SOORTEN GEHEUGEN GEHEUGENPALEIS- DE

advertisement
Zelf uitprinten? Ga naar: www.kanikonthouden.nl
pagina 1/3
SOORTEN GEHEUGEN
Auditief / Taal: Korte termijn (innerlijke stem), abstracte informatie. Langzaam, leer je op school te gebruiken.
Visueel:
Emotie, humor, snel, kan complexe beelden vasthouden, maar geen abstracte informatie, geheugen-paleis.
Korte / lange termijn.
GEHEUGENPALEIS (Engels: Memory Palace)
-Bestaat uit beelden, leuke plek om te zijn.
-Heeft ezelsbrug, geheugengangen, Kist met gereedschappen, TV-kamer/Bioscoopzaal, toilet (SHIT)
-Eindeloos uitbreidbaar. (zoals minecraft, kist met houwelen..)
GEHEUGENPALEIS- DE BIOSCOOPZAAL- Associatie
Koppel twee dingen die niks met elkaar te maken hebben, maak een duidelijk beeld, maak het gek!
Check of je het weet.
Gebruik alles wat een associatie kan verstevigen, humor, klanken, ezelsbruggetjes, fouten..
Synesthesie: Neurons that fire together, wire together.
Maak je beeld compleet beeld met geluid, geur en tast.
Korte termijn en lange termijn. Dingen komen eerst in het korte termijn geheugen, daarna in het lange termijn geheugen.
Hoe weet je of iets in je lange termijn geheugen zit? Dan weet je het.. Het <klik> moment. Het is geautomatiseerd.
GEHEUGENPALEIS - GEHEUGENGANGEN (Engels: Journey Method)
Neem een reeks die je al kent. De keuken, je ochtendroutine, wat dan ook.
Maak duidelijke beelden bij de reeks (eventueel met foto's).
Oefen de reeks totdat het klikt. (automatiseer ze / langetermijn geheugen)
Voorbeelden van gemakkelijke geheugengangen: Nummer vorm systeem, AlphaBetZoo.
GEHEUGENPALEIS - EZELSBRUGGEN (Engels: Mnemonics)
Wat is een ezelsbrug? Ieder patroon dat je ziet of kan bedenken. Je brein is continue op zoek naar patronen, gebruik dat.
Maak zinnige of onzinnige, test jezelf om te kijken of het werkt!
“Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nachtjapon”
Er zijn ook visualisatie ezelsbruggetjes, bijvoorbeeld het
Nummer Vorm Systeem:
0
1
2
3
4
5
6
7
De
olifantenkop, of
alleen zijn
slurf?
Bijl of klif?
8
9
Vrijwel
iedereen
ziet
meteen
een zwaan
in de twee
0=Gat,
band,
donut of
bal?
Handboeien,
billen of
hart (90
graden
draaien)
Een
vleeshaak
of een
piratenhaak?
Een
Een
sneeuwpop toiletrol of
of een
een ballon?
zandloper?
Kies een afbeelding, die jij vind passen bij de vorm van het cijfer of bedenk zelf iets! Tel met je ogen dicht tot 10 (0).
Welke dingen zie jij? Deze is ook te gebruiken als gemakkelijke geheugengang met 10 plaatsen
AlphaBetZoo: Apen, Beren, Clownsvis, Das, Egel, Flamingo (fiets), Giraf, Haai, Inktvis, Jaguar, Kalkoen, Lieveheersbeestje,
Miereneter, Neushoorn, Olifant, Paard, Quokka (zoek wel een plaatje!), Ree, Schaap, Tijger, Uil, Varken, Walrus, (Xiaosaurus) /
leeg hok , Yak, Zebra
Te gebruiken als geheugengang met 26 plaatsen of als visualisatie van het alphabet. Je mag ook je eigen dieren gebruiken.
Zelf uitprinten? Ga naar: www.kanikonthouden.nl
pagina 2/3
Geheugenpaleis- Het Toilet (SHIT):
Studeren (eerste kennismaking met stof, half uur)
Hou het ontspannen. Maak jezelf leeg..
Interesseert het je niet?
-Acteer interesse en aandacht: "Goh zeg, dat wist ik niet", hou jezelf voor de gek!
“Dat is interessant, want ….” Bedenk een reden..
-Maak het persoonlijk, reflecteer: “Nu snap ik eindelijk...”, Stel vragen.. “Dus dat betekent...?”
-Associeer.
Gebruik al je zintuigen. Chant: Rithme, muscle memory, sla het erin... Iedere paar seconden opnieuw.
Maak materiaal (flash cards, lijstjes, blinde kaart)
Herhalen,
Wacht vijf minuten en doe iets totaal anders, je korte termijn geheugen is gewist.
Doe een test met het boek open. Dek de informatie af met je hand, zodat je makkelijk kan checken.
Kijk wat je al weet. Wees eerlijk tegen jezelf. Twijfelen is niet weten.
Rustig aan, niet te haastig, geen problemen maken.
Weet je iets niet, geef jezelf ontspannen het antwoord en peper in..
Instampen/Inpeperen (wat je niet weet),
Herhaal de studeer fase met de dingen die je niet meer wist.
Maak een steeds kortere lijst, ga sterker associeren en visualiseren, maak het NOG gekker.
Maak nieuwe dingen vast aan dingen die je al wel weet.
Zoek patronen, Groepeer dingen, maak ezelsbruggetjes
Verander de woorden, zeg het in je eigen woorden. Dit maakt het belangrijk voor jou.
Associeren en visualiseren, Gebruik fouten.
Je bent alleen in je eigen hoofd. Niemand luistert mee. Niks is dom. Als het voor jou waar is, is het waar.
Testen..
Denk je dat je het weet? Doe een eerlijke test. Test alles, ook de dingen die je al wist.
Hier moet je even over nadenken, het is voor iedere soort informatie anders.
Hoeveel houvast heb je? Welke informatie wordt zeker gegeven?
Bedenk een manier van testen, waarbij je jezelf allen die informatie geeft, die je zeker krijgt/hebt.
Verander de volgorde.. Bij rijtjes, alle even, daarna alle oneven. Van achter naar voor.
heen en terug (bijvoorbeeld woorden leren frans-ned ned-frans.
Topo: “Hoe heet deze stad”, maar ook: “waar ligt amsterdam?”)
Isoleer de informatie die je niet wist en ga verder met inpeperen.
Wacht minimaal een UUR nadat je geslaagd bent voor je eigen test! Doe hem dan nog een keer.
Ben je weer geslaagd, wacht een dag. Doe hem dan nog een keer.
WANNEER HERHALEN?
Gemiddeld blijft nog 54% van de informatie hangen na één dag, alles daarboven is pure winst.
Blijf testen (morgen, dan om de dag, dan iedere week, om de week, iedere maand etc)
Tijd vanaf moment van leren (zonder herhalen)
Onthouden
Na twintig minuten
53%
1 dag
54%
Na een week
35%
Na twee weken.
21%
Na een maand
19 %
Na twee maanden
17 %
Zelf uitprinten? Ga naar: www.kanikonthouden.nl
pagina 3/3
Moeilijke informatie:
De namen van de
japanse eilanden zijn
moeilijk te leren, toch
zijn het er maar 4.
De moeilijkheid van de
informatie komt uit: de
plaats van de eilanden
(ver weg, kan mij het
schelen),
de onregelmatige vorm
(lijkt nergens op,
gebakken ei!) EN de
ingewikkelde namen.
HOE TE LEREN:
1) Zorg dat je een blinde
kaart te pakken krijgt,
dat is een kaart zonder
namen (of nummertjes).
Je kunt hem altijd zelf
maken door de kaart die
je hebt over te trekken.
De vorm van de eilanden
zit dan direct in je hoofd.
2) Bekijk de namen van de eilanden en ga associeren. Luister naar de klank van de woorden. Waar doen ze je aan denken?
HONSHU – Iets met honden? Met Shoes? Engelse Hond met Schoenen?
SHIKOKU – Shitkuiken? Kookt u? Sjiek? Sjiek, kookt u?
KYUSHU- Ushi? KOE, Shoe? Koe met schoenen? KIA? Een koe met schoenen in een KIA? KIA-KOE-SHOE
HOKKAIDO – Een hok, met een jankende hond (kai kai) Want hij gaat do(od). Hok-kaï-do
(Dit zijn mijn associaties, maar als je zelf iets ziet of weet, gebruik dat dan, schrijf het op voor de zekerheid)
Maak een zo gek mogelijk beeld en lach erom! Dit is erg leuk om te doen in gezelschap en je studiegroepje zal het zeker
waarderen..
Schrijf de namen van de eilanden op en let op de spelling. Weet je al hoe je ze spelt?
3) Daarna bekijk je de vorm van het eiland/land hun plek etc. Waar doet de vorm je aan denken. Waarin verschillen ze van
elkaar? Kyushu ligt een beetje scheef, Honshu is de grootste, shikoku de kleinste, hokkaido de bovenste.
Kun je daar wat mee met de beelden die je al had?
In mijn geval bijvoorbeeld een HELE grote hond met schoenen.
Shikoku is de kleinste, de kabouter, als ik de kabouter in de keuken zet, kan hij lekker voor me koken: Sjiek, kookt u?
Nu ik goed naar Kyushu kijk, vind ik het een beetje een koeienkop: Komt dat even goed uit: Kyu-koe..
En Honshu krijgt steeds meer de vorm van een enorme hazewindhond. (Zo'n Engelse hond, ik zie zelfs een schoen)
Hokkaido is redelijk vierkant: een hok, balancerend op een hoekpunt..
4) Nu maken we een verhaal van het geheel: Het hok zit de hond achter na (met een soort grijp arm, kijk maar naar de kaart),
als het hok hem vangt gaat hij dood. (Guilloutine in het hok? Zijn die losse eilanden een zwaard..?)
De hond trapt met zijn schoenen bijna op een sjiek geklede kabouter met een pollepel en een koksmuts (of een jaPan).
De kabouter wijst met zijn pollepel naar de koeienkop. Een koe, die heel graag de schoenen van de hond aan wil.
Doordat we nu karaktertjes hebben met attributen, wensen etc is het geheel goed te onthouden.
Past het niet helemaal in een verhaal? Dan maak je er twee. Zorg wel dat je een beginpunt hebt. Door de sjieke kabouter een
(ja)pan te geven, heb ik een ingang voor mezelf gemaakt. Heb ik de kabouter, dan zie ik de koe of de hond. Als ik de een zie,
zie ik ook de ander, want ze willen elkaars schoenen. Heb ik de hond, dan zie ik ook het gruwelijke wandelende hondenhok,
waar de arme hond dood gemaakt zal worden.
Zit het erin? Goed, dit was de eerste stap van SHIT. Gebruik de rest van SHIT om zeker te weten dat je het blijf onthouden.
ANDERE MOEILIJKE INFORMATIE:
Dit is een voorbeeld uit de topografie, maar je kunt dezelfde methode gebruiken om Franse woordjes te leren of de plek en
namen van de botten te leren.
Met moeilijke informatie moet je je fantasie gebruiken en tegelijkertijd het doel van wat je leert goed voor ogen houden. Wat
moet je leren? Welke informatie heb je in ieder geval? Heb je niks om je aan vast te houden of is de volgorde heel belangrijk?
Gebruik dan een geheugengang.
Download