EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 31

advertisement
1
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 31
TalencentrumBarneveld.nl
W e beginnen deze les met een klein stukje theorie.
De cohortativus (herhaling)
l uq
o
:a
e = ik zal doden (imp.), maar hl
fu
:q
:a
e = laat ik doden, ik wil doden.
en hl
fu
:q
:I
n = laten wij doden, wij willen doden.
Het imperfectum wordt dus verlengd met een h.
Zie ook les 14!
De torenbouw (gen.11)
W e lezen in gen.11
1 En de ganse aarde was van enerlei spraak en enerlei woorden.
2 Maar het geschiedde, als zij tegen het oosten togen, dat zij een laagte vonden in het
land Sinear; en zij woonden aldaar.
3 En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan, laat ons tichelen strijken, en goed
doorbranden! En de tichel was hun voor steen, en het lijm was hun voor leem.
De verzen 4 - 9 gaan we nu samen vertalen.
Het tweede woord van vers 4 kent u nog niet: hb
fh
^ = kom aan!
f
Het woord dat daarop volgt is he
nb
:I
n.
he
nb
:I
n = hier: laten wij bouwen (coh. van hnb = bouwen). Deze vorm kan
echter ook "wij bouwen of wij zullen bouwen" betekenen. Dit komt doordat
dit werkwoord op een h eindigt.
hs
ei
_n = hier: laten wij maken (coh. van hsi = maken). Deze vorm kan
echter ook "wij maken of wij zullen maken" betekenen.
2
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 31
TalencentrumBarneveld.nl
ld
f:
gm
I= toren; wa
o r = hier: spits;
,I
ym
^W
fb
- = in de hemel (,I
ym
^W
fh
- = de hemel)
=]P
e = opdat niet
/Vpf
n = wij worden verstrooid; /Vp =qal: verstrooid worden.
Vertaling: En zij zeiden: Komaan, laten wij voor ons een stad bouwen en
een toren met een spits tot in de hemel. En laten wij voor ons een naam
maken opdat wij niet verstrooid worden over het de gehele aarde.
(letterlijk: over het aangezicht van de gehele aarde)
Vers 5: dr
e"
^
Yv = en hij daalde af, dry = afdalen
t ar
o
:l
I = om te zien; het is de inf.cstr. (met l
: ) van har = zien.
rw
ea
_ = die
VnB
f = zij bouwden (perfectum van hnb = bouwen)
,d
fa
fh
f y"
nB
: = de zonen van de mensen (of gewoon: mensen).
Vertaling: Toen daalde de HEERE af om de stad en de toren die de
mensen bouwden te zien.
vers 6: ]h
" = zie; ,i
f = volk; dx
fa
e = één; hp
fw
f = taal; tx
-a
- = één;
,l
fk
\l
: = ,f+ o
lK + l
:
,f= hen, o
l K = allen, l
: = voor; he
z:
v = en dit;
,L
fx
Ih
- = inf. cstr. hi van llx = hi. beginnen, met het APV ,f;
tOsi
_l
- = inf. cstr. (met l
: ) van hsi = maken.
W e vertalen eerst het eerste deel van vers 6.
En de HEERE zei: Zie, zij zijn één volk en zij hebben 1 allen één taal en dit
beginnen 2 zij te maken.
Een paar opmerkingen bij de vertaling:
1. "zij hebben één taal"; Het Hebreeuws kent geen werkwoord "hebben".
In het Hebreeuws staat er letterlijk: en één taal voor hen allen. Dat is een
nominale zin. W e mogen dus het werkwoord “zijn” invoegen. Nu wordt de
zin: en voor hen allen is één taal. Dus: zij hebben allen één taal.
U herinnert zich misschien nog wel uit les 12 het volgende zinnetje: "en
voor Laban waren twee dochters". W e vertaalden dit met: en Laban had
twee dochters.
3
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 31
TalencentrumBarneveld.nl
2. " en dit beginnen zij te maken"; Lettterlijk staat er: en dit (is) het
beginnen van hen om te maken. Dus: en dit beginnen zij te maken.
Het tweede gedeelte van vers 6.
hT
fi
- = nu;
o l = niet;
a
rj
"B
fI
y = het zal afgesneden worden, imp. ni. van rjb = afsnijden;
,h
em
" = van hen;
rw
ea
_o
l K = al wat;
Vm:
zf
y = 3-e ps. mv. imp. qal van ,mz = bedenken.
Het laatste woord weet u al.
Letterlijke vertaling: en nu niet zal afgesneden worden van hen alles wat
zij zullen bedenken om te doen.
Een goedlopende vertaling: en nu zal voor hen niets onbereikbaar zijn van
alles wat zij denken te doen.
Het werkwoord ,mz
Dit is een werkwoord waarvan de 2-e en de 3-e stamletter gelijk zijn.
Zowel de 2-e als de 3-e stamletter is een mém.
Dit type werkwoorden hebben enige bijzonderheden.
Daarom krijgt u hier een aantal voorbeelden. W e nemen het werkwoord
bbc = omringen, omsingelen
perfectum
imperfectum
bb
-c
f
hij omringde, hij heeft ...
b cf
o
y
hij omringt, hij zal ...
Vbb
:c
f
zij omringden, zij hebben ...
Vo
B cf
y
zij omringen, zij zullen ...
b ca
o
f
ik omring, ik zal ...
yt
I OB
^c
- ik omringde, ik heb ...
VnOB
^c
-
wij omringden, wij hebben ... o
b cf
n
wij omringen, wij zullen ...
narrativus: bc
f^
f
Yv = en hij omringde
Perfectum-vormen hebben soms nog de beide gelijke stamletters, maar
imperfectum-vormen hebben nooit de beide gelijke stamletters.
U kunt nu ook na gaan dat Vm:
zf
y eigenlijk Vo
m zf
y had moeten zijn!
4
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 31
TalencentrumBarneveld.nl
Accenten
W e besteden nu even wat aandacht aan een nieuw accent. W e kijken
naar vers 6. Boven het woord ,l
fk
\l
: ziet u twee puntjes. Ook dit is een
accent. Het is een versdeler. Hij wordt zákéf genoemd. Deze versdeler
deelt een vershelft weer in delen. U ziet deze deler ook boven het woord
,h
em
".
De atnach (zie les 29) deelt een vers in twee vershelften.
De zákéf deelt die vershelften weer in twee delen.
Onder het laatste woord van het vers staat de silloek.
De verdeling van vers 6 ziet er dus als volgt uit:
.tOsi
_l
- ... loK |3 ,h
em
" ... hT
fi
-:
v ||2 tOsi
_l
- ... he
z:
v |1 ,l
fk
\l
: ... rm
ea
o^
Yv
1. scheiding door de zákéf 2. scheiding door de atnach 3. scheiding door de
zákéf 4. einde van het vers. Onder het laatste woord staat de silloek.
4
Woorden met een atnach of woorden met een silloek (aan het einde van een
vers) ondergaan vaak een kleine verandering: ze staan in pausa (Zie les 27).
Opdracht 1
ld
f:
gm
I he
nb
:I
n hb
fh
^ Vrm
f
:a
o^
Yv =
______________________________________
ri
Ih
f =ta
eo
t ar
:l
I hvhy dr
e"
^
Yv
=
______________________________________
,l
fk
\l
: tx
-a
- hp
fw
f:
v dx
fa
e ,i
f ]h
"
=
_______________________________________
yD
-w
- la
" =yI
na
_ vyl
fa
" hvhy rm
ea
o^
Yv=
d am
o
:o
d am
:B
I $o
: a yt
t
Ir
"p
:h
I:
v
=
______________________________________
_______________________________________
Opdracht 2 Geef de vertaling van de volgende woorden:
har =
_________________________________
llx =
_________________________________
hnb =
_________________________________
,mz =
_________________________________
bbc =
_________________________________
rjb =
_________________________________
5
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 31
TalencentrumBarneveld.nl
ATNTWOORDEN
Opdracht
ld
f:
gm
I he
nb
:I
n hb
fh
^ Vrm
f
:o
a^
Yv
= En zij zeiden: "Kom aan, laten wij een toren bouwen."
ri
Ih
f =ta
eo
t ar
:l
I hvhy dr
e"
^
Yv = En de HEERE daalde af om de stad te
zien.
,f
l\
k:
l txa hf
pf
w:vdf
xe
a ,f
i ]"
h = Zie, zij zijn één volk en hebben één taal.
yD
-w
- la
" =yI
na
_ vyl
fa
" hvhy rm
eo
a^
Yv
= En de HEERE zei: "Ik ben God, de Almachtige."
d
oa:
md
oa:
mI
B $:
t
oa yI
t"
r:
pI
h:v = En Ik zal u uitermate zeer vermenigvuldigen.
Opdracht 2 Geef de vertaling van de volgende woorden:
har = zien; ni.: verschijnen (... hvhy af
r"
Y-v= En de HEERE verscheen...)
llx = hi.: beginnen
hnb = bouwen
,mz = denken, bedenken
bbc = omringen, omsingelen
rjb = afsnijden
Download