Suggesties voor onderwerpen van masterproeven

advertisement
FACULTEIT RECHT EN CRIMINOLOGIE
VAKGROEP PUBLIEK RECHT
Master na Master in het Sociaal Recht
Suggesties voor onderwerpen van masterproeven
Promotor: Wilfried Rauws ([email protected])

De juridische positie van ziekenfondsen.

Het gunstigheidsbeginsel in het arbeidsrecht.

De interpretatie van arbeidsrechtelijke wetten door de hoogste
rechtscolleges.

De jurisprudentie van het Grondwettelijk Hof en de ontwikkeling van het
arbeidsrecht.

Aard van het arbeidsrecht: dwingend recht of behorende tot de openbare
orde?

De verhouding tussen IAO-verdragen en het het EU-recht: wie geeft
forfait?

De rechtspositie van sociale secretariaten.

De betekenis van de Arbeidsrelatieswet.

Een nieuwe Arbeidsovereenkomstenwet na de invoering van het
eenheidsstatuut.

Huispersoneel, mede in het licht van de IAO-conventies.

De arbeidsovereenkomst voor zeelieden, mede in het licht van de IAOconventies.

De wet op de arbeidsovereenkomst voor zeevissers.

De rechtspositie van het onderwijzend personeel.

Internationale arbeidsovereenkomsten en de bevoegde rechter.

Internationale arbeidsovereenkomsten en het toepasselijk recht.

Vrij verkeer van nieuwe werknemers in de EU.

Godsdienstvrijheid op de werkplek.

Tewerkstelling in opiniebedrijven.

Arbeidsrecht in China of Vietnam.

Arbeidsrecht in India.

Arbeidsrecht in de VSA.

De sociaalrechtelijke bevoegdheden van de Gemeenschappen en
gewestenbevoegdheden.

De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en haar beëindiging, mede in
Europees perspectief.

De uitzendarbeid, mede in Europees perspectief.

Bewijs in het arbeidsrecht.

Het taalgebruik in sociale verhoudingen.

Het loon als geldschuld.

Is de Loonbeschermingswet (nog) aangepast aan nieuwe beloningsvormen
en -systemen?

De aansprakelijkheid van de werknemer en van de ambtenaar ten aanzien
van derden.

Jaarlijkse vakantie in het licht van de Arbeidsduurrichtlijn.

Arbeidsduur en flexibiliteit voor deeltijdse arbeid.

De handhaving van concurrentiebedingen in een arbeidsrelatie.

Schuldvermenging en schuldvernieuwing in het
arbeidsovereenkomstenrecht.

Het tuchtrecht van de werkgever in vergelijkend perspectief.

Interesten in het arbeidsrecht.

Verjaring in het arbeidsrecht.

Bescherming van de preventieadviseur.

Het ontslag/de opzegging door een onbevoegde persoon.

De notie ‘dringende reden’ als rechtsbegrip en de cassatierechter in België,
Nederland en Frankrijk.

Conventionele werkzekerheidsbedingen.

Motivering bij ontslag in België en Frankrijk.

Overmacht als beëindigingsgrond van de arbeidsovereenkomst in
rechtsvergelijkend perspectief.

Outplacement van werknemers.

Werknemers in ondernemingen in moeilijkheden.

Activerend beleid bij herstructurering van de onderneming.

Dadingen en kwijtschriften in het arbeidsrecht.

Sociale documenten : wie wordt er wijzer van?

Psycho-sociale risico’s in de vernieuwde welzijnswetgeving.

Het toepassingsgebied van de CAO-wet.

Representativiteit van de vakbonden in de overheidssector.

De (juridische aard van) de rechtshandelingen van paritaire comités.

Verzoening, bemiddeling en arbitrage bij collectieve arbeidsconflicten.

De vrijwaring van het algemeen belang bij collectieve conflicten in de
particuliere en publieke sector.

Het Hof van Justitie en het recht op collectieve actie.

De betekenis van de vredesplicht en verzoeningsplicht in CAO’s.

De taak van de Koning bij de algemeenverbindendverklaring van CAO’s en
de opheffing van de algemeenverbindendverklaring.

Nawerking van de cao’s.

Fondsen voor bestaanszekerheid.

De wijze van het instellen van sociaalrechterlijke vorderingen.

Tussenvorderingen in het arbeidsrecht.

Europese raamakkoorden.
Promotor Marc De Vos ([email protected])

De hoofddoek en de werkplek: een rechtsvergelijkende verkenning.

Discriminatie en handicap: het Europese en Belgische recht gewikt en
gewogen.

Globalisering en de cao: hoe kruipt het bloed waar het niet gaan kan?

Rechtsvergelijkende analyse van het Belgisch ontslagrecht.

De Europese cao revisited.

Het afspiegelingsprincipe bij herstructurering.

De eurocrisis en het arbeidsrecht.

Insiders en outsiders op de arbeidsmarkt.

De institutionele rol en positie van vakbonden in België.

Minimumlonen in Europa: een rechtsvergelijkende en rechtseconomische
doorlichting.

Loonmatiging en sociale grondrechten.

Collectief ontstlag en de Wet Renault: een rechtsvergelijkende
beoordeling.

Sociale dumping: what’s in a name?

Uber en het arbeidsrecht

Co-werkgeverschap

Pseudo-werknemers in een rechtsvergelijkend perspectief

Vrijhandelsakkoorden en arbeidsrecht
Promotor Guido Van Limberghen ([email protected])

Recht op arbeid
gedetineerden
en
daaraan
verbonden
sociale
zekerheid
voor

Recht op gezondheidszorg van gedetineerden

Gedetineerden en het recht op pensioen

Hervorming van de ambtenarenpensioenen: een juridische analyse

EVRM en EHRM als beschermers van pensioenrechten

Hinderpalen voor de ratificatie van internationale pensioenverdragen?

Werknemersmobiliteit en aanvullende pensioenen

Aanvullende pensioenen in het recht van de Europese Unie

Pensioenrechten en het gezin

Echtscheiding en pensioen

Van overlevingspensioen naar overgangsuitkering

Socialebijstandsuitkeringen en het gezin

Onderhoudsgeld of socialebijstandskering: wie steunt personen in nood?

Bewijs en controle van de gezinssituatie bij de toepassing van de
socialezekerheidswetten

Socialerechtsbescherming van arbeidsmigranten zonder wettig verblijf

Nood aan gezondheidszorg als bron van verblijfsrechten

Het belang en de rol van het Europees Sociaal Handvest in tijden van crisis

Non bis in idem inzake werkloosheidsfraude

Arbeidsverbod voor werklozen

Verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen: een juridische analyse

Sociale re-integratie van personen met gezondheidsproblemen

Geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie: voor wie
en waarvoor?

Het sociaal statuut van bedrijfsleiders: economisch versus sociaal recht?

Collectief onderhandelings- en actierecht voor zelfstandigen?

De coöperatieve supermarkt: een sociaalrechtelijke analyse

Sociaalrechtelijke positie van magistraten
Promotor Herwig Verschueren ([email protected])

Het werklandbeginsel in de Europese socialezekerheidscoördinatie: zijn
langste tijd gehad?

De Europese coördinatie van werkloosheidsuitkeringen geanalyseerd in het
licht van het beleid van activering van werklozen.

Het toepasselijk arbeids- en socialezekerheidsrecht bij
grensoverschrijdende transportarbeid.

De invloed van de richtlijn 2008/104 inzake uitzendarbeid op
grensoverschrijdende tewerkstelling.

Analyse en evaluatie van de regels inzake de vaststelling van de
toepasselijke socialezekerheidswetgeving bij tewerkstelling in meer dan
één EU-lidstaat.

De vaststelling van het toepasselijke sociaalzekerheidsrecht op het
personeel van de internationale zeevaart.

De socialezekerheidsrechten van internationaal actieve kunstenaars.

Het recht op gelijke behandeling m.b.t. studiefinanciering voor kinderen
van grensarbeiders.

De verhouding tussen de Rome-I verordening 593/2008 en de
detacheringsrichtlijn 96/71.
Promotor Aube Wirtgen ([email protected])
•
Het ius variandi van de overheid-werkgever.
•
De toepassing van de formele motiveringsplicht bij beslissingen t.a.v
contractanten in overheidsdienst.
•
De toepassing van de beginselen van behoorlijk bestuur bij beslissingen
t.a.v. contractanten in overheidsdienst.
•
Telewerk bij de overheid.
•
De juridische draagwijdte van het grondrecht van vrije meningsuiting in
het openbaar ambt.
•
De Europeesrechtelijke invloed op de rechtspositie van het Belgisch
overheidspersoneel.
•
Tucht en deontologie bij de mandaathouders in de publieke sector.
•
Tucht als instrument ter handhaving van deontologische plichten in hoofde
van ambtenaren.
•
De toepassing van het tuchtrechtelijk regime op contractanten in
overheidsdienst.
•
Het stakingsrecht van ambtenaren.
•
Vrijheid van eredienst en de arbeidsverhoudingen in de publieke sector.
•
De rechtspositie van de managers in de publieke sector.
•
Afschaffing van het ambtenarenstatuut: een onderzoek naar de juridische
mogelijkheden en moeilijkheden.
•
Vrijheid van meningsuiting van de ambtenaar: andere grenzen dan bij
werknemers?
•
Het collectief overleg in de publieke sector.
•
Tucht en evaluatie: de moeilijke verhouding tussen beide.
•
Pensioenen in de publieke sector: de discrepantie tussen ambtenaren en
contractanten ontleed.
•
De toepassing van de wet van 10 februari 2003 betreffende de
aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare
rechtspersonen.
•
Het statuut van de ambtenaar in disponibiliteit.
•
De invloed van een tuchtprocedure op de loopbaan van een ambtenaar.
•
De terbeschikkingstelling van overheidspersoneel.
•
De evaluatie van de federale ambtenaar.
•
De mobiliteit van overheidspersoneel.
•
De gevolgen van de vernietiging van de beslissing tot aanwerving van een
contractant in overheidsdienst.
Promotor Kristof Salomez ([email protected])

Onderaanneming in het sociaal strafrecht.

Sociaalrechtelijke aspecten van mensenhandel.

Gevolgen van herkwalificatie van de arbeidsrelatie in de sociale zekerheid.

De verjaring in het arbeidsrecht.

De bevoegdheid en de rechtsmacht van de arbeidsgerechten.

Het kortgeding in sociale zaken.

De bevoegdheden van de sociale inspectiediensten.

Het daderschap in het sociaal strafrecht.

Alternatieven voor de strafvervolging in het sociaal strafrecht.

De strafbaarstellingen in het sociaal strafrecht.

De formele motivering van het ontslag in de particuliere en de publieke
sector.

De toepassing van de ABBB op het ontslag van contractanten in
overheidsdienst.

Het ius variandi van de werkgever.

De hiërarchie van de rechtsbronnen in het sociaal recht.

De rechtspositie van de collectieve actie naar Belgisch recht.

De gevolgen van de nietigheid van de opzegging.

De controle op de wettigheid van het optreden van de sociale
inspectiediensten.

De gedinginleiding in arbeidszaken.

Het voorwerp en de oorzaak van de sociaalrechtelijke vordering.

De bescherming van werklieden tegen willekeurig ontslag.

Preventie, herstel en vergoeding van schade ingevolge asbestblootstelling.

Statuut van preventieadviseur en milieucoördinator:
vergelijkende analyse.

Impact van normeringen en zorgsystemen bij inbreuken op de
welzijnsreglementering.

Het belang van de figuur van de “delegatie” bij strafrechtelijke
verantwoordelijkheid voor inbreuken op de welzijnsreglementering.

Invloed van “eigen schuld” bij inbreuken op de welzijnsreglementering.

De rechtstreekse inspraak van werknemers in welzijnsaangelegenheden bij
ontstentenis van comité en vakbondsafvaardiging.

De strafrechtelijke en burgerrechtelijke verantwoordelijkheid van externe
diensten voor preventie en bescherming op het werk.

De samenwerking tussen interne en externe diensten.

Hoe ver reikt de hoofdverantwoordelijkheid van de werkgever voor het
welzijnsbeleid?

Knelpunten bij de implementatie van de welzijnsreglementering in het
onderwijs.
Promotor Rob Cornelissen ([email protected])

In hoeverre heeft het Verdrag van Lissabon het “Sociaal Europa” versterkt?

Hoever reikt de invloed van het primaire Unierecht op het sociale
zekerheidsrecht van de Lidstaten?

Welke invloed heeft het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens op
het sociale zekerheidsrecht van de Lidstaten?

Welke invloed hebben de richtlijnen 79/7 (gelijke behandeling man/vrouw)
en 2000/78 (anti-discriminatierichtlijn) op het sociale zekerheidsrecht van
de Lidstaten?

De positie van derde landsonderdanen in het Europees systeem van sociale
zekerheidscoördinatie.

Is hoeverre geldt nog de exclusieve werking van de aanwijsregels in het
Europees sociaal zekerheidsrecht?

Analyse en evaluatie van het aparte coördinatiestelsel voor “bijzondere,
niet op premiebetaling berustende” uitkeringen in de Europese sociale
zekerheidsverordeningen.

Analyse en evaluatie van de coördinatiebepalingen van Verordeningen
883/2004 en 987/2009 met betrekking tot werkloosheid. In hoeverre voor
verbetering vatbaar?

Analyse en evaluatie van het Unierecht betreffende grensoverschrijdende
gezondheidszorg.

Analyse en evaluatie van de detacheringsbepalingen opgenomen in
Verordeningen 883/2004 en 987/2009. Welke zijn de knelpunten? Zijn de
bepalingen voor verbetering vatbaar?

Analyse en evaluatie van de verhouding Richtlijn 2004/38 (verblijfsrecht)
en Verordening 883/2004 (sociale zekerheidscoördinatie).

Welke invloed heeft het beginsel van loyale samenwerking in de zin van
Artikel 4 lid 3 VEU op het sociale zekerheidsrecht van de Lidstaten?

Voldoen de bepalingen met betrekking tot de materiële werkingssfeer van
de huidige sociale zekerheidsverordeningen aan de vereisten van de
huidige tijd? Voorstellen tot verbetering?
Promotor Kaat Leus ([email protected])

De “mythe van het diploma" of de "fetisj van 'elders verworven
competenties’ ” bij aanwervingen en bevorderingen in het openbaar ambt:
wat met gelijke kansen?
Download