwicht. Enkele stofwisselingsprocessen: ademhaling, voedselopname, spijsvertering en uitscheiding. Anabolisme is de opbouwende fase in het stofwisselingsproces. Tijdens de anabole fase (opbouwende fase) groeit een kind (lengte- en gewichtstoename). Eet men voldoende brandstoffen (vetten en koolhydraten) als energiebron en voldoende bouwstoffen (eiwitten) dan komt men in een toestand van anabolisme. Katabolisme is de afbraak fase in het stofwisselingsproces. Tijdens de katabole fase (afbraak fase) breekt een kind zijn lichaam af. Eet men niet of onvoldoende (onvoldoende brandstoffen en bouwstoffen) dan komt men in een toestand van katabolisme. In dit geval worden o.a. de lichaamseiwitten afgebroken voor het in stand houden van de levensnoodzakelijke functies in het lichaam. Het kind breekt zichzelf af. Het metabolisme of stofwisseling is de serie veranderingen dat voedingsstoffen ondergaan in het lichaam. Men onderscheidt de opbouwende fase of anabolisme en de afbrekende fase of katabolisme. CEMA Antwerpen 20 Wat is een evenwichtige voeding? De voedingsdriehoek toont hoe een evenwichtige voeding voor een persoon zonder galactosemie er best uitziet. De voeding werd onderverdeeld in verschillende groepen. Onderaan in de driehoek (water) staan de voedingsmiddelen die je dagelijks in ruime hoeveelheden nodig hebt. Hoe hoger je in de driehoek gaat, hoe minder je ervan nodig hebt. In de top vind je de voedingsmiddelen (de restgroep) die je af en toe in beperkte mate mag gebruiken. Gebruik je onvoldoende of teveel van een groep voedingsmiddelen, dan is de driehoek niet meer in evenwicht en is de voeding onevenwichtig! Op de website van het Vlaams Instituut voor gezondheidspromotie, www.vig.be vindt u de voedingsdriehoek voorgesteld. Opgelet: Deze voedingsdriehoek illustreert een gezonde voeding voor personen zonder galactosemie. Een evenwichtige voeding is een gevarieerde voeding waarin alle noodzakelijke voedingsstoffen in voldoende mate en in de juiste verhouding voorkomen. De voedingsdriehoek helpt bij het opstellen van een evenwichtige voeding. CEMA Antwerpen 21 Wat gebeurt er met galactose? Bij een persoon met galactosemie worden alle voedingsmiddelen normaal verteerd. Er loopt niets verkeerd bij de vertering. Galactose dat vrijgesteld wordt uit de voedingsmiddelen wordt normaal in het bloed opgenomen en komt terecht in de lichaamscellen. Er loopt niets verkeerd bij de vertering. Het is pas vanaf het metabolisme of stofwisseling start dat er zaken verkeerd lopen. Door het enzymatisch blok kan galactose niet of nauwelijks omgezet worden naar glucose-1fosfaat (zie hoofdstuk 1, figuur 1). Een abnormale verhoging van galactose en eventueel galactose-1-fosfaat (bij klassieke galactosemie en epimerase deficiëntie (zie hoofdstuk 1, figuur 2) in het bloed is hiervan het directe resultaat. Een deel van galactose wordt eveneens omgezet naar galactitol. Deze reactie komt normaal gezien niet voor en gebeurt spontaan. Accumulatie (opstapeling) van galactose-1-fosfaat is schadelijk voor lever en hersenen, accumulatie van galactitol in de ogen veroorzaakt cataract. Figuur 15: Vertering, opname en metabolisme bij galactosemie spijsvertering vrijstelling van galactose in de darm opname opname van galactose in het bloed metabolisme GAL-1-P accumulatie (*) galactitol accumulatie galactonaat glucose-1-fosfaat galactose accumulatie enzymatisch blok reacties bij galactosemie normaal verloop metabolisme Zowel de vertering als de opname van galactose verloopt bij de galactosemie patiënt normaal. Het metabolisme gaat fout. CEMA Antwerpen 22 Wat is de behandeling van galactosemie? De behandeling van een galactosemie patiënt bestaat uit een aangepaste voeding. Met deze behandeling trachten we de opstapeling van exogeen Een aangepaste voeding? galactose (via voeding) te beperken. Volledig We spreken niet over een dieet maar voorkomen van opstapeling is niet mogelijk. Dit omdat over een aangepaste voeding. het lichaam zelf galactose produceert (endogeen Omdat wij vinden dat dieet een negatieve bijklank heeft. galactose). De behandeling van een galactosemie patiënt is een aangepaste voeding. CEMA Antwerpen 23 Wat is een aangepaste voeding? De theorie zegt volledige eliminatie van galactose, maar dit is praktisch niet haalbaar. Dit omdat er nu eenmaal weinig tot geen voedingsmiddelen Tolerantie? bestaan die vrij zijn van galactose. Elk voedingsmiddel De hoeveelheid galactose dat de kan galactose bevatten in vrije of gebonden vorm. Zo zijn galactosemie patiënt in staat is te er voedingsmiddelen die weinig galactose bevatten en verwerken zonder dat het accumulatie voedingsmiddelen die veel galactose bevatten. (opstapeling) veroorzaakt. De In de praktijk zullen we dus een minimale aanbreng van galactose via de voeding nastreven. tolerantiegrens is afhankelijk van het type enzymdefect en de restactiviteit van dit enzym (zie hoofdstuk 1). In Europa zijn er véél verschillende manieren van behandelen, wij volgen in ons centrum de meest strenge richtlijnen om op te starten. Dit omdat gedurende de eerste levensjaren de hersenontwikkeling nog volop aan de gang is. Bij het opstarten van de voedingsaanpassing bij de zuigeling met galactosemie zullen we zeer streng te werk gaan om daarna stap voor stap uit te breiden tot de tolerantie grens bereikt wordt. Mildere vormen kunnen meer galactose verdragen dan ernstige vormen. Opmerking: Gezien wij in ons centrum zeer streng opstarten bespreken we het volgend hoofdstuk altijd in het oogpunt van de meest strikte richtlijnen. Aangepaste voeding bij galactosemie: Volledige eliminatie van galactose uit de voeding. Gezien dit praktisch onmogelijk is, moet er een strenge beperking van galactose worden doorgevoerd zodat de inname van galactose zo minimaal mogelijk is. Wij starten de galactosebeperking heel streng op. In functie van de tolerantiegrens kan uitgebreid worden. CEMA Antwerpen 24 Hoe passen we de voeding aan? Een strenge beperking van galactose betekent dat we de inname van alle mogelijke bronnen van galactose moeten minimaliseren. Dit lijkt een simpele voedingsaanpassing ware het niet dat er weinig tot geen gegevens te vinden zijn over de precieze galactose gehaltes van de verschillende voedingsmiddelen en kant en klare producten. We kunnen dus niet met exact cijfermateriaal werken. Om de aangepaste voeding van uw kind goed te begrijpen is het belangrijk dat men de mogelijke bronnen van galactose in de voeding kent. A. Bronnen van galactose Galactose kan aanwezig zijn in de voeding onder de vorm van: Lactose of melksuiker Lactose is een di-sacharide bestaande uit 1 molecule galactose + 1 molecule glucose. darm wordt lactose gesplitst waarbij galactose vrijkomt. In de Vrij galactose Sommige voedingsmiddelen bevatten vrij galactose. Gebonden galactose (verborgen bronnen) Bepaalde plantaardige voedingsmiddelen bevatten gebonden galactose (andere dan lactose) onder meer galactosiden die galactose kunnen vormen. Andere voedingsmiddelen bevatten nucleoproteïnes, ook een potentiële bron van galactose, tenslotte kan ook raffinose en stachyose (oligo-sachariden, soorten suikers) aanleiding geven tot galactose productie. Bronnen van galactose in de voeding: lactose of melksuiker vrij galactose gebonden galactose (verborgen bronnen) CEMA Antwerpen 25 B. Strenge beperking van lactose of melksuiker Melk en melkproducten Lactose is het hoofdbestanddeel van de koolhydraten in melk en melkproducten. Ook moedermelk bevat lactose. Yoghurt en kaas bevatten minder lactose omdat melkzuurbacteriën een deel van lactose hebben omgezet in melkzuur. Een paar voorbeelden: melk, halfvolle melk, yoghurt, room, wei, melkpoeder, boter, caseïne, kaas Toegevoegde melk en melkproducten Alle zelfbereide, kant en klare gerechten en recepten waaraan melk en melkproducten toegevoegd zijn. Een paar voorbeelden: zelfgemaakte pudding, kant en klare roomijs, chocomousse, béchamelsaus, kaassaus, puree, instant pureevlokken Toegevoegd lactose Aan sommige kant en klare voedingsmiddelen wordt lactose toegevoegd om de eigenschappen van het product te verbeteren. Lactose wordt voornamelijk gebruikt als vulstof of draagstof voor andere kleurstoffen en/of additieven. Broodverbeteraar dat gebruikt wordt om de textuur en de vorm van brood te verbeteren mag lactose bevatten. De meeste bakkers gebruiken broodverbeteraar. Een paar voorbeelden: bepaalde zoetstoffen in poedervorm of tabletvorm, kant en klare instant soep, koekjes, snoepjes CEMA Antwerpen 26 Al deze voedingsmiddelen moeten vermeden worden. Het is makkelijk om melk en melkproducten op zich te vermijden. Het is dan ook de bedoeling om zelf bereide gerechten vrij van melk en melkproducten te houden. Je kiest immers zelf de ingrediënten. Voor kant en klare voedingsmiddelen is het vaak zo dat er toch melk of melkproducten aanwezig zijn ook al zie je dat niet duidelijk aan de verpakking of aard van het product. Bepaalde ingrediënten moeten niet vermeld worden op het etiket. De Europese regelgeving heeft besloten dat in de hele Europese Unie in principe alle ingrediënten van een voedingsmiddel vermeld moet worden op de ingrediëntendeclaratie van het product, behalve als het een ingrediënt is dat op zijn beurt weer is samengesteld uit een aantal andere en dit totaal samengesteld product minder is dan 5 %. De Europese regelgeving heeft ook een voorstel in de maak om in de toekomst de tien sterkste allergenen, waaronder lactose, verplicht te laten vermelden (ongeacht de hoeveelheid) op de verpakking. Helaas werd er tot op heden nog geen termijn bepaald voor dit initiatief. Strenge beperking van lactose: Door een strenge beperking van lactose (dat zich in het spijsverteringsstelsel splitst in galactose en glucose), beperk je reeds grotendeels de galactose inname. Lactose of melksuiker zit voornamelijk in melk en melkproducten en kant en klare of zelfbereide voedingsmiddelen waaraan melk en melkproducten zijn toegevoegd. Lactose wordt ook toegevoegd aan kant en klare producten om de eigenschappen van het product te verbeteren. CEMA Antwerpen 27 C. Strenge beperking van vrij galactose Er zijn zoals reeds gezegd nauwelijks tot geen gegevens over het vrij galactose gehalte van voedingsmiddelen. Het is daarom niet evident om een lijst op te maken met de voedingsmiddelen die veel of gemiddeld of een kleine hoeveelheid vrij galactose bevatten. Melk en melkproducten (die naast lactose ook vrij galactose bevatten) zijn automatisch geëlimineerd omwille van het hoog lactose gehalte. Het zijn vooral plantaardige producten die vrij galactose kunnen bevatten, onder andere peulvruchten, soja, tomaten, exotisch fruit en bepaalde noten. Strenge beperking van vrij galactose: Bepaalde (vooral plantaardige) voedingsmiddelen zullen gelimiteerd worden in gebruik of afgeraden worden omwille van het vrij galactose gehalte. Dit zijn vooral plantaardige voedingsmiddelen zoals onder andere peulvruchten, tomaten, exotisch fruit en bepaalde noten. CEMA Antwerpen 28 D. Strenge beperking van gebonden galactose Er zijn een aantal verbindingen, galactosiden, oligosachariden (raffinose, stachyose, ..) en nucleoproteïnes, die onder invloed van bepaalde processen in het lichaam of tijdens het kookproces galactose kunnen vrijstellen. Je kan ze het best omschrijven als een gebonden vorm van galactose (andere dan lactose). Er is een controverse of deze voedingsmiddelen werkelijk potentiële bronnen van galactose kunnen zijn omdat het lichaam niet beschikt over enzymsystemen om het gebonden galactose vrij te stellen. Echter bepaalde bacteriën kunnen dit wel, zeker als er sprake is van diarree, waarbij de darm gekoloniseerd is met bacteriën kunnen deze voedingsmiddelen een gevaarlijke bron van galactose zijn. Deze gebonden vormen van galactose vind je onder andere in peulvruchten, soja, cacao, ei en orgaanvlees. Strenge beperking van gebonden galactose (verborgen bronnen): Een aantal voedingsmiddelen bevatten verbindingen die galactose kunnen vrijstellen onder invloed van bepaalde processen in het lichaam, tijdens het kookproces of tijdens diarree. Deze gebonden vormen bevinden zich onder andere in peulvruchten, soja, cacao, ei en orgaanvlees. CEMA Antwerpen 29 E. Uitbreiding van de voeding in functie van de controles De strikte beperking van galactose kan uitgebreid worden in functie van de tolerantie. Uitbreiding van de voeding, wil zeggen dat bepaalde voedingsmiddelen, die in de strikte toepassing niet aanbevolen zijn, voorzichtig worden geïntroduceerd. De introductie gebeurt op basis van de controles (zie hoofdstuk 1). Bij de uitbreiding naar nieuwe voedingsmiddelen starten we meestal eerst met voedingsmiddelen die een kleine hoeveelheid galactose bevatten ( > dan sporen van galactose). Vervolgens kan uitgebreid worden naar voedingsmiddelen, die een gemiddelde hoeveelheid galactose bevatten. Het is dus belangrijk te weten dat de aangepaste voeding bij een galactosemiepatiënt van individu tot individu kan verschillen (in functie van de tolerantie). Uitbreiding van de voeding: Volgens de tolerantiegrens kan aan de hand van controles de voeding uitgebreid worden. De voeding van een galactosemie patiënt kan omwille van een verschillende tolerantie individueel afwijken. CEMA Antwerpen 30 F. Een aantal opmerkingen Moeten melk en melkproducten vervangen worden? Melk is een basisvoedingsmiddel dat de nodige eiwitten, vitaminen en mineralen (calcium) levert. Het moet dus op zijn minst vervangen worden door een evenwaardig alternatief dat daarentegen geen lactose en zo weinig mogelijk vrij galactose bevat. Een volledig galactose vrij alternatief is haast onmogelijk, er kunnen altijd restsporen aanwezig zijn. Maar door lactose reeds te elimineren, kan men de inname van galactose zo goed mogelijk beperken. Alternatieven voor de zuigelingen, jonge peuter, kleuter Moedermelk of kunstmatige flesvoeding is basisvoeding voor de zuigeling. Ze bevatten echter lactose en niet zo’n klein beetje. Bij moedermelk is het koolhydraatgedeelte volledig Geïsoleerde soja-eiwitten? Soja bevat oligosachariden en vrij lactose net zoals bij de meeste klassieke galactose. Dus in principe is soja niet flesvoedingen. Er moet dus gezocht worden naar aangewezen. Echter maakt men de voedingen een volwaardig alternatief zonder lactose en dus op basis van geïsoleerde soja-eiwitten. Dit wil ook met zo weinig mogelijk vrij galactose. Een zeggen dat men enkel het eiwitgedeelte van de aantal firma’s hebben een specifieke flesvoeding sojabonen gebruikt en dit volledig zuivert (isoleert). Hoe zuiverder de eiwitfractie is, hoe die geschikt is voor zuigelingen met minder sporen van galactose aanwezig zullen galactosemie. Deze flesvoedingen zijn meestal zijn. op basis van geïsoleerde soja-eiwitten. Voor de jonge peuter en kleuter vanaf 1 jaar moet een aangepaste opvolgvoeding (ook op basis van geïsoleerde soja-eiwitten) of eventueel groeimelk (op basis van geïsoleerde soja-eiwitten) gegeven worden. Er zijn echter ook een aantal dieetvoedingen nodig die geschikt moeten zijn in geval van diarree, braken, teruggeven van de voeding, luchthappen, kortom de meest banale voorkomende voedingsproblemen bij zuigelingen en jonge kinderen. CEMA Antwerpen 31 Alternatieven voor kinderen en volwassen Koemelk en afgeleiden zijn ook een bron van eiwitten, vitaminen en mineralen voor kinderen en volwassenen. Nog steeds maakt het een deel uit van de voedingsdriehoek maar in minder grote hoeveelheid dan zuigelingen. Een aangepast alternatief is noodzakelijk. Sommige kinderen drinken nog steeds een opvolgmelk of groeimelk op basis van geïsoleerde soja eiwitten als hun dieet vrij streng moet blijven (in functie van de bloedwaarden). Indien het dieet uitgebreid mag worden kan men echter alternatieven op basis van niet geïsoleerde sojaproducten geven. Deze sojaproducten worden gemaakt op basis van gemalen sojabonen (commerciële sojaproducten). Sojaproducten op basis van sojabonen (niet geïsoleerd of gezuiverd) bevatten een gemiddelde hoeveelheid vrij galactose, raffinose, stachyose en galactosiden (verborgen bronnen van galactose) in tegenstelling tot sojaproducten op basis van geïsoleerde soja-eiwitten die slechts nog sporen van galactose kunnen bevatten. Maar in vergelijking met melk en melkproducten zullen de sojaproducten op basis van sojabonen toch veel minder galactose vrijstellen bij de vertering. Een mildere vorm van galactosemie kan vaak vervangingsproducten op basis van sojabonen verdragen. Voor een heel strikte galactosemie zal de vrijstelling van galactose bij deze producten te hoog zijn en moet een ander passend alternatief gezocht worden. Afgeleide melkproducten vervangen Elk zelfbereid melkproduct vb. pudding, melksaus, … zal gemaakt moeten worden met het vervangend alternatief. Voor een aantal andere afgeleide producten zoals bvb. boter kan u een aangepaste vetstof gebruiken. Melk en melkproducten moeten vervangen worden door een passend volwaardig alternatief. Het beste alternatief voor uw kind krijgt u op advies van de diëtisten. CEMA Antwerpen 32 Wat zijn de voedingsbehoeften van uw kind? Gezien de voedingsbehoefte van uw kind kan variëren in functie van de leeftijd, geslacht, gewicht, gezondheidstoestand, eetlust en fysieke activiteit, is het aan de diëtiste om een goed voedingsplan voor uw kind op te stellen. De zware beperking van lactose en galactose kan tekorten opleveren voor bepaalde vitaminen en mineralen indien er geen passend alternatief voor melk en melkproducten wordt ingeschakeld. Tekorten kunnen ook optreden indien de voeding te eenzijdig blijft. Variatie in de voeding is van enorm belang. De diëtiste stelt een voedingsschema op dat voldoet aan: De principes van de gezonde voeding. Beperking van lactose en galactose in functie van de controles. Voldoende variatie in de voedingskeuze om tekorten te voorkomen. De aangepaste voeding verschilt van persoon tot persoon. Het voedingsschema dient tevens regelmatig aangepast te worden. De diëtist(e) is er om u te helpen met deze aanpassingen. CEMA Antwerpen 33 Samenvatting STRIKTE BEPERKING GALACTOSE STRIKTE BEPERKING LACTOSE melk en melkproducten bvb. melk, room toegevoegde melk en melkproducten bvb. roomsoep lactose als toevoegsel in kant en klare voeding bvb. zoetmiddel CEMA Antwerpen STRIKTE BEPERKING VRIJ GALACTOSE bepaalde plantaardige voedingsmiddelen bvb. exotisch fruit, soja STRIKTE BEPERKING GEBONDEN GALACTOSE nucleoproteïnen bvb. orgaanvlees, ei oligosachariden bvb. raffinose in soja galactosiden bvb. peulvruchten, soja, chocolade 34 Hoe ziet de voeding eruit? Het voedingsadvies zal tijdens het eerste levensjaar anders zijn dan de daarop volgende jaren. De diëtiste van het “Centrum voor Erfelijke Metabole Aandoeningen” stelt het voedingsadvies op. Vooral in het begin zal het wennen zijn aan de moeilijkheid van de aangepaste voeding. U zal heel bewust met voedingsmiddelenkeuze en bereidingen bezig zijn. Dit vraagt vaak extra inspanning en stress. Dit hoofdstuk is een leidraad om u te helpen bij de algemene uitwerking van de aangepaste voeding van uw kind. De precieze voedingsmiddelenlijst voor galactosemie met richtlijnen tot betrekking van de keuze van voedingsmiddelen vindt u in hoofdstuk 6: Bijlagen. Het is opnieuw belangrijk dat u weet dat de voedingsmiddelenlijst voor galactosemie volgens de meeste strenge richtlijnen werd opgesteld. Dit is de basislijst die voor elke patiënt wordt opgestart. Uitbreiding van de aangepaste voeding kan gebeuren op basis van de tolerantie. Voedingsmiddelenlijst voor galactosemie? Dit is een basislijst met strenge richtlijnen omtrent welke voedingsmiddelen aan te bevelen zijn en welke niet. De lijst wordt vervolgens per patiënt geïndividualiseerd. Het zal wennen zijn aan de moeilijkheid van de aangepaste voeding. Dit hoofdstuk is een leidraad in het kiezen van een aangepast menu. CEMA Antwerpen 35 A. De voeding van 0 tot 4 à 6 maanden De voeding van een zuigeling gedurende de eerste 4 à 6 maanden bestaat hoofdzakelijk uit een Wat is een startvoeding ? aangepaste startvoeding. De Zuigelingenmelk die de klassieke zuigelingenmelk behoeften van de zuigeling dekt vanaf de geboorte tot 4-6 maanden. wordt vervangen door een lactosevrije zuigelingenmelk met een minimum aan galactose (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie). Deze aangepaste startvoeding bevat voldoende vitaminen en mineralen voor de eerste 4-6 maanden. Uw kind kan net als elke andere baby volgens zijn behoefte gevoed worden op vraag. Vaste voeding kan gegeven worden vanaf 4 à 6 maanden (zie verder punt B). Er zijn een aantal richtlijnen qua frequentie en volume van voeden. Dit is echter een basis waar elk kind van kan afwijken. Bij de berekening van de voeding zal de diëtist(e) steeds rekening houden met de behoeften van uw kind. Daarom zullen twee kinderen van dezelfde leeftijd niet noodzakelijkerwijze dezelfde voeding krijgen. Bij de minste twijfel neemt u best contact op met de diëtist(e). Heeft uw kind diarree of andere problemen, contacteer dan zeker de behandelende geneesheer van uw centrum. Richtlijnen flesvoeding gedurende de eerste 4/6 maand: (Dit is slechts een richtlijn waarmee u kunt starten, elke baby kan hiervan afwijken in functie van zijn “vraag” en voedingsbehoeften.) eerste dagen 10 dagen 2-4 weken 1 –2 maand 2 –4 maand 4 - 6 maand 6 à 8 x 20 – 50 ml aangepaste startvoeding 6 à 7 x 100 ml aangepaste startvoeding 6 x 135 ml aangepaste startvoeding 5 à 6 x 150 – 170 ml aangepaste startvoeding 5 x 170 – 200 ml aangepaste startvoeding 5 x 200 ml aangepaste start- of opvolgvoeding (of starten met vaste voeding, zie volgende hoofdstuk !) Bron: Kind en Gezin, flesvoeding brochure 2003 Aangepast? We spreken in dit hoofdstuk altijd over aangepaste voedingsmiddelen. Dit wil zeggen voedingsmiddelen die toegelaten zijn voor een galactosemie patiënt. De voeding van uw zuigeling van 0 tot 4 à 6 maanden bestaat uit een aangepaste startvoeding (lactosevrij en zo weinig mogelijk sporen van galactose). CEMA Antwerpen 36 B. De voeding van 4 à 6 tot 8 maanden Wat is een opvolgvoeding? Tijdens de eerste zes maanden heeft een kind in principe Zuigelingenmelk die de genoeg aan de aangepaste flesvoeding om voldoende behoeften van de zuigeling dekt voedingsstoffen binnen te krijgen. Vanaf de leeftijd van vanaf 4-6 maanden tot 8-12 zes maanden heeft het daarnaast ook aangepaste vaste maanden. voeding nodig en schakelt het kind over naar een aangepaste opvolgvoeding (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie). Sommige kinderen zijn echter al eerder aan vaste voeding toe. Dat kan voorkomen als bijvoorbeeld de flesvoeding moeizamer gaat, de baby veel smakkende geluidjes maakt of hij/zij alles in de mond wil stoppen. In dat geval is het mogelijk vanaf vier maanden voorzichtig te beginnen met wat vaste voeding (enkel aangepast fruit en groenten, in geen geval vlees, vis of ei!) en over te schakelen op een opvolgmelk. De overgang naar vast voedsel gaat stap voor stap en verloopt bij elk kind anders. Het aanbieden van een nieuwe smaak onder een andere vorm (met de lepel) vraagt voor de baby soms een grote inspanning. Men moet dit niet forceren. Bij problemen verwittigt u best de diëtist(e). Het beste is om er rustig de tijd voor te nemen en het kind steeds nieuwe dingen te laten proberen om verschillende smaken te leren kennen. U start met fijngemaakte voedingsmiddelen in kleine porties zonder stukjes of brokjes en heel lopend gemaakt met water. Een goede start is een kleine hoeveelheid (enkele koffielepels) fruit of groente tussen de flesvoedingen door. Dit kan vanaf vier maanden. Introduceer best de voedingsmiddelen één voor één en geef gedurende twee dagen hetzelfde, dit om mogelijks allergische reacties te achterhalen. Langzaam kan de hoeveelheid vaste voeding worden opgevoerd. De vaste voeding hoeft steeds minder fijn van structuur te zijn in functie van de mondtechnische vaardigheden: dit stimuleert de kauwontwikkeling. Mondtechnische vaardigheden 0-12 maand leeftijd in maanden 0-4 4-6 6-9 aard voeding vloeibaar dun gemixt gemixt met kleine brokjes 9-12 geplette voeding mondtechnische vaardigheden zuigen op tepel of speen beginnend afhappen van lepel beginnen drinken uit beker actief afhappen met bovenlip op en neergaande kauwbeweging zelfstandig leren drinken uit beker gecontroleerd van lepel afbijten Bron : Nestlé Dieetbrief 21 : Vaak vergeten en toch zo belangrijk : het vieruurtje. Na verloop van tijd kunnen steeds meer flesvoedingen vervangen worden door vaste voeding. Er zijn een aantal richtlijnen voor baby’s vanaf 4-6 maanden maar opnieuw kan uw kind hiervan afwijken. Richtlijnen flesvoeding + vaste voeding vanaf 4 à 6 tot 8 maand 4 – 5 maand 5 – 6 maand 6 – 8 maand 4 x 200 ml aangepaste opvolgvoeding 1 aangepaste groentepap OF fruitpap (lopend) 3 x 235 ml aangepaste opvolgvoeding 1 aangepaste groentepap + 1 aangepaste fruitpap 3 x aangepaste opvolgvoeding (min. 500 ml, max.750 ml) 1 aangepast middagmaaltje (met vlees of vis) 1 aangepaste fruitpap Bron : Kind en gezin, Flesvoeding informatiebrochure 2003 CEMA Antwerpen 37 Aangepast vers vlees of vis (geen kant en klare bereidingen) kan ingeschakeld worden vanaf 6 maanden, in eerste instantie gekookt of gestoomd. Voor de galactosemie patiënt begint het zoeken naar geschikt voedsel nu pas moeilijker te worden. Het is vanaf dit moment dat u kennis zal maken met welke voedingsmiddelen kunnen en welke voedingsmiddelen niet kunnen. U zal nu pas ontdekken dat het niet zo simpel is als het lijkt om een geschikt voedingsmiddel te vinden. Nieuwe voedingsmiddelen introduceren betekent wel een strengere controle van de controles. Aangepaste fruitpap Aan de hand van een door ons opgestelde voedingsmiddelenlijst voor galactosemie kan u vers fruit kiezen. Aangepaste groentepap De groentepap bestaat uit een zetmeelbron (aardappelen, deegwaren of rijst), verse groenten en vetstof. Opnieuw kan u aan de hand van onze voedingsmiddelenlijst voor galactosemie kiezen welke verse bereidingen u maakt. Aangepast middagmaaltje Een middagmaaltje bestaat uit een zetmeelbron (aardappelen, deegwaren of rijst), verse groenten, vetstof en vers vlees of vis. Opnieuw kan u aan de hand van onze voedingsmiddelenlijst voor galactosemie kiezen welke verse bereidingen u maakt. Eitjes mogen beperkt worden ingeschakeld voor de galactosemie patiënt onder controle van de bloedwaarden. Vanaf de vierde levensmaand mag een aangepaste vaste voeding ingeschakeld worden maar het is pas vanaf de zesde levensmaand dat bijvoeding moet om tekorten te voorkomen. U kan de voedingsmiddelenlijst voor galactosemie raadplegen om de juiste voedingsmiddelenkeuze te maken (zie bijlage). Omdat er allergische reacties kunnen optreden, is het noodzakelijk 1 nieuw voedingsmiddel per 2 dagen in te schakelen. De startvoeding wordt vervangen door een aangepaste opvolgvoeding. Voor de galactosemie patiënt zal elke nieuwe voedingsgewoonte gecontroleerd worden. CEMA Antwerpen 38 C. De voeding van 8 tot 12 maanden Vanaf 8 maanden kan uw kind aangepast brood en beleg leren eten. Het aantal flesvoedingen wordt verminderd. Sommige kinderen zullen op dit moment geen fles meer willen drinken. U kan dan best de opvolgmelk aanbieden in een beker of met een lepeltje onder de vorm van dikke pap. Aan de hand van onze voedingsmiddelenlijst voor galactosemie kan u geschikte voedingsmiddelen vinden. Het middagmaaltje mag reeds stukjes en brokjes bevatten (niet meer fijngemalen). Een broodmaaltijd vergt een zware inspanning voor uw kind. Het kan een hele tijd duren vooraleer de baby gewoon is aan de smaak van brood. Het brood mag ook vochtig gemaakt worden met opvolgvoeding. Voor een goede voedingsgewoonte (zie figuur 16) kan u starten met lichtbruin brood. Geef regelmatig een korstje om te wennen aan de structuur van brood. Het brood mag ook Richtlijnen flesvoeding + vaste voeding vanaf 8 tot 12 maand vervangen worden door kant en klare 8– 10 maand 500 ml aangepaste opvolgvoeding (max. 750 ml) aangepaste 1 aangepast middagmaaltje EN fruitpap babygranen of 1 aangepaste broodmaaltijd OF babygranen OF zetmeel in dikke pap zetmeel in de ochtendfles (dikke 10 – 12 maand 500 ml aangepaste opvolgvoeding (max. 750 ml) pap). Opnieuw 1 aangepast middagmaaltje EN fruitpap zijn er een aantal 2 aangepaste broodmaaltijden OF babygranen OF richtlijnen waar zetmeel in dikke pap * Bron : Kind en gezin, Flesvoeding informatiebrochure 2003 uw kind kan van af wijken. Figuur 16: Voorbeeld van een dagschema 9 maanden oud Ontbijt 200 ml aangepaste opvolgmelk in een bekertje of fles 1 sneetje aangepast licht bruin brood + aangepast beleg OF 200 ml aangepaste opvolgmelk + aangepaste babygranen of zetmeel (dikke pap) Middagmaal 1 aangepast middagmaaltje + 1 bekertje water Tussendoortje 1 aangepaste fruitpap + 1 bekertje water Avondmaal 200 ml aangepaste opvolgmelk in een bekertje of fles Voor het slapen 200 ml aangepaste opvolgmelk in een bekertje of fles Vanaf de achtste levensmaand mag aangepast brood of granen ingeschakeld worden. De opvolgmelk mag in een beker of als dikke pap worden aangeboden als het flesje niet meer lukt. Het middagmaaltje hoeft niet meer zo fijn te zijn. CEMA Antwerpen 39 D. De voeding van peuters van 1 tot 3 jaar Vanaf deze leeftijd kan overgeschakeld worden op een Wat zijn geïsoleerde sojaaangepaste groeidrink op basis van geïsoleerde sojaeiwitten ? eiwitten uit een bekertje. Maak u geen zorgen als uw kind Soja is niet geschikt voor een galactosemie patiënt gezien soja nog graag zijn flesje drinkt, dit is geen probleem. verborgen galactose bevat. Echter Aangepaste opvolgmelken geschikt voor peuters ouder dan alle start- en opvolgvoedingen voor 12 maanden zijn ook een perfect alternatief voor groeidrink. galactosemie patiënten zijn Jonge peuters krijgen nog steeds vier maaltijden per dag met gemaakt op basis van geïsoleerde tweemaal een aangepaste groeidrink/opvolgvoeding (zie soja eiwitten. Dit is het zuiver eiwit gedeelte van soja. Dit bevat figuur 17). De voeding kan nu verder uitgebreid worden qua in tegenstelling tot soja een variatie van aangepast groenten en fruit. Opnieuw kan u aan minimum aan sporen van de hand van de onze voedingsmiddelenlijst voor galactose. galactosemie een dagmenu opstellen. Let erop dat uw kind voldoende water leert drinken. Het is een must om reeds op jonge leeftijd met deze gewoonte te starten. Vermijd zout en peper maar breng het voedsel op smaak met een variatie aan aangepaste verse kruiden. De mondtechnische vaardigheden van uw peuter zijn uitgebreider. Opnieuw gelden een aantal richtlijnen waar uw kind kan van afwijken. Mondtechnische vaardigheden 1-3 jaar leeftijd in maanden aard voeding 12 – 18 alle consistenties mondtechnische vaardigheden drinken met een rietje minder verlies van voeding tijdens kauwen 18 – 24 maand vaste voeding draaiende kauwbeweging van de onderkaak 24-36 harde vaste voeding opent mond naargelang de grootte van de voedselbrok Bron : Nestlé Dieetbrief 21 : Vaak vergeten en toch zo belangrijk : het vieruurtje. Richtlijnen flesvoeding + bijvoeding vanaf 1 jaar 1 – 3 jaar 2 x 250 ml aangepaste groeidrink/opvolgvoeding 1 aangepast middagmaaltje 2 aangepaste broodmaaltijden of kindergranen 1 aangepast stuk fruit uit het vuistje * Bron : Kind en gezin, Flesvoeding informatiebrochure 2003 CEMA Antwerpen 40 Figuur 17: Voorbeeld van een dagschema 1-3 jaar oud Ontbijt 250 ml aangepaste groeidrink/opvolgvoeding (beker) 1 aangepaste broodmaaltijd Middagmaal 1 aangepast middagmaaltje + 1 beker water Tussendoortje aangepast fruit + 1 beker water Avondmaal 1 aangepast broodmaaltijd + 1 beker water Voor het slapen 250 ml of aangepast groeimelk/opvolgmelk (beker) De aangepaste broodmaaltijd moet goed gestimuleerd worden gezien brood één van de basisvoedingsmiddelen is van een evenwichtig voedingspatroon (zie verder). Aangepaste kindergranen of zetmeel zijn net als brood een bron van trage koolhydraten en kunnen ingeschakeld worden als alternatief. Als de broodmaaltijd nog niet goed lukt mag u dus vervangen door granen of zetmeel in de flesvoeding (dikke pap, zoals bij zuigelingen tussen 9 à 12 maanden) doch verder stimuleren van de broodmaaltijd wordt vanaf deze leeftijd best aangeraden. Vanaf deze leeftijd eet de peuter al meer mee met de gezinspot. Het is dan ook logisch dat het kind vanaf dat moment kennis maakt met kant en klare snoepjes of koekjes en daar dan ook naar vraagt. Om de juiste keuze te maken binnen dit gamma leest u best punt “E. Voeding vanaf 3 jaar”. Vermijd echter al te veel frisdranken en snoepgoed omdat deze voedingsmiddelen de eetlust van uw kind kan remmen. Zij bevatten immers lege calorieën, teveel energie met weinig tot geen vitaminen en mineralen. Probeer toch de eerste levensjaren kant en klare producten te vermijden, tenzij de tolerantie het toelaat (tolerantie verhoging gebeurt altijd op advies van de behandelende geneesheer van uw centrum). Vanaf de leeftijd van 1 jaar wordt een aangepaste groeidrink of aangepaste opvolgvoeding (geschikt > 12 maanden) ingeschakeld. De aangepaste vaste voeding wordt gevarieerder. Uw peuter maakt kennis met de gezinspot en komt meer en meer in aanraking met kant en klare voedingsmiddelen. Om uit dit gamma een goede keuze te maken, lees punt “E. Voeding vanaf 3 jaar”. Doch proberen wij de eerste levensjaren kant en klare producten te vermijden gezien we nooit zeker weten of er galactose en/of lactose bronnen inzitten. Tenzij de tolerantie uitbreiding van de voeding toelaat (enkel op advies van de behandelende geneesheer). CEMA Antwerpen 41 E. Voeding vanaf 3 jaar Vanaf de leeftijd van 3 jaar kan de aangepaste voedingsdriehoek (zie figuur 18) als leidraad dienen voor het opstellen van een evenwichtige voeding voor galactosemiepatiënten. In tegenstelling tot peuters (1-3 jaar) zal de vetinname verminderen en de inname van aangepast brood, pasta, granen en deegwaren toenemen. Figuur 18: De aangepaste voedingsdriehoek voor galactosemie patiënten vanaf 3 jaar. Extra Vetstoffen Alternatieven voor melk en melkproducten Fruit Vlees, vis, ei Groenten Koolhydraatbronnen Vocht Opmerking: Deze voedingsdriehoek toont de ideale verhouding van de voedingsmiddelengroepen binnen een evenwichtige voeding. Elke groep moet nog eens aangepast worden aan de voeding van de galactosemiepatiënt (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie). CEMA Antwerpen 42 Verse voedingsmiddelen versus kant en klare voedingsmiddelen Algemeen geldt de regel: alle verse voedingsmiddelen, die toegelaten zijn, zijn het veiligst in gebruik omdat er geen onbekende ingrediënten aan toegevoegd zijn die lactose kan bevatten (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie). Bvb. verse aardappelen, verse groenten, vers fruit, vers vlees, vers sap, …. U zal merken dat u voor een paar toegelaten voedingsmiddelen toch zal moeten kiezen tussen een bepaald kant en klaar gamma omdat het vers niet verkrijgbaar is (bvb. rijst, pasta). Hierbij geldt de regel dat u moet kiezen voor de meest zuivere soorten. Zuivere soorten zijn kant en klare voedingsmiddelen waarvan: maximum 1 ingrediënt vermeldt staat op de verpakking geen specifieke bewerkingen op het product verpakkingsprocedure zijn toegepast voor de Bvb. rijst in builtjes = zuiver kant en klaar product, voorgestoomde rijst = niet zuiver kant en klaar product (rijst werd gestoomd, er kunnen bewaarmiddelen toegevoegd zijn voor de houdbaarheid van het product waarvoor lactose als hulpmiddel kan dienen). Gezien de vage Europese wetgeving (zie hoofdstuk 3, pagina 6) kan men nooit zeker zijn of er verboden ingrediënten aan toegevoegd zijn. Indien een ingrediënt dat zelf bestaat uit andere ingrediënten voor minder dan 5 % aanwezig is in het kant en klaar product moet dit ingrediënt niet opgedeeld zijn in zijn basisingrediënten op de verpakking. Om dit probleem te omzeilen kan je de onbekende ingrediënten zoveel mogelijk minimaliseren door zuivere kant en klare soorten te verkiezen. Op de verpakking staan de ingrediënten vermeld in dalende % hoeveelheid. Merkartikelenlijst voor koemelkeiwitvrij en/of lactose Bij het Voedingscentrum Nederland kunt u de merkartikelenlijst voor koemelkeiwitvrij en/of lactose bestellen, Voedingscentrum, postbus 85700, 2505CK Den Haag, Nederland of via fax zie www.voedingscentrum.nl. Elk jaar wordt dit boekje aangepast rond mei, het is noodzakelijk om elk jaar een nieuwe lijst te bestellen. In dit boekje staan alle merkartikelen zonder lactose en/of koemelkeiwitten vermeld. Let wel op: Het is niet omdat er geen lactose in een bepaald kant en klaar product zit dat er toch geen voedingsmiddel in zit dat niet aangepast is. U kijkt dus best ook de ingrediëntenlijst na op niet toegelaten voedingsmiddelen. Bovendien kan u nooit alle ingrediënten te weten komen (zie hoofdstuk 3, pagina 6). Bvb. Op de verpakking staat 4 % bloem. Het product is lactose vrij verklaard volgens de merkartikelenlijst. Echter de bloem bestaat uit sojabloem, tarwebloem en maïsbloem. Sojabloem is niet aan te raden voor de galactosemiepatiënt gezien dit oligosachariden bevat. In eerste instantie kan dit kant en klaar product niet gegeven worden. Echter afhankelijk van de leeftijd en tolerantie zullen we de voeding uitbreiden. Wordt dit product gegeven en blijven de controles goed, dan vormt dit voedingsmiddel geen probleem. Het is dus belangrijk dat u precies weet welk kant en klaar product er werd gegeven aan uw kind zodat we onmiddellijk kunnen ingrijpen wanneer de controles te hoog zijn. In hoofdstuk 6: Bijlagen zit een voedingsdagboek ingesloten waarop u kan invullen welke kant en klare voedingsmiddelen uw kind kreeg. CEMA Antwerpen 43 Een aantal hulpmiddelen bij de keuze van kant en klare voedingsmiddelen Een aantal hulpmiddelen in het kiezen van een geschikt kant en klaar voedingsmiddel aan de hand van de etikettering zijn: 1. Op de verpakking van de voedingsmiddelen mogen de volgende benamingen of Enummers zeker niet worden teruggevonden. Deze kant en klare voedingsmiddelen kunnen al geschrapt worden. boter, botermelk, melk, melkwei, magere melkbestanddelen, droge melkbestanddelen, wei, weipoeder, melkpoeder, magere melkpoeder, volle melkpoeder, caseïne, natriumcaseïnaat, kaliumcaseïnaat, melkeiwit, gehydrolyseerd melkeiwit, melkvet, lactose, melksuiker, boterconcentraat, boterolie, melkzout, lactoserum, lactoproteïnes, dierlijke vetten, natuurlijk aroma, lactalbumine, lactoglobuline, melkchocolade, botermelkbestanddelen, melkderivaten, melkbestanddelen, gedroogde melk, room, kaas, gedroogde kaasbestanddelen, zure room, wei bestanddelen, lactostearine, sojasaus, mononatriumglutamaat, tragacanth gom (E 413), xanthaan gom (E415), margarine, agar agar (E406), carrageen (E407), acaciagom, malt, maltsmaak, maltpoeder Een aantal benamingen kunnen wel toegelaten worden na uitbreiding van het dieet. 2. Lactose kan gebruikt worden als vulmiddel van gedroogde smaakstoffen. Dit betreft vooral chocolade smaken. Raadpleeg voor de lactose vrije soorten, de merkartikelenlijst voor het koemelkvrije dieet en/of lactosevrij. 3. Acesulfaam-K, aspartaam, cyclamaten en sacharine (E 950 – 967) zijn zoetstoffen die geen of weinig energie leveren. Indien deze zoetstoffen worden toegepast in dranken dan zijn ze lactosevrij. In de poedervorm of tabletvorm mag lactose wel als vulstof gebruikt worden. 4. Sorbitol, isomalt, lactitol, maltitol, mannitol en xylitol leveren wel energie. Deze zoetstoffen zelf bevatten geen lactose maar de producten waarin ze verwerkt worden kunnen wel lactose bevatten. 5. De termen melkzuur en lactaat mogen wel vermeld staan. Bij kant en klare voedingsmiddelen weet men nooit 100 % alle ingrediënten en toevoegsels. Om de galactose inname zoveel mogelijk te beperken kiest men best voor verse voedingsmiddelen en zuivere kant en klare producten. Aan de hand van onze voedingsmiddelenlijst voor galactosemie, de merkartikelenlijst (Voedingscentrum) en de ingrediëntenlijst op de verpakking kan u de inname van galactose zoveel mogelijk beperken van andere kant en klare producten. Controles zullen uitmaken of de beperking voldoende is. Het is dan ook belangrijk dat men een inventaris maakt van welke kant en klare producten uw kind inneemt. De tolerantie en leeftijd van uw kind speelt een belangrijke rol in de strengheid van de beperking van merkartikelen. CEMA Antwerpen 44 Overzicht van de voedingsmiddelengroep binnen de voedingsdriehoek Vocht De ideale dorstlesser is water (plat water, bruisend water, kraantjeswater). Water vormt de basis van de voedingsdriehoek. Het is belangrijk dat uw kind op jonge leeftijd voldoende water leert drinken. De diëtist(e) kan u een idee geven hoeveel uw kind nodig heeft per dag. Ter afwisseling kan ook al eens vers gemaakt sap van toegelaten fruit of groentesoorten gegeven worden (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie). Water blijf nog steeds de meest evenwichtige dorstlesser. Kant en klare fruit en groentesappen van toegelaten fruit of groenten aangepast aan galactosemie kunnen vers sap af en toe vervangen. Frisdranken aangepast aan galactosemie worden best beperkt gegeven gezien ze slechts lege calorieën en snelle suikers leveren (tandbederf, vermindering van de eetlust). Light frisdranken raden wij zeker niet aan, zeker niet voor het jonge kind, omdat we geen idee hebben over het nadelig effect van zoetmiddelen. Kant en klare producten aanpassen aan galactosemie? Zit er lactose in als hulpstof voor additieven of als melkproduct ? zie merkartikelenlijst Zitten er voedingsmiddelen in die niet kunnen voor de galactosemiepatiënten ? zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie en ingrediëntenlijst op de verpakking (en tolerantie) Zoals eerder werd gezegd, wordt minimum 50 % van de totale energie inname in een evenwichtige voeding vertegenwoordigd door koolhydraten. Van die hoeveelheid moet minstens 2/3e trage koolhydraten of zetmeel zijn. Verse aardappelen, zuivere pasta, rijst en granen en zuivere bindmiddelen vormen voor de galactosemie patiënt geen probleem. Brood en afgeleide producten zoals sandwiches, pistolets, fantasiebrood, maakt u zelf op basis van zuivere bloem of meel en toegelaten voedingsmiddelen (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie). Brood bij de bakker en kant en klaar brood bevat broodverbeteraar. Elke bakker of fabrikant mag broodverbeteraar toevoegen en dit mag lactose zijn. Meestal is de soort broodverbeteraar onbekend. Elke bakker of fabrikant kan ook niet toegelaten voedingsmiddelen aan hun brood (bvb. sojabloem, room, gedroogd fruit, …) toevoegen. Gebruik bij voorkeur volkoren producten omdat die nog meer vitaminen, mineralen en vezels bevatten dan de witte soorten. Bij volkoren producten voldoende drinken om constipatie te vermijden. Af en toe kunnen kant en klare koolhydraatproducten aangepast aan galactosemie in functie van de tolerantie ingeschakeld worden. CEMA Antwerpen 45 Groenten Een grote portie verse toegelaten groenten (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie) per dag is noodzakelijk voor de aanbreng van vitaminen, mineralen, vocht en vezels. Geef gerust twee porties per dag waarvan één portie gekookt of bereid en één portie rauwkost. Voor kleine kinderen kan de rauwkost heel fijn worden gesneden. Bij rauwkost voldoende drinken om constipatie te vermijden. Vermijd kant en klare producten, niet enkel omdat ze lactose of niet toegelaten ingrediënten kunnen bevatten maar ook omdat ze teveel zout bevatten. Zuivere diepvries groenten zijn wel toegelaten. Fruit Twee stukken vers toegelaten fruit (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie) per dag is het minimum (voor kleine kinderen is 1 stuk voldoende als ze voldoende groenten eten). Vermijd kant en klare producten, niet enkel omdat ze lactose of niet toegelaten ingrediënten kunnen bevatten maar ook omdat ze teveel suiker bevatten. Vlees, vis, ei Vers vlees of vis vormt geen probleem (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie). Vermijd kant en klare producten, bereide vleeswaren (niet alleen omwille van onbekende ingrediënten maar ook omwille van het hoge zoutgehalte). Vermijd orgaanvlees. Zelf bereide vleeswaren op basis van toegelaten producten vormen geen probleem. Ei kan beperkt ingeschakeld worden (bvb. niet meer dan 1 à 2 /week in functie van de controles). Alternatieven voor melk en melkproducten Melk blijft voor het oudere kind een belangrijk onderdeel van een evenwichtige voeding. Voor de oudere galactosemie patiënt zijn er niet veel aangepaste alternatieven op de markt. Voor het jonge kind kan men best de groeidrink doorgeven gezien de goede vitaminen en mineralen inhoud. Bij mildere vormen kan men overstappen op een commerciële sojadrank op advies van de behandelende geneesheer van uw centrum. Deze sojadranken worden gemaakt op basis van sojabonen en niet op basis van geïsoleerde soja-eiwitten. De controles zullen uitwijzen wat voor uw kind de beste oplossing is. Alle afgeleiden zoals pudding, vla, melksauzen, … worden bereid op basis van het gekozen alternatief en toegelaten ingrediënten. Voor oudere kinderen en volwassenen zal een passend alternatief gezocht worden (groeidrink, bij mildere vormen commerciële sojadranken, bij ernstige vormen een passend dieetproduct). De voedingsmiddelenlijst voor galactosemie geeft een overzicht van de mogelijkheden. CEMA Antwerpen 46 Vetstoffen Vetstoffen zijn essentieel in de voeding van uw kind. Plantaardige oliën zijn vrij van lactose en galactose en kunnen zonder probleem gegeven worden als bereidingsvet. Als smeervet kiest u voor een aangepast product aan galactosemie (zie ook voedingsmiddelenlijst voor galactosemie). Restgroep De restgroep omvat de voedingsmiddelen die enkel lege calorieën leveren zoals koekjes, snoep, suiker, zoet beleg. Dit is de moeilijkste groep om een passend alternatief voor uw kind te kiezen. Zelfgemaakte koekjes en snoepjes op basis van toegelaten ingrediënten vormen een goed alternatief. Toegelaten (zelfbereid) zoet beleg (zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie) hoort in principe ook bij de restgroep omdat het overwegend snelle suikers levert maar heeft een plaats in een evenwichtig dieet. Immers indien men enkel vlees als broodbeleg zou geven dan zou men het kind teveel eiwitten geven wat schadelijk is voor de nieren. Af en toe kunnen kant en klare producten uit de restgroep (koekjes, snoepjes, ..) aangepast aan galactosemie in functie van de tolerantie ingeschakeld worden. CEMA Antwerpen 47 Voedingsmiddelenlijst voor galactosemie? De voedingsmiddelenlijst voor galactosemie bevindt zich in hoofdstuk 6: Bijlagen. U krijgt er een overzicht van de algemene principes voor een voeding aangepast aan galactosemie. We hebben deze lijsten ingedeeld volgens leeftijdscategorie. U zal drie kolommen opmerken: vrij te gebruiken te beperken te vermijden (kleur = groen) (kleur = oranje) (kleur = rood) De vrij te gebruiken voedingsmiddelen zijn de voedingsmiddelen die toegelaten zijn voor de alle vormen van galactosemie. De beperkt te gebruiken voedingsmiddelen zijn de voedingsmiddelen die af en toe ingeschakeld kunnen worden na advies van de behandelende geneesheer in functie van de controles. De te vermijden voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen die niet ingeschakeld kunnen worden tenzij dit toch toegelaten wordt indien men een mildere vorm heeft op advies van de behandelende geneesheer. We hebben de voedingsmiddelenlijst voor galactosemie opgemaakt volgens de meest strenge richtlijnen en starten elk kind op met de vrij te gebruiken voedingsmiddelen. Op gepaste tijdstippen zal u een voedingsmiddelenlijst krijgen volgens de leeftijd van uw kind. Deze lijsten moeten echter frequent worden aangepast omdat firma’s hun productiewijze kunnen aanpassen. De data van opstellen bevindt zich telkens onderaan de pagina. Kopies van deze lijst mogen gemaakt worden voor scholen, familie of andere personen die in contact kunnen komen met de galactosemie patiënt mits onze toelating. Wij zijn niet verantwoordelijk voor gewijzigde productie van de firma’s maar zullen regelmatig de gegeven informatie hernieuwen. CEMA Antwerpen 48 Aandachtspunten van de medische opvolging Om zeker te zijn van een goede metabole controle van uw kind zal de metabole arts verschillende parameters volgen. Dit kan gebeuren door regelmatige consultaties in te lassen en door bloedcontroles en urinecontroles, die thuis kunnen afgenomen worden. Het eerste criterium voor een goede aanpassing en opvolging van de voeding is dat het kind goed evolueert naar lengte en gewicht. Daarom moet het kind bij elke consultatie gewogen en gemeten worden. De opgemeten waarden worden op de groeicurven uitgezet. Controles in het bloed: Via de vingerprik wordt ofwel het galactose-1-fosfaat gehalte (voor klassieke galactosemie en epimerase deficiëntie) of galactose gehalte (galactokinase deficiëntie) bepaald. Via uw metabool centrum kan u bloedkaartjes (een soort vloeipapierkaart), een prikpen, naaldjes en vooraf geadresseerde enveloppen bekomen. U zorgt zelf voor steriele kompressen en desinfecteermiddel. Ga als volgt tewerk: Desinfecteer de hiel (bij baby’s) of vinger (bij grotere kinderen) met een kompres doordrogen met desinfecteermiddel. Prik de hiel en op latere leeftijd de zijkant van de vinger. Prik niet in de vingertoppen. Daar zitten de meest gevoelige zenuwen. Laat de bloeddruppels binnen de cirkels van de bloedkaart vallen. Let erop dat de cirkels volledig gevuld zijn met bloed (doordrongen kaart). Laat aan de lucht drogen (niet langs een warmtebron). Op het moment dat de kaart droog is, kan u ze in de geadresseerde enveloppe steken Controles in de urine: Via een ochtend urinestaal of 24-uurs urine collectie wordt het galactitol gehalte (voor galactokinase deficiëntie) bepaald. Dit onderzoek gebeurt in Zwitserland. Soms wordt een meer volledig onderzoek gedaan. Dit kan onder andere bestaan uit een NMR van de schedel, elektro-encefalogram ( EEG), een botdensitometrie van de beenderen (botscan), psychomotorische test, een algemene meer uitgebreide bloedcontrole,… CEMA Antwerpen 49 Wat te doen als uw kind ziek is? Het spreekt voor zich dat indien uw kind ziek wordt, hoe onschuldig het ook lijkt, een nauwere opvolging noodzakelijk is. A. Wat te doen als uw kind ziek wordt? Als de ziekte effect heeft op de voedingsinname (voorbeeld griep met slechte eetlust, gastroenteritis met diarree) dan neemt u best contact op met ons team. De behandelende geneesheer van uw centrum zal aangepaste medicatie voorschrijven en de diëtisten een aangepast voedingsschema. Als de ziekte geen effect heeft op de voedingsinname (voorbeeld oorontsteking, verkoudheid zonder eetlustproblemen) dan kan u gerust de huisarts raadplegen. De medicatie die eventueel door de huisarts wordt voorgeschreven mag in geen geval lactose bevatten. U moet dus altijd vermelden dat uw kind galactosemie heeft. Een kind dat ziek is en slecht eet zal in katabolisme gaan (zichzelf afbreken). Voor een kind met een stofwisselingsziekte is dit altijd een gevaarlijke situatie dat met een noodregime wordt behandeld. Als uw kind afvalt, altijd de behandelende geneesheer en de diëtisten van het team waarschuwen. Een noodregime wordt opgesteld in functie van de leeftijd en gewicht van het kind. Dit moet dus ook regelmatig aangepast worden. B. Wat te doen als uw kind diarree heeft? Men moet nagaan of het wel degelijk om een infectie gaat. Diarree manifesteert zich in meerdere malen en volumineuzere stoelgang. Neem contact op met uw behandelende geneesheer van het centrum. Eens de diagnose is gesteld, kan men beginnen, zoals bij elk kind, met een elektrolytenoplossing om uitdroging te voorkomen (aangepast aan galactosemie, zie voedingsmiddelenlijst voor galactosemie en advies diëtisten). U kan in overleg met de behandelende geneesheer geleidelijk de normale voeding opnieuw inschakelen (opklimmende voeding). De diëtisten stellen dit opklimmend schema voor u op. C. Wat te doen als uw kind braakt? Bij herhaaldelijk braken moet men steeds de behandelende geneesheer waarschuwen. Als uw kind ernstig ziek is, raadpleeg dan steeds behandelende geneesheer. De metabole arts zal aangepaste medicatie voorschrijven, de diëtist(e) een aangepaste voeding. Start nooit op eigen houtje een voedingsaanpassing maar informeer eerst telkens met de behandelende geneesheer. CEMA Antwerpen 50 Literatuurbronnen A Guide for the Family of the Child With Galactosemia Ross, 1997 Nutrition Support Protocols Ross, 1997 Diets For Sick Children Francis, 1987 Arch Dis Child, Recommandations for the management of galactosemia Walter, et all, 1999 Clinical Paediatric Dietetics, Disorders of carbohydrate metabolism Galactosemia: One Diet for Europe? McDonald, 2002 J Inher Metab. Dis., Fruits and Vegetables are a source of galactose Gross, Acosta, 1991 Régime sans galactose, Société Française pour l’étude des Erreurs Innées du Métabolisme Consensus Diététique SFEIM, 1996-97 www.galactosemievereniging.nl Stichting Voedingscentrum Nederland 2003, Den Haag www.galactosemia.com www.galactosemia.org Inleiding tot de baby- en kindervoeding. Luk Lauwers, 2000 Flesvoeding, tips voor flesvoeding, kind en gezin K&G, 2003 Aan tafel, alles over eten en leren eten, kind en gezin K&G, 2003 Vaak vergeten en toch zo belangrijk: het vieruurtje Nestlé dieetbrief 21 Nutricia Vademecum, Elsevier, 1998 Fenylketonurie stap voor stap, werkgroep metabole diëtisten 1ste druk, okt. 2003 Vragen over erfelijkheid, Prof. Dr. J.J.P. van de Kamp Kosmos, 1997 Prof. Dr. J.J. Cassiman Dr. D.J. Bennett Prof. Dr. G.J.B. van Ommen VSOP CEMA Antwerpen 51 Voedingsdagboek Op dit document kan u de kant en klare producten dat uw kind nam noteren. Kopieer dit blad voor u het gebruikt. DATUM PRODUCT (duidelijke merknaam) ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. ………………. …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………... CEMA Antwerpen 52 Toegelaten medicatie en tandpasta Noteer hieronder de medicatie en tandpasta die vrij is van lactose en andere niet toegelaten ingrediënten. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… CEMA Antwerpen 53 Voedingsmiddelenlijst voor galactosemie Verzameling van leeftijdscategorie. de originele voedingsmiddelenlijsten voor galactosemie per Nogmaals deze opmerking: We hebben de voedingsmiddelenlijst voor galactosemie opgemaakt volgens de meest strenge richtlijnen en starten elk kind op met de vrij te gebruiken voedingsmiddelen. Op gepaste tijdstippen zal u een voedingsmiddelenlijst krijgen volgens de leeftijd van uw kind. Deze lijsten moeten echter frequent worden aangepast omdat firma’s hun productiewijze kunnen aanpassen. De data van opstellen bevindt zich telkens onderaan de pagina. Kopies van deze lijst mogen gemaakt worden voor scholen, familie of andere personen die in contact kunnen komen met de galactosemie patiënt mits onze toelating. Wij zijn niet verantwoordelijk voor gewijzigde productie van de firma’s maar zullen regelmatig de gegeven informatie hernieuwen. CEMA Antwerpen 54 Voedingsmiddelenlijst voor galactosemie vanaf de geboorte tot 1ste levensjaar Deze lijst werd samengesteld door CEMA Antwerpen. Wij zijn niet verantwoordelijk voor de wijzigingen in productie van de firma's. Deze lijst wordt regelmatig hernieuwd. Indien u deze lijst wil kopiëren, gelieve onze toestemming hiervoor te vragen. TEL: 03/280.21.38 CEMA Antwerpen laatste update: december 2004 1 DRANKEN vrij te gebruiken water Milupa venkeldrink zonder suiker Milupa drink met kamille, Milupa met venkel, Verse fruitsappen van ondervermelde fruitsoorten Vanaf 4- 6 maand nectarine, pompelmoes, sinaasappel, cavaillon Vanaf 6 maand abrikoos Vanaf 12 maand CEMA Antwerpen te beperken te vermijden frisdranken en light frisdranken alle andere babydrinks dan vermeld in eerste kolom Milupa drink met vruchten Verse fruitsappen van ondervermelde fruitsoorten Vanaf 4- 6 maand appel, banaan, kiwi, peer, pruimen, watermeloen, citroen, limoen,perzik Vanaf 6 maand framboos Vanaf 12 maand aardbei, ananas, kers Verse fruitsappen van ondervermelde fruitsoorten Vanaf 4- 6 maand mandarijn, mango, honing meloen Vanaf 6 maand braambessen of bramen, papaya Vanaf 12 maand rode bes en zwarte bes Kant en klare fruitsappen van alle fruitsoorten (inclusief de toegelaten) Verse sappen / soepen van onderstaande groenten Vanaf 4- 6 maand bloemkool, Chinese kool, courgette, knolselder, kropsla, spinazie, veldsla, rode biet Vanaf 6 maand avocado, prinsessenbonen, raap, rode biet snijbonen Vanaf 8-10 maand asperges, bleekselder, champignon, komkommer Vanaf 12 maand suikermaïs, rode kool, savooikool, witte kool Verse sappen / soepen van onderstaande groenten Vanaf 4- 6 maand andijvie, aubergine, broccoli, pompoen, witlof wortelen Vanaf 6 maand prei Verse sappen / soepen van onderstaande groenten Vanaf 4- 6 maand biet, tomaten Vanaf 6 maand doperwtjes, kikkererwten, linzen Vanaf 8-10 maand Vanaf 8-10 maand sojabonen Vanaf 12 maand paprika, spruiten, ui, zuurkool, pastinaak Vanaf 12 maand sojascheuten, witte bonen, bruine bonen Kant en klare groentesappen en -soepen van alle groentesoorten (inclusief de toegelaten) CEMA Antwerpen 2 KOOLHYDRAATBRONNEN CEMA Antwerpen AARDAPPEL, PASTA EN RIJST vrij te gebruiken te beperken Vers of zuivere vorm Vanaf 4- 6 maand Vers of zuivere vorm te vermijden Kant en klaar kant en klare aardappelbereidingen (vb. instant puree) kant en klare rijstbereidingen (vb. risotto schotel) kant en klare pastabereidingen (vb. macaroni kaas) verse aardappelen verse puree zonder melkproducten en zonder ei zuivere rijst Vanaf 6 maand zuivere pasta zonder eieren Vanaf 8 - 10 maand verse puree zonder melkproducten met eieren zuivere pasta met eieren GRANEN EN BLOEM vrij te gebruiken te beperken te vermijden Aangepaste babygranen zonder gluten Vanaf 4 maand Milupa 3 granen, Bambix zuivere rijstvlokken Bambix rijstvlokken-vanille Rijstmeel LIMA (nr. 00516000) Niet aangepaste babygranen zonder gluten Vanaf 4 maand alle soorten van Nestlé alle andere soorten dan vermeld in eerste kolom Zuivere granen of bloem zonder gluten Vanaf 4 maand Zuivere bloem (max. 1 bloemsoort) maïs OF boekweit OF tapioca OF rijst Zuivere granen (max. 1 graansoort) maïs OF boekweit OF tapioca OF rijst Kant en klare granen, bloem zonder gluten Vanaf 4 maand bloemmixen (meer dan 1 bloemsoort) graanmixen (meer dan 1 graansoort) (kan broodverbeteraar, additieven, sojabloem of andere niet toegelaten ingrediënten bevatten) Aangepaste babygranen met gluten Vanaf 6 maand Milupa 7 granen, Bambix 7 granen Niet aangepaste babygranen met gluten Vanaf 6 maand Bambix Groei-ontbijt met honing, alle Nestlé soorten alle andere soorten dan vermeld in eerste kolom Zuivere granen of bloem met gluten Vanaf 6 maand Zuivere bloem (max. 1 bloemsoort) tarwe OF rogge OF gerst OF haver OF griesmeel Zuivere granen (max. 1 graansoort) tarwe OF rogge OF gerst OF haver OF griesmeel Kant en klare granen, bloem met gluten Vanaf 6 maand bloemmixen (meer dan 1 bloemsoort) graanmixen (meer dan 1 graansoort) sojabloem en sojagranen CEMA Antwerpen 3 VERVOLG KOOLHYDRAATBRONNEN CEMA Antwerpen BINDMIDDELEN vrij te gebruiken te beperken te vermijden Zuivere vorm Vanaf 4- 6 maand Kant en klaar kant en klare niet zuivere bindmiddelen bvb.: Maïzena Plus R Maïzena Instant R Maïzena Roux minute R voorgekookte bindmiddelen kant en klare puddingpoeder zuiver maïszetmeel gemodificeerd maïszetmeel zuiver aardappelzetmeel Vanaf 6 maand zuiver tarwezetmeel BROOD vrij te gebruiken te beperken te vermijden Zelfgebakken brood op basis van zuivere bloem Vanaf 8-10 maand bij voorkeur: lichtbruin brood bij verteringsproblemen: wit brood op basis van de bloemsoorten van Soezie (AVEVE): Tarwebloem surprima-plus (nr.00940) (wit brood) Volroggemeel (nr. 00547) te mengen met 50 % witte bloem (nr. 00940) (lichtbruin brood) Gedeeltijk voltarwemeel 25 % (nr. 00921) (lichtbruin ) Kant en klare broodsoorten Vanaf 8-10 maand wit en lichtbruin brood bij de bakker kant en klaar wit of lichtbruin brood alle ontbijtgranen Zelfgebakken brood op basis van zuivere bloem Vanaf 12 maand Frans Krokant (nr. 00946) voor stokbrood, pistolet Grof voltarwemeel (nr. 00920) te mengen met 70 à 90 % witte bloem (nr, 00940) (bruin brood) Fijn voltarwemeel (nr. 00922) voor donkerbruin voltarwebrood Kant en klare broodsoorten Vanaf 12 maand alle broodsoorten bij de bakker kant en klare broodsoorten (ook pistolets, broodjes,..) alle ontbijtgranen kant en klaar brood op basis van sojabloem Zelfgebakken brood zelfbereid brood op basis van niet toegelaten bloem of niet toegelaten ingrediënten (vb. met sojabloem) Zelfgebakken brood zelfbereid brood op basis van niet toegelaten bloem of niet toegelaten ingrediënten (vb. met sojabloem) ENERGIESUPPLEMENTEN op voorschrift arts en/of diëtiste Vanaf de geboorte Caloreen (Nestlé), Fantomalt & Duocal (Nutricia) CEMA Antwerpen te beperken te vermijden 4 alle andere soorten dan vermeld in de eerste kolom GROENTEN vrij te gebruiken Verse groenten of diepvries natuur Vanaf 4- 6 maand bloemkool, Chinese kool, courgette, knolselder, kropsla, spinazie, veldsla, rode biet Vanaf 6 maand avocado, prinsessenbonen, raap, rode biet snijbonen Vanaf 8-10 maand asperges, bleekselder, champignon, komkommer Vanaf 12 maand suikermaïs, rode kool, savooikool, witte kool CEMA Antwerpen te beperken te vermijden Verse groenten of diepvries natuur Vanaf 4- 6 maand andijvie, aubergine, broccoli, pompoen, witlof wortelen Vanaf 6 maand prei Verse groenten of diepvries natuur Vanaf 4- 6 maand biet, tomaten Vanaf 6 maand doperwtjes, kikkererwten, linzen Vanaf 8-10 maand Vanaf 8-10 maand sojabonen Vanaf 12 maand paprika, spruiten, ui, zuurkool, pastinaak Vanaf 12 maand sojascheuten, witte bonen, bruine bonen Kant en klaar alle kant en klare groentebereidingen (ook van de toegelaten soorten, bvb. groentemacedoine) FRUIT vrij te gebruiken Vers fruit of diepvries natuur Vanaf 4- 6 maand nectarine, pompelmoes, sinaasappel, cavaillon Vanaf 6 maand abrikoos Vanaf 12 maand te beperken te vermijden Vers fruit of diepvries natuur Vanaf 4- 6 maand appel, banaan, kiwi, peer, pruimen, watermeloen, citroen, limoen,perzik Vanaf 6 maand framboos Vanaf 12 maand aardbei, ananas, kers Vers fruit of diepvries natuur Vanaf 4- 6 maand mandarijn, mango, honing meloen Vanaf 6 maand braambessen of bramen, papaya Vanaf 12 maand rode bes en zwarte bes Kant en klaar alle kant en klare fruitbereidingen (ook van de toegelaten soorten, bvb. gekonfijt fruit) CEMA Antwerpen 5 NOTEN vrij te gebruiken te beperken te vermijden Vanaf 12 maand amandelnoten, bresiliaanse noten, cashew noten cocosnoot, macadamia noten, walnoten pindanoten (zuivere, zonder korstje), pecan noten Vanaf 12 maand kastanjes, hazelnoten VLEES, VIS EN EI vrij te gebruiken Vers of diepvries natuur Vanaf 6 maand vers vlees, vis of gevogelte zelf bereide vleeswaren op basis van toegelaten ingrediënten CEMA Antwerpen te beperken te vermijden Vers of diepvries natuur Vanaf 6-8 maand Orgaanvlees en Tofu alle soorten orgaanvlees, vers of bereid tofu en afgeleiden (wordt gemaakt van soja) eigeel Kant en klaar kant en klare vleeswaren (broodbeleg) kant en klare viswaren (broodbeleg) kant en klare eiersalades (broodbeleg) kant en klare vlees of vissalades kant en klaar vlees, vis of gevogelte (vb. worst) kant en klaar schaal- en schelpdieren (vb. scampi in de look, haring op azijn, …) kant en klare vleesvervangers (kunnen niet toegelaten ingrediënten bevatten zoals soja, tofu, lactose, …) Vanaf 8-10 maand volledig ei Vanaf 12 maand verse schaal- en schelpdieren CEMA Antwerpen 6 MELK EN MELKPRODUCTEN vrij te gebruiken te beperken CEMA Antwerpen te vermijden melk: mager, halfvol en volle yoghurt: magere, halfvolle en volle (met/zonder fruit) pudding: mager, halfvol en vol (met/zonder fruit) room, slagroom, boterroom, light room, zure room boter, botermelk, boterconcentraat, boterolie kaas, platte kaas, geraspte kaas, kaasbestanddelen magere melkbestanddelen, droge melkbestanddelen melkpoeder: mager, volle, gedroogde melkwei, wei, weipoeder, wei bestanddelen caseïne, natriumcaseïnaat, kaliumcaseïnaat melkeiwit, melkvet, melkzout, gehydrolyseerd melkeiwit, melksuiker, lactose, lactoserum, lactoproteïnes, lactalbumine, lactoglobuline, lactostearine, melkbestanddelen, gedroogde melk, gedroogde kaasbestanddelen SUIKER, ZOET BELEG vrij te gebruiken te beperken te vermijden zuivere bietsuiker (witte tafelsuiker) zuivere kandijsuiker (bleekbruin en bruin) honing, ahornsiroop en melasse Zelf gemaakte jam van ondervermelde fruitsoorten Vanaf 4- 6 maand nectarine, pompelmoes, sinaasappel, cavaillon Vanaf 6 maand abrikoos Vanaf 12 maand (in de vorm van verse fruitmoes of confituur met toegelaten ingrediënten) als geleermiddel: gelfix 2:1 geleerpoeder en geleersuiker, Dr. Oetker CEMA Antwerpen zoetstof (lactose kan als vulmiddel dienen) appelgelei, chocoladepasta (fondant en melk) alles op basis van caramel, pepermunt of toffee Zelf gemaakte jam van ondervermelde fruitsoorten Vanaf 4- 6 maand appel, banaan, kiwi, peer, pruimen, watermeloen, citroen, limoen,perzik Vanaf 6 maand framboos Vanaf 12 maand aardbei, ananas, kers (in de vorm van verse fruitmoes of confituur met toegelaten ingrediënten) als geleermiddel: gelfix 2:1 geleerpoeder en geleersuiker, Dr. Oetker 7 Zelf gemaakte jam van ondervermelde fruitsoorten Vanaf 4- 6 maand citroen, mandarijn, mango, honing meloen Vanaf 6 maand braambessen of bramen, papaya Vanaf 12 maand rode bes en zwarte bes (in de vorm van verse fruitmoes of confituur met toegelaten ingrediënten) Kant en klare jam van alle fruitsoorten (inclusief de toegelaten) ALTERNATIEVEN VOOR MELK vrij te gebruiken te beperken te vermijden Startvoedingen Vanaf de geboorte Nutrilon soja 1 (Nutricia) Milumil soja 1 (Milupa) Alsoy 1 (Nestlé) Pregestimil (Mead Johnson) Opvolgvoedingen Vanaf 4 maand Nutrilon soja 2 (Nutricia) Nutrilon soja vloeibaar (Nutricia) Milumil soja 2 (Milupa) Alsoy 2 (Nestlé) Pregestimil (Mead Johnson) Vanaf 8 maand Nutrilon soja 3 (Nutricia) Milumil soja 3 (Milupa) Pregestimil (Mead Johnson) Vanaf 12 maand Bambix groeidrink soja (Nutricia) Pregestimil (Mead Johnson) CEMA Antwerpen Startvoedingen Vanaf de geboorte moedermelk alle andere soorten startvoedingen dan vermeld in de eerste kolom Opvolgvoedingen Vanaf 4 maand moedermelk alle andere soorten opvolgvoedingen dan vermeld in de eerste kolom Vanaf 8 maand Bambix mijn eerste groeimelk (Nutricia) Nestlé eerste stapjes melk (Nestlé) Vanaf 12 maand Bambix groeimelk natuur,vanille,6 vruchten (Nutricia) 8 VETSTOFFEN vrij te gebruiken te beperken Bereidingsvetten alle plantaardige oliesoorten (maïsolie, zonnebloemolie, sojaolie, arachideolie, tarwekiemolie, saffloerolie, walnootolie, olijfolie, ….) Bereidingsvetten Smeervetten Becel Control (35 % vetgehalte) Becel Essential (25 % vetgehalte) Alpro minarine (40 % vetgehalte) Deze vetten bevatten echter minder vet dan een margarine. Zuigelingen hebben nood aan vet, dus moeten we in principe een margarine prefereren. Gelieve dus dikker te smeren dan met een margarine (80 % vet). CEMA Antwerpen te vermijden Bereidingsvetten boter, halfvol, gezouten en ongezouten kant en klare bakvetten met niet toegelaten ingrediënten (bvb. lactose wordt vaak toegevoegd, melkwei, melkbestanddelen, de benaming dierlijke vetten kan boter zijn) Becel bakken en braden (bevat melkwei) Alpro soja bakken en braden (bevat sojamelk) Smeervetten Smeervetten boter, halfvol, gezouten en ongezouten kant en klare margarine,minarine met niet toegelaten ingrediënten (bvb. lactose wordt vaak toegevoegd, melkwei, melkbestanddelen, de benaming dierlijke vetten kan boter zijn) KRUIDEN, SPECERIJEN, DIVERSEN vrij te gebruiken Verse kruiden en specerijen Vanaf 4 - 12 maand zachte, niet pikante verse tuinkruiden peterselie, kervel, basilicum, bieslook, venkel, tijm selder Vanaf 12 maand iets pikantere specerijen, vers kaneelstok, nootmuskaat (niet gemalen) vanillestok Diversen johannesbroodpitmeel E 410 bakkersgist Arabische gom E 414 Guar Gom E 412 soja eiwit isolaat lactaat, lactaatzuur, lactylaat, melkzuur CEMA Antwerpen te beperken te vermijden Verse kruiden en specerijen Kant en klaar gedroogde kruiden (bvb. gedroogde kervelpoeder) kruidenmengelingen (bvb. Aromat) bouillonblokjes en bouillonpoeder (ook al bevatten ze enkel toegelaten ingrediënten, bevatten teveel zout voor de zuigeling) zout (is in principe qua galactosemie toegelaten maar gedurende het eerste levensjaar, zout vermijden) sojasaus, ketchup, tomatenpuree Vanaf 12 maand peper Diversen Diversen acaciagom agar agar E 406 carrageen E 407 malt, maltsmaak, maltpoeder tragacanth E 413 xanthaan E 415 9 DIEETPRODUCTEN op voorschrift arts en/of diëtiste te beperken CEMA Antwerpen te vermijden Nutri-Junior, Neocate (Nutricia) ORS (Nutricia), GES (Milupa) bij diarree of braken Nutriton Instant (Nutricia) voor indikken voeding Pepti-Junior (Nutricia) alle andere dieetvoedingen niet vermeld in eerste kolom BABYVOEDING IN POTJES vrij te gebruiken Vanaf 4- 6 maand te beperken te vermijden Vanaf 4- 6 maand Nestlé Baby menu "Mijn Moestuin" spinazie (te beperken omdat het vrij veel zout bevat) Vanaf 6 maand Olvarit Maison "Spinaziepuree met kip" (code van het potje = B244) alle babykoekjes (er werd geen aangepast alternatief voor babykoekjes gevonden, om de fruitpap te dikken kan u best kijken bij de aangepaste granen) Vanaf 8-10 maand Olvarit Maison "Prinsessenboontjes met rundvlees" (code van het potje = B401) Vanaf 12 maand Olvarit Maison "Groene boontjes,aardappel,rundvlees" (code van het potje = B451) Olvarit " Spinazie, aardappel en kip" (code van het potje = B469) CEMA Antwerpen alle andere babyvoeding in potjes niet vermeld in voorgaande kolommen 10