“Schoon” is niet schoon genoeg Julia Kovaleva Arts-microbioloog i.o. UMC Groningen Introductie Endoscopie-gerelateerde transmissie en infecties Microbiologische controle van flexibele endoscopen Pseudomonas aeruginosa uitbraak In vitro biofilm studie van Introductie 26% toename van het aantal endoscopieën in Nederland (1999 - 2004) 8000 endoscopieën in het UMC Groningen per jaar 70 uitbraken van infecties na endoscopische procedures in de literatuur (64 publicaties, 1974 – 2004, VS) 91% van infecties kan worden voorkomen bij verbetering van kwaliteitscontrole systemen (Seoane-Vazquez, 2006) Flexibele endoscopen (FES) Semikritische / kritische instrumenten (steriele lichaamsholten) Sterilisatie door stoom is afgeraden Complexe structuur (kleine lumina, nauwe kanalen) Falen van desinfectie- en droogprocedure Makkelijk groei van biofilm Transmissie van infectie Bacteriële transmissie tijdens endoscopische procedures is onderschat door (Srinivasan, 2003): Lage frequentie Inadequate / geen microbiologische controle van reprocessing van endoscopen Factoren gerelateerd aan besmetting van endoscopen: Ineffectieve reiniging en desinfectieprocedure Fouten in het ontwerp van een endoscoop Onvoldoende spoelen en drogen Gebruik van een beschadigde endoscoop Endoscopie-gerelateerde infecties Endoscopie-gerelateerde infecties Endogene (eigen microbiële flora) E. coli, Klebsiella, Enterobacter spp. en enterokokken Kunnen niet worden voorkomen door goed gecontroleerde desinfectieprocedures Exogene Gramnegatieve bacteriën (P. aeruginosa, S. marcescens, Salmonella spp.), mycobacteriën en gisten Transmissie naar patiënten door gecontamineerde endoscopen en accessoires Moeten worden voorkomen door strikte desinfectieprocedures Gastro-intestinale endoscopie Lage frequentie van post-procedure infecties Endoscopiche retrograde cholangiopancreaticografie (ERCP): een verhoogd risico op infectieuze complicaties (Christensen, 2004) P. aeruginosa is de meest voorkomende pathogeen Pseudomonas biofilm is zeer moeilijk te verwijderen Uitbraken van Pseudomonas infectie zijn gerelateerd aan: Falen van desinfectieprocedure Onvoldoende drogen van de endoscoopkanalen Recente uitbraken van post-ERCP sepsis door ESBL- en carbapenemase (KPC)-producerende K. pneumoniae (Aumeran, 2010; Carbonne, 2010) Bronchoscopie Hogere infectierisico dan bij gastro-intestinale endoscopische procedures P. aeruginosa, Enterobacteriaceae en mycobacteriën zijn betrokken bij bacteriële transmissie Uitbraken van infectie waren gerelateerd aan: Een losse poort van het biopsiekanaal Beschadigde interne scoopkanalen door een defecte biopsietang (Cêtre, 2005; Kirschke, 2003) (Corne, 2005) Verontreinigde scopenwasmachine (Schelenz, 2000; Shimonom, 2008) Reprocessing van FES (UMCG) Volgens de richtlijn Werkgroep Infectiepreventie (WIP) Reprocessing in de automatische scopenwasmachine Reiniging en spoelen Desinfectie met de 1% desinfectans (een mix van azijn-, perazijnzuur en waterstofperoxide) 10 min bij 20 ºC Doorspoelen met bacterievrij water Drogen 2 uur bij 50 ºC met steriele perslucht Bewaren in een droogkast met continue luchtstroom Microbiologische controle Is niet geadviseerd door de WIP richtlijn “… is bij correct gevalideerde apparatuur en een goede procesbeheersing overbodig ” Microbiologische controle: kweekfrequentie Maandelijks: therapeutische FES Duodenoscopen (ERCP): wekelijks Bronchoscopen Gastroscopen 3-maandelijks: diagnostische FES Gastroscopen Cystoscopen Colonoscopen Niet periode-gebonden Alle typen leenscopen met kanalen • bij binnenkomst • Endoscopen wasmachine voor vertrek Maandelijks Na reparatie Na onderhoud Microbiologische controle: kweekprocedure Biopsiekanaal Water/luchtkanaal Op indicatie (calamiteiten, experimenteel): andere kanalen; het liftkanaal middels een swab Retrograde techniek voor het verkrijgen van monsters: Hogere sensitiviteit i.v.m. de anterograde techniek (Srinivasan, 2003; Buss, 2007) 31% positieve kweken bij retrograde techniek vs 7.9% bij anterograde techniek (Buss, 2007) Microbiologische controle: relevante micro-organismen Gramnegatieve staven E. coli en andere Enterobacteriaceae Pseudomonas spp. Stenotrophomonas maltophilia Acinetobacter spp. Grampositieve kokken Enterokokken S. aureus Candida spp. (bij ERCP scopen) (Atypische) Mycobacteria Microbiologische controle: protocol (UMCG) Microbiologische controle: kweekresultaten 100 flexibele endoscopen 500 kweken per jaar 20 - 25% daarvan zijn positief Met name bronchoscopen en ERCP scopen positief 5.3% kweken gaven aanleiding tot intensieve reiniging / desinfectie en sterilisatie van FES in 2010 P. aeruginosa uitbraak P. aeruginosa uitbraak P. aeruginosa sepsis bij 6 patiënten na ERCP met dezelfde endoscoop Herhaaldelijke contaminatie met P. aeruginosa van deze endoscoop na intensieve reiniging en desinfectieproces Negatieve kweken van scopenwasmachines, connectieslangen en omgevingskweken Contaminatie met P. aeruginosa 4 maanden na gassterilisatie met ethyleenoxide Moleculaire typering (Rep-PCR): identieke stammen van 6 patiënten en de endoscoop Aanwezigheid van een biofilm op de intacte scoopkanalen Interne scoopkanalen waren vervangen Economische evaluatie Jaarlijkse kosten van microbiologische surveillance Kosten van retrograde kweken Tijd kosten van de verpleging Kosten van de Pseudomonas uitbraak Directe kosten van opname, diagnostiek en behandeling Exclusief indirecte kosten en kosten van het uitbraakonderzoek Biofilm Is een bacteriënlaag die zich vasthecht op een oppervlak en die wordt omgeven door een exopolysaccharide matrix Op de endoscoopkanalen na beschadigingen, ook op de intacte scoopkanalen Gevolgen: Falen van desinfectie Besmetting van patiënten tijdens endoscopie Uitbraken van infectie Biofilm Micro-organismen overleven bij het blootstellen aan droogte, chemische stoffen en antibiotica Toegenomen resistentie tegen antibiotica / desinfectans Belangrijke risicofactor voor infectieuze complicaties 65% van de bacteriële infecties in de kliniek kunnen worden veroorzaakt door biofilms (Chicurel, 2000) Oorzaak van recidiverende symptomen na behandeling met antibiotica (Costerton, 1995) In vitro biofilm studie Effect van een perazijnzuur desinfectans en een droogprocedure (warme lucht) op biofilmvorming door: C. albicans C. parapsilosis (CAPP) P. aeruginosa (PSAE) S. maltophilia (STMA) Stammen waren geïsoleerd uit gecontamineerde flexibele endoscopen Doelen: Nabootsing van biofilmvorming in de scoopkanalen Imiteren van desinfectie- en droogprocedure van flexibele endoscopen in de in vitro biofilm model In vitro biofilm studie In vitro biofilm studie Groei van single en dual-species biofilms in steriele 96-wells microtiterplaten gedurende 48, 72 en 96 uur Incubatie met desinfectans (MIC, MBC en 1%) gedurende 10 min Kwantificering van biofilm: Tetrazolium zout (MTT) reductie assay Telling van kve van 10-voudige verdunningen van biofilm op de agarplaten In vitro biofilm model Effect van desinfectans Effect van desinfectans Desinfectie zonder droogfase Hergroei van biofilm Desinfectie met droogfase Geen groei van biofilm Voorkomen van biofilmvorming Oxidatiemiddelen (perazijnzuur) Antimicrobiële coating aan de binnenkant van de scopenwasmachines (Marion, 2006; Rutala, 2001) Plasmasterilisatie met waterstofperoxide Gassterilisatie met ethyleenoxide en NO2 (Noxilizer) Nieuwe technieken voor het vroegtijdig opsporen van een biofilm in een endoscoop (ATP meting, Q-PCR) (Obee, 2005) Sterile-sheathed endoscopen met vervangbare onderdelen (EndoSheath system) (Colt, 2000; Srinivasan, 2003) Conclusies Gecontamineerde endoscopen zijn geassocieerd met uitbraken van endoscopie-gerelateerde infecties Desinfectie van flexibele endoscopen kan falen (hergroei van biofilm) als de nauwkeurige droogprocedure niet wordt toegepast Routine microbiologische monitoring van endoscopen is nuttig om contaminatie op te sporen en om besmettingen en infecties bij patiënten te voorkomen Nieuwe desinfectie- en sterilisatiemethodes zijn nodig om de bacteriologische veiligheid van reprocessing van endoscopen te verbeteren Dankwoord Prof. Dr. John Degener Prof. Dr. Henny van der Mei Afdeling Medische Microbiologie, UMC Groningen Afdeling Biomaterialen, RUG, UMC Groningen