FAILLISEMENT INTELLIGENT ONTWERP EN SCHEPPING! ECHT WAAR? Door Prof. dr. ir. Hans Degens Dirk van der Wulp heeft naar aanleiding van het recente debat tussen voor- en tegenstanders van de evolutietheorie een artikel geschreven met de titel ‘Het fundament en het faillissement van het creationisme’. Hier geef ik een reactie op zijn artikel. Noch intelligentie, noch teleologie, beide fundamenten voor menselijke creativiteit, zijn stuwende krachten van de evolutietheorie, maar zijn immanent in de persoonlijke almachtige Schepper. Het is jammer dat de discussie schepping-evolutie steeds harder van toon wordt binnen Christelijk Nederland. Laten we ons realiseren dat Jezus ons de taak gaf de wereld in te gaan en discipelen te maken (Mat 28:19) en de boodschap van verzoening met God uit te dragen (II Cor 5:18-21). Dit is het beste bereikt door eenheid onder Christenen (Joh 17) en respect voor de visie van de ander. Deze missie, waarin we elkaar moeten ondersteunen, delen alle Christenen, of we nu in evolutie of schepping geloven. Laat het duidelijk zijn; onze verzoening met God is niet afhankelijk van ons geloof in schepping of evolutie, of wat we doen of bereiken, maar van de genade die God schenkt in Jezus Christus (Rom 6:23). Dit is het gemeenschappelijke fundament dat ons verenigt. Van der Wulp noemt in zijn betoog vijf kenmerken van creationistische1 bezwaren tegen de evolutietheorie, welke ik puntsgewijs zal behandelen. 1) Bijbelopvatting Het is correct dat creationisten de Bijbel zien als een onfeilbare openbaringsbron. Dit is, neem ik aan, niet alleen van toepassing op creationisten maar op alle Christenen. Het is de interpretatie van deze onfeilbare openbaringsbron waarin Christenen onderling verschillen. Creationisten zijn er inderdaad van overtuigd dat Genesis 1 letterlijk gelezen moet worden en een creatio ex nihilo laat zien in plaats van een geleidelijke ontwikkeling van het leven. De Bijbel beschrijft talloze wonderen die niet wetenschappelijk te verklaren zijn. De wonderen bij uitstek zijn de maagdelijke geboorte van Jezus en zijn fysieke opstanding uit de dood! Zonder deze wonderen wordt Jezus een gewoon mens en zijn Christenen de meest beklagenswaardige mensen op aarde (I Cor 15:12-19). In weerwil van de wetenschap, maar door Goddelijke openbaring (Mat 16:1517), geloven wij in de maagdelijke geboorte en wederopstanding van Jezus. Kortom, Goddelijke openbaring speelt een cruciale rol in het Christelijk leven. Wellicht heeft openbaring ook een functie in ons begrip over de oorsprong van alle levensvormen en kán een andere lezing van Genesis de deur open zetten voor een niet-letterlijke interpretatie van de opstanding van Jezus met alle gevolgen van dien voor het Christelijk geloof. Dit gevaar is niet alleen door creationisten gesignaleerd, maar zelfs voorgesteld door atheïsten als een wapen om Christenen van hun geloof af te brengen: ‘Die Christenen die het scheppingsverhaal als een mythe of allegorie zien ondermijnen de rest van de Schrift, want als er geen Adam was, was er geen zondeval; en als er geen zondeval was, dan is er geen hel; en als er geen hel is, dan is er geen enkele reden voor Jezus als tweede Adam en vleesgeworden zaligmaker, gekruisigd en opgestaan.... Evolutie is daarmee het krachtigste wapen om het Christelijk geloof te vernietigen!’2. 1 2 Ik gebruik bewust niet de term creationisme, evenmin als evolutionisme Those Christians who regard the creation stories as myths or allegories are undermining the rest of scripture, for if there was no Adam, there was no fall; and if there was no fall, there was no hell; and if there was no hell, there was no need of Jesus as second Adam and incarnate Savior, crucified and risen…… Evolution thus becomes the most potent weapon for destroying Christian faith. Mattill AJ. Three Cheers for the Creationists. Free Inquiry 2(Spring), p. 17, 1982. 2) Creatie als wetenschappelijk alternatief Er wordt wel gesteld dat het scheppingsmodel geen wetenschappelijk alternatief kan zijn voor de evolutietheorie omdat het zich niet zou houden aan het methodologisch naturalisme. De onuitgesproken aannames hier zijn dat 1) de evolutietheorie dat wel zou doen en 2) methodologisch naturalisme een antwoord op de oorsprongsvraag zou kunnen geven. Dit berust echter op een misvatting want in de kwestie schepping of evolutie hebben we te maken met singuliere gebeurtenissen in het verleden die om een andere, dan de natuurwetenschappelijke, benadering vragen. Een voorbeeld is de archeologie waar men geen problemen heeft om artefacten een intelligente oorsprong toe te schrijven. Bovendien weten we uit ervaring dat informatie, zoals in boeken en software, niet automatisch ontstaat maar een intelligente oorsprong heeft. Hoewel er talloze boeken geschreven zijn die naar hun zeggen - volgens hun ogenschijnlijk - intelligent design afdoende kunnen verklaren door middel van natuurlijke selectie, is het opvallend dat in de speurtocht naar de waarheid evolutionisten erkennen een tunnelvise te hebben: ‘Het is niet dat de methoden en instituties der wetenschap ons op een of andere manier dwingen tot een materialistische uitleg voor de waarneembare wereld, integendeel, wij zijn gedwongen door onze a priori acceptatie van materialistische oorzaken een apparaat van onderzoek en een serie concepten te creeren, die een materialistische uitleg tot gevolg hebben, ongeacht hoe contra-intuitief of raadselachtig het is voor de niet ingewijdde. Inderdaad, dat materialisme is absoluut, want we kunnen geen goddelijke voet binnen de deur laten.3 3) Onbegrip van de evolutietheorie Hier moet me van het hart dat geen van de voorbeelden die van der Wulp noemt een indicatie zijn dat aanhangers van het scheppingsmodel geen benul hebben van de evolutietheorie. Uiteraard weet van Heugten ook wel dat de oerknal en de oorsprong van het leven niet hetzelfde zijn als de ontwikkeling van het leven. Sterker nog, in het aangehaalde stukje scheidt van Heugten deze aspecten van de oorsprongsgeschiedenis expliciet! Het is voor de kwestie ook niet van belang of Darwin op zijn sterfbed al dan niet zijn theorie heeft herroepen. Het lijkt wel of van der Wulp hier een ‘stroman’ probeert omver te halen. In de context van het boven aangehaalde citaat van Lewontin is de opmerking van van der Wulp interessant ‘.....dat de evolutietheorie een op het eerste gezicht tegenintuïtieve theorie is, die (anders dan veel wordt gedacht) niet direct eenvoudig te begrijpen is’. Is het misschien zo dat onze intuïtie het bij het rechte eind heeft en we inderdaad geen complexe evolutietheorie nodig hebben? 4) Bronnen Interessant is dat van der Wulp veronderstelt dat de specialistische kritiek van creationisten slechts komt van hen zonder wetenschappelijke scholing op de betreffende vakgebieden en dat alle kritiek op de evolutietheorie overtuigend is weerlegd. Er zijn echter talrijke respectable creationistische wetenschappers. Natuurlijk zullen evolutionisten zeggen dat ze de argumenten van de creationisten hebben weerlegd, maar zeggen creationisten niet hetzelfde over de argumenten van evolutionisten? Een open discussie over de kwestie schepping – evolutie kan alleen dan plaatsvinden wanneer men niet al bij voorbaat de beweringen van de ander als weerlegd beschouwd. 3 It is not that the methods and institutions of science somehow compel us to accept a material explanation for the phenomenal world but, on the contrary, that we are forced by our a priori adherence to material causes to create an apparatus of investigation and a set of concepts that produce material explanations no matter how counterintuitive, no matter how mystifying to the uninitiated. Moreover, that materialism is absolute, for we cannot allow a divine foot in the door.” Lewontin, New York Review of Books, 1997. 5) Retoriek Creationisten wordt verweten retorische zinsneden te gebruiken om de discussie te omzeilen. Ook hier ben ik bang dat van der Wulp een onterecht beeld schetst van creationisten. Waar beweerd wordt dat de creationisten de discussie omzeilen door bv te spreken over ‘christen of evolutionist’ is het interessant dat van der Wulp betoogt dat het scheppingsmodel geen wetenschap is. Hij stelt zelfs: ‘Op deze manier wordt zowel van de bijbel als van de wetenschap een karikatuur gemaakt’; niet echt een goede basis voor een eerlijke, respectvolle, wetenschappelijke discussie met creationisten. Evolutietheorie De evolutietheorie is inderdaad een rationele theorie voor het ontstaan van de huidige levensvormen. De discussie is hier, echter, of een scheppingsmodel niet een betere verklaring is. Er zijn vraagtekens te plaatsen bij vele zogenaamde ‘icons of evolution’4. De geobserveerde voorbeelden van evolutie, zoals de ontwikkeling van bacteriële antibiotica resistentie, sikkel cel anemie in Afrika en de soortvorming in cichliden zijn zonder uitzondering voorbeelden van microevolutie; variatie binnen een soort of taxonomische Familie. Microevolutie past uitstekend in zowel het scheppings- als evolutiemodel. Creationisten zijn zich terdege bewust van de rol die wordt toegeschreven aan natuurlijke selectie in de evolutietheorie, maar laten we ons dit realiseren: natural selection selects for survival but not arrival of favoured races. Interessant is dat dit zelfs doorschemert in de volledige titel van Darwin’s boek (1859): ‘The origin of species by means of natural selection’ or ‘The preservation of favoured races in the struggle for life’. Waarin creationisten en evolutionisten van mening verschillen is macro-evolutie; het ontstaan van nieuwe levensvormen zoals bijvoorbeeld de huidige walvissen uit een landbewonende voorouder. Darwin formuleerde zijn theorie onder andere op grond van de enorme variatie die in korte tijd in duiven (zijn hobby) bereikt kan worden door kunstmatige (analoog aan natuurlijke) selectie, en extrapoleerde dat natuurlijke selectie hetzelfde kan bereiken als er maar genoeg tijd is. Planten en dierenfokkers zien echter consistent dat hoewel de snelheid van verandering in een geselecteerde eigenschap in het begin hoog is, deze snel afvlakt en een grens bereikt; in andere woorden, de variatie binnen een taxonomische Familie is beperkt, iets wat door het scheppingsmodel voorpeld wordt en in tegenspraak is met de evolutietheorie! Dit verschijnsel zien we indirect ook in het fossielen bestand waar ‘Het is nog steeds overweldigend waar, net als ten dage van Darwin, dat de eerste vertegenwoordigers van alle grotere klassen van organismen die bekend zijn in de biologie al zeer karaktersitiek zijn voor hun klasse wanneer ze voor het eerst in de fossiele kolom verschijnen’5. Dit gebrek aan overgangsvormen wordt wel de ‘trade secret of paleontology’ genoemd6 en was de aanleiding tot de formulering van de theorie van punctuated equilibria7. Hoewel deze theorie, ook volgens het scheppingsmodel, adequaat soortvorming verklaart, schiet het tekort voor macro4 Wells J. Icons of evolution. Science of Myth? Why much of what we teach about evolution is wrong. Regnery Publ. 2000. 5 ‘It is still, as it was in Darwin’s day, overwhelmingly true that the first representatives of all the major classes of organism known to biology are already highly characteristic of their class when they make their initial appearance in the fossil record’. (Denton M, Evolution: a theory in crisis. Ed. Adler & Adler, p. 162, 1986; first published 1985). 6 Gould SJ, The Panda’s Thumb. Norton & Co, p. 181, 1980). 7 Eldredge N & Gould SJ. Punctuated equilibria: an alternative to phyletic gradualism. In: Models in Paleobiology, edited by Schopf TJM. San Francisco: Freeman, Cooper & Co, p. 82-115, 1972. evolutie8. Bovendien hebben de Jong en ik in een peer reviewed wetenschappelijk artikel argumenten gegeven dat de voorgestelde mechanismen voor evolutie inadequaat zijn voor macroevolutie9. Uiteraard stimuleert het mensen zoals mij om onze positie te heroverwegen wanneer mensen voor wie ik persoonlijk respect heb, zoals Prof. Cees Dekker, het scheppingsmodel niet onderschrijven of zelfs, zoals Andries Knevel en prof. Willem Ouweneel, het scheppingsmodel de rug toe keren. Maar ook hier geldt dat overtuigingen van mensen geen adequate argumenten in de discussie zijn. Er zijn immers ook respectabele wetenschappers die de evolutietheorie de rug toe hebben gekeerd, zoals Prof. AE Wilder-Smith, Dr. Robert V. Gentry, en Prof Dean H Kenyon; stimuleert dit niet tot kritische heroverweging van de evolutietheorie? Het is niet echt verbazingwekkend dat weinig creationistische artikelen in seculiere vakbladen verschijnen, gezien de aversie in wetenschappelijke kringen tegen de creatiegedachte. Laat ik als illustratie de Council of Europe Resolutie 1580, artikel 210 (2007) aangaande onderwijs in creatie citeren: ‘...de Parlementaire Vergadering is bezorgd over de mogelijk schadelijke effecten van de verspreiding van creationistische ideeën binnen ons onderwijs en over de gevolgen voor onze democratieën. Als we niet oppassen wordt creationisme een bedreiging voor de mensenrechten, welke een belangrijk punt is voor de Council of Europe’. Dit, en wat Lewontin beschrijft, kan nauwelijks gezien worden als een onbevoordeelde benadering van het scheppingsmodel. Bijbelvisie Ik deel de visie van van der Wulp dat Genesis 1 een contrast vormt met het heidendom waar zon, maan en sterren vereerd werden. De kracht van het argument van Genesis 1 tegen het heidendom is natuurlijk enorm versterkt als het relaas in Genesis 1 ook nog eens een accurate beschrijving van de schepping is. Hoewel er bijbelwetenschappers zijn die Genesis 1 niet als een historisch verslag van de schepping zien, zijn er andere bijbelwetenschappers die dat wel zo zien en was een letterlijke lezing van Genesis 1 gemeengoed voor bijbelwetenschappers voor de komst van Darwin11. Sterker nog, Berkhof schrijft ‘Deze hoofdstukken (HD: Genesis 1-2) komen bij de onbevoordeelde lezer zonder twijfel over als een historisch relaas, en een beschrijving van historische gebeurtenissen’12. Een dergelijk lezing wordt ondersteund door talloze bijbelversen13. Hadden al die bijbelwetenschappers het fout? Is het echt zo dat een historische lezing van Genesis 1 haaks staat op de wetenschappelijk bevindingen? Ik hoop in het voorgaande op zijn minst stof tot nadenken te heben gegeven. Tenslotte, de discussie is geholpen als we eerlijk naar elkaar luisteren. Het is daarbij van het grootste belang dat we ons kunnen verplaatsen in het gedachtenpatroon en het gevoels- en geloofsleven van die ander, en elkaar daarin wederzijds respecteren. Dit vereist meer dan een oppervlakkige studie van het scheppingsmodel en de evolutietheorie. 8 Denton, p. 193 de Jong WM, Degens H. Evolutionary dynamics of digital and nucleotide codes: a mutation protection perspective. The Open Evol J, 5:1-4, 2011 10 http://assembly.coe.int/nw/xml/XRef/Xref-XML2HTML-en.asp?fileid=17592&lang=en: the Parliamentary Assembly is worried about the possible ill-effects of the spread of creationist ideas within our education systems and about the consequences for our democracies. If we are not careful, creationism could become a threat to human rights, which are a key concern of the Council of Europe. 11 Berkhof L. Systematic theology. Banner of Truth Ed. 2012, p 126-128, First published in 1949. 12 Berkhof L p. 127: These chapters certainly appear to the unbiased reader as a historical narrative, and as the record of a historical fact 13 Berkhof L p. 127 9