In ons theater zijn ruimte en tijd op een bepaalde manier verweven

advertisement
EEN KLEINE GESCHIEDENIS VAN HET OSTADETHEATER
Inleiding
Een theater is zowel een ruimte als een culturele instelling. De ruimte bestaat uit een aantal
kubieke meters lucht en wordt afgegrensd door een vloer, een plafond en wat muren die
samen weer deel uitmaken van een gebouw. Het theater als instelling is een maatschappelijke
constructie: een organisatie met een eigen doelstelling en een eigen dynamiek. In een theater
zijn de ruimte en de culturele instelling een beetje tot elkaar en de omgeving veroordeeld.
Vanuit dat perspectief heb ik een beknopte schets gemaakt van het Ostadetheater.
Martin Vlaming, kassacoördinator
Amsterdam, juni 2005
1. De wijk, de straat en het gebouw
'Wat gevoelt ge bij het zien van die … huizen?' vroeg de
Amsterdamse Studentenalmanak in 1882 na een bezoek aan
de nieuwe buurt YY, beter bekend als de Pijp. 'Lust om
dadelijk om te keren, nietwaar, en hard weg te lopen!' (Geert
Mak: Een Kleine Geschiedenis van Amsterdam, p.212).
De Pijp is een 19e eeuwse stadswijk. De bouw van dit
gebied, voorheen de Buitenveldertse Binnenpolder, begon
rond 1860 en werd voortgezet in de daarop volgende
decennia. Van een naargeestig megaproject veranderde YY
gaandeweg in een arbeidersbuurt met een compleet eigen
infrastructuur. Wonen en werken zou hier gecombineerd gaan worden. In 1902 werd in de
Van Ostadestraat de Oranjekerk gebouwd, naar een ontwerp van de architect Postumus
Meijes. Iets verder richting de Amstel (nr.233) was twee jaar eerder een stoomdrukkerij
geopend die de naam "Elsevier" droeg. "In het begin van
de bezetting kwam deze drukkerij in handen van de
NSB'ers, die er alle mogelijke drukwerk voor de Duitsers
en de NSB gingen verzorgen. Na de oorlog heeft uitgever
Elsevier deze drukkerij gedwongen haar naam te
veranderen." (Joustra, Volkskrant 7.1.2003, p.7) In het
stadsarchief kunnen we vinden dat op 13 januari 1949
"Elsevier" ophoudt te bestaan. Eerst wordt de naam dan
veranderd in Van Ostade, en later in Holdert & Co. Deze
naam blijft tot de kraak in 1980 op de gevel pronken. Aan
het pand verandert wel het een en ander.. Eind jaren 50
wordt de karakteristieke schoorsteen verwijderd. In 1964
zou de oorspronkelijke gevel van het pand vervangen zijn door de huidige.
Eind 70-er jaren verhuist de drukkerij en de lege loods blijft achter. De gemeente wil
die platgooien en woningen zetten op dit terrein. Vanuit verschillende maatschappelijke
geledingen zijn er bezwaren tegen dit plan. Het
complex verkeert nog in goede staat en er zijn tal van
bestemmingen. Juni 1980 wordt het pand gekraakt. De
doelstelling is wonen in combinatie met kleine
bedrijfjes. Twee woongroepen vestigen zich op de
bovenverdieping en beneden strijken allerhande
bedrijven neer. De Windmolenwerkplaats, de
fietsenwerkplaats Smerig, café-restaurant "In de
Gemarineerde Eenheid" (volgens de verhalen "De
Schele Kip") en het krakers-orgaan Bluf! Vanuit de
Oosterparkbuurt verhuist drukkerij De Raddraaier
eveneens naar dit pand.
2. Het theater
In het midden van het pand blijft een grote ruimte open. Iedereen is het er over eens dat het
een prima plek is voor een theater. In het "Pijp Welzijnsplan" van 1979 is al geconstateerd dat
in deze stadswijk een schromelijk tekort bestaat aan culturele voorzieningen. Eerder in het
decennium heeft de gemeente geprobeerd het Centuurtheater aan te kopen, maar de
onderhandelingen stoppen omdat de vraagprijs te hoog is. Zo worden de krakers van het
Ostadecomplex voor de gemeente een interessante onderhandelingspartner. De gemeente
krijgt voor een appel en een ei een culturele voorziening aangeboden. Met mensen die het ook
nog een keer uit puur idealisme willen doen. Het theater draait op vrijwilligers. Dat zijn dan
allemaal uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn van sollicitatieplicht. Dat blijkt goed te
werken. Er is veel motivatie. Men zamelt geld in en koopt de stoelen van de dan inmiddels
opgeheven Victoria- bioscoop. De Stichting Expérimenteel Theater geeft een lichtinstallatie in
bruikleen.
26 maart 1982 begint het Van Ostadetheater te draaien. In De Grote Zaal, zoals het dan heet,
vindt de opening plaats. De stoelen staan dan nog gewoon op de grond, dus wie achteraan zit,
ziet gewoon niets. Er zijn 100 zitplaatsen. De mensen kwamen toen binnen door wat nu de
nooduitgang is. Later is pas de rechtstreekse doorgang naar de Van Ostadestraat gemaakt.
Halverwege de 90-er jaren is de huidige vloer er in gekomen, met de inschuifbare tribune en
de rode stoelen.
Notitie uit 1985. In die tijd draaide het theater op vrijwilligers.
De vrijwilligers die eerst het theater "runnen", zijn georganiseerd in diverse kleine groepjes
met allemaal eigen taken. Een belangrijke groep is dan nog de "bouwgroep", die zich bezig
houdt met "o.m. het maken van een kleedkamer annex kantoor, warmte- en geluidsisolatie
e.d." (persbericht, 1983)
Anno 1987 zijn er 15 vrijwilligers die het theater draaiend houden. Er is veel aandacht voor de
buurtfunctie van het theater. De leerlingen van de 3e Dalton-school verderop in de straat,
voeren hun toneelstuk op in het theater. Een jaar later komt de eerste Kinderstraattheaterdag.
In 1987 wordt De Pijp een zelfstandig stadsdeel. Op landelijk niveau verandert ook het een
en ander, en de vrijwilligers worden banenpoolers (1992, zie foto van de toenmalige club). Er
komt een functie zakelijk leider die vanaf 1993 ingevuld wordt door Kees Blijleven.
("Ostadetheater, analyse en toekomstbeeld", archief). In die tijd bestaat al de handtekening
van Adriaan van Ostade, als logo. Later wordt daar, bij wijze van huisstijl een soort cirkel aan
toegevoegd.
In. de tweede helft van de jaren 90 veranderen de banenpoolers in melketiers. Er
komen twee reguliere banen, te weten de directeur en de werkbegeleider. Als in 1998 De Pijp
en Oud Zuid fuseren tot één stadsdeel, wordt het Ostadetheater voor de subsidies grotendeels
afhankelijk van dit nieuwe orgaan, dat in de eerste jaren alles behalve goed functioneert.
Binnen de organisatie van het theater leiden deze ontwikkelingen tot spanningen en
conflicten, die nog lange tijd hun weerslag hebben gehad op de bedrijfscultuur. De tijd heeft
die wonden inmiddels geheeld. We zijn klaar voor het volgende bedrijf. Met het aantreden
van het kabinet Balkenende komt de gesubsidieerde arbeid als geheel op de tocht te staan,
waarmee de organisatie opnieuw in zwaar weer terecht gekomen is. Hoe dit gaat aflopen is
nog niet duidelijk. Wordt vervolgd.
3. De voorstellingen
Wat voor soort voorstellingen zijn er in de loop der tijd in
het Ostadetheater gespeeld? In het begin waren er maar
heel weinig technische middelen. De licht-installatie was geleend, desnoods werd er met een
paar bouwlampen gespeeld. De kale, industriële ruimte had zo ook z'n eigen rauwe charme,
en zeker als kraak-theater. Voordrachten, toneel, muziek. Het maatschappelijk engagement
was belangrijk, er was een duidelijk linkse ideologie. Kleinschalig, buurtgericht, en tegelijk
internationaal betrokken. Zo haalde men eind 1982 de Portugese ukelele-speler Pereira
binnen, wat goed was voor een artikeltje in de Volkskrant.
Eerst was de doelstelling dus politiek. Een aantal jaren later werd dat vertaalbaar naar
een meer artistieke positiebepaling. In een interview met het Amsterdams Stadsblad uit 1987
vat Sjaak Zegwaard (destijds publiciteitsmedewerker van het Ostadetheater) het artistieke
profiel kort samen: "Het theater geeft beginnende groepen de kans om te spelen en probeert
daarnaast een functie in de buurt te vervullen. Met name kindervoorstellingen trekken veel
publiek." Een veelgehoorde term in die tijd was “Het derde circuit”. Daarmee werd bedoeld
alles wat in de grote schouwburgen en de bestaande theaters niet terecht kon. Ook het betere
amateur-theater moest een platform krijgen. Het Ostadetheater was, evenals bijv. Zaal 100,
zo'n platform voor het “derde circuit”.
Begin jaren 90 kreeg het Ostadetheater een
eigen huisgezelschap, Toneelgroep Europa. Van 1993
tot 1999 heeft Europa, onder de artistieke leiding van
Henk Jansen, een aantal spraakmakende stukken
geproduceerd. In het jaar 2000 gaat Europa ter ziele. De
attributen van het huisgezelschap hebben nog jaren
liggen te spoken op het zoldertje voor in de Grote Zaal.
Aanvankelijk waren er alleen voorstellingen in
het weekend, en op de woensdagmiddag voor de
kinderen. Allengs werd de programmering intensiever.
De geschiedenis laat een grote diversiteit zien in zowel
vorm als inhoud. De eerste jaren kenmerkten zich door
een links, maatschappijkritisch engagement. Een krantenknipsel van eind 1985 geeft hiervan
een indruk. Op het programma staat o.a.Het Flikkertheater, het Werklozentheater, en de
Surinaamse schrijver Edgar Cairo. Op 31 december is er een OUDEJAARSFEEST met een
swingende band en veel eten en drinken. Muziek speelde in de eerste jaren een belangrijke
rol. Er was een flamenco-festival, en een open zangpodium op de eerste zondagmiddag van de
maand. Op het gebied van theater werd al het mogelijke gedaan wat de ruimte toeliet.
Ook buiten de muren van het gebouw begon men zich te manifesteren. In juni 1988
werd de eerste Kinderstraattheaterdag gehouden, met korte optredens , muziek en circus. Veel
aandacht was er vanaf het begin voor multi-culturele voorstellingenen en manifestaties. In
1996 resulteerde dat in een jaarlijks feest, het Babel-festival, dat speelde op uiteenlopende
locaties als het Gerard Douplein, het Van der Helstplein, Rialto, de Badcuyp en diverse
buurthuizen.
In de loop van de 90-er jaren werd er minder met muziek gedaan; het accent kwam te
liggen op met name teksttheater. Vanwege de magere geluidsisolatie is dat een verstandige
keuze geweest. De laatste 10 jaar zijn er wel steeds meer mengvormen met beweging en
multimedia, voor zover dat binnen de gegeven ruimte is te realiseren. Met de komst van
Eliane Attinger als directeur is het theater een zelfstandige positie gaan innemen op het gebied
van poppen-en objecttheater. Sinds 2003 vindt rond half november het RISK-festival plaats.
Daarin wordt het objecttheater uit diverse hoeken belicht en geconfronteerd met andere
disciplines.
4. Chronologie
1900 Drukkerij Elsevier
1949 Elsevier wordt Holdert, de Telegraaf verschijnt weer.
1964 Gevel wordt vervangen
1979 Holdert stopt. Drukkerij-gebouw komt leeg te staan
1979 Pijp Welzijnsplan: te weinig culturele voorzieningen
1980 Ostadecomplex wordt gekraakt
1982 Opening Ostadetheater
1986 1e flamencofestival
1987 Stadsdeel De Pijp komt
1988 Eerste Kinderstraattheaterdag.(begin juni) Ook een Kindertheaterfeest op 23 februari.
1990 Stadsdeel Oud Zuid komt
1992 Vrijwilligers worden banenpoolers
1996 1e Babelfestival op het Van der Helstplein
1997 Zomersluiting. Golfplaten worden aangebracht en huidige vloer. Groepen helpen mee:
Laagland, Syndicaat, Europa, Illuster
1998 Stadsdelen Zuid en De Pijp fuseren
1998 Reguliere kracht komt. Conflicten in de organisatie
1999 1 maart Martin Vlaming wordt kassacoördinator
2001 1 maart Eliane Attinger wordt directeur
2003 De verbouwing van de foyer. Het enigszins rondlopende, verlaagde plafond gaat eruit,
evenals de wand tussen de foyer en de hal.
2003 November: 1e RISK-festival
2006 Zomer Martin de Wolf ontwerpt een nieuw concept entree/foyer . De bar en de
receptiebalie worden één.
2007 1 september. Martin Vlaming verlaat het Ostadetheater. Hij gaat naar Parels voor de
Zwijnen
_____
PS. Daar stopt mijn rol als werk- en waarnemer van het Ostadetheater anno 2007. Die rol zal
nooit door iemand worden overgenomen in de specifieke hoedanigheid die ik daaraan heb
toegekend.
Ik wil aan deze tekst geen enkel recht ontlenen. Er zijn in het pand mensen die andere dingen
kunnen vertellen. Lees bijv. de Open deur voor het slapen gaan.
Appendix 1: Bezoekersaantallen van de eerste jaren
Seizoen
Aantal toeschouwers
Aantal voorstellingen
1982/83
1983/84
1984/85
1985/86
1986/87
1987/88
3.390
3.107
5.890
4.732
6.231
7.943
49
53
112
113
151
145
Appendix 2: Enkele foto's
Gem. per
voorstelling
69
59
53
42
41
55
Appendix 3: De geschiedenis van de Website
In het digitale tijdperk valt het niet mee om nog een geschiedenis vast te leggen. In het geval
van het Ostadetheater is me dat nog redelijk goed gelukt. Het eerste fragment is van voor mijn
tijd. Op de vrije ruimte van xs4all.nl was al een soort website gemaakt, maar er was nog geen
domein gereserveerd. Deze website had nog weinig uitstraling en werd door vrijwel niemand
bezocht.
Vanaf 2000 komt er een database-gestuurde website met domein www.ostadetheater.nl
Ik heb met succes die website onderhouden gedurende 6 jaar.
Ook internet heeft inmiddels een (digitaal) museum. Hier enige beelden die zijn opgeroepen
via http://web.archive.org/web/*/http://www.ostadetheater.nl
Fijn dat zelfs oude websites ergens op de wereld worden bewaard…
Download