Inleiding De versnelling van de overgang naar een koolstofarme

advertisement
EUROPESE
COMMISSIE
Brussel, 30.11.2016
COM(2016) 763 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE
RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ
VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK
Versnelling van de innovatie op het gebied van schone energie
NL
NL
1.
INLEIDING
De versnelling van de overgang naar een koolstofarme concurrerende economie is zowel
een dringende noodzaak als een geweldige kans voor Europa.
Het is een uitdaging die in onze tijd centraal staat. Bij een mislukking staat onze welvaart
op het spel. Bij welslagen worden ongekende economische kansen en nieuwe
mogelijkheden voor welvaart, welzijn en groei gecreëerd.1
De Europese Unie is bij uitstek geschikt om deze overgang, die een nieuwe impuls en
richting heeft gekregen dankzij de Overeenkomst van Parijs2, te leiden. Europa is koploper
in de wereldwijde inspanningen ter bestrijding van klimaatverandering, is een drijvende
kracht in de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en loopt wereldwijd voorop
op het gebied van energie-efficiënte oplossingen voor industrie, vervoer en gebouwen.
Europese ondernemingen hebben een comparatief voordeel opgebouwd op vele
wereldmarkten – waar de mondiale concurrentie toeneemt – en Europese wetenschappers
en innovatoren verleggen de grenzen van de kennis.3
Op basis van deze sterke fundamenten dient de Commissie een pakket wetgevende
maatregelen in ten behoeve van een duidelijk actiekader op basis van drie overkoepelende
doelstellingen:



voorrang voor energie-efficiëntie;
Europa als wereldleider op het gebied van hernieuwbare energiebronnen;
een eerlijke prijs voor consumenten.
Europa moet nog meer investeren in energie-efficiënte en hernieuwbare technologieën en
de ontwikkeling van ondernemingsmodellen voor schone energie en de nieuwe kansen en
de mondigheid van de consument ten gevolge van de digitalisering omarmen.
Zoals uiteengezet in de mededeling Schone energie voor alle Europeanen 4, is innovatie een
van de belangrijkste terreinen waarop concrete acties op korte termijn kunnen worden
versterkt en geheroriënteerd en de synergieën kunnen worden verbeterd ter ondersteuning
van banen, groei en investeringen in Europa. De belangrijkste investering moet van de
particuliere sector komen. Maar de Europese Unie kan en moet een beslissende rol spelen.
Deze mededeling bevat een alomvattende strategie voor de drie belangrijkste
beleidsinstrumenten die de EU kan inzetten ter bevordering van particuliere investeringen
in innovatie op het gebied van schone energie.
Mondiale marktprognoses voor koolstofarme en energie-efficiënte oplossingen variëren van ongeveer
1 600 miljard EUR tot 4 400 miljard EUR per jaar, met een hoog groeipotentieel, vooral buiten Europa.
2
Zie: Wat na Parijs?, COM(2016) 110 final.
3
Europa is de leider op het gebied van hoogwaardige octrooien op technologieën inzake mitigatie van de
klimaatverandering. Zie: Scaling up innovation in the Energy Union to meet new climate, competitiveness
and societal goals (i24C, 2016), blz. 35.
4
COM(2016) 860.
1
2



De EU kan met gerichte signalen, beleidsmaatregelen, normen en voorschriften de
nodige politieke ambities en het juiste ondernemingsklimaat creëren . Het gaat
hierbij om het bieden van krachtige en consequente stimulansen voor particuliere
investeringen in onderzoek, ontwikkeling en toepassing op het gebied van schone
energie. In beleid en regelgeving op EU-niveau moet prioriteit worden gegeven
aan energie-efficiëntie, moet worden gestreefd naar mondiaal leiderschap op het
gebied van hernieuwbare energiebronnen en de consument een centrale rol in het
energiesysteem krijgen.
De EU kan ook gerichte financiële instrumenten inzetten om het risico van
particuliere investeringen in veelbelovende schone-energietechnologieën of
ondernemingsmodellen die nog niet zijn getest, te verminderen. Het gaat hierbij om
leningen, deelnemingen en financiële garanties met overheidsmiddelen in projecten
die waarschijnlijk niet volledig worden gefinancierd door de particuliere sector als
gevolg van marktonzekerheid en technologische en wetenschappelijke
onzekerheid. Met deze EU-instrumenten, zoals blijkt uit het investeringsplan voor
Europa5, wordt het risico voor de particuliere sector beperkt, waardoor particuliere
investeringen die anders zouden uitblijven, mogelijk worden.
De EU kan haar financiering van onderzoek en innovatie toespitsen op het
verleggen van de grenzen van wetenschap en kennis, met name via Horizon 2020.
Het gaat hierbij om de financiering van nieuwsgierigheidgedreven onderzoek,
nuttigheidsgedreven onderzoek en demonstratieprojecten ter bevordering en
versnelling van de overgang van het laboratorium naar succesvolle goederen en
diensten die banen scheppen en groei teweegbrengen.
Naast deze drie categorieën maatregelen speelt de Unie een belangrijke rol bij
internationale initiatieven voor innovatie op het gebied van schone energie, en bij het
mogelijk maken van gecoördineerde inspanningen van steden, regio's en lidstaten.
Deze strategie dient expliciet twee fundamentele beleidsprioriteiten van de Europese Unie:
het opbouwen van een veerkrachtige energie-unie als fundamentele doelstelling van een
toekomstgericht klimaatveranderingsbeleid en het geven van een nieuwe impuls aan
banen, groei en investeringen. In de kern bevindt zich een gecoördineerde inspanning ter
bevordering en ontwikkeling van technologieën, diensten, ondernemingsmodellen en
sociale innovatie, die derhalve bijdraagt tot groei en werkgelegenheid en die het EUbedrijfsleven concurrerender maakt op de wereldmarkten. Daarbij dient de strategie ook
als proeftuin voor toekomstige horizontale maatregelen om innovatie en
concurrentievermogen in de EU te stimuleren.
2.
EEN ENERGIESYSTEEM IN OVERGANG
Het energiesysteem is op een omslagpunt gekomen. Duurzame energiebronnen worden
steeds concurrerender en nemen een groeiend aandeel van de elektriciteitsproductie voor
hun rekening. De energie-intensiteit – de verhouding tussen energieverbruik en
economische output – daalt, met name in ontwikkelde economieën. De EU kan deze
5
COM(2014) 903 betreffende het investeringsplan voor Europa.
3
successen op haar conto schrijven, hoewel er nog veel te doen staat. Haar leidende rol in
de strijd tegen klimaatverandering heeft van de Europese industrie de meest energiezuinige
ter wereld gemaakt en deze is nu mondiaal koploper op het gebied van innovatie door
levering van nieuwe technologieën, materialen en oplossingen. Vanaf het begin heeft het
klimaat- en energiebeleid van de EU een holistische benadering gevolgd die tot doel heeft
de investeringen van de EU, de lidstaten en de industrie te coördineren, en relevant beleid
en regelgeving op elkaar af te stemmen.
Nog meer vooruitgang vereist nog grotere inspanningen. Er is behoefte aan nieuwe
oplossingen voor de opslag van energie en de ontwikkeling van een breder aanbod van
kosteneffectieve technieken voor hernieuwbare energie. Ook moeten bestaande energieefficiënte technologieën sneller worden toegepast in gebouwenvoorraden,
transportsystemen en fabricagepraktijken. In dit opzicht speelt het onlangs geactualiseerde
strategisch plan voor energietechnologie een belangrijke rol.6
Nog fundamenteler is dat de overgang naar een koolstofarme, energiezuinige en
klimaatbestendige economie een meer gedecentraliseerd, open systeem vereist waarbij de
hele samenleving is betrokken. Het energiesysteem is van oudsher gedomineerd door grote
ondernemingen, exploitanten en grootschalige gecentraliseerde technologische projecten.
Maar in de toekomst moet de consument centraal staan in het energiesysteem en:
concurrerende koolstofarme oplossingen eisen; deelnemen als producent en beheerder van
gedecentraliseerde energienetwerken; als investeerder optreden via gedecentraliseerde
platforms; en veranderingen teweegbrengen via door gebruikers gestuurde innovatie.
Innovatie ontstaat via een door gebruikers gestuurd en gebruikersgericht energiesysteem.
Tegelijkertijd wordt deze decentralisatie mogelijk dankzij andere innovaties, waaronder
vooral de digitalisering van de kernaspecten van de energiemarkt en het vervoerssysteem.
Nu al zorgt digitalisering voor lagere toetredingsdrempels en deze ontwikkeling blijft
doorgaan. Dit betekent dat consumenten, lokale gemeenschappen en kleine startende
ondernemingen allemaal kunnen deelnemen en zelfs vooroplopen in de ontwikkeling van
innovaties op het gebied van energie.
Om koolstofarme innovaties, projecten op het gebied van energie-efficiëntie en
hernieuwbare energie te kunnen bevorderen, is een systeem van open innovatie nodig.
Ondernemingen en industrieën zien meer beter in dat in de wereld zo complex is geworden
dat een complete oplossing niet van één kant kan komen. Bovendien vinden de meest
interessante marktcreërende innovaties plaats op het snijpunt van verschillende sectoren,
disciplines en benaderingen.7
C(2015) 6317 final betreffende een geïntegreerd strategisch plan voor energietechnologie (SET): vaart
zetten achter de omvorming van het energiesysteem.
7
In het energiesysteem van de EU draait het bij innovatie niet alleen om nieuwe technologieën, maar ook om
nieuwe revolutionaire ondernemingsmodellen en diensten, maatschappelijke vernieuwing, nieuw beleid en
nieuwe financiële mechanismen. Zie Scaling up innovation in the Energy Union to meet new climate,
competitiveness and societal goals (i24C, 2016), blz. 14.
6
4
3.
BELEIDSSIGNALEN EN REGELGEVINGSKADERS
Innovatie op het gebied van schone energie vereist een goed functionerende interne markt
en een krachtig mededingingsbeleid, waardoor nieuwkomers de kans krijgen om op gelijke
voet met gevestigde partijen hun innovaties op de markt te brengen. De voltooiing van de
kapitaalmarktenunie8 betekent meer kansen voor grensoverschrijdende kapitaalstromen en
een grotere nadruk op duurzame financiering via instrumenten zoals groene obligaties. Dit
betekent dat er meer financieringsmogelijkheden zijn voor innovatieve projecten op het
gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen. Een grotere nadruk op
open innovatie en open wetenschap zal leiden tot meer kansen, vooral voor kleinere
ondernemingen, om onderzoeksresultaten op de markt te brengen.9
Naast deze brede voorwaarden voor een beter innovatie-ecosysteem, zijn voor de
versnelling van innovatie op het gebied van schone energie belangrijke veranderingen
nodig op het gebied van energiesubsidies en energie-specifieke regelingen.
De resterende maar toch significante beleidsmaatregelen ten behoeve van aardolie,
steenkool en andere koolstofintensieve brandstoffen, met inbegrip van subsidies door
sommige lidstaten, moeten gezien worden als een belemmering voor innovatie op het
gebied van schone energie. Dit beleid verhult de werkelijke maatschappelijke kosten van
fossiele brandstoffen en zorgt voor prijzen die op een kunstmatige manier worden
verlaagd. Dit maakt het voor innovatieve projecten op het gebied van schone energie
moeilijker en zij komen vervolgens in moeilijkere marktomstandigheden terecht.
Dit beleid staat haaks op EU-verbintenissen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs en
in de context van de G20 en de G7. In het verslag van de Commissie "Energieprijzen en kosten in Europa"10, dat samen met deze mededeling wordt gepubliceerd, wordt
geconcludeerd dat de jaarlijkse directe subsidies voor fossiele brandstoffen in 2012
ongeveer 41,9 miljard EUR bedroegen en dat deze opliepen tot 300 miljard EUR wanneer
externe milieukosten werden meegerekend. In een context van beperkte middelen leggen
deze subsidies een zodanig beslag op de begrotingsmiddelen dat er minder overheidsgeld
overblijft voor schone energie, onderzoek en innovatie. Daaraan besteedden de 28 EUlidstaten in 2014 4,2 miljard EUR. EU-instrumenten ondersteunen ook innovatie op het
gebied van schone energie, bijvoorbeeld via de 1,1 miljard EUR van het programma
Horizon 2020 van de EU. Als slechts een fractie van de 41,9 miljard EUR aan directe
subsidies voor fossiele brandstoffen anders zou worden besteed, zou dit derhalve een groot
effect hebben.
De bevordering van technologieën voor hernieuwbare energie vormt de hoeksteen van het
wereldwijde leiderschap van de EU op het gebied van de overgang naar schone
technologie. De richtlijn betreffende de interne markt voor elektriciteit11 beoogt, in
combinatie met hogere koolstofprijzen, een op hernieuwbare energie ingestelde markt tot
COM(2016) 601 final betreffende de kapitaalmarktenunie – Versnellen van de hervorming.
Zie Open innovation, open science, open to the world, 2016, Europese Commissie, ISBN 978-92-7957346-0.
10
SWD(2016) 420.
11
COM(2016) 864.
8
9
5
stand te brengen waardoor de behoefte aan specifieke steunregelingen wordt beperkt.
Hierdoor zou het mogelijk zijn om overheidssteun geleidelijk te concentreren op minder
ver ontwikkelde hernieuwbare elektriciteitstechnologieën en om onderzoeks- en innovatieinspanningen aan te vullen met "market pull"-instrumenten voor deze technologieën.
De tijd is rijp voor verandering. De huidige lage olie- en gasprijzen bieden een
mogelijkheid om subsidies voor fossiele brandstoffen af te schaffen zonder nadelige
effecten op de maatschappelijke welvaart.
Volgens cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en
het Internationaal Energieagentschap is een aanzienlijk deel van de subsidies het gevolg
van een preferentiële fiscale behandeling van fossiele brandstoffen, iets wat door de
Commissie in het kader van de ruimere overdenking over energiebelasting in de EU wordt
onderzocht.
In de mededeling "Schone energie voor alle Europeanen"12 stelt de Commissie een reeks
maatregelen voor om geldstromen te verleggen naar de omschakeling naar schone energie,
waaronder maatregelen ter versterking van de transparantie op het gebied van subsidies en
de invloed ervan op innovatie.
Om de juiste marktomstandigheden voor innovatie te creëren, moet ook worden gezorgd
voor stabiele, langdurige, transparante en voorspelbare regelgeving. In mei 2015 heeft de
Commissie het herziene pakket voor betere regelgeving13 gepresenteerd, waarin zij erkent
dat in alle nieuwe wetgevingsvoorstellen uitgebreid rekening moet worden gehouden met
innovatie. Dit is onderstreept in recente conclusies van de Raad met betrekking tot het
"innovatiebeginsel"14. Bovendien zijn normen, alsmede het in de handel brengen van
innovatieve energietechnologieën,15 eveneens van groot belang.
Regelgeving kan de totstandkoming van innovatieve koolstofarme technologieën
versnellen, fungeren als een stimulans voor meer concurrentievermogen en de opkomst
van beter functionerende, voldoende ruime markten en grotere beleidszekerheid
bevorderen. Samen met deze mededeling komt de Commissie met een breed pakket
wetgevende en niet-wetgevende maatregelen in het kader van de energie-unie. Dankzij
deze maatregelen ontstaat een duidelijk kader voor de invoering van de innovaties die
nodig zijn voor de verwezenlijking van het doel van de concurrerende koolstofarme
economie. Zo zal de herziening van de Europese elektriciteitsmarkt de marktpenetratie van
hernieuwbare energiebronnen ondersteunen, een doeltreffende vraagbeheersing mogelijk
maken en regionaal geïntegreerde energiemarkten ontsluiten; de richtlijn betreffende de
energieprestatie van gebouwen16 zorgt voor stimulansen voor de ontwikkeling van
innovaties voor de verwezenlijking van een Europees gebouwenbestand van bijna-
12
COM(2016) 860.
COM(2016) 615 betreffende betere regelgeving: betere resultaten voor een sterkere Unie.
14
Conclusies van de Raad Concurrentievermogen, mei 2016.
15
Het programma "Environmental Technology Verification" biedt controle van de technologieprestatie door
derden. Zie http://ec.europa.eu/environment/ecoap/etv/.
16
Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de
energieprestatie van gebouwen.
13
6
energieneutrale woningen en het realiseren van energie-plus-wijken tegen 2050; en de
herziene Richtlijn hernieuwbare energie (RED II) zal onder andere een stimulans zijn voor
de ontwikkeling van de volgende generatie oplossingen op het gebied van hernieuwbare
energie in de sectoren verwarming en koeling, vervoer en elektriciteit.
Bestaande voorstellen van de Commissie tot herziening van het EU-systeem voor de
handel in emissierechten (ETS)17, de verordening inzake de verdeling van de
inspanningen18 alsmede het voorstel voor de opname van landgebruik, verandering in
landgebruik en bosbouw (LULUCF)19 in een algehele inspanning ter vermindering van de
uitstoot van broeikasgassen, zullen eveneens een stimulans zijn voor koolstofarme
innovatie. Het actieplan voor de circulaire economie20 zal bijdragen tot een grotere
energie-efficiëntie en vermindering van emissies door een beter gebruik van grondstoffen
en het recyclen van secundaire grondstoffen en afval. De bijbehorende rol van de bioeconomie zal worden meegenomen in de komende evaluatie van de strategie voor bioeconomie en de eventuele aanpassing ervan. Het koolstofvrij maken van het vervoer zal
fungeren als een extra "pull"-factor voor innovatie. De recente mededeling over een
Europese strategie voor emissiearme mobiliteit21 omvat een actieplan om de omschakeling
naar emissiearme mobiliteit te vereenvoudigen en om nieuwe kansen te bieden voor
innovatie, het scheppen van werkgelegenheid en voor de vermindering van de
energieafhankelijkheid van Europa.
Ten slotte kunnen en moeten overheidsopdrachten dienen als een bijkomend krachtig
instrument om markten te creëren voor innovatieve producten. Europese normalisatie kan
extra ondersteuning betekenen voor groene overheidsopdrachten voor innovatieve
producten en overheden helpen bij de ontwikkeling van de vereiste technische
specificaties. Zoals beschreven in het starters- en opschalingsinitiatief22, zal de Commissie
in 2017 maatregelen met betrekking tot EU-aanbestedingen invoeren om onder meer de
lidstaten aan te moedigen ambitieuze doelen met betrekking tot de aankoop van innovatie
vast te stellen.
Beleidssignalen en regelgevingskaders – voorgestelde acties:


de Commissie zal bij de herziening van de richtsnoeren inzake staatssteun ten behoeve van
milieubescherming en energie 2014-2020 tevens onderzoeken hoe deze regels, samen met
de voorschriften inzake staatssteun voor investeringen in onderzoek en innovatie, lidstaten in
staat stellen stimulansen te geven voor innovatie in technologieën en oplossingen op het
gebied van hernieuwbare energie;
in de mededeling "Schone energie voor alle Europeanen" stelt de Commissie een reeks
maatregelen voor om geldstromen te verleggen naar de omschakeling naar schone energie,
waaronder maatregelen ter versterking van de transparantie op het gebied van subsidies en
de invloed ervan op innovatie;
COM/2015/0337 final – 2015/0148 (COD).
COM/2016/0482 final – 2016/0231: verordening inzake de verdeling van de inspanningen.
19
COM(2016) 479 final – 2016/0230 (COD).
20
COM/2015/0614 final "Maak de cirkel rond - Een EU-actieplan voor de circulaire economie".
21
COM(2016) 501 final.
22
COM(2016) 733 final.
17
18
7



4.
toekomstige wetgevingsvoorstellen met betrekking tot schone energie en klimaatactie,
waaronder de herziening van de strategie voor auto's/bestelwagens en voor vrachtwagens,
bussen en touringcars voor de periode na 2020,23 zullen worden onderworpen aan een
grondige analyse van het effect ervan op onderzoek en innovatie;
toekomstige jaarlijkse werkprogramma's van de Unie voor Europese normalisatie zullen
gericht zijn op prioriteiten van de energie-unie, met name het koolstofvrij maken van de
economie en het ondersteunen van groene overheidsopdrachten24;
de Commissie gaat de mogelijkheden onderzoeken om de omarming van innovatieve
oplossingen op het gebied van schone energie door de markt te stimuleren via openbare
aanbestedingen, ook in het kader van de herziening van de richtlijn schone voertuigen
(Richtlijn 2009/33/EG), en via de verdere ontwikkeling van vrijwillige criteria voor groene
overheidsopdrachten.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN TER BEVORDERING VAN INVESTERINGEN VAN DE
PARTICULIERE SECTOR
Om een concurrerende koolstofarme economie op te bouwen moet Europa aanzienlijke
investeringen doen.25 De particuliere investeringen in onderzoeks- en innovatieprioriteiten
van de energie-unie in 2014 in de EU worden geraamd op 22,9 miljard EUR. Hoewel dit
veel meer is dan in voorgaande jaren, moet de groei veel sneller plaatsvinden om onze
doelstellingen te verwezenlijken.
De EU beschikt over een scala van fondsen en financiële instrumenten ter ondersteuning
van koolstofarme innovatie. Deze hebben betrekking op de hele waardeketen van
innovatie, van onderzoek en ontwikkeling tot de toepassing van volgroeide technologieën.
Zoals aangegeven in de mededeling "Schone energie voor alle Europeanen", is het in de
komende jaren noodzakelijk dat een stimulans wordt gegeven aan extra investeringen in de
toepassing van volgroeide hernieuwbare energie en energie-efficiënte oplossingen.
Daartoe is het belangrijk dat overheidssteun wordt gebruikt om het risicoprofiel van
sleutelprojecten te verbeteren, te zorgen voor een grotere zichtbaarheid en een eenvoudiger
en beter gestroomlijnde toegang en het combineren van kansen voor projectontwikkelaars,
overeenkomstig de reeds geleverde horizontale inspanningen in het kader van het
investeringsplan voor Europa. Het Europees Fonds voor strategische investeringen is in dit
verband het belangrijkste instrument: al meer dan 25 % van zijn huidige investeringen in
meer dan 40 projecten leidt tot financiering in de prioritaire sectoren energie en milieu en
hulpbronnenefficiëntie, wat een investeringsbedrag van naar schatting maximaal
30 miljard EUR vertegenwoordigt. Voortbouwend op het succes van het Europees Fonds
voor strategische investeringen26, heeft de Commissie binnen het eerste jaar voorgesteld
om de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen tot eind 2020 te
verlengen en te eisen dat minstens 40 % van de projecten van het Europees Fonds voor
23
Zie: "Werkprogramma van de Commissie voor 2017", bijlage I, COM(2016) 710 final.
Zie: COM(2008) 400.
25
Zie: World Energy Outlook 2016.
26
COM(2014) 903 betreffende het investeringsplan voor Europa.
24
8
strategische investeringen op het gebied van infrastructuur en innovatie, in
overeenstemming met de COP21-doelstellingen, moet bijdragen tot acties op het gebied
van klimaat, energie en milieu.27 Bovendien zijn er ook financiële instrumenten
beschikbaar via de Europese structuur- en investeringsfondsen. Lidstaten en regio's hebben
voor de periode 2014-2020 reeds investeringen gepland in een koolstofarme technologie
(6 miljard EUR) en innovatie (5 miljard EUR).
Met het oog op een snellere innovatie op het gebied van schone energie is het echter ook
noodzakelijk om verder te gaan dan de toepassing van volgroeide technologieën en
publieke middelen in te zetten ter ondersteuning van doorbraaktechnologieën en ter
aanvulling van lacunes in particuliere financiering in vroegere fasen van de
innovatiecyclus. Nieuwe investeringen moeten gericht zijn op de kritieke fase van de
opschaling van koolstofarme, energie-efficiënte oplossingen, zodat zij na de
demonstratiefase op de markt kunnen worden gebracht. In deze fase is doorgaans een hoog
niveau van investeringen nodig, maar de resterende onzekerheden met betrekking tot
kosten, prestaties en marktintegratie vormen een te groot risico voor particuliere
investeerders.
Volledig nieuwe demonstratieprojecten op commerciële schaal vormen een bijzonder
groot risico voor particuliere sectoren. Om dit soort projecten een kans te geven, heeft de
Europese Commissie, samen met de Europese Investeringsbank (EIB), in het kader van
Horizon 2020 InnovFin vorig jaar de faciliteit voor energiedemonstratieprojecten28
gelanceerd. De energiedemonstratieprojecten wekken grote belangstelling voor leningen of
leninggaranties voor volledig nieuwe koolstofarme technologieën op het gebied van
hernieuwbare energiebronnen, brandstofcellen en waterstof.
De Commissie streeft naar een hefboomwerking van EU-fondsen door particuliere
investeringen te mobiliseren. In het voorstel van de Commissie betreffende de herziening
van het EU-systeem voor de handel in emissierechten presenteert zij een innovatiefonds
als opvolger van de huidige NER 300-faciliteit. Een snelle implementatie van het
innovatiefonds moet ondersteuning bieden voor investeringen in uiterst innovatieve
koolstofarme technologieën voor energie-intensieve industrieën, alsmede voor
hernieuwbare energie en voor koolstofafvang, -opslag en -gebruik. Al deze inspanningen
vereisen sterke verbanden met andere EU-instrumenten, met name het
energiedemonstratieproject van InnovFin, het Europees Fonds voor strategische
investeringen en de Europese structuur- en investeringsfondsen. Het toekomstige
innovatiefonds inzake het systeem voor de handel in emissierechten moet ondersteuning
bieden voor investeringen in koolstofarme innovatie op het gebied van hernieuwbare
energie; koolstofafvang, -opslag en -gebruik; en in de energie-intensieve industrie. De
Commissie heeft eveneens voorgesteld het Innovatiefonds vóór 2021 van start te laten
gaan.
De Commissie en de Europese Investeringsbank zullen een faciliteit voor schoner vervoer
oprichten ter ondersteuning van de toepassing van oplossingen voor alternatieve energie
27
28
COM(2016) 581 final.
Voor de energiedemonstratieprojecten, zie: http://www.eib.org/products/blending/innovfin/.
9
op vervoersgebied. De financiële producten en adviesverlening van de EIB zullen ter
beschikking worden gesteld aan openbare en particuliere entiteiten. Projecten kunnen ook
in aanmerking komen voor de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen of een
garantie van het Europees Fonds voor strategische investeringen.
Om schaalvoordelen te kunnen behalen en het Europees Fonds voor strategische
investeringen en andere financiële instrumenten een zo groot mogelijk effect te geven, is
een sterk aanbod nodig van innoverende projecten die rijp zijn voor de investerings- en
marktfase. In het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen heeft de
Commissie het Europees investeringsprojectenportaal29 ontwikkeld dat tot doel heeft een
brug te slaan tussen de indieners van projecten in de EU en investeerders wereldwijd. Het
portaal biedt zichtbaarheid voor de indieners van projecten die op zoek zijn naar potentiële
investeerders en toegang tot een transparant aanbod van levensvatbare projecten binnen de
Europese Unie, evenals gemakkelijke toegang voor de projectontwikkelaars en indieners
van projecten tot investeerders.
Bovendien vormen publiek-private partnerschappen voor onderzoek zoals de gezamenlijke
technologie-initiatieven op het gebied van brandstofcellen en waterstof, CleanSky, "Single
European Sky Air Traffic Management Research", Shift2Rail en het "BioBased"-initiatief,
alsmede contractuele publiek-private partnerschappen zoals "Green Vehicles" en
"Sustainable Process Industry through Resource and Energy Efficiency", een belangrijke
bron van nieuwe investeringen, die het resultaat zijn van onderzoek en ontwikkeling die
medegefinancierd zijn door de industrie, en die zorgen voor een aanbod van projecten. Een
andere belangrijke bron van nieuwe investeringen op het gebied van schone energie en
daarmee samenhangende projectvoorstellen die klaar zijn om EU-financiering te
ontvangen, zal worden gevormd door de kennis- en innovatiegemeenschappen, met name
de
kennisen
innovatiegemeenschap
InnoEnergy en
de
kennisen
innovatiegemeenschappen op het gebied van klimaatverandering. De kennis- en
innovatiegemeenschappen zijn een middel om Europese financieringsbronnen op het
gebied van onderzoek en innovatie, zoals Horizon 2020 en de Europese structuur- en
investeringsfondsen30 met particuliere partners te verbinden, en om regionale en lokale
activiteiten te verbinden met bedrijven, startende ondernemingen en kleine en middelgrote
ondernemingen. Hun werkzaamheden zullen worden uitgebreid tot adviesverlening over
de toegang tot kapitaal, technische bijstand of voorstellen over ondernemingsmodellen.
Financiële instrumenten ter bevordering van particuliere investeringen – Voorgestelde acties:
 de Europese Commissie werkt aan minstens een verdubbeling van het budget van de regeling
voor energiedemonstratieprojecten van InnovFin, evenals aan het uitbreiden van het
toepassingsgebied ervan, door gebruik te maken van financiering uit verschillende bronnen,
waaronder Horizon 2020, het Europees Fonds voor strategische investeringen en andere
instrumenten. Synergieën met andere instrumenten worden ontwikkeld met het oog op de
oprichting van een éénloketsysteem voor advies om potentiële investeerders en ontwikkelaars
wegwijs te maken in de verschillende beschikbare instrumenten;
29
30
Het Europees investeringsprojectenportaal: www.ec.europa.eu/eipp.
Verordening (EU) nr. 1303/2013.
10
 de Commissie en de Europese Investeringsbank zullen een faciliteit voor schoner vervoer
oprichten ter ondersteuning van de toepassing van oplossingen voor alternatieve energie op
vervoersgebied. Voor het creëren van een projectaanbod zullen doelgerichte
samenwerkingsinitiatieven worden bevorderd, zoals het nieuwe initiatief voor de
ingebruikname van schone (door alternatieve brandstoffen aangedreven) bussen;
 de Commissie zal via het Europees investeringsprojectenportaal en via andere kanalen een
aanbod van innoverende projecten onder de aandacht brengen van investeerders van de
desbetreffende publiek-private partnerschappen die door Horizon 2020 en de kennis- en
innovatiegemeenschappen InnoEnergy en Klimaat van het Europees Instituut voor innovatie
en technologie worden ondersteund.
5.
FINANCIERING VAN ENERGIEWETENSCHAP EN ENERGIETECHNOLOGIE EN DE
MARKTACCEPTATIE ERVAN
De Europese Unie is een van de wereldleiders en grootste openbare investeerders op het
gebied van onderzoek naar en innovatie van schone energie. Horizon 2020 omvat een
toewijzing van 5,7 miljard EUR voor de maatschappelijke uitdaging "veilige, schone en
efficiënte energie". Samen met andere werkterreinen van Horizon 2020 is ruim 10 miljard
EUR aan financiering voor energie gereserveerd voor onderzoek en innovatie op het
gebied van schone energie.
Dit wordt aangevuld met aanzienlijke investeringen van de Europese structuur- en
investeringsfondsen, onder meer via de strategieën voor slimme specialisatie.31 Deze
strategieën, waarin de industrie, onderzoekers en overheden en worden betrokken, zorgen
ervoor dat de lidstaten hun financiële steun concentreren op potentiële snelgroeiende
sectoren, zoals koolstofarme energie.
Op dit succes moet worden voortgebouwd en de grenzen van wetenschap en kennis
moeten verder worden verlegd om de kwaliteit en het effect van toekomstige Europese
investeringen in de koolstofarme economie te waarborgen. Verschillende elementen van
Horizon 2020 zijn hierop gericht:
Fundamenteel onderzoek: Horizon 2020 zal doorgaan met het financieren van
baanbrekend fundamenteel onderzoek via de Europese Onderzoeksraad32, die in de
oproepen tot het indienen van voorstellen een bottom-up-benadering hanteert. Sinds 2007
heeft de Europese Onderzoeksraad 248 subsidies ten bedrage van ongeveer 500 miljoen
EUR aan EU-financiering toegekend aan onderzoeksprojecten op het gebied van energie.
Marktcreërende innovatie: de Commissie overweegt als nieuwe maatregel in de resterende
periode van Horizon 2020 een Europese Innovatieraad33 op te richten, die moet bijdragen
tot het genereren van baanbrekende innovaties die markten kunnen veroveren en nieuwe
markten kunnen creëren. Door het accent in het bijzonder te leggen op startende
31
http://s3platform.jrc.ec.europa.eu/.
Over de ERC, zie: https://erc.europa.eu.
33
Werktitel.
32
11
ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen kan een Europese Innovatieraad
een aanvulling zijn op het voorgestelde starters- en opschalingsinitiatief.34 Het doel is om
de kans te vergroten dat, met een interdisciplinaire bottom-upbenadering, de meest
interessante voorbeelden van marktcreërende radicale innovaties in Europa worden
opgepikt, ondersteund en opgeschaald – ook op het snijvlak van energie, vervoer en
digitale technologieën. In 2017 wordt in het kader van Horizon 2020 een eerste reeks
maatregelen ingevoerd en de Commissie zal erop toezien dat deze aanpak in toekomstige
programma's wordt versterkt.
Nuttigheidsgedreven onderzoek en innovatie: de Commissie zal nieuwe benaderingen
onderzoeken die geïnspireerd zijn op de beste praktijken wereldwijd. Daarbij zal onder
meer worden gekeken naar benaderingen die een combinatie vormen van enerzijds een
directieve, nuttigheidsgedreven manier om projecten met grote potentiële effecten te
vinden en te selecteren en anderzijds directe betrokkenheid bij het dagelijks beheer van het
project en verschillende vormen van gerichte, op de behoeften afgestemde bijstand,
waarbij de financiering kan worden omgebogen of stopgezet wanneer overeengekomen
mijlpalen niet worden bereikt (zoals in het Britse "Catapult"-programma of het
Amerikaanse Advanced Research Projects Agency-Energy).
Aanmoedigingsprijzen: De Commissie zal gebruikmaken van aanmoedigingsprijzen als
een bottom-up-instrument om baanbrekende innovaties te stimuleren, waarbij de
deelnemers de volledige vrijheid krijgen om de meest effectieve oplossingen te ontwerpen.
Dit bouwt voort op de ervaringen die zijn opgedaan in Horizon 2020 (8,25 miljoen EUR
voor vijf bestaande prijzen voor schone energie).
Om de doelstellingen van deze mededeling te verwezenlijken, is behalve onderzoek en
innovatie op het gebied van schone energie, ook onderzoek op andere werkterreinen nodig:
Klimaatonderzoek: Horizon 2020 ondersteunt onderzoek waarvan de resultaten zullen
worden gebruikt in het volgende verslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake
Klimaatverandering, dat in 2018 zal verschijnen. In dat verslag zullen de
onderzoeksresultaten worden gepresenteerd over het scenario waarin de aarde met 1,5 °C
opwarmt en het verslag zal ongetwijfeld een grotere nadruk leggen op de eigen
inspanningen van de EU. In dit verband zal een Europees initiatief betreffende scenario's
voor het koolstofvrij maken, onder leiding van een panel op hoog niveau, in het kader van
Horizon 2020 voor wetenschappelijke ontwikkeling zorgen die haalbare, geloofwaardige
en met de Overeenkomst van Parijs verenigbare scenario's helpt ontwikkelen.
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart: Horizon 2020 ondersteunt onderzoek om ervoor
te zorgen dat Europa over een algemene monitoringcapaciteit voor antropogene
koolstofdioxide-emissies beschikt.
Onderzoek op het gebied van vervoer: Horizon 2020 ondersteunt het koolstofvrij maken
van het vervoerssysteem door de energie-efficiëntie van voertuigen, elektromobiliteit en
accutechnologieën
te
bevorderen,
omschakeling
naar
milieuvriendelijke
34
Zie de mededeling over de toekomstige leiders van Europa: het starters- en opschalingsinitiatief,
COM(2016) 733 final.
12
mobiliteitsoplossingen en vergroting van de efficiëntie van vervoer en mobiliteit door
digitalisering. De activiteiten zullen de opkomst bevorderen van nieuwe
ondernemingsmodellen en innovatievriendelijke normen en voorschriften, met name in
stedelijke gebieden. O&I-maatregelen zullen een aanvulling vormen op lopende
beleidsmaatregelen ter ondersteuning van de toepassing van volgroeide innovatieve
technologieën, zoals bij emissievrij openbaar vervoer of intelligente vervoerssystemen.
Sociale en geesteswetenschappen: Om meer inzicht te krijgen in gedrags- of andere
sociaaleconomische omstandigheden in verband met de maatschappelijke acceptatie van –
of het verzet tegen – klimaat- en energiegerelateerde beleidsmaatregelen, is de Commissie
bezig met de oprichting van een nieuw onderzoeksplatform voor energie. Door specialisten
op het gebied van energie uit de sociale en geesteswetenschappen alsmede uit meer
technische gebieden samen te brengen en door alle regio's van Europa te bereiken, zal het
platform
een
noodzakelijke
stimulans
geven
aan
interdisciplinaire
en
sectoroverschrijdende werkzaamheden. Het zal werk maken van een betere benutting van
het immense potentieel voor sociale innovatie op energiegebied, alsmede de opheffing van
bestaande maatschappelijke belemmeringen, teneinde voorstellen te doen aan Europese
beleidsmakers ter ondersteuning van het verwezenlijken van de doelstellingen van de
energie-unie.
Voorbeelden van door Horizon 2020 ondersteunde Europese projecten voor innovatie op het gebied
van schone energie:
1. de faciliteit voor energiedemonstratieprojecten van InnovFin heeft een lening van 10 miljoen EUR ter
beschikking gesteld voor een volledig nieuw grootschalig demonstratieproject voor het WaveRollerconcept van de Finse onderneming AW-Energy. Het project heeft als doel om de kloof te overbruggen
tussen demonstratie en commerciële toepassing van de omzetting van golfslagenergie in elektrische
stroom, wat een groot wereldwijd marktpotentieel heeft;
2. de Europese Investeringsbank heeft aan Heliatek uit Duitsland een quasi-participatielening van 20
miljoen EUR ter beschikking gesteld in het kader van het programma voor midkap-groeifinanciering van
InnovFin. De onderneming heeft een unieke technologie ontwikkeld en gepatenteerd voor het
produceren van zonnefolie die elektriciteit genereert (Heliafilm®) door middel van organische
fotovoltaïsche cellen (OPV) en die in glas of gevelelementen kan worden geïntegreerd of op daken kan
worden toegepast;
3. het Eliptic-project (overschakeling op elektrisch openbaar vervoer in steden) heeft van Horizon 2020
6 miljoen EUR ontvangen om de mogelijkheden te onderzoeken voor de overschakeling op elektrische
stedelijke vervoerssystemen door een beter gebruik van de bestaande infrastructuur in Europese
steden – waardoor openbaar vervoer de ruggengraat van elektrische mobiliteit wordt, wat leidt tot een
vermindering van het verbruik van fossiele brandstoffen en een betere luchtkwaliteit.
Om van Europa een leider op het vlak van hernieuwbare energie te maken, moeten
belangrijke knelpunten worden aangepakt, namelijk de integratie van hernieuwbare
energievormen in het energiesysteem, evenals de ontwikkeling van geavanceerde
oplossingen voor energieopslag om een stabiele energievoorziening voor huishoudens en
de industrie te waarborgen. Om een belangrijke stap te zetten in de richting van de
uitvoering van het beginsel van "voorrang voor energie-efficiëntie ", moet bovendien het
gebouwenbestand van de EU koolstofvrij worden gemaakt, want dit is verantwoordelijk
voor meer dan 40 % van de eindvraag naar energie van de EU. Bovendien is in het
13
vervoerssysteem een enorm potentieel aanwezig om de uitstoot van koolstofdioxide terug
te dringen, maar dit vereist oplossingen op het gebied van energieopslag en digitale
innovatie ter ondersteuning van vervoers- en slimme mobiliteitsdiensten.
Sterke prioritering kan bijdragen tot het scheppen van een duurzaam effect en het benutten
van kansen om de uitstoot van koolstofdioxide te verlagen, het concurrentievermogen van
de industrie te verhogen en uitvoermogelijkheden te benutten. Dit vereist een focus op
innovaties die het marktaandeel van hernieuwbare-energietechnologieën doen stijgen en
grotere energiebesparing opleveren en voor burgers van rechtstreeks belang zijn door hun
deelname aan de energietransitie of door het betaalbaarder maken ervan. De Commissie
wil voortbouwen op de reeds geboekte vooruitgang in het kader van het geïntegreerd
strategisch plan voor energietechnologie en toekomstige financiering die in het kader van
Horizon 2020 beschikbaar wordt gesteld, duidelijker richten op vier onderling verbonden
strategische prioriteiten, die allemaal met name op digitalisering berusten:
1) het gebouwenbestand van de EU uiterlijk in 2050 koolstofvrij maken : van bijnaenergieneutrale gebouwen tot energie-plus-wijken. Zoals opgemerkt in het Europese
initiatief voor gebouwen35 van de Commissie, vormen gebouwen een essentieel onderdeel
van de omschakeling naar schone energie in Europa. Nu al is de EU wereldleider op het
vlak van innovatiesystemen voor gebouwen en onderzoek en innovatie op dit gebied een
topprioriteit moeten blijven om deze leidende positie in de toekomst verder uit te bouwen.
Het gebouwenbestand van de EU omvat een totaal vloeroppervlak van ongeveer 25 miljard
m².36 Gebouwen verbruiken 40 % van de eindvraag naar energie van de EU, meer dan
welke sector dan ook. Maar gebouwen vertegenwoordigen ook een grote potentiële
energiebesparing en eenmaal gerenoveerd en opgewaardeerd (waarbij de ingebedde
energie in aanmerking wordt genomen) kunnen zij extra hernieuwbare energie helpen
genereren of belangrijke energieopslagcapaciteit leveren;
2) de leidende positie van de EU op het gebied van hernieuwbare energiebronnen
versterken. Om van hernieuwbare energie de allerbelangrijkste bron van primaire
energieproductie en elektriciteitsopwekking te maken, zijn verdere systeemintegratie en de
ontwikkeling van hernieuwbare energietechnologieën van de volgende generatie, met
inbegrip van potentiële baanbrekende technologieën, noodzakelijk.37 Dat is ook een
voorwaarde voor de omschakeling van koolstofintensieve sectoren, zoals het vervoer, waar
sterke stimulansen nodig zijn voor innovatie op het gebied van alternatieve energievormen
(bv. elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, geavanceerde biobrandstoffen en andere
synthetische brandstoffen die worden gewonnen uit koolstofdioxide en andere
hergebruikte broeikasgassen). Dit bevat gericht onderzoek en ondersteuning voor
innovatie, in nauwe samenwerking met de industrie, opdat Europa wereldleider kan blijven
op het gebied van hernieuwbare energietechnologieën;
3) betaalbare en geïntegreerde oplossingen voor energieopslag ontwikkelen. Om de
overgang naar een koolstofarm energiesysteem (met inbegrip van het vervoer) dat in
35
COM(2016) 860, bijlage I.
Zie: Europe’s buildings under the microscope (2011).
37
Zie het scenario "High RES" in: Impact Assessment of Roadmap 2050, SEC(2011) 1565/2, Part 1/2.
36
14
hoofdzaak is gebaseerd op hernieuwbare energiebronnen, te vergemakkelijken en mogelijk
te maken, moet de EU versneld overgaan tot de volledige integratie van opslagfaciliteiten
(chemisch, elektrochemisch, elektrisch, mechanisch en thermisch) in het energiesysteem
op huishoudelijke en commerciële schaal en bij nutsbedrijven38;
4) elektromobiliteit en een beter geïntegreerd stedelijk vervoerssysteem: Een snelle
ontwikkeling en toepassing van elektrische voertuigen van de volgende generatie op basis
van geavanceerde accu-ontwerpen en nieuwe aandrijving, een innovatieve
oplaadinfrastructuur en bijbehorende ondernemingsmodellen en diensten zijn belangrijke
elementen van de toekomstige koolstofarme mobiliteit, evenals een meer geïntegreerd
stedelijk vervoerssysteem, waarbij de energie-efficiëntie wordt verbeterd met behulp van
nieuwe digitale technologieën en de Europese wereldwijde satellietnavigatiesystemen.39
Door synergieën met hieraan gerelateerde investeringen van de Europese structuur- en
investeringsfondsen te creëren, zal de impact van Horizon 2020 op deze vier onderling
verbonden strategische prioriteiten verder worden vergroot.
Financiering van energiewetenschap en energietechnologie en de marktacceptatie ervan –
voorgestelde acties
Om van de EU wereldleider voor oplossingen op het gebied van schone energie te kunnen maken,
moet de financiering uit de EU-begroting zich concentreren op baanbrekende innovaties,
incrementele innovatie en een aantal gerichte projecten met grote impact. Hiertoe zal de
Commissie de volgende stappen ondernemen:
 de Commissie gaat onderzoeken hoe de bestaande bottom-up-benaderingen voor innovatie
van Horizon 2020 kunnen worden versterkt en welke andere mechanismen kunnen worden
ingezet, waaronder een mogelijke Europese Innovatieraad. Dit zal bijdragen tot een betere
ondersteuning
van
mogelijk
baanbrekende
technologieën,
innovaties
en
ondernemingsmodellen, waaronder baanbrekende innovaties voor de koolstofarme economie
die niet zijn voorzien in de strategische, nuttigheidsgedreven financiering;
 de Commissie is voornemens meer dan 2 miljard EUR van het werkprogramma van
Horizon 2020 voor de periode 2018-2020 te besteden aan de ondersteuning van projecten op
het gebied van onderzoek en innovatie op vier prioriteitsgebieden: 1) de gebouwenvoorraad
van de EU uiterlijk in 2050 koolstofvrij maken: van bijna-energieneutrale gebouwen tot
energie-plus-wijken; 2) de leidende positie van de EU op het gebied van hernieuwbare
energiebronnen (RES) versterken; 3) betaalbare en geïntegreerde oplossingen voor
energieopslag ontwikkelen; en 4) elektromobiliteit en een beter geïntegreerd stedelijk
vervoerssysteem. Dit betekent dat het jaarbudget op deze vier gebieden met 35 % zal worden
verhoogd in vergelijking met 2014-2015;
 de Commissie zal de ESIF-steun via de thematische slimme specialisatieplatforms, met name
dat voor energie en industriële modernisering, waarmee regionale innovatie- en
industrieclusters een springplank wordt geboden om concrete investeringsprojecten op
gebieden zoals digitale en sleuteltechnologieën en energie-efficiëntie uit te voeren,
38
De huidige EU-steun voor opslaggerelateerde O&I wordt vooral verstrekt als onderdeel van de activiteiten
op het gebied van slimme netwerken van het SET-plan en in het kader van de Gemeenschappelijke
Onderneming Brandstofcellen en Waterstof.
39
Zie de mededeling over een Europese strategie voor emissiearme mobiliteit: COM(2016) 501 final.
15
versterken. De vier prioritaire actiegebieden worden verder toegespitst, waarbij publieke en
particuliere belanghebbenden in synergie met andere EU-instrumenten en
financieringsmechanismen worden gemobiliseerd;
 in het kader van de bestaande financieringsinstrumenten en regels van Horizon 2020 zal de
Commissie een proefproject opzetten waarin een directieve, nuttigheidsgedreven aanpak om
projecten met grote potentiële effecten te vinden en te selecteren wordt gecombineerd met
directe betrokkenheid bij het dagelijks beheer van het project en verschillende vormen van
gerichte, op de behoeften afgestemde bijstand, waarbij de financiering kan worden
omgebogen of stopgezet wanneer overeengekomen mijlpalen niet worden bereikt. Hierbij zal
de nadruk liggen op resultaten die snel effect hebben en op bereikte marktrelevantie;
 de Commissie is voornemens een belangrijke aanmoedigingsprijs voor innovatie op het gebied
van energie in het leven te roepen ter waarde van 5 tot 10 miljoen EUR die wordt toegekend
aan een baanbrekende innovatie, bijvoorbeeld in een van de volgende gebieden: 1)
kunstmatige fotosynthese; 2) ontwerp en bouw van een bijna-energieneutraal gebouw (NZEB)
tegen een lage kostprijs; 3) regeling voor een gemeenschapsgerichte energiehandel; of 4)
sociale innovatie op het gebied van energie en/of vervoer in steden.
6.
GEBRUIKMAKEN VAN DE ROL VAN EUROPA ALS WERELDSPELER
In overeenstemming met de prioriteit die de Commissie heeft gesteld om van Europa een
sterkere wereldspeler te maken, moet Europa zijn rol als wereldleider op het gebied van
klimaatverandering en pionier op het gebied van koolstofarme en energie-efficiënte
oplossingen beter benutten, om ervoor te zorgen dat Europa de spil van de wereldwijde
waardeketens blijft, met bijbehorende voordelen voor zijn verwerkende industrie en
mondiale uitvoer. Klimaatfinanciering en de uitvoering van nationale verbintenissen zijn
stimulansen voor wereldwijde technologische samenwerking en voor het scheppen van
marktkansen voor Europese ondernemingen. De Overeenkomst van Parijs benadrukt het
belang van onderzoek en innovatie, met name in samenwerking met economieën in
ontwikkeling en in opkomst, op basis van systemische waarneming.
De toenemende energiebehoefte wereldwijd, met name in de opkomende markten, biedt
Europese ondernemingen aanzienlijke mogelijkheden voor de uitvoer van emissiearme
technologie, waaronder, in voorkomend geval, "zuinige" innovaties die zijn aangepast aan
de plaatselijke omstandigheden. Nieuwe strategische partnerschappen, in het bijzonder met
opkomende economieën, zijn noodzakelijk om innovatie te stimuleren en nieuwe markten
te creëren.
Nauwe samenwerking met internationale partners is van groot strategisch belang. Dit werd
onderstreept door het besluit van de Europese Commissie in 2016 om zich namens de EU
aan te sluiten bij Mission Innovation40, een initiatief dat werd gelanceerd op de COP21.
Momenteel zijn 22 landen (waarvan acht EU-lidstaten) en de EU hierbij aangesloten; zij
hebben toegezegd de publieke financiering voor onderzoek op het gebied van schone
energie over een periode van vijf jaar te verdubbelen. Mission Innovation zal de daling van
de overheidsuitgaven voor onderzoek op het gebied van schone energie, die nog steeds
40
Persbericht, 3 juni 2016, European Union joins Mission Innovation, a global initiative on clean energy:
http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-2063_en.htm.
16
lager liggen dan de vorige piek41 en ver onder het niveau dat nodig is om de doelstellingen
van de Overeenkomst van Parijs te bereiken, helpen om te buigen. Bovendien zal het
initiatief ervoor zorgen dat de inzet van overheidsmiddelen wordt afgestemd met grote
particuliere investeerders, bijvoorbeeld via interactie met de "Breakthrough Energy
Coalition".42 De EU zal in Mission Innovation een leidende rol spelen en zal zich specifiek
richten op het creëren van synergieën met de "Breakthrough Energy Coalition". De leden
van Mission Innovation hebben zeven innovatie-uitdagingen vastgesteld die essentieel zijn
voor het realiseren van een koolstofarme samenleving. De EU zal leiding geven aan de
"Converting Sunlight Innovation Challenge" voor het creëren van zonnebrandstof die kan
worden opgeslagen, en aan de "Affordable Heating and Cooling of Buildings Innovation
Challenge". Zij zal, in nauwe samenwerking met de andere leden van Mission Innovation,
actief deelnemen aan de andere innovatie-uitdagingen.
Door internationale toenadering, het versterken van strategische partnerschappen voor
onderzoek en het uitwisselen van kennis, expertise, technologie en gekwalificeerd
personeel met belangrijke landen, zal de Europese Commissie steun blijven verlenen aan
de energietransitie van ontwikkelingslanden en opkomende landen om aldus bij te dragen
tot de uitvoering van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (met name
doelstelling 7 "betaalbare en schone energie" en doelstelling 13 "klimaatactie"). Met name
is het onlangs goedgekeurde voorstel voor een Europees extern investeringsplan, dat
voorziet in een Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling43, gericht op het aantrekken
van particuliere investeringen voor Afrikaanse landen, wat van cruciaal belang kan zijn
voor het uitrollen van koolstofarme energie-infrastructuur en het ondersteunen van
innovatieve energieoplossingen. Deze activiteiten zullen nauw verbonden zijn met de
Europese
samenwerking
op
het
gebied
van
klimaat,
handel
en
ontwikkelingssamenwerking. Ook zal de EU haar handelspolitieke instrumenten en de
daarmee verband houdende technische bijstand gebruiken om derde landen aan te
moedigen klimaatneutrale oplossingen in te voeren.
De Europese Commissie is op verschillende fronten actief om ervoor te zorgen dat
Europese onderzoek en innovatie openstaan voor de wereld.44 Conform deze benadering
spoort Horizon 2020 onderzoekers en innovatoren uit ontwikkelingslanden aan om samen
te werken met Europeanen bij de ontwikkeling van koolstofarme energietechnologieën en
-oplossingen die het best zijn aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Dit verhoogt
de marktkansen voor EU-ondernemingen en bevordert de EU-uitvoer, en het versterkt de
capaciteiten van ontwikkelingslanden die voordeel kunnen halen uit internationale
wetenschappelijke samenwerking voor het op de markt brengen van nieuwe technologieën.
Het Enterprise Europe Network, dat in 2008 is opgericht om het midden- en kleinbedrijf te
helpen optimaal gebruik te maken van zakelijke kansen in de EU en daarbuiten, moet ook
41
Public energy RD&D spending in IEA member countries, OECD/IEA (2015).
De Breakthrough Energy Coalition is een groep van meer dan 20 investeerders uit verschillende landen die
samen met Mission Innovation een initiatief hebben gelanceerd om te investeren in onderzoek op het gebied
van schone energie.
43
Zie COM/2016/0581.
44
Zie Open innovation, open science, open to the world, 2016, Europese Commissie, ISBN 978-92-7957346-0.
42
17
meer steun verlenen aan EU-ondernemingen die innovatieve oplossingen op het gebied
van schone energie ontwikkelen, door een uitbreiding van het toepassingsgebied.
Gebruikmaken van de rol van Europa als wereldspeler – voorgestelde acties:
 de Commissie zal samenwerken met de lidstaten om ervoor te zorgen dat de Europese Unie
een leidende rol speelt binnen het wereldwijde "Mission Innovation"-initiatief. Zij zal leiding
geven aan de "Converting Sunlight Innovation Challenge" voor het creëren van
zonnebrandstof die kan worden opgeslagen en aan de "Affordable Heating and Cooling of
Buildings Innovation Challenge", en actief deelnemen aan de overige innovatie-uitdagingen.
De Commissie zal zich richten op het realiseren van synergieën met de particuliere sector, met
inbegrip van de Breakthrough Energy Coalition;
 de Commissie zal samenwerken met de lidstaten om in ontwikkelingslanden een of twee
gezamenlijke uitvoeringsprogramma's op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare
energiebronnen op te zetten, waarbij de nadruk zal liggen op Afrika als bevoorrechte partner
met het oog op de EU-Afrika-top in 2017. Deze programma's zullen onderzoek en innovatie
verbinden met capaciteitsopbouw in het ontvangende land, aangezien beide componenten
onmisbare elementen zijn voor het bereiken van succes ter plaatse. De financiële bijdrage van
de EU zal bestaan uit bijdragen van Horizon 2020 en/of de programma's voor
ontwikkelingssamenwerking, voor zover van toepassing. Het initiatief zal zo nodig worden
aangevuld met technische bijstand;
 het Enterprise Europe Network zal worden uitgebreid naar andere markten van derde landen
om de samenwerking tussen ondernemingen, de overdracht van technologie en kennis, en de
samenwerking voor onderzoeksprojecten voor kleine en middelgrote ondernemingen te
vergemakkelijken, waarbij milieu, hernieuwbare energie en duurzaam bouwen de
belangrijkste sectoren vormen.
7.
BELANGRIJKE ACTOREN IN DE ENERGIETRANSITIE
Burgers, steden, regio's en lidstaten spelen allemaal een cruciale rol om ervoor te zorgen
dat de innovatieve oplossingen die de Commissie via deze strategie zal ondersteunen, een
blijvend effect hebben en zullen worden overgenomen.
Burgers zijn cruciaal voor de succesvolle invoering van koolstofarme innovatieve
oplossingen, uiteenlopend van slimme meters in hun huizen tot grootschalige
windmolenparken. Het is essentieel dat nieuwe en betere manieren worden gevonden om
de Europese burgers bij de overgang naar een koolstofarme economie te betrekken en
uitdrukking te geven aan de bestaande algemene steun van de bevolking. Burgers die meer
betrokken zijn, nemen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen energiezekerheid en die
van de EU, en zij helpen nieuwe en originele ondernemingsmodellen ontwikkelen.
Regio's en steden zijn het meest geschikt voor het testen en uitvoeren van geïntegreerde
innovatieve oplossingen die direct verband houden met burgers. De steden en regio's van
Europa hebben een belangrijke rol gespeeld bij het bevorderen van het draagvlak voor de
energietransitie en het van onderaf stimuleren van klimaat- en energiegerelateerde
innovatie, op basis van de specifieke steun van het regionaal beleid van de EU, de
stedelijke agenda van de EU en nu, na Habitat III, de mondiale nieuwe stedelijke agenda,
18
het wereldwijde burgemeestersconvenant45, het Europees innovatiepartnerschap
betreffende slimme steden en gemeenschappen en het Civitas-netwerk46. Bovendien
kunnen netwerken van wijken, steden en regio's helpen om beste praktijken uit te wisselen
en middelen en investeringen te bundelen. In dit opzicht moet de ondersteuning van
slimme en duurzame steden via de slimme specialisatieplatforms en via Horizon 2020
worden verruimd, zodat ook aspecten van de "inclusieve stad" worden opgenomen om de
bereikte resultaten verder te ontwikkelen. Initiatieven zoals het aandachtsgebied slimme en
duurzame steden van Horizon 2020, het gezamenlijke programmeringsinitiatief "Een
stedelijk Europa" en de stedelijke innovatieve acties,47 alsmede het Europees
innovatiepartnerschap betreffende slimme steden en gemeenschappen, moeten stelselmatig
worden gestroomlijnd en opgeschaald om de verdere ontwikkeling en invoering van
koolstofarme, energie-efficiënte oplossingen in alle sectoren van de stedelijke samenleving
te stimuleren. Betere metingen en uitwisseling van gegevens, evenals de ontwikkeling van
meer interoperabele systemen en bijbehorende garanties op het gebied van
gegevensbeveiliging en privacy, zijn essentieel om dat te verwezenlijken.
Steden zijn, met hun reeds bestaande innovatiegerelateerde stedelijke ecosystemen
("slimme steden"), investeringsplatforms voor het samenvoegen van kleinschalige
projecten op het gebied van energie-efficiëntie of hernieuwbare energie, en hun
inspanningen voor meer milieuvriendelijke stedelijke vervoersoplossingen, onmisbaar
voor het ondersteunen van de invoering van innovaties op het gebied van schone energie
die door de acties van deze mededeling worden bevorderd.
Naast steden en regio's zijn de lidstaten cruciaal voor het bevorderen van de
energietransitie. Er bestaan verschillende mechanismen voor het coördineren van
energiegerelateerde onderzoeks- en innovatieactiviteiten van de EU en die van haar
lidstaten, of voor het beter afstemmen van overheidssteun op steun uit de particuliere
sector. Toch is er ruimte voor meer efficiëntie en voor het realiseren van meer synergieën.
Het strategisch plan voor energietechnologie, waarbij 28 lidstaten en vier geassocieerde
landen, evenals industriële en academische belanghebbenden, betrokken zijn, is een
kernonderdeel van de beheersstructuur van de energie-unie. De afgelopen jaren heeft het
strategisch plan voor energietechnologie – dat de activiteiten van de verschillende
betrokkenen coördineert en de synergie vergroot – geleid tot een verdubbeling van de
jaarlijkse totale investering in onderzoek en ontwikkeling in verband met de prioritaire
technologieën van het strategisch plan. Om de gecoördineerde of gezamenlijke
investeringen verder op te voeren zijn gezamenlijke doelstellingen op het gebied van
onderzoek en innovatie voor tien prioritaire actieterreinen vastgesteld, waarbij een
toenemende mate van betrokkenheid tot uiting komt. Op soortgelijke wijze wordt de
strategische agenda voor onderzoek en innovatie in het vervoer opgesteld, die is
opgebouwd rond zeven stappenplannen die door deskundigen worden ontwikkeld en een
bijbehorend beheersmechanisme voor het ondersteunen en versnellen van onderzoek,
45
Zie: http://www.covenantofmayors.eu/index_nl.html.
CIVITAS is een programma dat steden in staat stelt om van elkaar te leren en om ideeën uit te wisselen.
47
http://www.uia-initiative.eu/.
46
19
innovatie en toepassing. Het strategisch plan voor energietechnologie en de strategische
agenda voor onderzoek en innovatie in het vervoer zullen belangrijke structuren opleveren
voor de coördinatie met de in deze mededeling beschreven acties, die de uitvoering ervan
zullen ondersteunen en synergieën zullen creëren om effecten te bereiken.
Belangrijke actoren in het energiesysteem - Voorgestelde acties:
 de Commissie zal samenwerken met de lidstaten via de bestuursstructuren van de energieunie, en met name via het SET-plan, om investeringen van lidstaten in het kader van de in
hoofdstuk 5 vermelde vier prioritaire gebieden op elkaar af te stemmen en mogelijkheden te
onderzoeken voor de ontwikkeling van relevante belangrijke projecten van gemeenschappelijk
Europees belang;
 het bestuur van de energie-unie zal erop toezien dat de nationale doelstellingen en
maatregelen inzake onderzoek, innovatie en concurrentievermogen worden opgenomen in
nationale geïntegreerde energie- en klimaatplannen, en dat de doelstellingen, beleidslijnen en
maatregelen coherent zijn met de doelstellingen van de EU. Bovendien wordt met tweejarige
geïntegreerde voortgangsverslagen en verslagen over de stand van de energie-unie de nodige
follow-up en controle gewaarborgd;
 de Commissie zal met de lidstaten een specifieke bestuursstructuur voor de strategische
agenda voor onderzoek en innovatie in het vervoer opzetten om de strategische plannen voor
langdurige onderzoeks- en innovatieacties op het vervoersgebied op elkaar af te stemmen en
beter te koppelen aan de energiesector en digitale technologieën;
 de Commissie zal het delen en opschalen van beste praktijken en slimme, duurzame en
inclusieve stedelijke demonstratieprojecten stimuleren, met inbegrip van de projecten die zijn
ondersteund in het kader van het Europees innovatiepartnerschap betreffende slimme steden
en gemeenschappen en in het kader van de stedelijke innovatieve acties. Daarbij zal ook
gebruik worden gemaakt van de gegevens en producten van het Copernicus-programma voor
aardobservatie van de Europese Commissie.
8.
CONCLUSIES
De beleidsmaatregelen in dit document vormen de kern van de onderzoeks- en
innovatiepijler van de energie-unie. Zij vormen een integrerend onderdeel van het grotere
pakket "stimulerende maatregelen" die noodzakelijk zijn om de omschakeling naar schone
energie te stimuleren en die zijn uiteengezet in de mededeling "Schone energie voor alle
Europeanen" die vandaag is bekendgemaakt. De Commissie zal ernaar streven deze
maatregelen door te voeren tijdens de resterende duur van haar mandaat en zal in de
jaarlijkse stand van de energie-unie verslag uitbrengen over de geboekte vooruitgang.
20
Download