D:\Documents and Settings\Klant\Mijn

advertisement
1
versie 2
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 12
TalencentrumBarneveld.nl
We lezen nu verder uit gen.29: "Rachel en Lea"
Hierna ziet u het 16-e vers. Bekijkt u het maar eens goed. Herkent u de
namen Laban, Lea en Rachel?
.lx
"f
r hfu
N -:
Qh ,w
" :v ha
f"
l hl
fod:h
G - ,w
" tOnb
f yT
"w
: ]b
ff
l:
lV
De tekst begint met ]b
ff
l:
lV (oe.le.lá.ban). Dat zijn drie woorden aan
elkaar:
]b
ff
l = Laban, er voor staat :
l = voor, daar weer voor staat V = en.
yT
"w
: (sje.té) = twee; tOnb
f(vá.not) = het meervoud van tB
- = dochter.
Het de eertste van woord tOnb
f heeft hier geen punt!
De eerste drie woorden van de tekst vormen dus het nominale zinnetje:
"en voor Laban waren twee dochters"
Of in goed Nederlands: En Laban had twee dochters.
Let op! Het Hebreeuws kent geen werkwoord "hebben".
Ook het volgende stukje van deze tekst is een nominaal zinnetje:
ha
f"
l hl
fod:h
G - ,w
"
hl
fod:h
G - ,w
" (de) naam van de grootste
Dit is een status constructus verbinding. Het woord ,w
" (naam) verandert
echter niet.
hl
fod:h
G - (ha~.~e do.lá).= de grootste
Hier treffen we een letter aan die u nog niet kent, namelijk de g, de ~iemèl.
We spreken deze letter uit als de g in het Engelse "good". Ook deze letter
krijgt een punt aan het begin van een woord.
In het Hebreeuws wordt "grootste" aangegeven door het bijvoegelijke
naamwoord "groot" met ervoor het lidwoord.
groot = lOdf
G (bij manlijke woorden) en groot = hl
fOd:
G (bij vrouwelijke
woorden) Dus de vertaling luidt: De naam van de grootste was Lea
lx
"f
r hfu
N -:
Qh ,w
" :v
hfu
N -:
Qh (haq.qe.tan.ná)= de kleinste; klein = ]u
ff
q (bij manlijke woorden)
en klein = hft
N -:
q (bij vrouwelijke woorden)
Dit gedeelte kunt u nu zelf vertalen.
2
versie 2
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 12
TalencentrumBarneveld.nl
Definitieve vertaling
16. En Laban had twee dochters: de naam van de oudste* was Lea; en de
naam van de jongste* was Rachel.
* Het is duidelijk dat: grootste = oudste; kleinste = jongste
Enkele meervouden
Hier volgen enkele meervouden. De meeste zijn onregelmatig. U moet ze
zeker leren.
Interessant is hoe zo’n onregelmatig meervoud is ontstaan. We bekijken
dat bij het woordje tB
-. Dit woordje komt van het woord ]B
" (zoon). De
vrouwelijke vorm daarvan was oorspronkelijk :
T:B
n - (uitspraak: bant). En
(bant) werd (bat).
Het meervoud van zoon is ,yIB
n f. De vrouwelijke vorm daarvan is tOnB
f.
U weet toch nog wel uit hoofdstuk 7 dat de manlijke meervoudsuitgang
,yI(iem) en de vrouwlijke tO (ot) is!
enkelvoud
meervoud
wya
I (man, mens)
,yw
I fa
n _ /,yw
I ya
I
hW
fI
a (vrouw)
,yw
If
n
ba
f (vader)
tOba
f
]B
" (zoon)
,yIB
nf
tB
- (dochter)
tOnB
f / tOnB
:
xa
f (broer)
,yx
Ia
We lezen nu het 17-e vers.
.ha
e:
rm tp
-yIv ra
-oT=tp
-:
y ht
f:h
y f lx
"f
r:v tOKr
- ha
f"
l y"yi
n " :v
In deze zin komt u hooguit drie bekende woorden tegen. Er valt dus nog
wat uit te leggen.
Het woord y"yi
n " (é.né) is de status constructus van ,yIyi
n " (ogen) en
betekent dus: "ogen van".
3
versie 2
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 12
TalencentrumBarneveld.nl
tOKr
- = teder; tp
-:(ye.fat)
y
is de status constructus van tp
-f
y (schoon) en
betekent dus: "schoon van".
ra
-oT = gedaante; ha
e:
rm (mar.è)= aangezicht
Nu nog de werkwoordsvorm ht
f:h
y f (há.ye.tá)
Deze werkwoordsvorm is een vorm van het werkwoord hyh = zijn.
Het is een perfectumvorm.
•
•
•
hfh
y f = hij was, is geweest
ht
f:h
y f = zij was, is geweest
Vyh
f = zij (mannen / vrouwen) waren, zijn geweest
Vertaling van vers 17: (en) De ogen waren teder, maar Rachel was
schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.
Opdracht 1 "Lijntrekken"
Bij ieder woord uit de linker kolom past één woord uit de rechter kolom.
Verbind deze met een lijn.
1
hij was
yT
"w
:
1
2
zij was
lOdf
G
2
3
ogen
ht
f:h
yf
3
4
naam
tB
-
4
5
groot
,w
"
5
6
zij (m/v) waren
,yIyi
n "
6
7
dochters
,yIB
nf
7
8
schoon
Vyh
f
8
9
twee
tp
-f
y
9
10 dochter
11 zonen
4
versie 2
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 12
TalencentrumBarneveld.nl
Opdracht 2: Vertaal de volgende zinnen:
Onthoud: Vhobfv Vhot = woest en ledig; ryi
IB
- = in de stad; yl
-i
f = op mij
• tOnb
f yT
"w
: ]b
ff
l:
lV
=_________________________________________
• tOKr
- ha
f"
l y"yi
n " :v
=_________________________________________
• lx
"f
r hfu
N -:
Qh ,w
" :v
=_________________________________________
• ra
-oT=tp
-:
y ht
f:h
y f lx
"f
r:v
=_________________________________________
• Vhobfv Vhot ht
f:h
y f /r
ef
^
af
h:=
v _________________________________________
• ryi
IB
- hfh
y f wya
If
h
=_________________________________________
• hvhy=df
y yl
-i
f ht
f:h
yf
= _________________________________________
Maak ook de extra oefening ! U kunt deze vinden op de site als u
"extra oefeningen" aanklikt.
5
versie 2
EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 12
TalencentrumBarneveld.nl
ANTWOORDEN
Opdracht 1 "Lijntrekken"
1-9; 2-5; 3-2; 4-10; 5-4; 6-3; 7-11; 8-6; 9-8;
Opdracht 2: Vertaal de volgende zinnen:
Onthoud: Vhobfv Vhot = woest en ledig; ryi
IB
- = in de stad; yl
-i
f = op mij
•
tOnb
f yT
"w
: ]b
ff
l:
lV
= En Laban had twee dochters.
•
tOKr
- ha
f"
l y"yi
n " :v
= En de ogen van Lea waren teder.
•
lx
"f
r hfu
N -:
Qh ,w
" :v
= De naam van de jongste was Rachel.
•
ra
-oT=tp
-:
y ht
f:h
y f lx
"f
r:v = En Rachel was schoon van gedaante.
•
Vhobf
v Vhot ht
f:h
y f /r
ef
^
ah
f:=
v En de aarde was woest en ledig.
•
ryi
IB
- hfh
y f wya
If
h
= De man was in de stad.
•
hvhy=df
y yl
-i
f ht
f:h
yf
= De hand van de HEERE was op mij.
Download