4 Vwo Vathorst College Zelftoets Hoofdstuk 5 1 A B C D E F G H I J Hieronder staat een aantal uitspraken. Geef voor elk van deze uitspraken aan of deze waar of niet waar is. Een röntgenfoto is radioactief. Een radioactieve stof zendt straling uit doordat instabiele atoomkernen van die stof vervallen. Hoe groter het aantal instabiele atoomkernen in een radioactieve stof is, des te groter is de activiteit. Bij het bestralen van een patiënt met kernstraling wordt zijn of haar lichaam radioactief. Hoe langer de bestraling duurt, des te radioactiever wordt het lichaam van de patiënt. Bij bestraling van een patiënt wordt straling in het lichaam opgeslagen. Een loden plaat schermt straling beter af dan een even dikke aluminium plaat. Hoe dikker een loden plaat is, des te beter schermt zo’n plaat straling af. Als een loden plaat maar dik genoeg is, kan straling volledig worden afgeschermd. Schoonmakers op de röntgenafdeling van een ziekenhuis moeten een loodschort dragen. Een röntgenbuis levert een bundel röntgenstraling met een vermogen P van 0,20 mW. De energie Ef van de röntgenfotonen is 0,15 MeV. a Bereken de energie Ef van de röntgenfotonen in J. b Bereken de frequentie van de röntgenstraling. c Bereken het aantal röntgenfotonen dat de röntgenbuis per seconde uitzendt. 2 3 Het diagram van figuur 1 geeft de activiteit A van een radioactieve bron in de loop van de tijd t. Hoe groot is de halveringstijd van de radioactieve stof in de bron? 4 Het diagram van figuur 1 geeft de activiteit A van een radioactieve bron in de loop van de tijd t. Lees af en bereken na hoeveel tijd de activiteit van de bron is afgenomen tot 10 MBq. 5 Het diagram van figuur 1 geeft de activiteit A van een radioactieve bron in de loop van de tijd t. Hoe groot is de activiteit van deze bron na 3,0 jaar? 6 Het diagram van figuur 2 geeft het aantal instabiele atoomkernen N van een radioactieve bron in de loop van de tijd t. Hoe groot is de activiteit van de bron op het tijdstip t = 0 s? En op het tijdstip t = 30 s? 7 Het diagram van figuur 3 geeft de stralingsintensiteit I als functie van de afstand d tot een radioactieve bron. Welke soort(en) straling zendt de bron uit? 8 Het diagram van figuur 4 geeft de stralingsintensiteit I als functie van de dikte d van de afscherming van een radioactieve bron. Welke soort(en) straling zendt de bron uit? 4 Vwo 9 Vathorst College In de tabel van figuur 5 staat een aantal radioactieve isotopen. Geef voor elk van deze isotopen de vervalvergelijking. 10 De stralingswerker van vraag 14 heeft een massa m van 70 kg en absorbeert per uur een stralingsenergie Estr van 1,05·10–2 J. Als afscherming wordt een loodgordijn met een dikte d van 10 mm opgehangen. De halveringsdikte d1/2 van lood voor de door de bron uitgezonden γ-straling is 3,4·10–3 m. Bereken de equivalente dosis die de stralingswerker achter het loodgordijn per uur oploopt. 11 Het is zeer gevaarlijk als je lichaam in contact komt met de microgolven van een magnetron. Radiogolven bevinden zich in het elektromagnetisch spectrum naast microgolven. Je zou de conclusie kunnen trekken dat MRI dan een gevaarlijke techniek is. a Waardoor ligt het voor de hand dat microgolven schadelijk zijn voor de mens? b Hoe wordt je tegen deze microgolven beschermd? c Bedenk een verklaring voor het feit dat de radiogolven bij MRI niet gevaarlijk zijn.