Zelfbeschadiging: Een overzicht

advertisement
Zelfbeschadiging:
Een overzicht
Prof. Dr. Laurence Claes
KU Leuven – Faculteit PPW
[email protected]
Inhoud
•
•
•
•
•
•
Definities & afbakening
Prevalentie
Model
Co-morbiditeit
Functies
Behandeling
Terminologie
(Claes et al., 2007)
Sociaal
standpunt
Motief/
Functie
Zelfverzorging
Zelfbeschadiging
Normaal
Abnormaal
Adequaat
Aanvaard
Inadequaat
Niet aanvaard
Behouden of bereiken
van
schoonheid/gezondheid
Omgaan met persoonlijke
problemen
Terminologie
(Claes et al., 2007)
Terminologie
(Claes et al.,2007)
• Zelfbeschadiging
o
Direct of indirect schade
aanbrengen aan het eigen lichaam
• Bijv. Diabeticus die zijn dieet niet
volgt, …
Zelfbeschadiging
Zelfverwonding
• Zelfverwonding
o
Direct fysiek letsel aanbrengen aan
het eigen lichaam, zowel aan de
oppervlakte van de huid (bijv.
zichzelf snijden) als inwendig (bijv.
naald inslikken)
• Zelfverminking
o
Het eigen lichaam letterlijk
verminken (bijv. amputatie van
ledematen)
Zelfverminking
Terminologie
• Zelfverwonding =
• Sociaal onaanvaardbaar
gedrag waarbij een
persoon zichzelf fysiek
letsel toebrengt zonder de
intentie om zichzelf het
leven te benemen
Conceptualisering
Structuralitische benadering
• Structuralistische of medisch-klinische benadering
o
ZVG als een pathologische structuur op zich (syndroom) of als een
symptoom van een stoornis (DSM-IV, ICD-10)
o
DSM-IV
• Borderline Persoonlijkheidsstoornis
• Trichotillomanie (Impulscontrolestoornis)
• Krabben aan de huid (Impulscontrolestoornis NAO)
o
ICD-10
• Repetitief hoofdbonken, ... (Stereotype bewegingsstoornis)
• Zichzelf injecteren met toxische stoffen (Nagebootste stoornis)
DSM-5
Sectie III
(APA, 2013)
Prevalentie
• Geen duidelijk antwoord
o
Overschatting
• Bv. inclusie van suïcide(pogingen)
o
Onderschatting
• Bv. enkel “snijden” inventariseren
• Bv. enkel kijken naar patiënten die verzorging nodig hebben in
ziekenhuizen
Prevalentie
Steekproef & leeftijd
• Niet-klinische populaties
o
Middelbare scholieren
• Klinische populaties
o
• ± 17.1-38.6% (Brunner et al., 2013)
• ± 18% (Muehlenkamp et al., 2012)
• ± 35.6% (6.7% DSM-5) (Zetterqvist
• ± 40%-61% (Darche, 1990; DiClemente
et al., 1991)
• Eetstoornissen (Claes & Muehlenkamp,
2014; Svirko & Hawton, 2007)
et al., in press)
o
Jong volwassenen
• ± 17%
o
(Whitlock et al., 2006)
Volwassenen
• ± 4%
(Klonsky et al.,2003)
Adolescenten
o
•
AN-R: 13.6%-42.1%
•
AN-BP: 27.8%-68.1%
•
BN: 26%-55.2%
Volwassenen
• ± 4%-21% (Briere & Gil, 1998)
• Borderline PS (Ludäscher et al., 2009)
•
69%-75%
Prevalentie
Geslacht
• Prevalentie (Claes et al., 2007; Whitlock et al., 2006)
Vrouwen > Mannen (klinische steekproeven)
o Vrouwen/Meisjes ≥ Mannen/Jongens (normale steekproef)
• Frequentie van ZVG (Whitlock et al., 2006)
o Vrouwen/Meisjes > Mannen/Jongens
• Type van ZVG (Claes et al., 2007; Whitlock et al., 2006)
o Vrouwen/Meisjes > Mannen/Jongens
o
• Zichzelf Krassen, Snijden
o
Vrouwen/Meisjes < Mannen/Jongens
• Zichzelf Slaan, Branden
Model
(Claes & Muehlenkamp, 2014)
Patiënten met/zonder ZVG
Symptomen
80
60
Geen ZVG
40
ZVG
20
0
Angst
Fobie
Depri
Wantr.
Klachtenlijst
Hostil.
Patiënten met/zonder ZVG
Suïcide gedachten
40
30
Geen ZVG
20
ZVG
10
0
Suicide gedachten
Patiënten met/zonder ZVG
Persoonlijkheidsstoornissen
150
100
Geen ZVG
50
ZVG
0
Cluster Cluster AS-Pd
A
B
ADP-IV
B-Pd
Cluster
C
Eetstoornispatiënten met/zonder ZVG:
Traumatische ervaringen/dissociatie
3
2,5
2
1,5
1
Geen ZVG
ZVG
0,5
0
Emot.
Fysiek
Seksueel DISQ-Total
TEQ/DISQ
Conceptualisering ZVG
Functionalistische benadering
• Functionalistische of psycho-sociale benadering
o
ZVG als een uiting van psychische problematiek (communicatieve
functie) of
o
ZVG als een manier om hiermee om te gaan (probleemoplossende
functie)
o
Functionele schaal (Vanderlinden & Vandereycken, 1997)
•
•
•
•
•
Relaxatie
Aandacht
Stimulatie
Straf
Zelfdestructiviteit
-
Ontspanning
• “Ik sneed met een aardappelmesje in mijn
bovenarm, omdat ik echt geen raad wist met mijn
gevoelens. Ze zochten een uitweg, ik wou ze weg,
want de spanning was te groot. Opgekropte
gevoelens van verschillende dagen na elkaar.
Daarna even een daling van spanning … wat
rustiger, anderzijds ook heel droevig. Ik huilde
omdat dit ook geen oplossing is. Ben nu ook boos
op mezelf.”
Aandacht
• “Na een felle ruzie met mijn moeder liep ik naar de
badkamer en begon met een schaar in mijn arm te
krassen. Ik liet de deur open en hoopte dat ze zou komen
kijken. Dat ze zich dan schuldig zou voelen en me zou
troosten.”
Stimulering
• “Na drie kwartier huilen en wegglijden zocht ik een manier
om er weer bovenop te komen. Ik sneed me met een zo
scherp mogelijk mes. Als het erg is, helpt alleen het zien
van bloed.”
Bestraffing
• “Ik heb mezelf hard op mijn kaak geslagen omdat ik weer
eens te veel gegeten had. Soms boks ik ook tegen mijn
buik, want ik ben veel te dik.”
Vernietiging
• “Als ik mezelf lelijk vind, verbrand ik mij. Dit is eigenlijk
toch normaal. Het misstaat mij niet, het hoort bij mij, dit
ben ik.”
Conceptualisering van ZVG
Functionalistische benadering (Nock & Prinstein, 2004)
Positieve bekrachtiging
Bv. genieten van de pijn
Autonome functie
Bv. krijgen van aandacht
Sociale functie
Bv. verdwijnen van herbeleving
Bv. ontsnappen aan taken
Negatieve bekrachtiging
Holistische theorie ZVG
Uitlokkende gebeurtenis
Individueel: mislukking
Sociaal: ruzie, verlies
Negatieve gedachten:
Ik ben een mislukking, ik haat
mezelf, ik ben waardeloos
Negatieve gevoelens:
Boosheid, verdriet, onzekerheid,
verwardheid
Gedachten aan ZVG
Afremmende factoren:
Waardevol contact
In gezelschap zijn
Versnellende factoren:
Alcohol- en/of druggebruik
Vermoeidheid, alleen zijn, stress
Zelfverwonding
Negatieve gevolgen
(op lange termijn):
Schuld, schaamte, wonde,
littekens, afwijzing door omgeving
Positieve gevolgen
(op korte termijn):
Afname van spanning, kwaadheid,
verwarring, zelfbevestiging, gevoel
van sterkte
Functieanalyse
Situatie
Tijdstip?
20u.
Waar?
Badkamer
Met wie?
Alleen
Activiteit
voordien?
Ruzie
gemaakt
Persoon
Gevoelens?
 Kwaad op
mezelf
 Verdrietig
 In de steek
gelaten
Gedachten?
 Ik moet
mezelf
straffen
Gedrag
Gevolgen
Wat?
Gevoelens?
Ik sneed mezelf  Opgelucht
in L-arm met
 Kwaad
scheermesje
Gedachten?
Waarom?
 Nog dieper
Ik wilde pijn
moeten
voelen en bloed snijden
zien
Gedrag?
 Naar dokter
Management
Team
Client
• Neutral nursing
• Self-monitoring
•
taking care of wounds in a
technically appropriate way
without direct comments
Open communication
discussing issue with
attention for messages
expressed in body language
• Contract management
clear agreement about what
to expect (team/patient)
in case of self-injury
•
keeping a diary --> stimulus
control
Response prevention
protection against dangerous
and uncontrollable acts
• Alternative abreaction
Physical exercises, social
contact, computer games, …
Bedankt voor uw
aandacht!
Vragen?
Download