De kracht van Zwolle Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP) 2005 - 2009 14 oktober 2004 Voorwoord Hierbij presenteert de Gemeente Zwolle het nieuwe Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP) voor de periode 2005-2009. Deze periode zal vooral in het teken staan van groei met behoud van onze unieke kwaliteiten Zwolle is een centrumstad met een groot verzorgingsgebied. De afgelopen jaren heeft Zwolle, mede onder invloed van rijks- en provinciaal beleid een belangrijke regionale opvangfunctie voor wonen, werken en voorzieningen vervuld. Die functie hebben we en zullen we ook blijven houden. Daarbij willen we, onder de voortdurende druk om als regionale centrumstad goed te blijven presteren, (nog) meer gebruik kunnen maken van onze potenties met inschakeling, meer dan tot nu toe, van onze natuurlijke partners in stad en regio. We hebben in de voorbereiding op dit MOP onderzocht hoe we als stad ons in de volle breedte kunnen profileren om zodoende zichtbaarder te worden in wat we willen zijn en bereiken. Tegelijkertijd hebben we benoemd wat we willen houden, welke waarden ons lief zijn. Want we willen niet uit het oog te verliezen waar we nu staan, en wat we bereikt hebben met z’n allen. Hoe zijn we te werk gegaan? Een identiteitsstudie laten schrijven door het Verwey-Jonker instituut – Moment, opname voor een stadsfoto-. Beelden van de Zwolse identiteit (april 2003). In 2003 op grond van bovengenoemd rapport een omvangrijk stadsdebat georganiseerd over de toekomst van Zwolle, dat geresulteerd heeft in het rapport ´Uitgesproken´. In februari 2004 zijn de conclusies van het stadsdebat overgenomen door de raad als richtinggevende kaders voor het MOP en structuurplan. Op basis van een aantal beleidsvisies en bovengenoemde rapporten is er een SWOTanalyse gemaakt die is besproken en aangescherpt in een 3-tal (afzonderlijke)sessies met gemeenteraad, college van B&W en directieteam/e-managers. Deze sessies hebben 6 prioriteiten opgeleverd waar Zwolle de komende jaren absoluut werk van wil maken. Keuzes maken en niet alles uitsmeren was daarbij het uitgangspunt; De prioriteiten zijn vervolgens naast de GSB-kaders gelegd. De uitkomst van deze exercitie is, kort samengevat, dat we willen doorgroeien en ontwikkelen, maar met behoud van onze kwaliteiten. “Groei met behoud van onze kwaliteiten” is dan ook te beschouwen als de rode draad die loopt door het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma 2005-2009. Want of het nu gaat om de verdere ontwikkeling van de binnenstad, de versterking van de lokale economie of om het verder vormgeven van het voorzieningenniveau, belangrijk is dat we al het nieuwe dat we willen inbrengen zoveel mogelijk integreren in het goede dat er al is. We moeten dus investeren in duurzaamheid. Om zodoende te bereiken wat we met elkaar voor ogen hebben: een krachtige stad in balans. Met een belangrijke regionale functie op het terrein van wonen, vervoer en transport, zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, (kennis)economie, cultuur en toerisme. Zwolle wil samen met haar partners werken aan de stad met durf, passie en inzicht. H.J. Meijer Burgemeester van Zwolle Oktober 2004 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Leeswijzer 1. De kop op het MOP 1.1 Inleiding pagina 1 1.2 SWOT-analyse pagina 4 1.3 De uitkomsten vertaald naar prioriteiten pagina 7 2. Focus op zes prioriteiten 2.1 Inleiding pagina 10 2.2 Iedereen doet mee pagina 11 2.3 Binden en activeren van jongeren pagina 22 2.4 Beleef de Binnenstad pagina 27 2.5 Vitaliseren van de economie pagina 34 2.6 Verstedelijkingsopgave waarmaken pagina 45 2.7 Zwolle cultureel pagina 53 2.8 Integraal veiligheidsbeleid pagina 56 3. Realisatievermogen versterken pagina 63 4. Financiële paragraaf pagina 64 MOP: Deel B: separate bijlage 3 LEESWIJZER Voor u ligt het Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP) 2005 –2009. Dit programma bestaat uit 2 delen. In de hoofdtekst (deel A) van ongeveer 70 pagina´s wordt het MOP van de gemeente Zwolle voor de komende 5 jaren beschreven. In deel B wordt uitwerking gegeven aan 39 outputindicatoren waarover het Rijk met Zwolle afspraken gaat vastleggen. De lezer die zich wil beperken tot de hoofdlijnen kan volstaan met het lezen van deel A. Hoofdstuk 1 bevat in de inleiding (paragraaf 1.1) een beschrijving van de staat van de stad en in paragraaf 1.2 een beknopte weergave van de uitkomsten van de SWOT-analyse. In paragraaf 1.3 zijn de uitkomsten van de SWOT-analyse vertaald naar de prioriteiten waar het de komende jaren om moet gaan in Zwolle. Hoofdstuk 2 bevat de uitwerking van de 6 prioriteiten waarbij zoveel als mogelijk middels een uniforme opbouw wordt ingegaan op de probleemschets/uitdaging en reikwijdte van de prioriteit, de (abstracte) doelstellingen en de vertaling naar de bestaande begrotingsprogramma´s. Vervolgens wordt zo ´SMART-i´ (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden en Beïnvloedbaar) aangegeven per prioriteit welke prestaties in de komende 5 jaren geleverd zullen worden. In speciale kaders binnen de tekst zijn ook de landelijke GSB outputdoelstellingen en indicatoren hierbij vermeld. Vanwege de specifieke aanpak van het veiligheidsbeleid en GSB-rijksdoelstellingen is het thema veiligheid in hoofdstuk ook nader uitgewerkt. Tot slot is per prioriteit aangegeven welke strategie zal worden gevolgd en welke partners we onderscheiden in het proces om de resultaten te realiseren. Hoofdstuk 3 beschrijft hoe we ons realisatievermogen kunnen versterken door het beter benutten van onze partners (de krachten) in onze stad. Hoofdstuk 4 bevat de financiële paragraaf waarbij per BDU: sociaal, integratie en veiligheid; fysiek; en economie is weergeven hoe we de GSB-middelen van het Rijk gaan inzetten op de prioriteiten. Deel B (prioriteiten sluiten aan bij GSB-kader) bevat een uitwerking van de 39 outputindicatoren op de GSB outputdoelstelling. 4 De kracht van Zwolle 1. De kop op het Mop 1.1 INLEIDING z wolle is een stad met een aantal bijzondere en waardevolle potenties. De prachtige historische binnenstad. De vanouds strategische geografische ligging. De daarmee verbonden evenwichtig opgebouwde en goed ontwikkelde economie. Het aantrekkelijke groene buitengebied rondom Zwolle. De verzorgingsfunctie voor de wijde regio van tussen een half en 1 miljoen mensen. Daarbij zijn van belang de diensteneconomie, het onderwijs en de gezondheidszorg. Dit alles heeft meegebracht dat Zwolle een goede uitgangspositie heeft. Over het algemeen is Zwolle een stad waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Door de regionale centrumfunctie, mede onder invloed van rijks- en provinciaal beleid, heeft Zwolle de afgelopen jaren een schaalsprong gemaakt. Dit heeft een grote druk meegebracht. Om de stad in de balans te houden die inwoners en regio verwachten van Zwolle, kan niet worden volstaan met uitbreiden en groot onderhoud. Van Zwolle wordt meer verwacht en dat is ook de ambitie van het stadsbestuur. Er staan vele plannen aan de vooravond van uitvoering of ze zijn in ontwikkeling zoals: ontwikkelingsprogramma Binnenstad, Grote Podium Accommodatie (GPA), Kamperpoort (en Ijsselhallen), Schaepmanterrein, FC Zwolle stadion, VMBO, Isala klinieken, Voorsterpoort en Hessenpoort, Stadshagen I en II, Park de Weezenlanden, bereikbaarheid (Ceintuurbaan, Hoofdinfrastructuur Stadshagen, Hanzelijn) . De stad is gegroeid en om die groei bij te houden (balans) zullen forse investeringen moeten plaatsvinden. Maar er moeten ook prioriteiten worden gesteld in de bestaande stad en in zijn relaties naar de regio en de landsdelen samen met provincie en rijk. Dat betreft dan het totale pallet van de fysieke, sociale, economische en culturele structuur. De inwoners van Zwolle zijn positief over hun stad (Verwey-jonker rapport, 2003). Zwollenaren koesteren hun stad en zijn bereid zich als vrijwilliger in te zetten. Het wijkgevoel wordt nadrukkelijk ervaren. De binnenstad is er voor het vertier (winkelen, horeca, cultuur, evenementen), maar het dagelijkse leven speelt zich in de wijken af, waar we boodschappen doen, samenhang vinden, elkaar ontmoeten en terecht kunnen voor primaire voorzieningen. De mooie binnenstad, de rust, ruimte en het groen in de stad, de voorzieningen (o.a. onderwijs en zorg), de goede werkgelegenheid, het aantrekkelijke buitengebied met de recreatiemogelijkheden in de omgeving, de centrale ligging zowel ten opzichte van het Noorden als de Randstad, de goede verbindingen per spoor en weg en dat alles op een overzichtelijke schaal, maken van Zwolle een prettige stad om te wonen. De uitdaging is om de genoemde kwalificaties vast te houden in relatie tot groei van de stad de komende jaren. Onderwijs (ROC, Windesheim/VU), gezondheidszorg (Issala klinieken), welzijn ontwikkelden zich de afgelopen jaren fors. De opvang van deze groei is binnen de bestaande stad via vrijkomende ruimte, uitbreiding bestaande locaties en stadsreconstructie tot stand gekomen. Na deze periode van de opvang van de groei is er nu vraag naar reallocatie van de voorzieningen en van consolidatie. Dit wordt mede ingegeven door de schaalvergroting in de onderwijssfeer via samenwerking en fusies en de ketenbenadering in de welzijnssector en de gezondheidssector. Deze reallocatie vraagt de komende jaren forse investeringen in nieuwe meer geconcentreerde locaties en de daarbij behorende infrastructuur en openbaar gebied. (Deltion, Landstede, Windesheim, VMBO, Isala, zorgboulevard e.d.) 1 De kracht van Zwolle Zwolle vormt de economische motor van de regio (regionale werkgelegenheidsfunctie) en deze motor heeft het de afgelopen jaren goed gedaan. Door de ligging en positie in het nationale vervoersnetwerk vervult de stad een scharnierfunctie tussen West- en Noordoost-Nederland. De grote nationale transportassen kruisen elkaar hier: de Ijssel als noord-zuid vaarroute, de A28 en A50, de railverbindingen tussen de Randstad, Noord-Nederland en het noorden van Duitsland, waaronder de (nog aan te leggen) Hanzelijn, en tussen Zuid- en Noord-Nederland. De combinatie met een uitstekend woonklimaat en goed gepositioneerde bedrijventerreinen heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een ongekende economische dynamiek. Zwolle is één van de economisch meest vitale centrumsteden van Nederland (2 e plaats na Den Boschbureau Louter 2003). Deze dynamiek heeft er toe geleid dat Zwolle fors heeft geïnvesteerd de ontwikkeling van Hessenpoort voor m.n. grotere kavels. Het areaal uitgeefbare terreinen voor kleinere kavels is op een punt gekomen dat er in de komende MOP periode, bij een oplevende economie, snel voor een nieuwe lokatie gekozen moet worden omdat er anders een knelpunt gaat ontstaan die ongewenst is. Ook is door de toegenomen economische dynamiek de belasting op ons wegennet groot geworden. In een aantal gevallen leidend tot stagnatie. Een gebrek aan oude gebouwen, regelgeving van de gemeentelijk overheid en onvoldoende aandacht heeft ertoe geleid dat stadseconomie een onderbelicht issue is. Zowel in de nieuwbouw Stadshagen als bij stadsreconstructie is er nauwelijks aandacht geweest voor een diversiteit van behoefte aan werkplekken. Het culturele leven van Zwolle heeft een sterke impuls gekregen door diverse initiatieven uit de samenleving. Knelpunt is de achterblijvende infrastructuur en het gebrek aan geschikte accommodaties, zowel voor de grootschalige podiumkunst, galeries e.d. als voor startende kunstenaars. De beperkte aandacht van het rijk voor deze belangrijke regiofunctie noopt tot gezamenlijk optreden van provincie en gemeente om een deel van de achterstand weg in te halen. Zwolle is een jonge stad, de opleidingsinstituten trekken vele jongeren, die naast studeren willen uitgaan, wonen, bijverdienen en later willen werken, een bedrijfje willen starten etc. De vitaliteit van de stad is erbij gebaat deze jongeren te binden. Dat heeft gevolgen voor huisvesting, uitgaansmogelijkheden en werk. De stad heeft weinig mogelijkheden via oudere gebouwen ruimte te bieden aan initiatieven vanuit de jeugd, die mans genoeg is zelf te bepalen wat ze wil. De groei heeft ook zijn effecten op duurzaamheid en leefbaarheid. Het drukkere gebruik van de openbare ruimte, of het nu de binnenstad is of de wegen, heeft effect op hinder (geluid, lucht en sociaal) en veiligheid (verkeer en geweld). Dit vraagt om investeren in verkeersmaatregelen, aanpassen infrastructuur, inrichting openbaar gebied (w.o. parken), maar ook in de sociale structuur en veiligheidsprogramma´s. Speciaal aandachtspunt is de zorg voor de specifieke doelgroepen die manifest aanwezig kunnen zijn in het straatbeeld van verslaafden, mensen met psychische en sociale problemen en in combinatie dak- en thuisloos zijn. Deze grote stadsproblematiek vraagt om stevige maatregelen gericht op hulp en regulering, een balans tussen persoonlijk en publiek belang, waarbij Zwolle ook een regiefunctie vervult. De kwaliteit van wonen, werken en leven in Zwolle wordt in hoge mate medebepaald door het niveau van veiligheid. Veiligheid geldt in Zwolle als basisvoorziening: voor ontwikkeling, welbevinden en omgang. Het tegengaan van (jeugd)criminaliteit door bijvoorbeeld veelplegers, van overlast door probleemjongeren en dak- en thuislozen, van onveiligheidbeleving bij de 2 De kracht van Zwolle Zwolse burger en het verkleinen van de kans op onveiligheid door ongelukken staan daarbij voorop. Het jaarlijkse Veiligheidsbeeld geeft aan hoe onze stad ervoor staat: Zwolle doet het in vergelijking met andere steden niet slecht als het gaat om veiligheid. Dat willen we zo houden. Een goede veiligheidsbeleving in alle Zwolse wijken maar ook bij de bezoekers van onze stad, inzet op de Binnenstad samen met politie en de ondernemers, en ieders bijdrage aan nauwe samenwerking bij problemen en risico’s staan daarbij voorop. Voorkomen is beter dan genezen. De groei van de voorzieningen, werk en wonen heeft ook zijn gevolgen voor het bestaande wegennet (m.n. ceintuurbaan en A28). De bereikbaarheid van Zwolle voor de regio en de bereikbaarheid van de binnenstad staan onder druk. De komende jaren moet fors geïnvesteerd worden om de bereikbaarheid voor zowel regio als eigen inwoners op peil te houden. Toekomst Het is voor de stad en de regio van belang dat gezamenlijk de regionale centrumpositie die in de afgelopen jaren is opgebouwd, versterkt wordt. Zwolle wil de komende periode de regionale opvangfunctie blijven vervullen. In samenwerking met de provincie ontwikkelt Zwolle zich met netwerkstadpartner Kampen tot een veelzijdig regionaal en landsdelig centrum voor Noord en Oost Nederland. Dit betekent een fors ontwikkelingprogramma voor zowel wonen, werken en voorzieningen. Maar de bestaande kwaliteiten van Zwolle zijn ook groot. Er is een grote potentie. Zwolle wil de komende jaren ook gaan investeren in het beter ´vermarkten´ van die kwaliteiten via stadsmarketing, toerisme en promotie. Zwolle kiest daarbij voor de groei van binnen uit, het investeren in de bestaande stad en voor de uitleg. Zowel het draagvlak van de bestaande stad, de omvang van het programma en de aard van de vraag noopt tot deze dubbele strategie. De uitleg zal mede de investeringen in de bestaande stad en met name de binnenstad moeten betalen. Dat betekent een dubbele opgave: namelijk enerzijds een forse inbreidingsopgave met gezien de problematiek een lange doorlooptijd en anderzijds een uitbreidingsopgave waar na Stadshagen en Hessenpoort en De Marslanden nieuwe ruimte gevonden moet worden. Hoewel niet nieuw geven de plattelandsontwikkeling en het waterbeleid nieuwe mogelijkheden om stad en land te verbinden en tot meerwaarde te komen. Deze mogelijkheden gaan we uitnutten. 3 De kracht van Zwolle 1.2 SWOT ANALYSE Op basis van een aantal beleidsvisies, de identiteitsstudie Verwey-Jonker – Moment, opname voor een stadsfoto- en de conclusies van het stadsdebat (`Uitgesproken`) is er een SWOTanalyse gemaakt die is besproken en aangescherpt in een 3-tal (afzonderlijke) sessies met gemeenteraad, college van B&W en directieteam/e-managers. In deze paragraaf wordt de SWOT-analyse beknopt weergegeven, op basis waarvan keuzes zijn gemaakt en de prioriteiten voor de komende 5 jaren zijn beschreven. De welvaart en ontplooiingskansen van Zwolle Wat opvalt is de sterke sociaal-economische positie van Zwolle, met name door haar gunstige ligging, in vergelijking met andere steden. De economische vitaliteit van Zwolle is zeer hoog te noemen. Het percentage lage inkomens ligt ruim onder het gemiddelde van de 40 steden (Nyfer). De werkloosheid is aan het stijgen maar nog relatief laag te noemen, de werkgelegenheidsgroei zal naar verwachting enigszins gaan afvlakken. Ondanks de aanwezigheid van grote aantallen MBO- en HBO-studenten slaagt Zwolle er niet in een aantrekkelijk klimaat voor jongeren te creëren. Het ontbreekt aan een dynamisch, energiek en creatief klimaat, is de klacht van velen. Ook het cultureel klimaat is onder het gewenste niveau. Wellicht wordt dit mede veroorzaakt door het ontbreken van beeldbepalende voortrekkende partners en individuen in de stad. De binding tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid is ook niet sterk ontwikkeld. Dit terwijl de ontwikkelingen positief en kansrijk zijn in het onderwijs (Zwols model en Windesheim) en de gezondheidszorg (Isala). De groei in dienstverlening (kantorennetwerk en grootschalige bedrijvigheid) is kansrijk. Evenals de mogelijkheden in het toerisme; met name het winkel- en horecapotentieel van de binnenstad, evenementen en het aantrekkelijke historische karakter van de stad.. Ondanks de beoordeling dat Zwolle een knikkerpotje is waar welhaast vanzelf de knikkers naar toe komen rollen, vragen de bestuurders, managers en inwoners van Zwolle om meer alertheid op de ontwikkelingen om Zwolle heen. Daarbij is het van belang onderwijs en gezondheidszorg meer vanuit economische principes te benaderen. Meer samenwerking te realiseren tussen instellingen in de zorg en onderwijs. Beter te plannen met het benutten van voorzieningen in de stad. En ook, het zo noodzakelijke netwerk van instituties beter onderhouden. Op lokaal, maar ook op provinciaal en nationaal niveau. Jongeren zijn van levensbelang voor de stad. We moeten de aantrekkingskracht vergroten in de keten studeren – wonen – werken. Marktpositie De sterke punten van Zwolle zijn logistiek, zakelijke dienstverlening, onderwijs, zorg, openbaar bestuur en detailhandel. Zwolle heeft een sterk MKB. Over het algemeen kan worden gesteld dat het vestigingsklimaat in Zwolle goed is. Zwakke punten zijn het startersklimaat, op termijn de beschikbaarheid van kleinere kavels, ICTinfrastructuur, onvoldoende aantrekkingskracht op hoofdkantoren van bedrijven. Zwolle is nu nog teveel een filialenstad. Kansrijke ontwikkelingen liggen rond de Hanzelijn, doorgaande, opgaande (maar wel afvlakkende) lijn werkgelegenheidsgroei, de binnenstad als koop- en toeristisch centrum, de toenemende concentratie van onderwijs, zorg en dienstverlening. Zwolle moet de komende jaren werken aan een meer onderscheidend uniek profiel, alsmede het ondernemend en innovatief vermogen. Nogmaals, het weglekken van goed opgeleide studenten is hier, voor wat betreft het laatste punt debet aan. Er zijn onvoldoende onderscheidende voorzieningen in de binnenstad (winkels, vrije tijd, cultureel, overnachtingaccommodatie) aanwezig om het toeristisch potentieel van Zwolle goed te benutten. 4 De kracht van Zwolle Om de bestaande sterke positie vast te houden zal Zwolle goed moeten inspelen op externe ontwikkelingen: verschuivingen in de internationale concurrentieverhoudingen en ICT bedreigen de geografisch-economische sterke positie. Dus aandacht voor strategie en prioriteitsstelling. Ondanks de benuttingsmaatregelen op de A-28 is kans op congestie in en rondom de stad levensgroot aanwezig. Ondanks het feit dat de marktpositie van Zwolle in positieve zin doorslaat, zijn de volgende noties genoemd in de SWOT-analyse: Meer prioriteren; meer integraliteit in beleid; alert reageren op omgeving (ook acquistie), houdt de stad bereikbaar, toeristische organisatiestructuur is voor verbetering vatbaar. Creëer meer netwerken om de samenwerking te optimaliseren (organisatie, bestuur, externen). Nut de stad uit! Ontwikkel het instrument citymarketing en stadsmarketing samen met de Zwolse ondernemers. Omgevingskwaliteit De kracht van Zwolle is de prachtig historische binnenstad, de aanwezigheid van het water (Ijssel, Vecht, grachten, Zwarte Water) de soepele overgang van stad naar het gevarieerde buitengebied, die veel recreatieve/toeristische mogelijkheden biedt. Focussen we in op m.n. ontwikkelingen op het gebied van wonen, dan kan worden gezegd dat Zwolle op dat gebied onvoldoende bijdraagt aan het behoud van een goede uitgangspositie voor de omgevingskwaliteit: Te weinig onderscheidende aantrekkelijke nieuwbouw; een tekort aan echt centrum-stedelijke woningen (dichtbij stedelijke voorzieningen). Tot slot zijn de fysieke verbindingen van binnenstad – buitenwijken sociaal onveilig. Als bedreigend wordt ervaren: het dichtslibben van de belangrijke doorstroomwegen, verlies aantrekkelijke woonpositie door teveel eentonigheid en middelmaat. Ook de dreigende verloedering van het buitengebied is een punt van zorg. Als kansrijk wordt gezien een onderscheidend woningbouwprogramma, nieuw imago en nieuwe (leisure) voorzieningen. Ook de ontwikkeling van de netwerkstad (met Kampen) biedt m.n. mogelijkheden door het sterker positioneren met het element water. De binnenstad als aanjager van ontwikkelingen. Zaken die Zwolle nu al goed oppakt (en behouden moeten worden) zijn: beheer en onderhoud en herstelprogramma’s versterken nu al veel van de cultuurhistorische en groene kenmerken van Zwolle. Ontwikkelingen netwerkstad Zwolle-Kampen, dit biedt (beperkte) mogelijkheden om groei optimaal te accommoderen (woningen, bedrijventerreinen, toerisme). Inbreidingsmogelijkheden worden benut. De veiligheidprogramma’s in de wijken zijn integraal, doordacht en tonen betrokkenheid van de de burgers. Waar we werk van moeten maken: krachtige aanpak van inbreiding; dat moeten we echt goed gaan organiseren. De spanning met de groene vingerstructuur is evident. Daarom ook kiezen voor hoogte. Hiermee moeten we een slag maken om vooral de zgn. verloedering van ons buitengebied te voorkomen. De groene infrastructuur is minstens zo belangrijk in de stad en omgeving. Ondanks de enigszins afnemende middelen voor beheer en onderhoud toch zorg dragen voor handhaven en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit. Snelheid in ontwikkeling voorzieningen nastreven. Bestemmingsplannen actueel maken. Ontwikkelingsvisie buitengebied maken. Aandacht voor achterstand in wegenonderhoud en groenbeheer. Veiligheid verankeren in beleid. Leefklimaat Wanneer we het leefklimaat van Zwolle beschouwen valt vooral de goede balans op tussen enerzijds de kwaliteit van de stad (goede voorzieningen, sociale binding), terwijl van een echt grootstedelijke problematiek geen sprake is. Zwolle wordt ervaren als een goede woonstad: groen, rustig en veilig met een relatief jonge bevolkingsopbouw. Zwolle wordt op die manier 5 De kracht van Zwolle gewaardeerd, anderzijds geldt Zwolle ook als een ‘brave’ stad: weinig multiculturele dynamiek, tot basisniveau beperkt cultureel klimaat, weinig voeling met nieuwe jongerencultuur, introvert. Daarmee is Zwolle, en het is al eerder gezegd, een weinig aantrekkelijke stad voor mensen (jongeren) die wat meer dynamiek verwachten van een stedelijke omgeving. De sociale balans in de oude stadswijken is nog een punt van zorg, ondanks inmiddels ingezette acties. De mogelijkheid is aanwezig dat indien Zwolle niet bijstuurt in het huidige beeld van ´brave stad´, dit alleen nog maar sterker zal worden, mede door de toenemende vergrijzing. De groei van de stad moet worden benut om meer voorzieningen voor inwoners te realiseren die bijdragen aan een meer dynamisch karakter. Met name het bestuur en raad hebben het gevoel dat de overheid de inwoners en partners meer verantwoordelijkheid voor het leefklimaat moet geven. Dat is nu onvoldoende ontwikkeld. Er wordt teveel geleund op het oplossend vermogen van de lokale overheid. De burger zou meer moeten optreden als producent van haar eigen welzijn. Het wijkgericht (o.a. Holterbroek) werken moet dan ook meer die kant op, het zelforganiserend vermogen versterken. Het sociaal beleid mag ook meer integraal worden opgepakt. De overheid moet zorgen dat ondanks afnemende financiële middelen toch voldoende faciliteiten worden geboden voor veiligheidsbeleving, zorg en welzijn, middels samenhang, allocatie en bereikbaarheid. Daarbij gebruik maken van partners. Het evenementenbeleid is een belangrijk verbeterpunt voor de komende tijd. Nu komt dat nog onvoldoende uit de verf. 6 De kracht van Zwolle 1.3. DE UITKOMSTEN VERTAALD NAAR PRIORITEITEN Zoals hierboven is weergegeven heeft het college van B&W samen met raad en management mede op basis van noties van de Zwolse bevolking gedebatteerd over de staat van de stad en de toekomst van Zwolle. En heeft daarbij uiteindelijk haar prioriteiten bepaald. Omdat we niet alles tegelijk kunnen doen. Omdat we van mening zijn dat prioriteren beter is dan uitsmeren, zijn er 6 prioriteiten gedefinieerd. Maar er is ook afgesproken dat de thema’s bereikbaarheid en veiligheid in Zwolle van dermate belang zijn dat ze expliciet worden geïntegreerd binnen de 6 prioriteiten. Iedereen doet mee Burgers moeten meer verantwoordelijkheid nemen en krijgen voor hun eigen welzijn en leefklimaat. De overheid moet daarbij uit de rol dat ze alles wel regelt voor de burgers. We moeten toe naar een situatie waarbij we de verantwoordelijkheid daar leggen waar die werkelijk het zwaarst telt. Het betrekken van burgers is prioriteit binnen het sociale domein. We willen de participatie en het zelfoplossend vermogen van burgers vergroten. Met als adagium: ”De burger is producent van zijn eigen welzijn”. Belangrijk hierbij is dat we daadwerkelijk komen tot meer sociale samenhang in buurten en wijken. Randvoorwaarde hierbij is dat het sociale beleid zichtbaar, integraal en wijkgericht wordt vormgegeven. Streven is een flexibele inzet van voorzieningen in de wijken. Voorzieningen dienen zo dicht mogelijk bij de burger te worden gebracht. Zodat ook de betrokkenheid wordt vergroot en het vrijwilligersbeleid een stevige voet aan de grond krijgt. De Zwolse overheid zal zich de komende jaren moeten heroriënteren op haar regierol. Uitgangspunt daarbij is de kaderstellende overheid. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Als we een bruisende en levendige stad willen zijn moeten we de jongeren letterlijk en figuurlijke meer ruimte geven. Zwolle moet voor jongeren een aantrekkelijke stad zijn. Om te wonen, te studeren, te werken, en om te ontspannen. Belangrijk is jongeren blijvend aan de stad te binden. Daarmee creëren we toekomst voor de stad, maar ook nieuwe impulsen die Zwolle lef en dynamiek oplevert. Zwolle is stad met relatief veel jongeren. Maar het lijkt of de 40-50 jarigen de toon zetten. Daarom vormen jongeren een specifiek aandachtspunt. In de eerste plaats door daar de juiste randvoorwaarden voor te realiseren. Er moet een voldoende en gevarieerd aanbod gecreëerd worden. Op het gebied van (jongeren)huisvesting, werkgelegenheid en met name op recreatief en cultureel gebied. Daarnaast moeten jongeren ook meer geactiveerd worden om hun eigen omstandigheden te verbeteren. Beleef de binnenstad! Uit alles is gebleken dat de binnenstad van Zwolle niet alleen voor onze eigen bewoners maar ook voor de regio een grote betekenis en potentie heeft. Uit de SWOT is gebleken dat daar een belangrijke kracht van Zwolle ligt, maar ook een forse ontwikkelopgave. Daarom kiezen we in de eerste plaats voor een (verdere) ontwikkeling van de binnenstad. De historische binnenstad heeft van oudsher meerdere functies: er wordt gewoond, gewinkeld, gewerkt en gerecreëerd en het is ook onze ontmoetingsplaats. Om deze centrumfunctie(s) te kunnen blijven vervullen, moet de binnenstad het bruisende en aantrekkelijke hart zijn van Zwolle. Om hier op in te spelen willen we de binnenstad verder tot bloei brengen door de kwaliteit van het winkel- en horeca aanbod te verbeteren, centrumstedelijke woonmilieus te ontwikkelen, het versterken en differentiëren van het recreatief en cultureel aanbod en het meer benutten van het toeristisch 7 De kracht van Zwolle potentieel. Tegelijkertijd willen we houden wat we hebben: de historische gebouwen, een goede bereikbaarheid per auto, fiets en openbaar vervoer, rustige pleinen en een veilige omgeving. Zwolle, economische schakel tussen de Randstad en Noord-Oost Nederland Zwolle heeft, zoals gezegd, een goed ontwikkelde en brede productiestructuur met een belangrijke werkgelegenheidsfunctie voor de regio. Onze strategische ligging is daarbij van groot belang. Willen we die lijn en functie vasthouden dan zullen we moeten blijven investeren in de toekomst. Zeker nu de werkloosheid ook in Zwolle weer oploopt. Daarom moet er voldoende ruimte voor bedrijvigheid zijn, goede bereikbaarheid, een goed opgeleid arbeidspotentieel en een aantrekkelijk woonklimaat. Ook zullen we de lokale (kennis)economie bevorderen en faciliteren. Door het creëren van een nog beter vestigingsklimaat voor ondernemers, het verder ontwikkelen van netwerken en door een goede aansluiting te stimuleren tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Hierbij wordt meer dan voorheen gebruik gemaakt van de aanwezigheid van de in Zwolle gevestigde kennisinstellingen. Het dynamiseren van de (kennis)economie vraagt om creativiteit en daadkracht. En het geven van de juiste impulsen, gericht op het mobiliseren van een (kennis)economische voorhoede en het creëren van ruimte voor starters en broedplaatsen. Zodat over Zwolle gesproken wordt als kennis- en dienstenstad en het voor ondernemers aantrekkelijk wordt om zich te vestigen. Wonen in en om de stad Uit de SWOT analyse en het stadsdebat is gebleken dat groei (verstedelijkingsopgave) nodig is, maar dat we meer in de bestaande (compacte) stad moeten investeren en de belasting van het zo gewaardeerde buitengebied zo beperkt mogelijk moeten houden. Dit betekent dat we efficiënt en creatief zullen moeten omgaan met de ruimte die er is. En een goed evenwicht moeten zien te vinden tussen woonfuncties, bedrijvigheid, mobiliteit, groene infrastructuur en voorzieningen, inbreiden en uitbreiden. Zwolle zal de komende jaren serieus werk gaan maken van fysieke investeringen in de bestaande stad waarbij ook over de huidige structuren zal gediscussieerd. Tegelijkertijd willen we ervoor zorgen dat de grootstedelijke problemen wegblijven en dat segregatie wordt voorkomen. Fysieke groei zal daarom in de pas moeten lopen met behoud en versterking van sociale cohesie. Meer aandacht voor verstedelijking in de bestaande stad, hoog voorzieningenniveau en leefbaarheid zijn hierbij sleutelbegrippen. Overigens kan Zwolle dit niet alleen. Het stedelijke woningbouwprogramma zal onder regie van de stad in samenwerking met partners (corporaties, ontwikkelaars, regio) worden uitgevoerd. Zwolle cultureel Zwolle heeft een grote culturele en toeristische potentie en daarmee ook een economische potentie. Die potentie komt voort uit de kwaliteiten van de historische binnenstad, de ligging in de IJsseldelta, nabij Vecht en Zwarte Water, de groene parken en singels. De vele kunstenopleidingen die in de stad aanwezig zijn of zeer binnenkort zullen volgen, de regionale en soms zelfs landelijke functie op het terrein van horeca, evenementen en cultuur. Deze potentie wordt door vriend en vijand onderschreven, maar zoals al uit het rapport van het Verweij-Jonkerinstituut bleek en uit de uitkomsten van het Stadsdebat, wordt zij nog lang niet ten volle uitgenut. Als Zwolle groeit gaat het om meer dan inwoners en bedrijven alleen. Juist ook daarom rept de SWOT-analyse van het beter benutten van de culturele en toeristische potentie. In deze tijd met grote financiële problemen en het om die reden moeten maken van keuzen ligt het bijna voor de hand, de ambities op dit onderwerp wat in de koelkast te zetten. Dat trekt echter een zware wissel op meer dan alleen maar de culturele ambities. Juist ook de wensen ten aanzien van de binnenstad en de economische pijler zijn gebaat bij een verdere 8 De kracht van Zwolle ontwikkeling van het culturele profiel en het evenementenbeleid. Verschraling of stilstand op cultureel en toeristisch terrein zal men steeds blijven voelen. Want Zwolle is een aantrekkelijke stad, waar bewoners ook dicht bij huis goed bediend moeten worden met spannend, maar ook het huis-tuin en keuken vermaak. De wens om Zwolle meer in de kijker te spelen en een weinig spannend imago af te schudden leeft terecht breed. 9 De kracht van Zwolle 2.Focus op zes prioriteiten Inleiding U it de SWOT-analyse komt een zestal onderwerpen naar voren waarvoor het nodig is dat we de aanwezige potenties gaan benutten, teneinde onze missie waar te maken. We hechten eraan om een sterke focus aan te brengen op deze zes prioriteiten om te voorkomen dat de initiatieven verwateren. De zes prioriteiten zijn: 1. Iedereen doet mee 2. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 3. Beleef de binnenstad 4. Zwolle, economische schakel tussen Randstad en Noord-Oost Nederland 5. Wonen in en om de stad 6. Zwolle cultureel Overigens beschouwen we bereikbaarheid en veiligheid eveneens als belangrijke thema’s die aandacht vragen. Deze zijn op onderdelen in de bovenstaande zes verwerkt. Het thema veiligheid is heeft bovendien nog een aparte paragraaf mede in het licht van de GSB-afspraken met het Rijk. De prioriteiten worden zo veel mogelijk als volgt beschreven: 1. Probleemschets op basis van SWOT en de reikwijdte van de prioriteit 2. Doelstellingen (abstract geformuleerd) 3. Vertaling naar de begrotingsprogramma´s 4. Formuleren van meetbare prestaties (SMART) 5. Strategie 2005-2009 6. Welke partners doen mee 10 De kracht van Zwolle 2.2 IEDEREEN DOET MEE ´Burgers producent van hun eigen welzijn´ 2.2.1 PROBLEEMSCHETS ´Het sociale beleid, het sociale profiel van de gemeente Zwolle´: een zin die veel gebruikt wordt, maar waarbij verschillende beelden gehanteerd worden. Hieronder een greep uit de termen en uitspraken die in de afgelopen jaren zijn gedaan. Het college akkoord uit 2002: ´We zetten in op het versterken van de sociale pijler.´ Een uitgangspunt voor herijking II: ´Het sociale beleid mag niet verder worden aangetast dan bij de eerste herijkingoperatie van deze collegeperiode is gebeurd.´ Nog een uitspraak uit herijking I: ´We gaan de komende jaren het profijtbeginsel toepassen.´ Tijdens het stadsdebat vormden uitspraken als ´vasthouden aan de sociale cohesie in Zwolle´, ´de groei van Zwolle moet gelijke tred houden met het sociale profiel van Zwolle´ belangrijke ingrediënten. Uit de SWOT analyse blijkt dat Zwolle redelijk goed scoort op de terreinen leefbaarheid, omgevingskwaliteit, sociale samenhang en kwaliteit van wonen. Daarnaast lijkt het met de grootstedelijke problematiek in Zwolle over het algemeen mee te vallen, al scoort Zwolle ten opzichte van andere grote steden volgens de Atlas van gemeenten niet goed op bijvoorbeeld typisch grootstedelijke problemen als geweldsdelicten, vernielingen en onveiligheidsgevoelens in de buurt. In stadsdebat en SWOT wordt de betrokkenheid van de stad geroemd, even als het ´dorpse´ karakter van Zwolle. Uit het stadsdebat bleek overigens dat Zwollenaren deze kwaliteiten graag willen behouden. In de dimensie realisatievermogen blijkt echter dat wij vinden dat er sprake is van te weinig eigen oplossend vermogen in de stad, te weinig eigen verantwoordelijkheid voor het leefklimaat en het sociale beleid is te weinig integraal. Er is vooral sprake van veel projecten, deels ontstaan in de vorige GSB periode. We doen van alles een beetje en er ontbreekt een integrale visie. Ten slotte zijn we vooral aanbodgericht. Dit alles wordt op dit moment ook nog eens geplaatst in een situatie waarin sprake is van economische laagconjunctuur, de sociale gevolgen van de nieuwe Wet Werk en Bijstand en het sociale perspectief van de komende Wet Maatschappelijke Ondersteuning. 2.2.2 MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN / DOELSTELLINGEN Procesdoelstellingen: Definiëring en invulling van de term sociaal beleid, hetgeen leidt tot een heldere, duurzame Een heldere prioriteitstelling in programma´s, vertaald naar projecten en producten die een Een toetsingskader voor sociaal beleid dat te hanteren is bij de groei en ontwikkeling van en discriminerende visie op sociaal beleid. bijdrage leveren aan onze doelstellingen. Zwolle. 11 De kracht van Zwolle Inhoudelijke doelstellingen: Het verminderen van het beroep van inwoners van Zwolle op ondersteuning door de gemeente Zwolle en het bevorderen van hun zelfredzaamheid door: a. Het realiseren van de basisvoorzieningen als uitgangspunt te nemen en voor het overige te streven naar flexibiliteit van voorzieningen in wijken, gebaseerd op kennis van een wijk en de behoefte van een wijk en de noodzakelijkheid van de voorziening. b. Daarbij vooral in te zetten op preventie en signalering van kwetsbare groepen om te voorkomen dat zij een beroep doen op ondersteuning en zorg. c. Het uitgangspunt te hanteren dat het zelfoplossend vermogen en de kracht van inwoners van Zwolle aanwezig is dan wel versterkt wordt de komende vijf jaar. Een heldere visie op sociaal beleid begint met de vooronderstelling dat niet alles wat wij in het verleden in ´de sociale pijler´ hebben gerangschikt tot ons sociale beleid behoort. Dit klinkt procedureel, maar heeft in belangrijke mate een inhoudelijke achtergrond. Sociaal beleid richt zich primair op het versterken van de stad. Hoe minder een beroep op de (lokale) overheid hoeft te worden gedaan omdat mensen zich zelf niet redden, hoe sterker het sociale beleid is. Uit het stadsdebat blijkt dat veel mensen in Zwolle zichzelf prima kunnen redden. Ze hebben een huis, een baan, financiële middelen en voldoende perspectief voor de toekomst. Het versterken van deze kracht in de stad betekent dat basisrandvoorwaarden zoals een baan, een huis en voldoende inkomen ingevuld moeten zijn. Wij willen daar in ons sociale beleid ook van uitgaan en de eigen kracht van mensen, bijvoorbeeld in de wijken, verder versterken. Voor deze grote groep mensen in Zwolle geldt dat als de basisrandvoorwaarden en voorzieningen op orde zijn er niet of nauwelijks een beroep op ons wordt gedaan. Voor mensen die of geen baan, geen huisvesting, onvoldoende financiële middelen of onvoldoende perspectief voor de toekomst hebben of waarbij al die voorwaarden ontbreken, geldt dat zij zichzelf vaak niet kunnen redden en onze hulp nodig hebben. Op basis van quick scans van wijken maken we inzichtelijk welke voorzieningen verder nodig zijn om te kunnen voldoen aan de betekenis van een sociaal sterke stad. Dit hoeft niet altijd te betekenen dat alle voorzieningen in dezelfde mate in alle wijken aanwezig zijn. Ook kan dit in de loop van de tijd, bijvoorbeeld als gevolg van de zich wijzigende bevolkingssamenstelling in een wijk, veranderen. Enige flexibiliteit in het aanbod van voorzieningen is nodig en wenselijk. De quick scans hebben betrekking op de stad zoals hij nu is, maar we groeien de komende jaren verder. Juist bij het bouwen van nieuwe wijken, het herstructureren in de bestaande stad of de uit het stadsdebat gekomen wens om bebouwing vooral in de bestaande stad te realiseren, moeten wij goed kijken naar de woondifferentiatie in een wijk of stadsdeel, de voorzieningen die nodig zijn, de sociale veiligheid, de inrichting van het gebied, de verhuizing binnen de stad als gevolg van nieuwbouw en de mate van grootschaligheid die mogelijk is of kleinschaligheid die gewenst is, gelet op de sociale structuur van Zwolle. Pro-actie! Voorkomen dat de nieuwbouw van nu de herstructurering over 20 jaar wordt. Naast basisvoorzieningen in bestaande en nieuwe wijken vragen mensen in wijken ook andere zaken van ons. Juist daarvoor geldt dat we de kracht van een wijk en haar inwoners zelf willen versterken. Het principe: u vraagt en we kijken gezamenlijk wat u daar ook zelf aan kunt doen is voor ons leidend. Sociaal beleid in deze betekenis is dus bijvoorbeeld niet: zorgen voor een levendig cultureel klimaat, goede winkelvoorzieningen in de binnenstad en het behoud van ons mooie buitengebied. Vanuit andere ambities zoals de versterking van ons toeristisch profiel, de 12 De kracht van Zwolle versterking van de topsport en de versterking van de binnenstad komt dit wel terug, maar we rekenen het niet tot de uitgangspunten van ons sociaal beleid. Belangrijkste verschil is misschien wel de rol die we moeten vervullen. Het primaat kan juist bij het versterken van elementen zoals cultuur, sport, toerisme en binnenstad liggen bij partners in onze stad (en daarbuiten). Wij kunnen dat partnerschap zoeken, stimuleren, maar wij alleen kunnen er niet voor zorgen dat het ook gebeurt. Overigens betekent het ook voor bijvoorbeeld cultuur dat onze basisvoorzieningen in de stad op orde moeten zijn. Daarin is onze verantwoordelijkheid groter. Bij het sociaal beleid zoals hierboven omschreven ligt de rolverdeling anders. Mensen die echt hulp nodig hebben, zijn vaak aangewezen op de overheid. Ook hier kunnen we partners zoeken, maar deze partners maken vaak ook deel uit van de overheid of worden in stand gehouden met overheidsmiddelen. Wel willen we in gesprek met partners in onze stad om vast te stellen wat primair tot ons sociale beleid hoort, welke basisvoorzieningen daarvoor nodig zijn en hoe het sociale beleid versterkt kan worden. Ook willen wij kijken wat deze partners veel beter kunnen doen dan wij zelf. Uitgangspunt is dan dat de randvoorwaarden en het beleid op hoofdlijnen worden vastgelegd, maar dat er in hoge mate vrijheid is voor partners bij het concreet invullen van de uitvoering. Partners die we al kennen, maar misschien ook wel partners die nieuw zijn in het sociale veld. 2.2.3 STRATEGIE 2005 -2009 Wij onderscheiden twee onderdelen bij het formuleren van doelstellingen. Voor elk van deze onderdelen werken wij hieronder een strategie uit. A. Het realiseren van de basisvoorzieningen als uitgangspunt te nemen en voor het overige te streven naar flexibiliteit van voorzieningen in wijken, gebaseerd op kennis van een wijk en de behoefte van een wijk en de noodzakelijkheid van de voorziening. Voor een belangrijk deel richten de sociale basisvoorzieningen zich op preventie en signalering van kwetsbare groepen om te voorkomen dat zij een beroep moeten doen op ondersteuning en uiteindelijk (als sluitstuk) op ondersteuning voor mensen die zichzelf (al dan niet tijdelijk) niet meer kunnen redden. Definiëring van basisvoorzieningen en ´kwetsbare groepen´. Wat heeft de stad in ieder geval nodig en voor welke groepen inwoners? Quick scan voor de stad en per wijk. Welke basisvoorzieningen zijn er al, wat wordt nog gevraagd en hoe kunnen we deze basisvoorzieningen realiseren? Zowel voor de stad als geheel als per wijk. Welke voorzieningen worden verder per wijk gevraagd en hoe kunnen we daarop inspelen? Hoe realiseren we flexibiliteit in het aanbod aan voorzieningen en scherpte in de vraag naar voorzieningen? Grenzen van de ondersteunende taak bepalen. Sluitende aanpak voor kwetsbare groepen realiseren. B. Het uitgangspunt te hanteren dat het zelfoplossend vermogen en de kracht van inwoners van Zwolle aanwezig is dan wel versterkt wordt de komende vijf jaar. Hoe gaan we de kracht van de stad, in wijken, de komende vijf jaar versterken dan wel continueren? 13 De kracht van Zwolle 2.2.4 UITWERKING Op de verschillende sociale beleidsvelden kunnen basisvoorzieningen worden gedefinieerd. Die beleidsvelden zijn: sport, onderwijs, maatschappelijke zorg, cultuur, welzijn en werk en inkomen. A. Basisvoorzieningen Wij verstaan onder basisvoorzieningen het sociale voorzieningniveau dat een stad als Zwolle met ruim 110.000 inwoners minimaal nodig heeft. We richten ons daarbij primair op basisvoorzieningen waarvoor de gemeente (mede) verantwoordelijkheid draagt. Voor een deel richten die basisvoorzieningen zich op alle inwoners (bijv. bibliotheekvoorziening, jeugdgezondheidszorg, sportvoorziening) en voor een deel op inwoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben (bijv. mensen in maatschappelijke opvang, voortijdig schoolverlaters, een deel van de ouderen). Sport Sport is een bron van plezier en uitlaatklep voor veel burgers. Bovendien kan sport bijdragen aan onderlinge ontmoeting en omgang van inwoners en aan hun welbevinden en gezondheid. Wel is de plek van sport in de samenleving aan het veranderen. De binding aan en het draagvlak van verenigingen neemt af, terwijl de vraag naar flexibele sportvoorzieningen toeneemt. Dit uit zich onder meer in de afname van leden bij verenigingen, de opkomst van commerciële sportscholen en de toenemende vraag naar sport- en bewegingsfaciliteiten in de openbare ruimte (b.v. skatebanen- of ATB-routes, fiets- en wandelvoorzieningen, trap- en basketbalveldjes). Om inwoners van Zwolle, individueel en in verenigingsverband, in staat te stellen om te sporten en te bewegen dient er voldoende ruimte (binnen en buiten) beschikbaar te zijn. Velden om op te voetballen, routes om veilig te kunnen fietsen of skaten, zwemfaciliteiten, sport- en gymzalen waarvan scholen, verenigingen én individuele burgers gebruik kunnen maken. Onze inzet op het gebied van ruimtes voor sport en bewegen zullen wij formuleren in het kader van het strategisch sportaccommodatiebeleid dat in 2005 zal worden vastgesteld. Daarbij zullen wij ons ook rekenschap geven van de functie en spreiding van voorzieningen voor wijk en stad. Het realiseren van een nieuwe zwemwatervoorziening en een nieuw stadion voor FC Zwolle staan hoog op onze agenda. In het gebruik van sportvoorzieningen én in het stimuleren van sport en bewegen speelt Sportservice Zwolle vanaf 2005 een belangrijke rol. Daarbij willen wij zoveel mogelijk aansluiten bij sportorganisaties en grote onderwijsinstellingen in Zwolle die actief zijn op het gebied van sport. Sportservice zal die intermediaire rol ook gaan vervullen voor het breedtesportbeleid. Wij zullen in 2006 op basis van een evaluatie van het programma breedtesport 2000-2005 een nader besluit nemen over de voortzetting van breedtesportactiviteiten die in dit kader zijn opgezet. Daarbij willen wij ons met name inzetten voor het stimuleren van sport en bewegen door jeugd. Onderwijs Scholen zorgen voor adequaat onderwijs, waarmee kinderen en jongeren zo goed mogelijk worden toegerust en overeenkomstig hun capaciteiten en talenten worden voorbereid op een 14 De kracht van Zwolle plek in de samenleving. Ter ondersteuning van het onderwijs verzorgen wij drie belangrijke basisvoorzieningen. Wij dragen in de eerste plaats zorg voor adequate huisvesting van onderwijsvoorzieningen in de stad, zowel voor primair als voor voortgezet onderwijs. De komende jaren willen wij het streven naar goede doorlopende leerlijnen VMBO-MBO-HBO faciliteren door clustering van huisvesting van een aantal scholen voor voortgezet onderwijs en van de beide ROC´s in Zwolle. Daarnaast willen wij de ontwikkeling naar huisvesting van speciaal onderwijs in de nabijheid van medische voorzieningen ondersteunen. Hierdoor kan specialistische kennis worden gebundeld en kan gebruik worden gemaakt van elkaars voorzieningen. Voldoende spreiding van basisscholen over de Zwolse woonwijken is een voortdurend aandachtspunt. In de tweede plaats blijven wij ons inzetten om schooluitval te voorkomen. Daarom investeren wij de komende jaren in voor- en vroegschoolse educatie gericht op het voorkomen van taal- en leerachterstanden bij jonge kinderen (peuterspeelzalen), handhaving van de leerplicht en een adequate zorgstructuur rondom het primair en voortgezet onderwijs. Wat dit laatste betreft bereiden wij een convenant met de provincie Overijssel voor gericht op het realiseren van een goede aansluiting tussen gemeentelijke voorzieningen en provinciale jeugdzorg. In dit kader zullen wij nog in 2004 besluiten over de continuering van de buurtnetwerken jeugdhulpverlening of vervangende inzet in de vorm van schoolmaatschappelijk werk. Uiteindelijk is ons streven erop gericht dat alle jongeren in Zwolle een startkwalificatie haalt of via een passende leerwerktraject een plaats op de arbeidsmarkt verwerft. GSB-outputdoelstelling: Vergroten van ontwikkelingskansen van jeugdigen van 0-23 jaar door (a) voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden, (b) het vergroten van het aantal jongeren dat een startkwalificatie behaalt en (c) vergroten van het aantal deelnemers aan een educatief traject. Outputindicatoren: a. Aantal (t.o.v. doelgroep achterstandsleerlingen) allochtone en autochtone peuters en kleuters dat deelneemt aan voor- en vroegschoolse programma´s b. Aantal in te richten schakelklassen c. Aantal (t.o.v. doelgroep voortijdigschoolverlaters) allochtone en autochtone scholieren dat herplaatst is en alsnog een startkwalificatie behaalt. d. Aantal deelnemers aan trajecten: Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (VAVO), Breed Maatschappelijk Functioneren / Toeleiding vervolgonderwijs, Sociale Redzaamheid (met onderscheid tussen NT2-onderwijs en Alfabetisering van autochtone Nederlanders) of Staatsexamen NT2opleidingen. Ten slotte zijn er nog de voorzieningen op het gebied van educatie. Naast leerwerktrajecten en leerbanen (MKB) als randvoorwaarden voor het succesvol doorlopen van het onderwijs gaat het daarbij ook om inburgering van oud- en nieuwkomers. Wij willen in overleg met de ROC´s, het MKB, de CWI´s en de gemeenten in de regio de beschikbare instrumenten gericht op de aansluiting van educatie en arbeidsmarkt verder ontwikkelen teneinde werkloze en werkende jongeren zonder startkwalificatie alsnog een startkwalificatie te laten halen teneinde hun positie op de arbeidsmarkt te versterken. Daarnaast willen wij kritisch kijken naar de gevolgen van het nieuwe rijksbeleid voor educatieve activiteiten ten behoeve van oud- en nieuwkomers. Inburgeringcursussen moeten hen in staat stellen om zichzelf te redden in de Nederlandse en 15 De kracht van Zwolle Zwolse samenleving. Beheersing van de Nederlandse taal is daarvoor een basisvoorwaarde. Wij zullen in de komende jaren met name inzetten op duale trajecten richting sociale en professionele redzaamheid. GSB-outputdoelstelling: Verbetering beheersing Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder etnische minderheden. Outputindicatoren: a. Gegevens nieuwkomers volgens jaarlijkse monitor inburgering b. Gegevens oudkomers volgens jaarlijkse monitor inburgering. Cultuur Onze verantwoordelijkheid op het gebied van cultuur ligt primair in ondersteuning van een aanbod van culturele voorzieningen en activiteiten die passen bij Zwolle als 100.000 plus stad met een belangrijke regionale functie. In het kader van sociaal beleid gaat het enerzijds over instandhouding van de daarvoor benodigde accommodaties en anderzijds over het activiteitenaanbod dat op dit terrein wordt gerealiseerd. Nog in 2004 willen wij in samenspraak met partijen uit het veld komen tot een nieuw cultuurprofiel van Zwolle. Hierin komt ook de vraag naar basisvoorzieningen in de cultuur aan de orde. Uitgangspunten daarbij zijn versterking van het culturele aanbod, bevordering van samenhang en ruimte voor makers van kunst. Wij willen ons daarbij rekenschap geven van de betekenis van de faculteiten muziek, drama en beeldende kunst van Hogeschool Constantijn Huygens in Zwolle, de verhouding met particuliere initiatieven in de stad en het bevorderen van cultuurparticipatie van jeugdigen. Zorg De gemeentelijke basisvoorzieningen op het gebied van de zorg richten zich vooral op (potentiële) kwetsbare groepen in Zwolle. We hebben het dan over jeugdige, oudere en gehandicapte inwoners met een ondersteuningsvraag en over meer specifieke groepen als daken thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, prostituees en verslaafden. Het beroep van deze groepen op algemene voorzieningen neemt ook in Zwolle toe door de vermaatschappelijking van de zorg. Met de komst van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2006 krijgt de gemeente een nog grotere verantwoordelijkheid om te zorgen voor (tijdelijk) ondersteuning van die groepen. Een groot aantal voorzieningen die nu onderdeel uitmaken van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) en de Welzijnswet zullen hiervan onderdeel uitmaken. De wet zal aangeven welke voorzieningen minimaal in de stad aanwezig moeten zijn (´prestatievelden´) en geeft daarnaast de mogelijkheid om aan te geven welke voorzieningen wij van belang vinden voor de stad. In verband met de invoering van de WMO zullen wij in 2006 het ondersteuningsaanbod voor inwoners die zichzelf (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen redden vastleggen in een kadernota zorg. De groepen waarvoor wij deze voorzieningen treffen zullen wij daarin nader definiëren. Investeren in wat kwetsbare inwoners wel zelf kunnen, overleg met betrokken partners, vraaggericht werken en een integrale aanpak van wonen, welzijn en zorg zullen daarbij uitgangspunten zijn. Hierbij kunnen we voortbouwen op het reeds bestaande aanbod van zorg en welzijn voor ouderen en gehandicapten in onze stad. We moeten daarbij wel rekening houden met de groei (absoluut) van het aantal ouderen in de stad. Tegelijk met de invoering van de WMO neemt het rijk zelf verantwoordelijkheid voor de AWBZ. In dit verband zullen wij de verantwoordelijkheid voor indicatiestelling AWBZ (RIO Zwolle) met 16 De kracht van Zwolle ingang van 2005 overdragen aan het nieuwe Landelijk Centrum Indicatiestelling. Daarvoor in de plaats zullen wij in 2005 besluiten over de toegang tot individuele voorzieningen op grond van de WMO. Lokale zorgloketten kunnen daarin een functie vervullen. We willen met de veelal AWBZ gefinancierde zorgaanbieders in de stad in gesprek gaan over de aansluiting tussen het gemeentelijke ondersteuningsaanbod en de meer gespecialiseerde zorg en hulpverlening die nodig zijn wanneer ouderen en gehandicapten niet meer zelfstandig kunnen blijven wonen. Wij streven ernaar de wettelijke verplichte vierjaarlijkse nota gezondheidsbeleid voor de periode 2006-2009 te integreren in de kadernota zorg. Speerpunten voor gezondheidsbeleid zullen worden uitgewerkt in actieplannen. Tot de speerpunten voor de komende periode behoort in elk geval de verdere ontwikkeling van de integrale jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar (gezondheidsonderzoeken GGD, consultatiebureaus thuiszorg). Tevens zullen wij samen met de overige gemeenten in het werkgebied in 2006 het basispakket van de GGD opnieuw vaststellen voor de periode 2007-2010. In aansluiting op onze gezondheidstaken en ons jeugdbeleid is een belangrijk aandachtspunt de invulling van functies die binnen gemeenten aanwezig moeten zijn in aansluiting op de provinciale jeugdzorg (conform de nieuwe wet op de jeugdzorg die in 2005 in werking zal treden). Hiertoe worden momenteel afspraken voorbereid tussen de provincie Overijssel en de gemeente Zwolle die zullen worden vastgelegd in een bestuurlijk convenant. Bureau Jeugdzorg Overijssel is een belangrijke partner in deze. In het verlengde van onze taken in de openbare gezondheidszorg zetten wij ons in voor de beschikbaarheid en toegankelijkheid van curatieve zorg De komende jaren vraagt de eerstelijns gezondheidszorg, met name de huisartsenzorg, aandacht. Nog in 2004 maken wij afspraken met betrokken partijen over maatregelen om een toekomstig tekort aan huisartsen zoveel mogelijk te voorkomen. GSB-outputdoelstelling: Aanpak van overgewicht onder 0-19 jarigen. Outputindicator: De maatschappelijke opvang is eveneens een basisvoorziening op zorggebied. Uitgangspunt Het aantal 0-19 jarigen met overwicht dat (1) via JGZ wordt opgespoord en (2) voor wie gezondheidsinterventies voor ons beleid blijft de Ketenaanpak Zorg vóór Overlast. Deze aanpak richt zich enerzijds op worden ingezet. opvang, zorg en begeleiding voor dak- en thuislozen en anderzijds op voorkomen en bestrijden De maatschappelijk opvang is eveneens een basisvoorziening op zorggebied. Uitgangspunt voor ons blijft de ketenaanpak Zorg voor overlast. Deze aanpak richt zich enerzijds op opvang, zorg en begeleiding voor dak- en thuislozen en anderzijds op voorkomen en bestrijden van overlast van en door dak- en thuislozen. In de afgelopen periode hebben wij een groot aantal (soms tijdelijke) voorzieningen voor deze doelgroep gerealiseerd. Wij streven de komende periode naar realisatie van definitieve huisvesting van tenminste dagopvang en gebruiksruimte. Wij willen daarbij zo veel mogelijk aansluiten bij de ontwikkelingen in de gehele OGGZ-sector. Zowel landelijk als lokaal neemt de doelgroep steeds verder in omvang toe. Het is dan ook van steeds groter belang om te voorkomen dat mensen dak- en of thuisloos worden. Daarom willen we investeren in preventie. Als mensen uiteindelijk toch terechtkomen in maatschappelijke opvang en/of verslavingszorg zullen zorg en ondersteuning zodanig moeten worden ingezet dat mensen zich weer zelfstandig kunnen redden. Doorstroom naar andere voorzieningen (b.v. begeleid wonen) en uitstroom naar reguliere huisvesting, in combinatie met werk, zijn het doel. In veel gevallen is dan nog wel begeleiding benodigd om terugval te voorkomen. 17 De kracht van Zwolle GSB-outputdoelstelling: Verbetering van de doorstroming in de maatschappelijke opvang Outputindicator: Gemiddelde verblijfsduur in de maatschappelijke opvang GSB-outputdoelstelling: Verbeteren van het bereik van de ambulante verslavingszorg. Outputtindicator: Het aantal cliënten (a) dat in behandeling is bij het CAD en (b) waarvan het traject regulier wordt afgerond. Een specifiek aandachtspunt is huiselijk geweld. Veel vrouwen, en ook steeds vaker mannen, zijn slachtoffer van huiselijk geweld. Wij zullen inzetten op preventie en het bieden van zorg en hulpverlening voor de slachtoffers. De GGD heeft in 2004 opdracht gekregen om een plan van aanpak regionale aanpak huiselijk geweld op te stellen. GSB-Outputdoelstelling: Vergroten van de capaciteit in de vrouwenopvang. Outputindicator: Het aantal plaatsen in de vrouwenopvang. Welzijn Basisvoorzieningen op het gebied van welzijn raken soms aan basisvoorzieningen op andere terreinen als onderwijs (peuterspeelzalen, brede school), cultuur (bibliotheek) en zorg (welzijn ouderen), soms is sprake van specifieke welzijnsvoorzieningen als wijkaccommodaties, kinderopvang en sociaal-cultureel werk. Nu er verschillende brede scholen in Zwolle tot ontwikkeling komen, komt de vraag naar voren naar de positionering van het brede school concept. Wij willen in de periode 2005-2009 een evaluatie uitvoeren. Die moet antwoord geven op de vraag of voorzetting van het brede concept met voorzieningen voor alle betrokken kinderen, ouders en wijkbewoners gewenst is of dat de brede school juist moet focussen op voorzieningen voor kwetsbare kinderen en hun ouders. Voor de kinderopvang vervullen we uitsluitend een kwaliteitsrol. De komst van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang in 2005 geeft aanleiding tot een evaluatie van het huidige beleid. Verder willen wij kritisch kijken naar de basisfunctie die het sociaal cultureel werk vervult (het toeleiden van mensen naar activiteiten) in relatie tot de rol van het opbouwwerk en die partijen die activiteiten organiseren. We willen het eigen initiatief van de burgers daarbij stimuleren en tegelijk voorkomen dat Zwollenaren buiten de boot vallen. De spreiding en mate van inzet van welzijnsactiviteiten wordt daarbij afgestemd op de behoefte in wijken. Specifieke aandacht willen wij geven aan het verkleinen van de afstand die wordt ervaren tussen allochtone en autochtone Zwollenaren. Voor het welbevinden van beide is wederzijdse inzet van allochtone én autochtone Zwollenaren nodig. 18 De kracht van Zwolle -integratieDe Zwolse multi-etnische samenleving ziet er volgens de verschillende etnische groepen op dit moment uit als een samenleving waarbij er een zekere afstand bestaat tussen de verschillende groepen. Terwijl de allochtonen weinig afstand wensen te bewaren tot de autochtonen, wensen de autochtonen veel afstand te bewaren tot de etnische minderheidsgroepen. Dat terwijl autochtone Zwollenaren tegelijkertijd vinden dat ‘contacten hebben met Nederlanders’ nadrukkelijk onderdeel is van integratie. Zie ook hoofdstuk 2. Het bevorderen van sociale contacten wordt in Zwolle nader vorm gegeven aan de hand van de onderdelen ‘Beeldvorming en interetnische contacten’, ’culturele oriëntatie’ en ‘interculturalisatie’ en ‘anti-discriminatie’. Naast het onderdeel Sociale Contacten zijn de beheersing van de Nederlandse taal en spreiding essentieel (zie conclusies Integratieatlas). Deze vormen de speerpunten van het integratiebeleid voor de komende jaren. Zwolse stadspecifieke MOP doelstelling: Het verbeteren van de sociaal economische en sociaal-culturele integratie van allochtone en autochtone Zwollenaren. Outputindicatoren: - Gegevens Integratieatlas (0-meting) - Gegevens Checklist Multiculturalisering Gemeentelijk Beleid Werk en inkomen De basisvoorzieningen op het gebied van werk en inkomen hebben per definitie betrekking op kwetsbare groepen. Met de huidige economische situatie neemt het beroep op die voorzieningen fors toe. Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand hebben wij onze ambities opnieuw geformuleerd. Wij willen maatschappelijke uitsluiting voorkomen, maar ook het bijstandsvolume zoveel mogelijk beperken door alle cliënten in beweging te brengen. Onze inzet is daarbij gericht op weg naar reguliere arbeid, gericht op eigen verantwoordelijkheid en niet vrijblijvend. Het voorkomen en tegengaan van werkloosheid onder jongeren heeft voor ons prioriteit. B. Versterking stad Hoewel grootstedelijke problemen ook Zwolle niet voorbij gaan, valt ten aanzien van het leefklimaat de goede balans in de kwaliteit van de stad (goede voorzieningen, sociale binding) op. Nog altijd is Zwolle een vrijwilligers-, sport- en verenigingsstad, kent het sterke kerkelijke netwerken en heeft het een relatief jonge leeftijdsopbouw. De balans in de stad is in belangrijke mate te danken aan de inwoners. Waar vinden wij als gemeente onder deze burgers nu onze partners, hoe kunnen wij hun kwaliteiten aanspreken en omzetten in productieve energie voor de wijken en daarmee de stad om deze in balans te houden en zonodig te versterken? De kracht in wijken De ervaringen over de afgelopen jaren met wijkgericht werken hebben geleerd dat er veel energie in wijken aanwezig is. Dat Zwolle al ruim acht jaar wijkplatforms kent die goed bezocht worden, getuigd daarvan. Ook de activiteiten die uitgevoerd worden in het kader van ‘Premie op actie’, de opkomst bij trajecten voor wijkontwikkelingsplannen en de inzet van een groep 19 De kracht van Zwolle wijkbewoners in een zogenaamd Kwaliteitspanel (Holtenbroek) zijn hiervan aansprekende voorbeelden. Dat een deel van de wijkbewoners ook best de handen uit de mouwen wil steken, blijkt als ingezoomd wordt op buurt- en straatniveau. Dan zijn er regelmatig bewoners te vinden die al dan niet gezamenlijk meewerken aan de leefbaarheid van wijk, buurt of straat: mee onderhouden van speelplekken en groen, bewonerstoezichthouders in al zijn gedaanten, buurtbijeenkomsten of de projecten in het kader van Onze Buurt aan Zet (Kamperpoort en Diezerpoort). Vaak hebben initiatieven betrekking op zaken voor kinderen of actieve ouderen. De gemeente heeft de Zwolse burger als het om samenwerking gaat vooral aangesproken om mee te weten en mee te denken. De gemeente had en heeft de behoefte om wijkbewoners te informeren dan wel mee te laten denken over ontwikkelingen die de stad en/of hun wijk aan gaat. En dat wordt ook gewaardeerd. De uitdaging Als het gaat om het versterken van het zelfoplossend vermogen dan gaat het veel om samen doen, om het aanspreken van bewoners op hun eigen verantwoordelijkheid. Dit is een trendwijziging ten opzichte van de huidige inzet. Het vraagt niet alleen om een cultuurverandering binnen de gemeentelijke organisatie, maar ook om invulling van burgerschap (‘de burger als producent van leefbaarheid en veiligheid’). Wij signaleren daarbij een aantal spanningsvelden: ´De burger van Zwolle of ´de´ wijkbewoner bestaat niet. Zwolle kent een grote verscheidenheid onder de burgers, allen met hun eigen achtergrond, belangen en ideeën. Bestonden deze verschillen voorheen vooral tussen wijken, in toenemende mate is hiervan ook sprake op buurt- en zelf straatniveau (heterogeniteit, soms botsende levensstijlen). De burgers worden steeds mondiger en zijn er steeds minder op ingesteld om uitvoering te geven aan dat wat door een ander (lees de overheid) voor hem bepaald is. Daadkracht wordt verwacht van de overheid. Het is maar de vraag of er zoiets bestaat als een gemeenschappelijke belang waarop burgers zich laten aanspreken en willen inzetten. Met inachtneming van deze spanningsvelden is onze ambitie om de betrokkenheid en het zelfoplossend vermogen van deze burger verder te vergroten. Wij willen mensen medeverantwoordelijk maken voor zijn of haar eigen welzijn en leefklimaat en voor die van medeburgers. Dit vraagt om inzicht en beleid om de stad in handen te leggen of te laten van burgers, al dan niet georganiseerd in verenigingen, vrijwilligerswerk etcetera. Of anders gezegd om het creëren van een modern actief burgerschap. Concreet willen wij ruimte laten voor initiatieven. Dit betekent: Aansluiten bij speerpunten en belangen van wijkbewoners en hen hierin een eigen Samenwerkingsprojecten als bewonerspanels, bewonerstoezichthouders etcetera. Flexibele inzet van middelen (x% van de begroting flexibel aanwenden). verantwoordelijkheid geven ((deel)opdrachtgeverschap). Het kan nodig zijn om bewoners en wijken hierbij te ondersteunen. In een aantal wijken zullen bewoners zelf in staat zijn hun vraag aan ondersteuning te formuleren (afhankelijk van het onderwerp waar aan gewerkt wordt). In andere wijken zal ook hulp nodig zijn bij het formuleren van de vraag naar ondersteuning. Wijkplatforms blijven hiervoor van belang, maar daarnaast zal meer ingezoomd moeten worden op buurtniveau (buurtgesprekken). Wij willen verder beter gebruik gaan maken van wijkanalyses. 20 De kracht van Zwolle Kijken we naar de verschillende wijken dan liggen er bijvoorbeeld kansen in: Kamperpoort Bewonerstatuut Holtenbroek Beter benutten van Kwaliteitspanel Zwolle Zuid de wens voor een leefbare wijk met buurten, waar mensen wonen en blijven Aalanden, Berkum, Zwolle Zuid en Assendorp: actieve werkgroep ‘Ouderen’: niet over ons Assendorp: broedplaats voor allerlei initiatieven. wonen maar met en door ons. 2.2.5 VERANKERING IN BELEID De hernieuwde positionering van ons sociale beleid moet de drager vormen voor ons handelen in de komende jaren. We plaatsen het in het kader van het nieuwe MeerJarenOntwikkelingsplan (MOP), omdat dit als katalysator kan werken, maar zien deze positionering niet alleen vanuit dat kader. Zwolle heeft hoe dan ook behoefte aan een (her)positionering van ons sociale beleid, zoals haarscherp blijkt uit de SWOT-analyse. De uitwerking ervan krijgt dan ook zijn beslag op vrijwel alle terreinen waarop we nu beleid ontwikkelen of ontwikkeld hebben. Daarnaast hebben we te maken met een herijkingoperatie. Een scherpere definiëring van ons sociale beleid helpt niet alleen bij het stellen van prioriteiten, maar is ook leidraad voor het benoemen van zaken waar we niet meer op inzetten. 21 De kracht van Zwolle 2.3 BINDEN EN ACTIVEREN VAN JONGEREN `Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst`. 2.3.1 PROBLEEMSCHETS Zwolle zelf kent in vergelijking met de G26 een iets meer dan gemiddeld aantal jongeren. Daar komt elke dag een groot aantal studerende jongeren en scholieren bij op weg naar één van de vele middelbare scholen of scholen voor beroepsonderwijs in de stad. Zeker op onderwijsgebied, maar ook op het gebied van cultuur, topsport en uitgaansleven heeft Zwolle dan ook een regiofunctie voor jongeren. Voor het merendeel van de jongeren is voldaan aan de basisvoorwaarden voor een gezonde sociale ontwikkeling. Tot die basisvoorwaarden rekenen wij huisvesting, stabiele thuissituatie, vrije tijdsbesteding en perspectief (onderwijs, werk). Dat is belangrijk voor jongeren zelf, maar ook voor de stad. Door de aantrekkelijke woonsituatie en de aanwezigheid van veel onderwijsinstellingen heeft Zwolle goede mogelijkheden om jonge, creatieve mensen aan de stad te binden en daarmee een innovatief sociaal, economisch en cultureel klimaat te bevorderen. Nu Zwolle zich meer en meer als grote stad ontwikkelt, willen wij de bijdrage van jongeren aan de stad dan ook blijvend versterken. Hierbij wordt vooral gedacht aan de groep van 12 tot 23 jaar. Wij willen ze uitdagen en in staat stellen om zelf actief mee te doen aan de samenleving. Kinderen van 0-12 jaar zien we in dit kader passen in ´iedereen doet mee´. Zij zijn in deze levensfase meer gebonden aan hun ouders en minder aan de stad. Hoewel Zwolle de afgelopen jaren ook in de ogen van jongeren dynamischer is geworden en meer te bieden heeft, worden nog wel tekorten ervaren. Volgens de SWOT analyse biedt de stad jongeren nog onvoldoende ontplooiingsmogelijkheden op het gebied van wonen, werken en vrije tijd. Huisvesting is vooral voor studenten en starters een probleem. Om deze groepen voor langere tijd binnen de stad te houden, dienen er op korte termijn meer en betaalbare woningen en kamers beschikbaar te komen. Uitbouw van het hoger onderwijs met wetenschappelijke opleiding zou door onvoldoende studentenkamers en sociaal-culturele voorzieningen voor studenten gehinderd kunnen worden. Wat werkgelegenheid betreft profiteren hoog opgeleide jongeren mee van de sterke economische positie van Zwolle. Doordat Zwolle vooral een dienstenstad is, ligt dit voor laag opgeleide jongeren moeilijker. Uit onderzoek in de regio IJssel-Vecht blijkt dat een deel van de jongeren ervoor kiest om buiten de eigen woonplaats een opleiding te volgen en dan dagelijks heen en weer te pendelen om daarna aan het einde van de opleiding een baan in de eigen woonplaats te zoeken. Het gaat dan doorgaans om middelbaar opgeleiden, maar ook wel om hoger opgeleiden. Een ander deel volgt ook een opleiding elders, maar wil uitdrukkelijk niet meer terug. Voor zover dit Zwolse jongeren betreft, is er sprake van een braindrain. Aangezien jongeren belangrijke dragers zijn van creatief, innovatief en ondernemend klimaat in de stad en daarmee een stimulans voor economische ontwikkeling vinden wij het gewenst hen meer aan Zwolle te binden. 22 De kracht van Zwolle Op het gebied van vrije tijd bestaat mede naar aanleiding van het stadsdebat een sterke indruk dat jongeren voldoende voorzieningen en een uitdagend cultureel klimaat in Zwolle missen en er weinig voeling met jeugdcultuur is. Opvallend genoeg vragen jongeren zelf overigens vooral aandacht voor de veiligheid op straat vóór zaken als studentenhuisvesting, ruimte om buiten te sporten en elkaar te ontmoeten, uitgaansmogelijkheden en activiteiten en evenementen voor jongeren.1 Jeugd 12-18 Binnen de groep jongeren van 12-23 jaar onderscheiden we de groep 12-18 jaar en de groep 18-23 jaar. Jongeren van 12-18 jaar zijn veelal scholieren op voortgezet onderwijs (waarvan 60% in VMBO) of middelbaar beroepsonderwijs. Meestal wonen ze nog gewoon thuis, in Zwolle zelf of in één van de omliggende gemeenten. De jongerencultuur binnen de groep 12-18 jaar is altijd sterk in ontwikkeling. Met die dynamiek willen wij zoveel mogelijk rekening houden. Flexibiliteit in beleid en voorzieningen voor jongeren zijn daarom een belangrijk aandachtspunt. Dit kan door voldoende activiteiten op het terrein van sport en bewegen, muziek en cultuur, voldoende vrije ruimte in wijken en rond het centrum (b.v. skate- of andere sportmogelijkheden, JOP´s). Het actieplan cultuurbereik – dat zich de komende jaren vooral richt op jongeren van het VMBO – is door de koppeling met het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) in het middelbaar onderwijs een goed voorbeeld van een project om jongeren uit te dagen zelf actief bij te dragen aan de culturele ontwikkeling van Zwolle. Culturele instellingen krijgen hierdoor bovendien meer voeling met de jeugdcultuur in de stad. Ook de programmalijn ´Zwolse jeugd in beweging´ binnen het breedtesportprogramma en het topsportproject ´talentherkenning, ontwikkeling en begeleiding´ bieden kansen. Jeugd 18 en ouder Jongeren van 18 jaar en ouder zijn vooral MBO- (11.300) en HBO-studenten (11.500) en werkende jongeren. Anno 2004 zijn er 3.500 wooneenheden voor studenten in de stad (15% van aantal MBO- en HBO-studenten). Hoewel studerende jongeren een grote groep vormen, zijn er ook binnen die groep belangrijke verschillen. Jongeren die een MBO-opleiding volgen, zijn veelal jonger en hebben andere interesses en bezigheden dan HBO-studenten. Ook woont de eerste groep vaker thuis, terwijl uit de tweede groep een groter deel op kamers in de stad woont. HBO-studenten en MBO-scholieren zijn dan ook niet zomaar te vergelijken. Studerende jongeren kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het sociale, culturele en economische klimaat in Zwolle. Overigens zijn hedendaagse studerende jongeren over het algemeen heel mobiel. Zij laten zich niet gemakkelijk binden aan een bepaalde stad. Nu is vooral de aanwezigheid van enkele grote onderwijsinstellingen de reden voor jongeren om in Zwolle te gaan studeren. Om ze tijdens hun studie meer aan de stad te binden, zijn investeringen nodig in betaalbare studentenhuisvesting en andere (mede) op studerende jongeren gerichte voorzieningen, vooral rondom de campus van VU/Windesheim en rond de binnenstad. Om ze ook na hun studie vast te houden zal nadrukkelijk rekening gehouden moeten worden met deze groep, onder meer bij de verdere ontwikkeling van de binnenstad in Zwolle. Het winkel- en horeca-aanbod moet aansluiten bij hun vraag, er moeten meer centrumstedelijke woonmilieus worden ontwikkeld en het recreatief en cultureel aanbod moet worden versterkt. Voor wonen willen wij aansluiten bij de uitkomsten van het onderzoek naar de 23 De kracht van Zwolle huisvestingsituatie uit 2002. In aanvulling daarop is een uitgebreid onderzoek nodig om ook op andere terreinen precies in beeld te brengen wat studerende jongeren van 18-23 jaar missen in Zwolle. Studenten van de beide ROC’s, VU/Windesheim en de kunstopleidingen in Zwolle kunnen hier een belangrijke rol bij spelen. Inzet Om grip te krijgen op wat jongeren bindt aan de stad Zwolle en om hen actief bij de stad te betrekken, willen we: Rekening houden met de variëteit van groepen jongeren en de spreiding over verschillende Zicht houden op eigen prioriteiten van jongeren: waar lopen zij warm voor, wat bindt hen wijken in de stad. met de stad of kan hen met de stad verbinden? Vooral inzetten op initiatieven van jongeren zelf en hiervoor ruimte laten of scheppen. Maatschappelijke instellingen en bedrijven stimuleren om te investeren in jongeren. 2.3.2 DOELSTELLINGEN (abstract) Zwolle wordt meer en meer ´studentenstad´ met onder meer op studerende jongeren gerichte (culturele) evenementen, goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven (stages, sponsoring) en tussen onderwijs, vrijwilligerwerk/sport/zorg (maatschappelijke stages, vrijwilligers), meer betaalbare studentenhuisvesting en aantrekkelijke stedelijke woonmilieus én grotere betrokkenheid van studenten van Zwolse onderwijsinstellingen bij de ontwikkeling van de stad op het gebied van wonen, werken en verblijven. De samenwerking met VU / Windesheim draagt hier in belangrijke mate aan bij. In Zwolle bestaat voldoende ‘vrije ruimte’ waar jongeren zelf invulling kunnen geven aan hun ideeën en ambities op het gebied van ondernemerschap en werk, vrije tijd, sport en bewegen, muziek en cultuur. Daarbij willen we ons rekenschap geven van spreiding van die ruimte over wijken. Initiatieven van jongeren worden gestimuleerd en ondersteund, bijvoorbeeld door bewust ´rafelranden´ in de stad in de vorm van oude gebouwen in stand te houden en door de toegankelijkheid van de gemeente voor initiatieven van jongeren te vergroten. 2.3.3. VERTALING NAAR BEGROTINGSPROGRAMMA´S Wij zullen de inzet van de stad gericht op het binden en activeren van jongeren uitwerken in met name de volgende deelprogramma´s: Cultuur (b.v. actieplan cultuurbereik) Sport Jeugdbeleid (b.v. studentenonderzoek i.s.m. VU/Windesheim, peilingen jongeren internet panel) Leefbaarheid en wijkgericht werken Volkshuisvesting (b.v. uitbreiding betaalbare studentenhuisvesting, ontwikkeling stedelijk woonmilieus) Ruimtelijke plannen (b.v. mogelijke bijdrage oudere gebouwen aan ondersteunen initiatieven op cultureel, economisch of recreatief gebied) Recreatie (b.v. speelruimtekaart 12+) 24 De kracht van Zwolle Toename arbeidsparticipatie (b.v. meer aandacht voor fysieke ruimte voor jonge, startende ondernemers) Vanuit onze inzet om jongeren aan de stad te binden en actief te laten bijdragen aan de stad liggen er tevens aanknopingspunten bij de volgende rijksdoelstellingen uit het beleidskader GSB III: Betere balans tussen vraag en aanbod op gebied van wonen. Hier liggen kansen voor uitbreiding van huisvesting voor hier studerende jongeren en voor ontwikkeling van stedelijke woonmilieus om ze ook na hun studie te kunnen vasthouden. Fysieke ruimte scheppen voor sociale voorzieningen. Hier liggen kansen voor het realiseren van vrije ruimte waar jongeren kunnen experimenteren. Organisatie De inzet ten behoeve van de prioriteit binden en activeren van jongeren strekt zich uit over meerdere beleidsterreinen en maatschappelijke sectoren. Ten behoeve van de inzet op deze prioriteit zal een interne en externe afstemming rondom de prioriteit jongeren worden gerealiseerd, gekoppeld aan de jaarlijkse begrotingscyclus. De coördinator jeugdbeleid is verantwoordelijk voor het organiseren van deze afstemming. 2.3.4. MEETBARE PRESTATIES Zwolse jongeren van 12-23 jaar voelen zich in 2009 meer betrokken bij de stad; Het aantal in Zwolle studerende en wonende jongeren is toegenomen. In 2006 is er beter in 2009 zijn er meer jongeren van 12-18 jaar tevreden over sport- en speelfaciliteiten; inzet van jeugd- en jongerenwerk voor sociaal-culturele activiteiten is in 2009 goed inzicht in de vragen en behoeften van jongeren en studenten in Zwolle; afgestemd op de vraag van jongeren; in 2009 vinden er jaarlijks vier – mede of uitsluitend – op HBO-studenten gerichte festivals in Zwolle plaats; in 2009 is er een samenwerkingsrelatie met het MBO, HBO en Universitair onderwijs waarbij we monitoren hoeveel jongeren uitstromen en een eigen bedrijf starten. En op welke wijze we dit kunnen stimuleren. Een 0-meting op deze indicatoren is nog niet beschikbaar. Wordt nader uitgewerkt in deel B. 2.3.5. STRATEGIE 2005 –2009 Hoe gaan wij dit aanpakken? Geregeld en gericht bevragen van Zwolse jongeren: Wat bindt hen aan de stad Zwolle of wat is er nodig om hen aan de stad Zwolle te binden? Waar willen zij zich voor inzetten? Wat willen zij er zelf aan doen? Wat is er verder nodig? Kortom: zoveel mogelijk aansluiten bij initiatieven van jongeren zelf. In aanvulling op de basisvoorwaarden die voor elke jongere gelden als huisvesting, veilige thuissituatie, vrijtijdsbesteding en perspectief (werk, onderwijs) zijn ook voor jongeren basisvoorzieningen nodig op het gebied van welzijn, onderwijs, zorg, sport en cultuur. Wij 25 De kracht van Zwolle willen deze basisvoorzieningen die jongeren in staat stellen actief mee te doen aan de samenleving opnieuw definiëren. Met partners in de stad willen wij met inachtneming van voorgaande punten een visie op binding en activeren van jongeren aan de stad formuleren als basis voor gemeenschappelijk jeugdbeleid in de periode 2005-2009. Vanuit die visie concrete programma’s en projecten benoemen die een bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen en hieraan prioriteit geven voor de komende vijf jaar (gezamenlijke agenda). Dit kan tegelijkertijd aanleiding zijn voor herijking van huidige activiteiten op het gebied van jeugd en jongeren waarbij de gemeente (meestal als subsidiënt) betrokken is. 2.3.6. PARTNERS Tot de partners rekenen wij in de eerste plaats jongeren zelf. Wij spreken dan over jongeren die in Zwolle wonen, werken of een opleiding volgen. We maken daarbij onderscheid tussen jongeren van 12-18 jaar en jongeren van 18-23 jaar. Een specifieke doelgroep is de grote groep HBO-studenten. Met het in 2003 gestarte structurele overleg tussen gemeente, studentenverenigingen en HBO-instellingen is een goede start gemaakt (Studenten Overleg Orgaan Zwolle). Ter versterking van het cultureel klimaat voor jongeren zijn naast sterk op jongeren gerichte instellingen als poppodium Hedon, De Muzerie en festivalorganisaties enerzijds ook grote onderwijsinstellingen in de stad als Landstede, Deltion, VU/Windesheim, CALO, Hogeschool voor de Kunsten en studentenverenigingen (groep 18-23 jaar) en scholen voor voortgezet onderwijs en ROC´s (groep 12-18 jaar) anderzijds belangrijke spelers. Met name voor groep HBO-studenten speelt Studentertainment een belangrijke intermediaire rol. Hierbij kunnen ook ondernemers in de horeca worden betrokken. Op het gebied van sport is naast de CALO ook het partnerschap van sportverenigingen en Sportservice Zwolle een belangrijke ontwikkeling. Projectontwikkelaars en woningcorporaties hebben het heft in handen als het gaat om uitbreiding van betaalbare studentenhuisvesting en het ontwikkelen van stedelijke woonmilieus om studerende jongeren ook na hun studie aan Zwolle te kunnen binden. De Kamer van Koophandel en MKB spelen een sleutelrol in het faciliteren van initiatieven van jonge, startende ondernemers, arbeidsmarktbeleid voor jongeren en de afstemming met onderwijsinstellingen in de stad. Noten 1. In een eind 2003 gehouden peiling onder het jongeren internetpanel van de gemeente Zwolle (12-23 jaar) geeft 43% als hoogste prioriteit ‘veiligheid op straat’ aan vóór ‘huisvesting van studerende jongeren’ (18%), ‘ruimte om buiten te sporten of elkaar te ontmoeten’ (15%), ‘uitgaansmogelijkheden’ (14%) en ‘activiteiten en evenementen voor jongeren’ (11%). 26 De kracht van Zwolle 2.4 “BELEEF DE BINNENSTAD” 2.4.1. INLEIDING EN PROBLEEMSCHETS BINNENSTAD Versterking als regionaal centrum Zwolle vervult een belangrijke regionale centrumfunctie. Die vertaalt zich in de opvang van woningzoekenden, groeiende bedrijvigheid en in een bijpassend voorzieningenapparaat. In tien jaar wordt de groei geraamd op ongeveer 15.000 inwoners; hiermee behoort Zwolle met ruim 125.000 inwoners in 2020 tot de vierde sterkst groeiende Nederlandse stad. De Zwolse binnenstad is van grote betekenis voor deze centrumfunctie. Ze is een belangrijke motor van de stedelijke economie en vormt de centrale blikvanger van de stad. Wil Zwolle ook in de toekomst een belangrijk regionaal koop- en ontmoetingscentrum blijven, dan zal het nodige verbeterd moeten worden door: creatief in te spelen op de vraag naar en versterking van het aanbod van winkels en andere centrumvoorzieningen; vergroting van de bereikbaarheid (routing en parkeren); en verbetering van het woon- en verblijfsklimaat met een verzorgd aanzien van pleinen, straten en panden en met borging van veiligheid, een schone, duurzame binnenstad. Binnenstadsonderwerpen De volgende vier binnenstadsonderwerpen worden onderscheiden: 1. Structuur en inrichting openbaar gebied, zoals het verbeteren van de herkenbaarheid en inrichtingskwaliteit van het netwerk van pleinen, routes via straten en stadsentrees als poorten. 2. Structuur en kwaliteit centrumfuncties, zoals: economische versterking: beter benutten van Zwolle als regionaal koopcentrum door in te spelen op de vraag naar en versterking van het aanbod van winkel- en horecafuncties; beter benutten culturele potenties; verbeteren van de toeristische potentie van de (binnen)stad, zoals verbeteren profilering en organisatie van toeristische sector gecombineerd met creëren van meer verblijfsmogelijkheden; toevoegen stedelijke woonmilieus om een gevarieerder aanbod van woonmilieus te bewerkstelligen voor verschillende doelgroepen in de stad. 3. Bereikbaarheid, zoals verbeteren positie voetgangers en fietsers, expeditie, openbaar vervoer en parkeerbeleid voor de auto en fiets. 4. Leefklimaat: verbeteren (sociale) veiligheid, zoals veiligheidsbeleving en bestrijden van overlast en winkelcriminaliteit; schoon, heel en veilig, zoals: aandacht voor de kwaliteit en aanzien van bestaande panden, beheer en onderhoud van de openbare ruimte en verlichting. 27 De kracht van Zwolle 2.4.2. DOELSTELLINGEN Inrichting openbaar gebied Verbetering van de functionaliteit en het aanzien van pleinen en straten is cruciaal. Uitbreiding met pleinen vergroot de levendigheid en kan bezoekers verlokken de binnenstad nader te gaan ontdekken. Pleinen, straten en stegen dienen een continu netwerk van ruimten te vormen met een duidelijke structuur en identiteit: structuur door onderscheid te maken in een herkenbaar assenkruis Melkmarkt-Gasthuisplein/ Luttekestraat-Roggenstraat met de Grote Markt als Stadshart; identiteit door de ertussen gelegen wijken een eigen vorm- en functieprofiel te geven. Bebouwingswanden volgen de rooilijn en gevels refereren aan het historisch bebouwingsstramien. Pleinen krijgen hierbij bijzondere betekenis als maatschappelijk ontmoetingspunt door onderscheid te maken naar pleintype en thema. Versterking van het aanzien en inrichting van poorten en aanloopstraten is gewenst op plaatsen, waar de stadsrand doorbroken wordt. Ook is ontwikkeling van nieuwe poorten cruciaal via een brug bij Willemspoort en Diezerpoort in relatie tot herontwikkelen gebieden en bronpunten net buiten de singelgracht. Centrumfuncties De ambitie is om een stevigere en meer overzichtelijke winkelstructuur te maken. Dit kan door het feitelijke kernwinkelgebied uit te breiden richting Grote Markt en Gasthuisplein en ook andere plekken te intensiveren met nieuwe winkels. Winkels die ingevolge branchering, schaal en maat niet in het kernwinkelgebied passen, worden gesitueerd bij binnenstadsentrees. Er is een kwaliteitsslag nodig naar een grotere diversiteit in en vergroting van het horeca-aanbod. Dit kan door het aanwijzen van een groter horecaconcentratiegebied op de as MelkmarktNietzmaneiland. Het huidige aanbod in kunst en cultuur is breed, er ontbreekt echter een grote trekker. Het economisch belang van toerisme ligt in een toename van het aantal bestedingen van mensen die niet in Zwolle woonachtig zijn. Dit is uiteindelijk weer uit te drukken in werkgelegenheid. Het belang van toerisme is overigens bij uitstek meer dan alleen economisch. Het ligt met name in het vergroten van de bekendheid van de stad. Ook belangrijk is dat de eigen bevolking ´profiteert´ van allerlei activiteiten op toeristisch gebied. Doelstellingen zijn het versterken van het evenementenbeleid, het vergroten van de hotelcapaciteit en voor (boot)passanten en het verstevigen van de congresfunctie. Ook dienen stadsmarketing en toerisme hand in hand te gaan. Meer stedelijke woonmilieus zijn van belang voor versterking van de vitaliteit, sociale veiligheid en sfeer van het centrum. Bereikbaarheid Het voetgangersgebied dient substantieel uitgebreid te worden. De toenemende druk op met name de Diezerstraat en omgeving kan deels worden tegengegaan door te stimuleren dat bezoekers meerdere ‘lussen’ door de stad kunnen maken. Daarbuiten zal de binnenstad geheel autoluw gemaakt worden. De looproutes vanaf de transferpunten dienen breed, obstakelvrij en aantrekkelijk te zijn. De positie van fietsers verdient versterking. Om het fietsgebruik blijvend te stimuleren is het noodzakelijk om te werken aan meer herkenbare duidelijke ‘overstapplaatsen’ bij de stallingen aan de randen van het kernwinkelapparaat. Afhankelijk van het op te stellen bevoorradingsprofiel binnenstad, zijn maatregelen denkbaar wat betreft voertuigen, expeditieroutes en stimulering van particuliere initiatieven van stadsdistributie. Het openbaar vervoer zal zijn functie voor de binnenstad dienen te behouden en waar mogelijk versterkt moeten worden. De bestaande busroutes en haltering blijven gehandhaafd. Het parkeeraanbod in de binnenstad neemt af ingevolge autoluw maken, opheffing accommodatie Noordereiland, alsmede minder vergunninghouders (200). De periferie zal deze afname van het binnenstadsaanbod op moeten vangen, alsmede een toename van de vraag 28 De kracht van Zwolle ingevolge winkelgroei. Bestaande locaties dienen beter benut te worden, ook zullen nieuwe accommodaties nodig zijn. Tevens is het van belang, dat verkeer op de centrumring niet verder toeneemt. Leefklimaat Doelstellingen voor (sociale) veiligheid: - consolideren van het veiligheidsgevoelen van de Zwolse burger over de Binnenstad; - afname van criminaliteit en geweld in de Binnenstad; - afname van overlast; - wij zullen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties stimuleren activiteiten te ondernemen om de leefbaarheid en veiligheid in de Binnenstad te bevorderen; - zorgdragen voor definitieve huisvesting voor de voorzieningen t.b.v. dak- en thuislozen, verslaafden. Op grond van de BOR-systematiek heeft de raad een streefbeeld voor ´schoon, heel en veilig´ vastgesteld. Hierin staat o.a. dat de binnenstad op niveau ‘hoog’ onderhouden moet worden, terwijl voor het meubilair in de binnenstad niveau ‘zeer hoog’ geldt. Gezien de beschikbare middelen is er echter voor gekozen dat momenteel voor de gehele stad kwaliteitsniveau ‘basis +’ wordt gehanteerd, al zijn de reguliere budgetten niet geheel toereikend om voor alle onderdelen niveau ‘basis’ te halen. Een aspect dat apart aandacht verdiend is de verlichting in de Binnenstad. De huidige verlichting is deels verouderd en aan vervanging toe en deels voldoet de verlichting niet meer aan de eisen van de maatschappij van nu. 2.4.3 BEGROTINGSPROGRAMMA’S Er ligt een relatie met de volgende begrotingsprogramma´s - Participatie - Veiligheid - Economische structuurversterking - Woon en leefomgeving - Mobiliteit - Duurzaamheid - Ruimtelijke structuur - Leefbaarheid en wijkgericht werken - Groen 2.4.4 MEETBARE PRESTATIES ONTWIKKELING BINNENSTAD A. Meetbare prestaties inrichting openbaar gebied 1. Verbetering ruimtelijke structuur en inrichting openbaar gebied Door het creëren van continuïteit in het netwerk van openbare ruimten, meer pleinen, herkenbare stadsentrees en gebruik maken van eenduidig materiaal. Meetbaar in cijfers: bepalen waardering bezoekers van de binnenstad. Opstarten monitor Meetbaar via projecten: (herinrichting openbaar gebied al dan niet met belendend vastgoed) realisatie vernieuwing Grote Markt als nieuw stadshart in 2005 vernieuwing Melkmarkt als centrale wandelstraat in 2006 realisatie Rode Torenplein als evenementenplein in 2006 realisatie Meerminneplein als stadsentree en winkelplein in 2007 29 De kracht van Zwolle realisatie Tanerij als nieuw cultuurplein in 2006 realisatie opknap Diezerpoortenplas als stadsentree in 2006 realisatie Achter de Broeren als nieuw winkel en woonplein in 2005 realisatie plein Kraenbolwerk als woonplein in 2008 realisatie Nijkerckplein als nieuw woonplein in 2009 inrichten Luttekepoort als groene stadsentree in 2009 B. Meetbare prestaties centrumfuncties 1. Versterken van de positie van Zwolle als regionaal koop- en ontmoetingscentrum Meetbaar via cijfers: - Meting oriëntatie index (de verhouding van het draagvlak, bestaande uit klanten uit binding en toevloeiing ten opzichte van het inwoneraantal van een plaats). Dit wordt in het vijfjaarlijkse koopstromenonderzoek gemeten. In 2005 vindt weer zo´n onderzoek plaats: (index voor niet-dagelijkse artikelen moet groten zijn dan 157) - Bepalen waardering (rapportcijfer) bezoekers van de binnenstad. Opstarten monitor Meetbaar via projecten: uitbreiding kernwinkelgebied met circa 5.500 m² bvo winkelruimte (o.a.: Melkmarkt Zuid (3000 m²), Rodetorenplein (250 m²), Xenosstrip (1250 m²), HEMA (1000 m²) en Luttekepoort (100m²). uitbreiding ´niet kernwinkelgebied´ met circa 2.500 m² bvo winkelruimte (thematische winkels in Flevogebouw (1500 m²) en op Kraenbolwerk (1000 m²)). uitbreiding horeca (excl. hotels) op de as Grote Markt-Melkmarkt-Maagjesbolwerk-eiland Nietzman versterking cultuurvoorzieningen (stadstheater bij Tanerij, Odeon en Broerenkerkcomplex). 2. Versterken van de positie van Zwolle als toeristische stad Meetbaar via cijfers: - Toename bezoekersaantallen en aantal evenementen met regionale of landelijke uitstraling. - Toename bezoekersaantallen bij VVV. (meten nulsituatie) - Toename overnachtingen bij verblijfsaccommodaties (meten nulsituatie) Meetbaar via projecten: - Ontwikkelen en uitvoeren eenduidige promotie en marketingstrategie - Ondersteuning evenementen met regionale en/of landelijke uitstraling - Uitbreiding hotelcapaciteit (circa 50 bedden) 3. Toevoegen stedelijke woonmilieus ten einde een gevarieerder aanbod van woonmilieus te bewerkstelligen voor verschillende doelgroepen in de stad. Meetbaar via projecten: toevoeging circa 160 woningen via wonen boven winkels (o.a. Korte Smeden en toevoeging circa 200 woningen op Noordereiland locatie Nijkerckenbolwerk en Tanerij toevoeging circa 150 woningen op Noordereiland locatie Kraenbolwerk toevoeging circa 28 woningen op Melkmarkt Jufferenwal) C. Meetbare prestaties bereikbaarheid 1. Autoluw maken van de binnenstad Meetbaar door te kijken in welke delen van de binnenstad in 2009 auto´s mogen komen 30 De kracht van Zwolle Meetbaar in cijfers: bepalen waardering bezoekers van de binnenstad. Opstarten monitor Meetbaar via projecten: Autoluw maken binnenstad met per saldo circa 600 p.p. in 2009 2. Handhaven en verbeteren bereikbaarheid van de binnenstad per fiets Meetbaar via cijfers: gemiddelde snelheid fietsers in centrum (via landelijke monitor stedelijke bereikbaarheid) Meetbaar via projecten: toename aantal fietsparkeerplaatsen in binnenstad: 700 bewaakte (Bankenlocatie Melkmarkt, Meerminnenplein) en 675 onbewaakte plaatsen (voor ‘08 verspreid in het openbaar gebied) realisatie fiets- en voetgangersbrug tussen Kamperpoort/Pannenkoekendijk en realisatie nieuwe verbinding voetgangersbrug ter plaatse van GPA Maagjesbolwerk 3. Handhaven bereikbaarheid van de binnenstad voor distributie Meetbaar via projecten: opstellen bevoorradingsprofiel, afhankelijk hiervan worden nadere maatregelen getroffen 4. Handhaven bereikbaarheid binnenstad per openbaar vervoer Meetbaar via cijfers: gemiddelde snelheid OV gedurende spitsuren (via landelijke monitor stedelijke bereikbaarheid) Meetbaar door na te gaan of consolidatie bestaande lijnvoeringen en halteplaatsen openbaar vervoer daadwerkelijk heeft plaatsgevonden 5. Handhaven bereikbaarheid van de binnenstad voor de consument per auto Meetbaar via projecten: benutten overcapaciteit van de Diezerpoortgarage (400), het provinciehuis (150), terrein inzetten van een pendelbus (300 p.) op zaterdag voor werkers realiseren van uitbreidingen, zoals op Emmadek (315 p.p.) en bij de Branie (250 p.p.). realiseren nieuwe accommodaties, zoals bij de Willemspoort (550 p.p.). mogelijk gaat per 1 januari 2005 de nieuwe tarieven en zonering voor betaald parkeren in. parkeer verwijssysteem op de Buitenring en de A 28 Zamenhofsingel (150), Van Royensingel (50) en Turfmarkt (100). D. Meetbare prestaties leefklimaat 1. Consolidatie van het veiligheidsgevoel van de Zwolse burger over de binnenstad Meetbaar in cijfers: waardering burgers (subjectief) veiligheidsbeleving in uitgaanscentra (via het Omnibusonderzoek, wordt meegenomen in het jaarlijkse Veiligheidsbeeld). 2. Bevorderen van veilig uitgaan en het tegengaan van winkelcriminaliteit en zakkenrollerij Meetbaar in cijfers: aantal aangiften bij politie, aantal meldingen van overlast bij politie/gemeente, aantal geregistreerde overlastgevers en veelplegers bij politie/zorginstellingen/gemeente Meetbaar via projecten: Aanpak zakkenrollerij (jaarlijks plan) 31 De kracht van Zwolle Project Veilig op Straat (convenant van de gemeente met politie, horeca en openbaar ministerie) Project doorstart winkelcriminaliteit (tweede helft 2004, in samenspraak met onder meer City Centrum, politie, Stichting Veiligheidszorg IJsselland, brandweer en Kamer van Koophandel) 3. Afname van criminaliteit en geweldsdelicten Specifieke doelgroepen: veelplegers, risico-jeugd, criminele Antillianen/Arubanen en overlastgevende dak- en thuislozen/drugsgebruikers. Meetbaar via cijfers: politie Meetbaar via projecten: De nieuwe Zwolse A/Anpak (Antillianen/Arubanen) Convenant Veelplegers (met Deventer, politie, Openbaar Ministerie en reclassering) Aanpak Loverboys Ketenaanpak Zorg voor Overlast 4. Tegengaan van overlast door problematische dak en thuislozen en drugsgebruikers Meetbaar via cijfers: aantal aangiften bij politie, aantal meldingen van overlast bij politie/gemeente, aantal geregistreerde overlastgevers en veelplegers bij politie/zorginstellingen/gemeente Meetbaar via projecten: Zorgdragen voor definitieve huisvesting t.b.v. dak- en thuislozen Toewerken naar een SER (sociale effect rapportage). 5. Kwaliteitsslag schoon, heel en veilig Realisatie streefbeeld: beheer en onderhoud van het openbaar groen, de verharding en het water met de oevers moet eind 2008 kwaliteitsniveau ´hoog´ en meubilair ´zeer hoog´ hebben Meetbaar door eind 2009 te kijken of het kwaliteitsniveau gehaald is Meetbaar door projecten: Fase 1 van het project ´verbeteren openbare verlichting binnenstad´ (realisatie zomer/najaar Opstellen masterplan verlichting binnenstad Realisering masterplan ondergrondse containers in 2006 Opknappen Korte Smeden als cruciale loopverbinding naar Het Eiland in 2005 2004). 2.4.5 STRATEGIE 2005 -2009 De ontwikkeling en versterking van de binnenstad tot 2009, zoals in dit hoofdstuk beschreven, maakt deel uit van het Ontwikkelingsprogramma Binnenstad 2015. Dit programma geeft het ruimtelijk kader voor de integrale ontwikkeling van de binnenstad. Het geeft richting en de grenzen aan voor alle toekomstige beleidsnota´s en initieert projecten, maar ook de daarmee samenhangende herzieningen van bestemmingsplannen. De ontwikkelingsstrategie is erop gericht om per collegeperiode tot 2015 afgestemd op elkaar projecten van ontwikkeling en beheer te programmeren. Deze projecten, voor zover van belang tot 2009, zijn reeds in hoofdstuk 3.2.4 uiteengezet. 32 De kracht van Zwolle Programmamanagement, centrummanagement en centrale coördinatie wordt ingezet om ook daadwerkelijk daadkracht te tonen bij de uitvoering van alle binnenstadsprojecten. Naast het uitvoeren van de ontwikkelingsstrategie van het Ontwikkelingsprogramma Binnenstad zal specifiek voor de onderdelen toerisme en (sociale) veiligheid nog een integraal marketingplan en het Zwolse Veiligheidsprogramma 2005-2009 opgesteld gaan worden. 2.4.6 WELKE PARTNERS DOEN MEE? Het daadwerkelijk realiseren van de ambities, doelstellingen en projecten is mede afhankelijk van de samenwerking met diverse betrokken partijen en organisaties. De gemeente vervult hierbij met name de regisserende en stimulerende rol. - ADMA Consultants Nederland Bewonersvereniging Binnenstad Zwolle Zwolle Binnenstadsperspectief Stadsgeschiedenis BPF Bouwinvest Zwolle Centrale Vereniging Ambulante Handel Citycentrum Tielbeke Transport Nederland De Stad als Theater DLH Projectontwikkeling Fietsersbond Zwolle Zwolle Historisch Centrum Overijssel Kamer van Koophandel Regionale VVV Kampen -Zwolle - Overijssels Vechtdal Politie - Stichting Veiligheidszorg IJsselland Recron 33 - Koninklijke Horeca - Stichting Evenementen - Stichting Levende - Stichting Stadsherstel - Stichting Zwolle Groenstad - Ten Hag Makelaardij - Transport en Logistiek - Vrienden van de Stadskern - VVV - Woonschepen Overleg - Zwolse Gehandicaptenraad - De Muzerie. - Projectontwikkelaars De kracht van Zwolle 2.5 Vitaliseren van de economie ´Zwolle, economische schakel tussen Randstad en Noord-Oost Nederland` 2.5.1 PROBLEEMSCHETS De economie van Zwolle is in de kern gezond. Zwolle heeft een veelzijdige economische structuur en telt ruim 77.000 arbeidsplaatsen. Dit is meer dan de potentiële beroepsbevolking van Zwolle. Uit economische analyses van bureau Louter (2004) blijkt dat Zwolle en regio een belangrijke scharnierfunctie vervult binnen het nationaal stedelijke systeem. Dat geldt zowel voor logistiek en transport als voor de kantorensector. Tevens bleek Zwolle en regio binnen een wijde omtrek de belangrijkste economische groeipool te vormen en daarmee ook een economische en verzorgende kernpositie in te nemen in een (landsdelige) regio die delen van Gelderland, Overijssel, Flevoland, Friesland en Drenthe omvat. Het kunnen blijven vervullen van de twee rollen zal leiden tot verdere groei. Dat vergt evenwel aanzienlijke investeringen op het vlak van infrastructuur, bedrijven- en kantoorterreinen, voorzieningen en hoogwaardig wonen. De impact van die investeringen overstijgt het lokale/regionale niveau. Ondanks de vele sterke punten zijn er wel degelijk een aantal bedreigingen aanwezig. De belangrijkste zijn: Binnen vier jaar heeft Zwolle geen vestigingsmogelijkheden meer voor bedrijven kleiner dan 1 ha; De relatief goede bereikbaarheid van Zwolle komt steeds meer onder druk te staan; Ondanks het uitgebreide aanbod aan winkels is de toekomstige positie van de Zwolse binnenstad niet onomstreden c.q. veiliggesteld; Door de beperkte aanwezigheid van kennisoverdracht van onderwijsinstellingen naar bedrijfsleven en omgekeerd, vernieuwt de productiestructuur van Zwolle en de regio zich onvoldoende; Door de - in vergelijking met andere grote steden - minder positieve beoordeling van de gemeentelijke dienstverlening, zouden bedrijven iets minder snel voor Zwolle kunnen kiezen; Door het tekort aan overnachtingsmogelijkheden en onvoldoende organisatie van de toeristische sector profiteert Zwolle onvoldoende van de economische potentie van die sector; Door de relatieve onbekendheid van Zwolle en het ontbreken van een samenhangende marketing strategie lopen we bedrijven en potentiële toeristen mis. Het is nodig om deze bedreigingen zo veel mogelijk het hoofd te bieden, zodat onze sterke economische positie niet in het geding komt. 2.5.2 DOELSTELLINGEN De doelstellingen zijn geformuleerd op basis van de stand van zaken van de economie en de sterkte-zwakte analyse. Algemene doelstelling is het tot stand brengen van een vitale economische structuur met een soepel functionerende arbeidsmarkt en voldoende werkgelegenheid. Dit willen we tezamen met onze partners bereiken door: 34 De kracht van Zwolle * realiseren van voldoende vestigingslocaties voor bedrijven en instellingen. * stimuleren van de vernieuwing van de economie. * verbeteren van de dienstverlening aan bedrijven en instellingen. * versterken van de positie van Zwolle als toeristische stad. * versterken van de positie van Zwolle als regionaal koopcentrum. * versterken van de bereikbaarheid van Zwolle. * beter vermarkten van Zwolle. * versterken van de regionale samenwerking. Met uitzondering van de laatstgenoemde (is een instrument om de doelen te bereiken) worden de doelstellingen onderstaand beknopt uitgewerkt. A. Realiseren van voldoende vestigingslocaties voor bedrijven en instellingen Een succesvol economisch beleid valt of staat met het kunnen aanbieden van geschikte vestigingslocaties voor bedrijven en instellingen. Succes op economisch gebied is namelijk voor een groot deel afhankelijk van de mate van groei van bestaande en nieuwe bedrijven en instellingen. Als bestaande Zwolse bedrijven niet kunnen uitbreiden en bedrijven die een vestigingsplaats in Zwolle zoeken zich onmogelijk kunnen vestigen, zal er geen of slechts een geringe werkgelegenheidsgroei optreden. Uitgangspunt is het streven om de veelzijdige productiestructuur zo veel mogelijk te handhaven. Als we daarbij tegelijkertijd kijken naar de belangrijkste bedrijfssectoren van de Zwolse economie dan richten we ons hierbij vooral op: Het faciliteren van zakelijke diensten, onderwijs, zorg, detailhandel en logistiek vanuit kracht het faciliteren van industrie en assemblage om de brede productiestructuur te handhaven Ten aanzien van de programmering van bedrijventerreinen vindt afstemming met Kampen plaats. Nieuwe bedrijventerreinen Uit onderzoek blijkt dat Zwolle de komende jaren rekening moet houden met een gemiddelde jaarlijkse vraag van 16 ha (12 ha voor kavels groter dan 1 ha en 4 ha voor kavels kleiner dan 1 ha). Op dit moment beschikt Zwolle over ruim 65 ha bedrijventerrein, dat terstond kan worden uitgegeven. Op Hessenpoort I is nog circa 40 ha vrij uitgeefbaar (niet gereserveerd en/of in optie uitgegeven) en op Marslanden nog bijna 20 ha. Hessenpoort is bedoeld voor bedrijven groter dan 1 ha en Marslanden voor bedrijven kleiner dan 1 ha. Op Autopark de Vrolijkheid resteert nog circa 1,5 hectare. De planvoorbereiding voor de uitbreiding van Hessenpoort (170 hectare bruto) is inmiddels gestart. Verwacht wordt dat in 2006 Hessenpoort 2 uitgeefbaar is. Het proces om te komen tot een opvolger voor Marslanden G is echter nog niet gestart. Dit terwijl Marslanden G nog maar voor enkele jaren uitgeefbare voorraad tot haar beschikking heeft. Dit betekent dat de voorbereiding van een opvolger van Marslanden een acuut vraagstuk vormt en prioriteit dient te hebben. 35 De kracht van Zwolle Bestaande bedrijventerreinen Naast de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen zijn ook de bestaande bedrijfslocaties van essentieel belang voor een gezonde economische ontwikkeling. In Zwolle loopt sinds enige jaren het project “Duurzame Versterking Bedrijventerreinen Zwolle”. Het doel van het project is om samen met het bedrijfsleven te komen tot een duurzame kwaliteitsverbetering van de bedrijventerreinen Voorst en Marslanden. De samenwerking is gericht op het verbeteren van het bedrijfseconomisch resultaat, de vermindering van milieubelasting en een efficiënter ruimtegebruik. Woon-werk locaties De beleidsopgave voor de komende jaren is er op gericht om ruimte te bieden voor functiemenging in de te herstructureren (Holtenbroek, Kamperpoort) en nog te ontwikkelen Zwolse wijken (Stadshagen). Daarbij zal wel nadrukkelijk rekening moeten worden gehouden met de volgende aspecten: Hoe, en op welke locaties ondernemersdoelstellingen kunnen worden verenigd met woonwensen? Welke flexibiliteit in het gebruik van ruimte voegt kwaliteit toe en wordt door de markt ondersteund? Het ontwerp van woonwerkeenheden en de woonomgeving waarin ze zijn opgenomen vraagt om een adequate afweging van de belasting van de openbare ruimte en het gewenste kwaliteitsniveau; Specifieke woonwerkeenheden blijken voor een deel van de doelgroepen financieel niet haalbaar. De oorzaak is dat een woonlocatie duurder is dan werkruimte op een bedrijfsterrein. Het realiseren van functiemenging heeft daarmee een prijs; Regulering en flexibiliteit zijn vaak strijdig. Voor toekomstige projecten is het van belang te zoeken naar systemen die gelijktijdig flexibel gebruik mogelijk maken en onveilige en onleefbare situaties uitsluiten en tenslotte voldoende houvast bieden voor een uitvoerbare controle en naleving. Kantoorlocaties Medio 2004 bedroeg de voorraad kantoorruimte in Zwolle ongeveer 600.000 m2 bvo. Dit reflecteert het karakter van Zwolle als een dienstenstad. Want Zwolle is na Groningen de tweede kantorenstad van Noordoost Nederland. Het totale Zwolse metrage is vergelijkbaar met steden als Amersfoort, Apeldoorn en Breda en zelfs groter dan dat van Nijmegen, Enschede of Tilburg. Geschat wordt dat er ruim 24.000 kantoorbanen in de gemeente Zwolle zijn. Dit betreft éénderde van de Zwolse werkgelegenheid. Evenals bij de bedrijventerreinen die ook éénderde van de werkgelegenheid accommoderen, onderstreept dit het belang van de kantorensector voor de Zwolse economie. Ter voorkoming van een directe concurrentie tussen locaties richt Zwolle zich de aankomende jaren daarom op een beperkt aantal nieuwe locaties. Voor de beleidsopgaven die spelen in de periode tot 2009, vervullen de locaties Hanzeland, Oosterenk/Watersteeg en Voorsterpoort dan ook een centrale rol. Verwacht wordt dat gemiddeld genomen over deze periode de jaarlijkse opname van 27.000 m2 kantoor kan worden gecontinueerd in de periode 2004-2009. In onderstaand schema zijn de opgaven met betrekking tot de vestigingslocaties in de periode 2004-2009 samengevat. 36 De kracht van Zwolle GSB-outputdoelstelling: Verminderen aantal verouderde bedrijventerreinen en verbeteren aanbod van nieuwe bedrijventerreien Outputindicator: 1 Aantal hectare geherstructureerde bedrijventerreinen 2 Aantal hectare nieuw aangelegde bedrijventerreinen Outputafspraak: 1 Eind 2009 is het aantal verouderde bedrijventerreinen afgenomen met 55 ha Voorst 40 ha bruto Marslanden 15 ha bruto 2 Eind 2009 is planologisch geregeld: Hessenpoort II, Opvolger Marslanden G 100 ha netto 40 ha netto Zwolse opgaven voor vestigingslocaties Bedrijventerrein Situatie Opgaven Hessenpoort I Alle courante kavels zijn naar verwachting in Verdere uitgifte Hessenpoort I 2006 uitgegeven. In 2007/ 2008 alleen minder courante kavels onder hoogspanningsleidingen (13 ha) Hessenpoort II Marslanden De voorraad van Hessenpoort I noopt ons om Planvorming en R.O. procedures voor eind 2006 een opvolger beschikbaar te Hessenpoort II zijn in 2005 merendeels hebben: Hessenpoort II afgerond Op dit Modern Gemengde terrein is nog In het nieuwe structuurplan 2005 –2010 wordt slechts voldoende voorraad voor circa 4 jaar. hoge prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van Er bestaat na 2004 een acute behoefte aan een nieuw terrein. een nieuw Modern Gemengd bedrijventerrein ter grootte van 40 – 60 ha. Bedrijventerrein Participatie in de ontwikkeling van het Activiteiten zijn gericht op eerste uitgifte in Zuiderzeehaven in Kampen watergebonden bedrijventerrein 2006. Zuiderzeehaven Publiekslocaties (detailhandel) De planuitwerking voor Spoolderwerk/Voorst De uiteindelijke reservering voor B (Voorsterpoort) is in een vergevorderd publieksfuncties (meubelboulevard en leisure) stadium. bedraagt 5 – 7 ha. Voor de autohandel is concentratie op de Vrolijkheid voorzien. Duurzame versterking van Voorst, Marslanden bestaande terreinen Uitwerken Masterplannen Marslanden en Voorst. Starten met aanpak bedrijventerrein Vrolijkheid Woon-werklocaties Beleid m.b.t. woon-werklocaties ontbreekt. Structureel ruimte bieden voor functiemenging Op ad-hoc basis wordt in programma´s dit in de bestaande en nog te ontwikkelen wijken. wel meegenomen. Kantoorlocaties Hanzeland Voor het P&R terrein zijn er bouwplannen Start realisatie P&R terrein 30.000 m² Oosterenk/Watersteeg Naar verwachting wordt bestemmingsplan in Gefaseerde uitgifte, rekening houden met 2004 goedgekeurd segment 2.000-4.000 m² Beoogd programma 235.000 m² kantoren, Invulling geven aan gefaseerde ontwikkeling Reserveren laatste perceel (20.000 m²) Voorsterpoort 37 De kracht van Zwolle 105.000 m² detailhandel en van het programma 40.000 m² overige functies A28 zone/burg Roelenweg Plannen voor herstructurering bestaand Bestaande pand Groene Land/Achmea kantoorpand vervangen door nieuwbouw (18.000 m²) B. Stimuleren van de vernieuwing van de economie GSB Outputdoelstelling: Vergroten aantal breedbandaansluitingen GSB Outputindicator: Vraagbundelingstraject, gericht op het aansluiten van (semi-)publieke instellingen op breedband, afgerond met een aanbestedingsronde Outputafspraak: Eind 2009 is de aanbestedingsronde van het vraagbundelingstraject, gericht op het aansluiten van (semi-) publieke instellingen op een fysiek netwerk, dat voorziet in de huidige en toekomstige behoefte, afgerond GSB-outputdoelstelling (open): Verbeteren innovatief vermogen bedrijfsleven GSB-outputindicator: Aantal kenniskringen Outputafspraak: Stimuleren project Zwolle Kennispoort. Dit moet eind 2009 leiden tot de oprichting van minimaal 6 kenniskringen GSB-outputdoelstelling (open) Verminderen mismatch arbeidsmarkt GSB-outputindicator Gemeente heeft in overleg met het Rijk een zgn. 0-ambitie opgenomen. Vergroten kennisoverdracht van onderwijsinstellingen naar bedrijfsleven en omgekeerd Zwolle is een beroepsonderwijsstad met een eerste aanzet tot universiteitsstad (VUWindesheim). In de regio zijn enkele bedrijven gevestigd met hoogwaardige kennis (Wehkamp, JE Stork Air, Scania, Abbott). Het systematisch uitwisselen van kennis, aanwezig bij onderwijsinstellingen als bij (delen van) het bedrijfsleven is nog onvoldoende ontwikkeld. Hierbij speelt een rol dat het regionale bedrijfsleven onvoldoende is georganiseerd. Voor een verdere versterking van de regionale economie is een intensivering van kennisoverdracht gekoppeld aan een hogere organisatiegraad van het bedrijfsleven noodzakelijk. Bij het bedrijfsleven, bij onderwijsinstellingen, bij de provincie Overijssel en bij de gemeente Zwolle leeft de wens om deze verandering te bewerkstelligen. Tussen de gemeente en VU/Windesheim zijn afspraken gemaakt over de voor Zwolle belangrijke kennisclusters. Het betreft o.a. logistiek en ICT en gezondheidszorg. De lectoraten zullen mede op deze terreinen worden ingezet. Verder is afgesproken dat tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven komende jaren kenniskringen worden ontwikkeld. Eind 2004 zal het project Kennispoort Zwolle van start gaan. 38 De kracht van Zwolle Initiatiefnemer is de Kamer van Koophandel, overige participanten zijn: VU/Windesheim, gemeente Zwolle, Provincie Overijssel en Syntens. Op basis van een groeimodel zullen meerdere kenniskringen moeten ontstaan. De kringen worden getrokken door bedrijven met expertise, de kennisinstellingen en –intermediairs zijn aanwezig bij de bijeenkomsten. Het kenniscentrum logistiek is inmiddels gestart. Digitale bereikbaarheid (breedband) Het bedrijfsleven heeft breedband nodig voor hun zakelijke en commerciële dienstverlening. Het kunnen beschikken over een hoogwaardige, betaalbare en altijd beschikbare breedbandinfrastructuur is in toenemende mate noodzakelijk voor het primaire productieproces en de communicatie met leveranciers en klanten. De meerwaarde van breedband wordt optimaal benut als zowel bewoners, publieke instellingen en bedrijven zijn aangesloten op breedband. De lokale overheid kan operen als ‘vraag bundelaar’, financiële stimulator en launching customer om de verdere ontwikkeling te stimuleren. Met name voor het komende GSB periode dringt het ministerie van Economische Zaken aan op een actieve rol van de gemeente als vraagbundelaar voor publieke instellingen. De provincie Overijssel wil een open glasvezelring realiseren tussen de vijf grote steden in Overijssel, in onze regio geldt dit voor de Netwerkstad Zwolle-Kampen. Naast het fysiek realiseren van meer breedbandverbindingen willen wij in de komende GSBperiode aandacht geven aan het versterken van de elektronische dienstverlening door de gemeente en het stimuleren van breedbanddiensten. Voor de ontwikkeling van nieuwe terreinen zoals Hessenpoort 2 en Voorsterpoort is digitale ontsluiting door het aanleggen van de daarvoor benodigde infrastructuur nodig. Dit mede om het hoogwaardig karakter van deze locaties te onderstrepen. Starters Het startersbeleid van de gemeente Zwolle kan omschreven worden als het initiëren van dan wel meedoen met diverse projecten voor starters zonder dat er sprake is van synergie. De vraag dient zich aan of er een actiever startersbeleid gevoerd dient te worden. De eerst indruk is dat dit niet het geval is. Uit de gesprekken met de zogenaamde stakeholders die zijn betrokken bij de het opstellen van de nota economisch beleid is namelijk gebleken, dat zij slechts een beperkte rol zien voor de gemeente. Alleen het faciliteren van starters voor wat betreft de gemeentelijke taken, is wenselijk (uitvoering BBZ, adviseren over locaties, vergunningverlening etc). Bij het begeleiden van starters voorziet men geen rol voor de gemeente. Ook moet de gemeente zelf geen (fysieke) starterscentra opzetten. Dit moet men overlaten aan de markt. Stimulering van huisvesting via het ondersteunen van marktinitiatieven is wel wenselijk. We zullen met alle betrokkenen op starters gebied in gesprek blijven over onze meest logische (marktgerichte) positionering. Verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het is de komende jaren van belang, dat er een intensiever contact ontstaat tussen regionaal bedrijfsleven en onderwijsinstellingen om meer zicht te krijgen op de gevraagde competenties, de mate waarin de feitelijke uitstroom van studenten hieraan voldoet, en de wijze waarop discrepanties kunnen worden vermeden. Daarnaast is 39 De kracht van Zwolle een intensiever contact tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen van belang om de kennis en vaardigheden van het zittend personeel op peil te houden. De rol van de gemeente is die van initiatiefnemer. C. Verbeteren van de dienstverlening aan bedrijven en instellingen Als het gaat om de waardering van het ondernemingsklimaat in zijn algemeenheid scoort Zwolle goed Met name de fysieke zaken hebben we redelijk voor elkaar. De waardering voor onze dienstverlening aan bedrijven en instellingen is volgens het meetsysteem echter minder positief. We nemen de 18e plaats in (van de 25 grote steden). We zullen derhalve nog veel inspanningen moeten verrichten om waar dat mogelijk is bedrijven en instellingen zo goed en zo soepel mogelijk van dienst te zijn. Een belangrijk project voor de komende jaren is de aansluiting bij het virtueel ondernemersloket van kamer van koophandel en belastingdienst. Tevens gaat het om signalen te vernemen over vraagstukken waarbij de gemeente de helpende hand kan bieden. Dat past binnen de doelstelling om bedrijvigheid aan Zwolle te binden, deze voor de stad te behouden en zoveel mogelijk uit te laten groeien. GSB-outputdoelstelling: Verbetering dienstverlening aan ondernemers GSB-outputindicator 1 Aansluiting bij nationaal elektronisch bedrijvenloket 2 Tevredenheid ondernemer (verbetering oordeel in de Benchmark gemeentelijk ondernemingsklimaat) Outputafspraak: 1 Zwolle sluit zich per 1-1-2005 aan bij het ondernemersloket van kamer van koophandel en 2 Eind 2009 is het rapportcijfer dat Zwolle heeft gekregen van bedrijven en instellingen voor de belastingdienst volgens poortmodel B gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers gestegen met 0,5. In 2002 was het rapportcijfer 5,8, in 2009 moet het derhalve een 6,3 zijn. Zwolse Prioriteiten bij het relatiebeheer Aandachtsveld Situatie Opgaven Begeleiden van klanten door de gemeentelijke organisatie Er werkt een vestigingsteam Verdere professionalisering vestigingsteam, procesgerichte Verbetering van de dienstverlening w.b. Vergunningenverlening (bouw-, milieu-, Parkeervergunningen) Eenheden en afdelingen kennen nog te veel eigen rollen, belangen, prioriteiten Optimalisering van de dienstverlening aan bedrijven en stellingen. Tot stand brengen van een virtueel ondernemersloket, met gegevens van de KvK, belastingdienst en gemeente Gebiedsgericht overleg Er bestaat regulier overleg met de OndernemersverenigingenHanzeland van City Centrum, Marslanden en Voorst, Hessenpoort en Oosterenk-VrolijkhieidBerkum. Daarnaast is er het project Centrummanagement. Tot stand brengen van overleg Branchegericht overleg Er bestaat regulier overleg met de Branches detailhandel en transport & distributie en toerisme Tot stand brengen van overleg met de zakelijke diensten en de (para-) medische bedrijven en instellingen aansturing 40 De kracht van Zwolle D. Versterken van de positie van Zwolle als toeristische stad GSB-outputdoelstelling: Versterken van de positie van Zwolle als toeristische stad GSB outputindicator: Aantal toeristische dagbezoeken (volgens het continue vakantieonderzoek) Outputafspraak Het aantal bezoeken aan Zwolle is eind 2009 met 5% gestegen. Volgens het continue vakantieonderzoek was in 2003 het aantal bezoeken 4.214.000. Eind 2009 moet dit aantal derhalve toegenomen zijn tot 4.424.700. NB: we hebben nog meer meetbare ambities geformuleerd. Deze zullen de komende jaren in de begrotingscyclus worden meegenomen. Het betreft: a. Het uitbouwen van de bestaande evenementen en de ontwikkeling van 2 nieuwe evenementen met regionale of landelijke uitstraling b. Vergroten bekendheid van Zwolle als toeristische stad c. Toename overnachtingen in hotels d. Toename aantal overnachtingen (schepen) in de passantenhavens Eigen ambities 2005 –2009 a. Eind 2009 is het aantal evenementen met regionale of landelijke uitstraling toegenomen met 2 (situatie in 2004 = 3 evenementen) b. Eind 2009 is het aantal informatiecontacten van de VVV met 25% toegenomen. Situatie 1 november 2003: Aantal bezoekers: 44.888 Telefonische aanvragen: 14.783 E-mail: 2.500 c. Eind 2009 is het aantal overnachtingen in Zwolse hotels gestegen met 30%. situatie 2004: aantal overnachtingen ± 120.000 d. Toename aantal overnachtingen (schepen) met 15% Situatie 2003 Passantenhaven Katerveer: 1.000 Passantenhaven binnenstad: 2.200 Het economisch belang van toerisme ligt in een toename van het aantal bestedingen van mensen die niet in Zwolle woonachtig zijn. Dit is uiteindelijk weer uit te drukken in werkgelegenheid. Het belang van toerisme is overigens bij uitstek meer dan alleen economisch. Het ligt met name in het vergroten van de bekendheid van de stad. Het kan ´smoel´geven aan de stad. Ook belangrijk is dat de eigen bevolking ´profiteert´ van allerlei activiteiten op toeristisch gebied. Daarom liggen de toeristische belangen in het verlengde van bredere economische belangen. Wij hebben er baat bij dat de toeristische uitstraling past in de wijze waarop wij de stad verder vermarkten. Kortom, stadsmarketing en toeristische promotie horen hand in hand te gaan. Uit diverse analyses blijkt dat Zwolle veel potentie heeft (historische stad die toeristen veel te bieden heeft gelegen in de nabijheid van verblijfsgebieden als Noord-Veluwe, Vechtdal en Noord-Oost-Overijssel). 41 De kracht van Zwolle De toeristische sector in Zwolle heeft derhalve nog steeds groeiperspectieven, mede omdat ze tot nu toe nog onvoldoende tot wasdom is gekomen. Onvoldoende profilering, onbekendheid van Zwolle, onvoldoende organisatie van de toeristische sector gecombineerd met onvoldoende verblijfsmogelijkheden zijn hier aan debet. Toeristische speerpuntenvoor de stad Zwolle in de periode 2004-2009 zijn: - Afstemmen en verder uitbouwen evenementenaanbod - Profileren kunst, cultuur en evenementen - Vergroten van de hotelcapaciteit - Vergroten van de capaciteit voor (boot)passanten. - Verstevigen congresfunctie (congrestoerisme) Er ligt een sterke relatie met andere thema´s die in het binnenstadsprogramma aan de orde komen zoals versterken van de cultuurhistorische uitstraling, verlevendigen van winkel- en horecafunctie (funshoppen, terrassen, uitbuiten culinaire uitstraling), verbeteren van de openbare ruimte, bereikbaarheid en bewegwijzering. Organisatie en promotie Het daadwerkelijk realiseren van toeristische ambities, visies en projecten is afhankelijk van de slagkracht en het aanjagend vermogen dat uitgaat van de toeristische organisaties in de stad. Effectieve samenwerking tussen alle betrokken partijen en organisaties is essentieel. De gemeente kan daarin een initiërende rol vervullen. Het versterken van de productontwikkeling en het afstemmen van promotionele activiteiten staat in de komende periode voor ons centraal. In de uitvoering speelt de regionale VVV Kampen -Zwolle - Overijssels Vechtdal een belangrijke rol. E. Versterken van de positie van Zwolle als regionaal koopcentrum De nadruk ligt hierbij vooral op de binnenstad. De binnenstad is de meest dynamische plek van onze economie. Om de centrumfunctie te blijven vervullen, moet de binnenstad echter vitaal en aantrekkelijk blijven. In het onderdeel Binnenstad van dit meerjarig ontwikkelingsprogramma worden alle maatregelen opgenoemd. F. Verbeteren van de bereikbaarheid van Zwolle Gezien de toenemende drukte op de wegen rondom Zwolle als gevolg van de groei van Zwolle (meer inwoners en meer bedrijven) gecombineerd met nog steeds toenemende automobiliteit zijn substantiële verbeteringen nodig. Voor het economisch goed kunnen functioneren van bedrijven is primair de bereikbaarheid per auto of vrachtwagen het belangrijkste. Het gaat hierbij voornamelijk om de toegang tot de stad Zwolle (A 28), de buitenring waaraan een groot deel van de bedrijven- en kantoorterreinen ligt en de toegang tot de binnenstad (zowel voor het bevoorradend verkeer maar meer nog voor de consument uit de regio). Om de bereikbaarheid van Zwolle de komende jaren te verbeteren staan diverse concrete maatregelen op stapel die zich voornamelijk richten op de A 28, de Hanzelijn, de N35, de Ceintuurbaan en de afwikkeling van het verkeer van Stadshagen. Binnen de bdu-economie is het verbeteren van de bereikbaarheid als 0-ambitie opgenomen. Dit betekent niet dat er in Zwolle niets gebeurt. Hiervoor verwijzen we naar MOP deel B, onderdeel stadsspecifieke ambities, mobiliteit. 42 De kracht van Zwolle G. Beter vermarkten van Zwolle Bij veel Nederlanders is het matig bekend, dat Zwolle een gunstige plek is voor de vestiging van een bedrijf of voor een toeristisch bezoek. Hierdoor loopt Zwolle veel bezoekers en bedrijven mis en daarmee ook de inkomsten. Het is daarom wenselijk, dat het multifunctionele product Zwolle sterker onder de aandacht wordt gebracht. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van marketingprincipes en - technieken die gericht zijn op het profileren van Zwolle onder de gebruikers (bewoners, toeristische bezoekers, investeerders, ondernemers). Hierbij dient sprake te zijn van een modelmatige aanpak. Het helder benoemen van product/markt combinaties en de ingrediënten hiervan (product, prijs, plaats, promotie en politiek). Al veel jaren wordt gesproken over het belang van een integraal marketing en promotieplan voor de stad Zwolle. Dit heeft echter nog niet geresulteerd in een samenhangend en eenduidig plan. Vanuit het economische en toeristische beleidsveld willen we hiervoor een aanzet geven. Dit zullen we mede doen met onze partners op het economische beleidsterrein. Zij zijn immers belangrijke ambassadeurs voor de stad Zwolle. 2.5.3 Outputafspraken en inzet financiële middelen van het Rijk (zie ook kaders) Op basis van overleg met het ministerie van EZ waarbij beider wensen aan de orde zijn gekomen stellen we voor de financiële middelen voor de periode 2005-2009 (ad € 1.800.000) in te zetten op * herstructurering bedrijventerreinen (50%) * verbeteren van de dienstverlening aan ondernemers (15%) * stimuleren van de vernieuwing van de economie met name verbeteren kennisklimaat en ontsluiting breedband (15%) * versterken van de positie van Zwolle als toeristische stad met name in relatie tot de binnenstad (20%) In de tabel op de volgende pagina zijn ook de output doelstellingen en GSB-afspraken met het Ministerie van EZ samengevat.. 43 De kracht van Zwolle Tabel: outputafspraken en inzet financiële middelen van het Rijk Outputdoelstelling Outputafspraken en bijdrage uit BDU Economie Vestigingslocaties 1 Verbeteren aanbod nieuwe bedrijventerreinen 2 Verminderen aantal verouderde 1 Eind 2009 is planologisch geregeld: - Hessenpoort II, - Opvolger Marslanden G 2 Eind 2009 is het aantal verouderde bedrijventerreinen - Voorst - Marslanden 15 ha bruto bedrijventerreinen 100 ha netto 40 ha netto Afgenomen met 55 ha 40 ha bruto BDU: € 900.000 Vernieuwing economie 1 Vergroten kennisoverdracht van onderwijs 1 Stimuleren project Zwolle Kennispoort. Dit moet eind 2009 naar bedrijfsleven en omgekeerd 2 verbeteren digitale bereikbaarheid leiden tot de oprichting van minimaal 6 kenniskringen 2 Eind 2009 is de aanbestedingsronde van het vraagbundelingstraject, gericht op het aansluiten van (semi-) publieke instellingen op een fysiek netwerk, dat voorziet in de huidige en toekomstige behoefte, afgerond. BDU: € 270.000 Dienstverlening aan ondernemers 1 Toename tevredenheid 1 Eind 2009 is het rapportcijfer dat Zwolle heeft gekregen van ondernemers over de bedrijven en instellingen voor de gemeentelijke gemeentelijke dienstverlening dienstverlening aan ondernemers gestegen met 0,5. In 2002 was het rapportcijfer 5,8, in 2009 moet het derhalve een 6,3 zijn. 2 Aansluiting bij het nationaal elektronisch loket 2 Zwolle sluit zich per 1-1-2005 aan bij het ondernemersloket van kamer van koophandel en belastingdienst volgens poortmodel B BDU: € 270.000 Toerisme (en binnenstad) Toename aantal toeristische dagbezoeken Het aantal bezoeken aan Zwolle is eind 2009 met 5% gestegen. Volgens het continue vakantieonderzoek was in 2003 het aantal bezoeken 4.214.000. Eind 2009 moet dit aantal derhalve toegenomen zijn tot 4.424.700. BDU: € 360.000 44 De kracht van Zwolle 2.6 Verstedelijkingsopgave waarmaken. `Wonen in en om de stad`. 2.6.1 PROBLEEMSCHETS De context. Zwolle is de centrumstad voor een regio van tussen een half en 1 miljoen mensen. De opgave van de stad is de kwalitatieve en kwantitatieve groei zodanig te accommoderen dat de stad aantrekkelijk is voor de Zwollenaren en voor zijn bezoekers. In `de kop op het Mop`( paragraaf 2) is de veelzijdigheid en complexiteit van de opgave al aangegeven. Het is een spannend traject met grote uitdagingen die samen met de partners in de stad, met provincie en rijk opgepakt wordt. De opgave heeft betrekking op ruimte in de bestaande stad en aan de rand van de stad. Werken in de bestaande stad met zijn grote verschillen in belangen is een emotievolle opgave die vraagt om visie, durf en draagvlak. Specifiek voor Zwolle is de ligging in de IJssel en Vecht Delta en daarmee de relatie van de ruimteopgave met dit interessante kansen en bedreigingen biedende watersysteem. De geografische ligging op de verbindingen van Zuid met Noord Nederland voor zowel rail als wegverkeer werkt voor Zwolle zelfs als een richtinggevende context. Relatie planvorming, structuurplan De verstedelijkingsopgave komt niet zomaar uit de lucht vallen. Op het niveau van visievorming en programma is inmiddels het nodige gereed (economische beleidsnota’s binnenstadsprogramma, programma infrastructuur en parkeren) of in wording zoals woonvisie, milieuvisie, structuurplan. Als voorloper op het structuurplan zijn er stadsdebatten gevoerd. De structuurplanperiode heeft qua realisatie nauwelijks invloed op de MOP opgave omdat nieuw beleid eerst uitgewerkt moet worden in plannen. De opgave De opgave betreft wonen, werk, voorzieningen op het gebied van onderwijs, sport, recreatie, cultuur, gezondheidszorg, winkelen, uitgaan etc en het bereikbaar houden en maken zowel qua infrastructuur als qua veiligheid. Voor de periode 2005-2009 zijn veel van de plannen, als het om realisatie gaat, gereed of in een vergevorderd stadium. Wonen GSB outputdoelstelling: Wonen Betere balans vraag en aanbod op gebied van wonen GSB outputindicator: Mutaties in de woningvoorraad, uitgesplitst naar: 1. Aantallen nieuwbouw: a. op uitleglocaties; b. op locaties binnen bestaand bebouwd gebied van 2000 i.v.m. de uitbreidingsbehoefte; c. op locaties binnen bestaand bebouwd gebied van 2000 i.v.m. vervangingsbehoefte; 2. Aantallen omzettingen: a. mzetting huurwoningen in koopwoningen; b. vernietigde woningen 3. Aantallen ingrijpende woningverbeteringen 4. Toename aantal volledig toegankelijke woningen. 45 De kracht van Zwolle Woningbouw omvat ruim 4500 woningen, waarvan 870 binnenstedelijk, in vijf jaar. Dat is een gigantische opgave gezien de recente productie in een stagnerende economie. De economie stagneert nog steeds, maar door in te spelen op de gewijzigde vraag door de diverse partijen moet het gaan lukken. De woningbouw zal voor ca. 2/3 deel plaatsvinden in de uitleglocatie Stadshagen I en vanaf 2006 in Stadshagen II. De opgave in enge zin zal zijn om voldoende en op de vraag afgestemde woningen te bouwen; in brede zin is de opgave Stadshagen te ontwikkelen tot een volwaardig dynamisch stadsdeel, waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd wordt. In Stadshagen zijn er voorzieningen voor eigen inwoners, voor andere bewoners van en mogelijk voor de regio. De ontwikkeling van de hoofdinfrastructuur voor auto, openbaar vervoer en de fiets is een belangrijke randvoorwaarde. Spannend wordt het financieel rond krijgen van de Hoofd Infrastructuur Stadshagen (HIS), die zorgt dat Stadshagen bereikbaar is en een aantrekkelijk leefklimaat biedt. De overige woningbouw zal plaatsvinden in enkele kleinere uitlegprojecten waar het initiatief bij derden ligt en verder via een groot aantal locaties binnen bestaand stedelijk gebied. De grootste locaties betreffen Holterbroek en Kamperpoort. Bij Holterbroek loopt de stedelijke herstructurering, dit zal afgerond worden in de onderhavige periode en er zal een vervolg komen. Kamperpoort zal vanuit een nota van uitgangspunten in fases worden herontwikkeld en daarnaast wordt gewerkt aan het verder uitlijnen en concretiseren van de inhoudelijke opgave en de ontwikkelingsstrategie. Werk en bedrijvigheid zullen hun plaats vinden op de bedrijventerreinen Hessenpoort I met als vervolg Hessenpoort II voor de grote, regionale bedrijven en op De Marslanden voor de middelgrote bedrijven. Naast deze uitleglocaties zal er ook het nodige gebeuren qua herstructurering en optimalisering van de bestaande bedrijventerreinen zoals Voorsterpoort, Voorst, de Marslanden en De Vrolijkheid, gericht op verduurzaming, verdichting, vernieuwing. Belangrijk afweging is functiewisseling van bedrijfsterrein naar andere functies, waarbij zowel economische- en milieuaspecten, de stedelijke structuur en de ruimtelijke, sociale kwaliteit van de stad als geheel een rol spelen. In het structuurplan in wording zullen belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. Voor de werkgelegenheid, maar ook de maatschappelijke ontwikkeling, het binden van mensen is stadseconomie belangrijk. Dat heeft gevolgen hoe we als gemeente omgaan met de bestaande stad en de nieuwbouw van woningen cq woningen plus. Gevaar is dat ambitie blijft steken in beleid door niet op de ambitie afgestemde regelgeving en houding. Voorzieningen GSB outputdoelstelling: Omgevingskwaliteit: cultuurimpuls Verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving door het integraal benutten en borgen van culturele kwaliteiten in de praktijk van de stedelijke vernieuwing. GSB outputindicator: Aantal wijken waar fysieke culturele kwaliteiten aantoonbaar en integraal deel uitmaken van de gebiedsontwikkeling, en de mate waarin deze kwaltiteiten zijn geborgd in lokale planfiguren en beleid. GSB outputdoelstelling: Omgevingskwaliteit: openbare ruimte De verbetering van de kwaliteit van de (semi-)openbare ruimte GSB outputindicator: Oppervlak (in m2 of ha) openbare ruimte waarbij sprake is van een kwaliteitsimpuls 46 De kracht van Zwolle Voorzieningen in brede zin zijn aanwezig en worden vernieuwd en samengevoegd of er komen nieuwe voorzieningen, passend bij de functie en schaal van Zwolle als centrumstad voor 1 miljoen mensen. Met uitzondering van Stadshagen zullen deze mutaties plaats vinden binnen de bestaande stad. Dat zijn ingewikkelde langlopende trajecten. Randvoorwaardelijk is dat de bereikbaarheid verzekerd is en de openbare ruimte afgestemd op toenemende aantallen gebruikers. De binnenstad en de ring daarom heen zijn de belangrijkste gebieden. Voor de bereikbaarheid is de infrastructuur en vooral het parkeren (auto, fiets) van essentieel belang en daarnaast de kwaliteit van de openbare ruimte. Het binnenstadsprogramma geeft de koers aan en het programma gericht op realisatie. Maar er zijn meer concentratiegebieden zoals ISALA ziekenhuis, FC Zwolle stadion en in relatie daarmee de aanpassing van de weginfrastructuur, De Deltion unilocatie, VU Windesheim en in relatie daarmee de aanpassing van de infrastructuur. Voor nieuwe ontwikkelingen op wat langere termijn zal het structuurplan ruimte moeten geven. Randvoorwaarden In samenhang met de opgave van deze primaire functies zijn er drie functies die zowel randvoorwaardelijk als op zichzelf van belang zijn, te weten de groenstructuur, het milieu en de infrastructuur GSB outputdoelstelling: Omgevingskwaliteit: groen in de stad De verbetering van grootschalig groen in de stad. GSB outputindicator: Het aantal grootschalige groenprojecten met bijbehorend oppervlak (ha). De groenstructuur vervult veel functies, het bepaalt het gezicht van de stad, geeft structuur, verbindt de stad met zijn omgeving en biedt ruimte voor natuur en mensen die er recreëren. Groen kan in dit verband ook verbreed worden tot water. De groene vingersstructuur wordt hogelijk gewaardeerd en is van belang om daar op voort te bouwen. Specifiek is er de opgave om meer ruimte te geven aan het water. De groei van de stad leidt tot druk op de bestaande structuur enerzijds qua gebruik en anderzijds tot de vraag of er niet gebouwd mag worden. De toename van gebruik leidt ertoe waar mogelijk te investeren in parken en groenstructuur, zo mogelijk in combinatie met water. Een afweging of op plaatsen toch niet gebouwd kan worden op plaatsen waar nu groen is moet mogelijk blijven met inachtneming van het voorgaande. Concreet ontstaat er een nieuw hoofdinfrastructuur groen in Stadshagen en wordt er geïnvesteerd in park Weezenlanden en delen van het trace Westerveldse A. Hoewel niet nieuw geeft de plattelandsontwikkeling en het waterbeleid nieuwe mogelijkheden om stad en land te verbinden en tot meerwaarde te komen. Deze mogelijkheden gaan we benutten. 47 De kracht van Zwolle Milieu GSB outputdoelstelling: Omgevingskwaliteit: bodemsanering Sanering van de bodemverontreiniging in het stedelijk gebied (inclusief nazorg en asbest) GSB outputindicator: Aan te pakken deel van de werkvoorraad gerelateerd aan het landsdekkende beeld bodemsanering in aantallen (sanering en onderzoek), m2 en m3 (oppervlakte en in de bodem aanwezige ernstig verontreinigde grond) en m3 (te saneren verontreinigd) grondwater en bpe’s (bodemsaneringsprestatieeenheden) Vermelden welk deel hiervan door sanering in eigen beheer tot stand zal komen (zonder overheidsbijdrage in de financiering) GSB outputdoelstelling: Omgevingskwaliteit: geluidssanering Verbetering van de geluidsisolatie bij de zgn. A- en railwoningen. GSB outputindicator: Aantal A- en railwoningen (absoluut en als percentage van het totaal in de gemeente) waar de saneringssituatie aan het eind van het ISV2 tijdvak is opgelost GSB outputdoelstelling: Omgevingskwaliteit: luchtkwaliteit Verbetering van de binnenstedelijke luchtkwaliteit. GSB outputindicator: Het aantal meters wegvak dan naar redelijke verwachting onder de normen uit het Besluit luchtkwaliteit wordt gebracht. Het milieu kent vele gezichten. Aan de ene kant maken we bij onze verstedelijkingsopgave gebruik van het bestaande prettige milieu: landschap, natuur, watersysteem en proberen we aantrekkelijke leefmilieus te scheppen en aan de andere kant heeft de verstedelijking negatieve effecten op ons ´grijze´ en ´groen-blauwe´milieu. In het kader van de stedelijke ontwikkeling leidt de vraag naar binnenstedelijk bouwen bijvoorbeeld tot een hogere prioriteit voor bodemsanering; het toenemende gebruik van de infrastructuur, al of niet in combinatie met binnenstedelijk bouwen ,leidt tot problemen mbt geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Dit vraagt enerzijds om maatregelen en slim omgaan met functies, maar ook de acceptatie dat in de afweging van voor en nadelen van een plek de milieusituatie niet overal optimaal hoeft te zijn voor de gebruikers / bewoners. Op basis van milieukaarten zal de milieukwaliteit van de stad gedifferentieerd in beeld worden gebracht en via de milieuvisie en de watervisie zal de raad richting bepalen en prioriteiten stellen. Vooralsnog wordt voortgegaan op eerder ingezet beleid. Infrastructuur is in een groeiende stad een essentiële randvoorwaarde, die vanuit de financiële problematiek vaak te laat wordt ingevuld. Wil Zwolle aantrekkelijk blijven voor de Zwollenaren en voor haar bezoekers. Er is een helder beeld voor wat er nodig is in de stad voor wat betreft de infrastructuur voor de auto, het openbaar vervoer en de fiets, inclusief het parkeren. De 48 De kracht van Zwolle komende jaren zal fors geïnvesteerd moeten worden en zal vanwege de regionale functie nauw samengewerkt worden met de provincie. Naast het investeren in de infrastructuur zal ook het gebruik van de infrastructuur en het sturen daarop in regionaal verband (verkeersmanagement) opgepakt worden. De uit te voeren projecten in de periode 2005 –2009 richten zich met name op 1) Reconstructie van de Ceintuurbaan/N35 2) Hoofdinfrastructuur Stadshagen 3) Regionale projecten met participatie van de gemeente Zwolle a) Bereikbaarheid Regio Zwolle (BREZ, trekker provincie Overijssel) b) Bereikbaarheidsvisie Netwerkstad ZKP (trekker Netwerkstad) c) Benuttingenmaatregelen Hattemerbroek Zwolle en Afslag Ommen-Lankhorst (“ZSM 2”, trekker Rijkswaterstaat) d) Planstudie A28 (trekker Rijkswaterstaat) e) HOV Kamperlijn (trekker provincie Overijssel) f) Realisatie Hanzelijn (trekker Rijkswaterstaat) Toekomst Het huidig ruimtelijke kader geeft geen antwoord op alle ruimtevragen; daarom wordt er gewerkt aan een nieuw structuurplan en gelijktijdig aan een woonvisie, parkeerbeleid, verkenning ontwikkeling landelijk gebied, een milieuvisie, een watervisie, recreatievisie e.d. Deze exercities moeten leiden tot een nieuw ruimtelijk kader voor de middellange termijn en tot (aktie) programma´s. Duidelijk is dat een belangrijk deel van de ruimte gevonden moet worden binnen de bestaande stad door functieverandering, intensiever grondgebruik, slimme oplossingen wat betreft meervoudig ruimtegebruik etc. Dat zijn lastige en veelal langdurige trajecten, die vragen om andere werkwijzen gezamenlijk met partners in de stad, om een investeringsstrategie voor qua vastgoed etc. Daarom is er een nadere verkenning van het fenomeen inbreiden, c.q. intensiveren grondgebruik in Zwolle. Inbreiding GSB outputdoelstelling: Zorgvuldig ruimtegebruik: Per saldo intensiveren van woningbouw binnen bestaand bebouwd gebied GSB outputindicator: Saldo toe te voegen woningen in bestaand bebouwd gebied 2000. De inbreidingsopgave. Wat is inbreiden nu eigenlijk? Inbreiden wil zeggen dat er binnen de grenzen van de bebouwde kom gebouwd wordt. De ene locatie leent zich hier beter voor dan de andere. Het is niet zo dat er in de stad ‘lege plekken’ zijn, waar eenvoudig gebouwd kan worden. Elke plek in de stad heeft één of meerdere functies. Bij inbreiden zal daarom altijd sprake zijn van het (deels) opheffen, dan wel verplaatsen van de bestaande functie. Omdat er een fors programma in de bestaande stad ingebreid moet worden, zal er ook sprake zijn van intensief en meervoudig ruimtegebruik. Inbreiding zal gepaard moeten gaan met kwaliteitsverbetering en structuurversterking. 49 De kracht van Zwolle Voorbeelden van locaties in Zwolle die zich lenen voor inbreiding zijn: - Open plekken met een park-, sport-, plein- of parkeerfunctie. Bij parkeerplaatsen (bijv. Turfmarkt) zal er altijd sprake moeten zijn van verplaatsen van de functie. Bij parken en pleinen ligt het aan het gewicht dat aan de functie wordt toegekend, dat is een afweging. - Bestaande woonwijken. In de bestaande wijken kan sprake zijn van herstructurering; sloop en nieuwbouw waardoor de sociale, fysieke en soms economische wijkstructuur verbeterd wordt. In de meeste gevallen is hier echter geen sprake van verdichting, tenzij de bebouwing aaanzienlijk hoger wordt Het is ook mogelijk dat in wijken op ‘open plekken’ van beperkte omvang woningen of voorzieningen (bijv. multifunctionele accommodaties) worden gebouwd. - Verouderde bedrijventerreinen kennen we nauwelijks in Zwolle, voorbeelden zijn het DSM terrein en het terrein Oude Almelose kanaal. Hierbij is sprake van functieverandering en verdichting. Bestaande bedrijventerreinen (bijv. Vrolijkheid, Voorst A, delen Marslanden) worden wel geherstructureerd worden, waarbij de functie niet veranderd, maar er sprake is van verdichting, kwaliteitsverbetering en duurzame ontwikkeling. De resultaatverplichting is hiervoor opgenomen in de prioriteit `Vitalisering van de economie`. - Locaties langs de hoofdinfrastructuur (A28, Zwartewaterallee). Op deze locaties zijn verschillende functies aanwezig, vooral bedrijvigheid en voorzieningen. Deze locaties lenen zich nadrukkelijk voor intensivering en meervoudig ruimtegebruik van voornamelijk economische programma’s. Wellicht kunnen deze ook een rol voor wonen spelen. - Locaties rond de binnenstad (bijv. ziekenhuis Weezenlanden, belastingkantoor). Deze locaties lenen zich voor stedelijke functies, zoals stedelijk wonen, waar Zwolle een tekort aan heeft. - Spoorzone. Deze zone kan een rol spelen bij het vestigen van alle programma’s. De mate van dichtheid en functiemenging is afhankelijk van de uiteindelijke inbreidingsopgave. Inbreidingsopgaven zijn zeer complex en tijdrovend. Er is meestal geen sprake van gemeente eigendommen, maar wel van meerder eigenaren, met diverse belangen. Functies moeten verplaatst worden, naast dat dit kostbaar is, zal er ook een vervangende locatie beschikbaar moeten zijn. Inbreiding betekent ook een intensiever gebruik van de bestaande infrastructuur. De vraag is in hoeverre de bestaande infrastructuur deze toename aan kan. Staat de bereikbaarheid van de inbreidingslocaties niet bij voorbaat al onder druk? De bereikbaarheidsproblemen moeten vooraf worden opgelost, niet achteraf. De leefomgevingskwaliteit mag door de inbreiding niet in het geding zijn. Het stedelijk groen is een belangrijk aspect van de leefomgevingskwaliteit. Het ligt dan ook niet voor de hand de parken voor inbreiding op te offeren. De parken zullen wel anders en intensiever gebruikt gaan worden. Er zal sprake zijn van meervoudig groengebruik. Bij inbreiding is er per definitie sprake van meervoudige milieuproblematiek. Denk maar aan bodemvervuiling, geluidhinder, externe veiligheid etc. Er zal een creatieve manier gevonden moeten worden om met de verschillende milieuaspecten om te gaan. Inbreiding zal ook leiden tot verandering van de sociale cohesie in de stad. De inwoners van Zwolle zijn positief over hun stad (Verwey-jonker rapport, 2003). Zwollenaren koesteren hun stad en zijn bereid zich als vrijwilliger in te zetten. Het wijkgevoel wordt nadrukkelijk ervaren. De binnenstad is er voor het vertier (winkelen, horeca, cultuur, evenementen), maar het dagelijkse leven speelt zich in de wijken af, waar we boodschappen doen, samenhang vinden, elkaar ontmoeten en terecht kunnen voor primaire voorzieningen. De mooie binnenstad, de rust, ruimte en het groen in de stad, de voorzieningen (o.a. onderwijs en zorg), de goede 50 De kracht van Zwolle werkgelegenheid, het aantrekkelijke buitengebied met de recreatiemogelijkheden in de omgeving, de centrale ligging zowel ten opzichte van het Noorden als de Randstad, de goede verbindingen per spoor en weg en dat alles op een overzichtelijke schaal, maken van Zwolle een prettige stad om te wonen. In hoeverre kunnen we de genoemde kwalificaties vasthouden als er fors wordt ingebreid?…… Dat er sprake zal zijn van een forse inbreidingsopgave is evident. Ook in de Nota Ruimte wordt aangegeven dat de bestaande stad benut moet worden voor een groot deel van de programma’s. De vraag is hoe ver moeten we gaan. Welke gevolgen zijn nog aanvaardbaar? Hoe wegen we de sociale en fysieke kwaliteiten? Het is vrijwel uitgesloten dat het totale programma voor wonen, werken en voorzieningen in de bestaande stad is in te breiden. Er zal dan ook altijd behoefte blijven aan uitleglocaties. Ook al omdat de complexiteit van de inbreidingsopgave niet strookt met het aantal jaarlijks op te leveren woningen……………. Zwolse doelstelling inbreiden. Voortzetten van de bestaande herstructureringsprojecten en voorsorteren op nieuwe herstructurering Plannen maken voor verdichten van bestaande woonwijken en meervoudig grondgebruik in de stad Intensivering en functieverandering en –menging in de schil rond de binnenstad Visie ontwikkelen voor transformatie van de spoorzone gericht op intensivering en functieverandering 2.6.2 DOELSTELLINGEN (abstract) Verstedelijking De verstedelijkingsopgave richt zich op de doorontwikkeling van Zwolle naar een krachtige centrumstad. Het betreft een evenwichtige ontwikkeling in de zin van een complete stad waarin het goed wonen werken en verblijven is. De opgave richt zich op de bestaande stad en op uitbreiding van de stad en inbedding van de in zijn omgeving. De verstedelijking vindt plaats op basis van visie, programma en project met op ieder niveau een goede afstemming met betrokkenen en op basis van betrokkenheid. 2.6.3 VERTALING NAAR DE BEGROTINGSPROGRAMMA´S De vertaling is terug te vinden bij de programma’s van de pijler fysiek 51 De kracht van Zwolle 2.6.4 Formuleren van meetbare prestaties De Zwolse en GSB opgaven zijn opgenomen tussen de verschillende opgaven. In bijlage B zijn prestaties nader uitgewerkt. GSB outputdoelstelling: Open doelstelling: fysieke voorwaarden voor aantrekkelijke sociale en veilige omgeving. Fysieke ruimte scheppen voor sociale voorzieningen GSB outputindicator: samen met rijk opstellen 2.6.5 STRATEGIE 2005 -2009 De strategie voor de kortere termijn is opgenomen onder de diverse lopende programma’s, zowel facet of themaprogramma´s (bijvoorbeeld parkeren) als gebiedsprogramma´s (bijvoorbeeld binnenstad). Voor de langere termijn zal het programma voor het structuurplan maatgevend zijn. In ieder geval zal samenwerken met diverse publieke en private partners een must zijn om de ambitieuze doelstellingen te halen. 2.6.6 WELKE PARTNERS DOEN MEE - Private partijen - Provincie - Rijk. Bijzonder punt is de samenwerking in de netwerkstad Zwolle-Kampen en de samenwerking op regionaal niveau gezien de centrumpositie van Zwolle. 52 De kracht van Zwolle 2.7 ZWOLLE CULTUREEL 2.7.1 PROBLEEMSCHETS In de bestuurlijke reactie op het het rapport stadsdebat staan de volgende uitgangspunten: “ Meer dynamiek en kwaliteit als het gaat om cultuur en evenementen vinden ook wij belangrijk. Wij gaan dat ook zoveel mogelijk stimuleren en faciliteren, maar het is iets dat ook uit de stad zelf moet komen. Wij zien veel in het stimuleren van kleinschalige initiatieven, evenementen (groot en klein) en cultuuruitingen in de hoop dat ze kunnen uitgroeien tot activiteiten met een promotionele waarde voor onze stad. Wij kiezen voor het van onderop stimuleren en faciliteren van cultuur en evenementen, zonder gericht in te zetten op het aantrekken van een grootschalig evenement van buitenaf.” “Het toeristisch profiel van onze stad kan met het beter benutten van de huidige kwaliteiten versterkt worden en daar gaan wij dan ook op inzetten.” Analyse. Uit het stadsdebat en de SWOT-analyse blijkt dat inwoners van Zwolle over het algemeen heel tevreden zijn over Zwolle. Eén van zorgpunten is echter dat het wel dynamischer en flitsender mag, met name in en rondom de binnenstad. Culturele uitingen op kleine schaal, grote evenementen met regionale dan wel landelijke uitstraling, jongeren die Zwolle intenser beleven. Het is er allemaal tot op zekere hoogte wel, maar het mag meer! Wij zien daarnaast in de SWOT nog een aantal elementen die van belang zijn voor dit thema: Zwolle heeft soms nog te weinig lef voor bijzondere evenementen. Zwolle heeft in de breedte veel kwaliteiten te bieden, maar deze worden nog niet ten volle Zwolle kan nog een culturele impuls gebruiken, los van het theater dat in ieder geval Zwolle maakt te weinig gebruik van haar inwoners bij het op de kaart zetten van Zwolle, het Het bestuur moet meer oog hebben voor haar eigen rol. Niet alles zelf willen doen, maar benut. gerealiseerd wordt. nemen van initiatieven. vooral faciliteren, randvoorwaarden schappen en mobiliseren. De onlangs uitgekomen Atlas voor Gemeenten 2004 meldt bovendien dat uit cijfers blijkt dat de aanwezigheid van veel creatieve mensen in een stad de beste garantie is voor een toename van de werkgelegenheid. De economische groei in de noordvleugel van de Randstad houdt er rechtstreeks verband mee. Onderzoek vanuit deze Atlas toont aan dat niet zozeer hoogopgeleiden de motor achter de moderne economie zijn, maar mensen met innovatieve ideeën. Hoe omvangrijker de creatieve klasse, des te groter de werkgelegenheidsgroei. Die creatieve klasse waardeert een rijk cultureel aanbod, een historische binnenstad en een goede bereikbaarheid. Als deze basisvoorwaarden aanwezig zijn, zal men meer moeite doen zich blijvend te vestigen in de gemeente, wat weer een zeer gunstig effect heeft op de lokale economie en de waardering van het klimaat in de stad. Overigens geldt dit ook voor bijvoorbeeld het investeren in betaalbare woningen op acceptabele afstand van de binnenstad. 53 De kracht van Zwolle Bij zoveel artistieke en kunstzinnige studenten als Zwolle binnen zijn stadsmuren ontvangt is het hebben van ruimte om te werken een minstens zo belangrijke voorwaarde. Ambitie: In 2010 zijn wij er zichtbaar in geslaagd de dynamiek van Zwolle te vergroten en het culturele klimaat te versterken vanuit onze rol als facilitator en stimulator. 2.7.2 DOELSTELLINGEN 1. Continueren en verder versterken van het in gang gezette cultuurbeleid 2000-2004 in het volgende culturele profiel 2005-2008. 2. Inzetten op het continueren en versterken van evenementen / festivals in en rondom de Binnenstad gebaseerd op een nieuwe nota Evenementenbeleid. 3. Vergrote van culturele potentie in de Zwolle. Meer dynamiek, evenementen en cultuur in de stad realiseren we niet alleen door cultuurbeleid te voeren en evenementen stimuleren. De inrichting van de binnenstad, de aanwezigheid van creatieve mensen in de stad, de aanwezigheid van jongeren en vooral studenten dragen hieraan ook in belangrijke mate bij. Maar ook de combinatie van dingen in de stad maakt dat het levendig, dynamisch en cultureel wordt. Goede restaurants met landelijke uitstraling, theater (klein- en grootschalig), horeca en een creatief alternatief winkelaanbod moeten elkaar versterken. Dat zorgt voor extra dynamiek. Dit betekent dat het vergroten van de culturele potentie veel te maken heeft met een aantal andere prioriteiten uit het MOP (dynamiseren economie, jongeren en binnenstad). Het is duidelijk dat wij als overheid vooral randvoorwaarden kunnen creëren en stimuleren van bepaalde activiteiten. Uitstralen dat we het belangrijk vinden en dat, daar waar mogelijk, met concrete acties ondersteunen. De echte kracht echter moet vooral uit de stad zelf komen. 2.7.3 MEETBARE PRESTATIES Continueren en versterken van het in gang gezette cultuurbeleid Vaststellen culturele profiel 2005-2008 2004 Realiseren van museum voor moderne en hedendaagse kunst 2004 Realiseren GPA 2006 Realiseren Tanerij als nieuw cultuurplein 2006 Inzetten op continueren en versterken van evenementen / festivals Nota evenementenbeleid 2005 Manifestatieterrein park de Weezenlanden realiseren 2005 Realiseren Rode Torenplein als evenementenplein 2006 Horecamogelijkheden in binnenstad vergroten 2007 Inzetten op continueren van evenementen als bevrijdingsfestival, Straatfestival en stad als theater 2005-2008 Vergroten culturele potentie in Zwolle Continueren van de culturele werkplaats 2005-2009 Broedplaatsen voor kunst en cultuur verder stimuleren 2005-2009 54 De kracht van Zwolle Ontwikkelen van culturele strategie voor nieuwbouwlocaties 2006 Realiseren van stimuleringsbudget kleinschalige cultuuruitingen 2007 Versterken van het netwerk “creatieve klasse” 2008 2.7.4 STRATEGIE In feite kent het vergroten van de culturele potentie twee strategieën Enerzijds zoveel mogelijk de goede dingen die de afgelopen jaren zijn gerealiseerd, behouden. Het op peil houden van de voorzieningen en daar waar mogelijk verder uitbouwen. De ontwikkelingen rond de Broerenkerk, de festivals, Hedon en de Culturele Werkplaats dragen bij aan een aantrekkelijk profiel voor Zwolle, maar ook het hebben van een aantal goede basisvoorzieningen, zoals het Filmhuis, Odeon een GPA moet niet worden onderschat. Hetzelfde geldt voor de festivals en evenementen. Het bevrijdingsfestival is belangrijk voor Zwolle, evenals een festival als de stad als theater. Ook het straatfestival trekt ontzettend veel bezoekers. Een goede nota evenementenbeleid is een belangrijk vertrekpunt. Niet alleen vanuit het willen reguleren van beleid, maar juist ook om zichtbaar te maken hoe we kunnen faciliteren en stimuleren. Aan de andere kant willen we investeren in de potentie van de stad. Hoe versterken we de initiatieven. Wij denken door stimuleringsbudgetten beschikbaar te hebben, maar ook door actief op zoek te gaan naar de creatieve klasse, waar in het rapport Atlas voor gemeenten over wordt gesproken. Hoe we dat gaan doen werken we het komende jaar verder uit. 55 De kracht van Zwolle 2.8 Integraal veiligheidsbeleid 2.8.1 Probleemschets en reikwijdte De kwaliteit van wonen, werken en leven in Zwolle wordt in hoge mate medebepaald door het niveau van veiligheid. Veiligheid geldt in Zwolle als basisvoorziening: voor ontwikkeling, welbevinden en omgang. Het tegengaan van (jeugd)criminaliteit, van overlast, van onveiligheidsbeleving en het verkleinen van de kans op onveiligheid staan daarbij voorop. Voorkomen en aanpakken, maar ook het inschakelen van zorg en inzet voor een weer normaal functioneren bij bijvoorbeeld “draaideurcriminelen” en overlastgevende dak- en thuislozen moeten daarbij uitgebalanceerd hand in hand gaan. Er wordt nauw samengewerkt door alle betrokken partijen om, stedelijk waar dat moet en in de wijk waar dat kan, veiligheid te verbeteren. Daarbij vinden wij het belangrijk wat de Zwolse burger en ondernemer van die inspanningen windt, hoe het staat met het “veiligheidsgevoel”. Die objectieve cijfers laten zien dat het beeld van Zwolle als geheel, vergeleken met de veiligheid in andere grote gemeenten, relatief gunstig is. De inzet van de afgelopen jaren werpt vruchten af. Goede voorbeelden zijn de integrale aanpak van overlastgevende dak- en thuislozen en harddrugsgebruikers, de inzet op jeugd via het programma jeugd & veiligheid en de op veiligheid en leefbaarheid gerichte activiteiten in het kader van veilig wonen, veilig ondernemen en veilig voelen. Ook tegengaan van huiselijk geweld en loverboy-praktijken zijn gestart, en er zijn goede resultaten behaald bij de aanpak van criminele Antillianen en Arubanen en veelplegers, waarbij de inzet van de gemeente zo veel mogelijk is gericht wordt op voorkomen en begeleiden. Ook de Binnenstad van Zwolle doet het relatief goed ten opzichte van de binnensteden van 15 vergelijkbare Nederlandse gemeenten. Er wordt bijvoorbeeld al meer dan 10 jaar nadrukkelijk ingezet op veilig uitgaan. Samen met horeca en politie is camerabewaking gerealiseerd, het horecapersoneel heeft anti-agressiecursussen gevolgd, vrijwillige horecascans in het kader van veilig ondernemen worden uitgevoerd en er is een jaarlijkse campagne ´Outgaan in Zwolle´ (tegen overmatig alcoholgebruik) in het uitgaansleven onder jongeren. Met een fors aantal ondernemers zijn acties uitgevoerd om de winkelcriminaliteit tegen te gaan, bijvoorbeeld via onderlinge alarmering en trainingen. De verlichting wordt verbeterd. Tijdens de zomermaanden en bij openlucht-festiviteiten zoals de Blauwvingerdagen wordt de zakkenrollerij ook preventief bestreden. “Niets erin, niets eruit” geldt als slogan bij het aanpakken van autocriminaliteit en waar jeugdoverlast de kop op steekt volgt gezamenlijke actie. Andere activiteiten bij het tegengaan van verloedering van de Binnenstad zijn de geplaatste plaszuilen, veiligheid rond pinautomaten en de actie “Stappen kan rustig”. Dit alles komt ook aan de bezoekers uit de regio ten goede. Wij beschouwen de Binnenstad als een “smeltkroes” die bepalend is voor het gezicht van Zwolle: wij hechten veel belang aan het hebben èn houden een veilige Binnenstad en willen daar de komende jaren specifiek op inzetten. Al met al hebben wij een redelijk optimistisch beeld onze stad Zwolle. 56 De kracht van Zwolle Maar dat kan veranderen, bijvoorbeeld door de stevige groei van de stad de komende jaren en overloop uit andere steden, met als effect een ongewenste ´inhaalslag´. Daarom zullen wij nadrukkelijk blijven inzetten op de integrale aanpak van veiligheid. 2.8.2 Doelstellingen Stedelijk: Toename van de veiligheidsbeleving bij de Zwolse burger (op stedelijk niveau, in de wijken Afname van criminaliteit en geweldsdelicten door volwassenen en jeugdigen met speciale en in de Binnenstad) aandacht voor veelplegers, risico-jeugdigen, criminele Antillianen/Arubanen, loverboys en problematische dak- en thuislozen/drugsgebruikers Afname van (herhaling van) huiselijk en relationeel geweld Voldoene inzet toezichthouders waarborgen Uitwerken en versterken van de ketenaanpak externe (fysieke) veiligheid/rampenbestrijding Kwalitatieve verbetering registratie doelgroepen en monitoring Gebiedsgericht: Afname van criminaliteit in risicogebieden door een gebiedsgerichte aanpak: veilig ondernemen: beveiliging van bedrijventerreinen; afname van criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers, afname van winkelcriminaliteit in met name winkelcentra en winkelstraten; veilig wonen: het bevorderen van inbraakpreventie; beveiliging van parkeerterreinen en vermindering autocriminaliteit; afname van fietsendiefstal Afname van overlast door problematische dak- en thuislozen/harddrugsgebruikers: uitvoering van beheersplannen; een laagdrempelige voorziening waar burgers terecht kunnen met klachten; het ontwikkelen van instrumenten voor activering van de doelgroep Bevorderen van leefbaarheid en veiligheid ; het bevorderen van burgerschap en sociale samenhang en handhaving; toename verkeersveiligheid; afname jeugdoverlast Binnenstad Afname van criminaliteit en geweld in de Binnenstad: bevorderen veilig uitgaan (Veilig op Straat); afname van winkelcriminaliteit, zakkenrollerij en fietsendiefstal Het verbeteren van de stadsverlichting Afname van overlast: aanpak problematische dak- en thuislozen, problematische jongeren en stappers tegengaan van verloedering, bijvoorbeeld graffiti De doelstellingen worden gemeten via het jaarlijkse Veiligheidsbeeld, waarin onder meer de uitkomsten van het Omnibus-onderzoek en de politiegegevens worden opgenomen. 2.8.3 Vertaling naar de begrotingsprogramma´s De inzet ten behoeve van veiligheid strekt zich uit over meerdere begrotingsprogramma’s en organisatieonderdelen van de gemeente Zwolle: - programma Veiligheid - programma Leefbaarheid en Wijkgericht werken, deelprogrogramma Leefbaarheid - programma Volksgezondheid en Zorg, deelprogramma Maatschappelijke Opvang en Zorg. 57 De kracht van Zwolle 2.8.4 Meetbare prestaties GSB –outputdoelstelling: Het verminderen van de criminaliteit gepleegd door volwassen en jeugdige veelplegers, mede door de realisatie van preventieve maatregelen en een sluitend systeem van nazorg ten behoeve van deze doelgroep. GSB outputindicatoren: - Het percentage jeugdige en volwassen allochtonen en autochtone veelplegers waarvoor door een stad nazorg- en/of resocialisatietrajecten worden a.aangeboden en b. afgerond ten opzichte van het totale aantal geregistreerde jeugdige en volwassen veelplegers (in HKS) GSB –outputdoelstelling: Het verminderen van overlast op straat veroorzaakt door personen, mede door de realisatie van een sluitende aanpak van sociale opvang en hulpverlening gericht op overlastgevende personen. GSB outputindicatoren: Het percentage overlastgevenden dat in maatschappelijke opvang (24 uur per dag beschikbaar in crisissituaties) kan worden geplaatst ten opzichte van het totale aantal geregistreerde overlastgevenden. GSB –outputdoelstelling: Het verbeteren van de aanpak van huiselijk geweld, leidend tot een vermindering van (herhaling van) huiselijk geweld. GSB outputindicatoren: - Aanwezigheid van een convenant/arrangement tussen alle lokale partijen betrokken bij de aanpak van - De aanwezigheid van een advies- en meldpunt huiselijk geweld (uiterlijk geregeld in 2008). - Het aantal (eerste) meldingen van huiselijk geweld en van herhaling van huiselijk geweld (bron AMHG, huiselijk geweld. bij ontbreken) GSB –outputdoelstelling: Het verminderen van criminaliteit in risicogebieden en in de woonomgeving mede door een gebiedsgerichte aanpak. GSB outputindicatoren: Gegevens Trendrapportage en Veiligheidsbeeld GSB –outputdoelstelling: Open Zwolse doelstelling Voorkomen en bestrijden van jeugdcriminaliteit Outputindicatoren: - De sores op geprioriteerde risicofactoren in Zwolle-Zuid in het onderzoek naar risicofactoren en beschermende factoren (onderzoek Communities that Care) - De score op de probleemgedragingen ´jeugddelinquentie´ in het stedelijk onderzoek ´Communities that Care`. - Het aantal minderjarige verdachten (12-24 jaar) per 1000 jeugdige inwoners zoals dat blijkt uit de politiecijfers - Het percentage jongeren dat in het gemeentelijk onderzoek aangeeft de afgelopen 12 maanden wel eens criminaliteit te hebben gepleegd. 58 De kracht van Zwolle 2.8.5 Strategie 2005-2009 Meer programmatische aanpak De veiligheidsaanpak krijgt gestalte via het Programma Veiligheid, dat jaarlijks waar nodig wordt bijgesteld, met als onderdelen: Stedelijk: het ontwikkelen van actieprogramma’s ten aanzien van bepaalde (categorieën van) daders en delicten. Daarbij gaat het om veelplegers, risico-jeugd, huiselijk geweld, criminele Antillianen/Arubanen en overlastgevende dak- en thuislozen. De verwachting is dat door het toepassen van deze aanpak op bovengenoemde groepen de criminaliteit en overlast in de stad fors kan dalen. Gebiedsgebonden: het ontwikkelen van gebiedsgerichte programma´s Er zijn locaties die onder druk staan door een grotere mate van criminaliteit en overlast. Hierbij is een integrale aanpak nodig. Binnenstad: specifiek veiligheidsprogramma: het op peil brengen en houden van de veiligheid in de binnenstad. Dit is een apart programma omdat er sprake is van een complexe problematiek, grote toestroom van bezoekers en vele samenwerkingspartners. Er wordt een concreet actieprogramma opgesteld per doelgroep of gebied met realistische doelen, wijze van uitvoering, resultaatmeting en inzicht in financiën. Deze doelgroepen- en gebiedsaanpak komt niet in de plaats van bestaand beleid. Recht overeind blijft dat het in de wijken en woonbuurt leefbaar, heel en veilig moet blijven. Dit geldt eveneens voor voldoende en effectief toezicht. Zo’n werkwijze wordt ook uitgevoerd bij fysieke veiligheid: een ketenaanpak waarbij pro-actie (risico´s voor zijn via bestemmingsplannen/beleid van de brandweer), preventie (vergunningen en handhaving) preparatie en repressie (rampenbestrijding in brede zin) en nazorg. Omdat niet alle veiligheidsproblemen op stadsniveau kunnen worden aangepakt, maar vooral ook omdat burgers zelf een bijdrage kunnen en moeten leveren aan de veiligheid en leefbaarheid van hun omgeving kiezen wij voor een werkwijze waarbij stedelijke veiligheidsinitiatieven worden aangevuld met initiatieven op wijkniveau en omgekeerd. Bewoners worden hier actief bij betrokken en hebben een grote mate van invloed op te nemen maatregelen. Veiligheidsgevoel verbeteren Het verminderen van het verschil tussen veiligheidsgevoel en objectieve cijfers wordt aangepakt via het programma Dit is Zwolle. Via beïnvloeding en bewustwording wordt de beleving van onveiligheid geanalyseerd en vervolgens verminderd. Concreet gaat het daarbij onder meer om buurtgesprekken, de aanpak van bromfietsoverlast, toezicht door bewoners en handhavingsacties. Ook wordt voorzien in aanpak van specifieke doelgroepen door (verslaafde) dak- en thuislozen en risicojongeren een actieve bijdrage te laten leveren aan de kwaliteit van leven in de stad. Wij willen deze aanpak versterken via gerichte communicatie over een duidelijke toedeling van verantwoordelijkheid van de overheid en verantwoordelijkheid van de burger bij de aanpak van onveiligheid Daarbij hoort ook duidelijkheid over wat de gemeente doet, wat van de gemeente mag worden verwacht en waarvoor de andere partners in de veiligheidsketen verantwoordelijk zijn. 59 De kracht van Zwolle Ketenaanpak veiligheid in balans Mede ingegeven door het kabinetsbeleid is er een sterkere behoefte aan repressie te zien. Recent zijn regioconvenanten afgesloten tussen betrokken ministers, korpsbeheerders en politie. Dit heeft in binnen de politieregio IJsselland geleid tot een kerntakendiscussie. Inzet is dat de politie zich op een aantal terreinen terugtrekt wat betreft pro-actie en preventie, en mogelijk niet-probleemgerichte toezicht-houdende taken. Wij hechten veel belang aan een goede balans in de ketenaanpak veiligheid en het cruciale belang van preventieve actie om criminaliteit terug te dringen en overlast tegen te gaan. Onze inspanningen zullen erop gericht zijn de balans in de ketenaanpak veiligheid te behouden, zo nodig door andere partners ontstane lacunes te laten opvullen. Als uitwerking van deze kerntakendiscussie zullen wij met de betrokken partners duidelijk maken wat de gevolgen zijn van herpositionering van partners en hoe die worden opgevangen. Wij willen ook nagaan in hoeverre preventieve taken door de samenleving zelf kunnen worden gedaan, door Zwolse burgers, bedrijven of andere organisaties. Daarnaast blijft de inzet van toezichthouders van belang. De invoering van de wet bestuurlijke boete is overigens ook een uitwerking van de prestatieafspraken ingevolge het Grote Stedenbeleid III. In het kader van de veiligheid moeten de gemeenten meer optreden tegen kleine ergernissen in de openbare ruimte. De politie trekt zich terug op haar kerntaken en zal mogelijk niet meer optreden tegen dit soort zaken. Daarom krijgen de gemeenten de bevoegdheid tot het opleggen van de bestuurlijke boete. Samenwerking verbeteren Een krachtige samenwerking en coördinatie is nodig bij doelgroepen zoals risicojongeren: - versterking van de wisselwerking tussen netwerken op wijk- en stadsniveau om goed te kunnen insteken op plekken en situaties waar problemen de kop opsteken - zorgen voor gelijke gebiedsindeling bij de gebiedsgerichte aanpak van met name gemeente en politie; de teamwerkplannen van de politie en het gemeentelijk veiligheidsbeleid moeten naadloos op elkaar aansluiten - nagaan of instellingen in de stad op het terrein van de reclassering en de kinderbescherming nauwer kunnen gaan samenwerken om zo de schaarse capaciteit optimaal te benutten, de wederzijdse wetenschap over risicojongeren beter te delen en het overleg met bestuur en politie te vereenvoudigen. Regie en krachtenbundeling De gemeente krijgt steeds meer een rol als het gaat om nazorg danwel maatschappelijke reïntegratie van problematische (overlastgevende) groepen, bijvoorbeeld dak- en thuislozen en veelplegers. Om invulling te geven aan de regierol en de inzet van de andere partners zullen daarbij maatschappelijke convenanten worden afgesloten voor samenwerking, maar ook bij bijvoorbeeld huiselijk geweld, en zo mogelijk met ondernemers van winkelbedrijven in de Binnenstad (als eerder met de horeca) voor de aanpak van winkelcriminaliteit. Dit om de ketenaanpak op deze speerpunten te versterken. 60 De kracht van Zwolle Onderbouwen Het Veiligheidsprogramma moet goed onderbouwd worden met informatie, om evaluatie mogelijk te maken. Hierbij gaat het niet alleen om informatie over de aard, omvang en de ontwikkeling van de veiligheidsproblemen in (delen van) de stad, maar ook om de activiteiten die instellingen en organisaties uitvoeren om die problemen te verhelpen. Voor de evaluatie van ontwikkelingen en projecten wordt ook een beroep gedaan op derden. 2.8.6. Welke partners doen mee / taken en verantwoordelijkheden Onmisbare veiligheidspartners zijn politie, openbaar ministerie en brandweer. Om tot een goede balans tussen zorg en repressie te komen zijn echter meer partners nodig. Bijvoorbeeld verslavingszorg, maatschappelijke opvang, reclassering en jeugdzorg. Om preventie goed in te bedden in de ketenaanpak van veiligheid zijn met name sociale dienst, woningcorporaties, scholen, horeca en ondernemers belangrijk. Als medebeleidsbepaler en medefinancier zijn rijk, de provincie spelen en omliggende gemeenten onze partners. En last but not least: de Zwolse burgers en de bezoekers van Zwolle. Voor de Zwolse burger geldt een medeverantwoordelijkheid voor het niveau van de veiligheid in Zwolle, door instelling en gedrag, waar mogelijk door actieve inzet. Bij iedere activiteit zullen waar mogelijk de inzet en verantwoordelijkheid van de trekker en uitvoerenden worden aangegeven bij de door hen te leveren (deel)prestatie. Regie en organisatie Het Zwolse Integraal Veiligheidsbeleid is overkoepelend voor het beleid en de maatregelen van de diverse (gemeentelijke) partners op het terrein van veiligheid. Binnen dat veiligheidsbeleid is sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid. Politie, Openbaar Ministerie en gemeente spelen een bijzondere rol die tot uitdrukking komt in het “driehoeksoverleg”. Daarnaast neemt het aantal organisaties dat zich met veiligheid bezig houdt toe en zijn burgers, ondernemers en maatschappelijke instellingen vanuit bijvoorbeeld onderwijs, zorg en sport meer bereid verantwoordelijkheid te dragen voor veiligheid. Tegelijkertijd vraagt de samenleving met meer nadruk om concrete en snelle resultaten. In dat proces herdefiniëren partijen hun rol; goed voorbeeld is de huidige kerntakendiscussie bij de politie. De gemeente wil de verantwoordelijkheid voor de regierol veiligheid sterker invullen. Dat betekent dat de gemeente de problemen definieert en zorgt voor goede beleidsafstemming. Daarbij streven wij ernaar dat deze thema´s ook worden geprioriteerd door onze partners. Vooral bij de politie gebeurt dat al. Op deze manier proberen wij te komen tot bundeling en toespitsing van krachten met als doel een sluitende veiligheidsketen (van pro-actie tot nazorg) te realiseren. Het veiligheidsbeleid van de gemeente en de teamwerkplannen moeten naadloos in elkaar grijpen; daarbij zal de gemeente concreet aangeven wat zij van de politie verwacht. Hierbij kan de wijkwethouder een meer regisserende rol vervullen bij de vaststelling van de wijkplannen, ter voorbereiding van de formele vaststelling in de driehoek. Convenanten spelen bij deze samenwerking een belangrijke rol. Het past ook bij de rol van de gemeente als regisseur om er voor te zorgen dat afspraken worden vastgelegd en ook 61 De kracht van Zwolle daadwerkelijk worden uitgevoerd. Afspraken die meer dan voorheen concrete en meetbare resultaten bevatten, en duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden. De regierol betekent niet dat de gemeente altijd trekker is of acties moet ondernemen. Het is juist van belang partners afhankelijk van het onderwerp leading te laten zijn en dat de gemeente partners stimuleert hun rol in de veiligheidsketen op te pakken en daaraan invulling te geven. In het kader van de gebiedsgerichte aanpak streven wij ernaar de inwoners van Zwolle meer invloed te geven op de inzet van acties als ook de wijze waarop de inzet wordt uitgevoerd. De bestuurlijke regie van het integrale veiligheidsbeleid ligt op programmaniveau bij de burgemeester. De burgemeester heeft tot taak om tot afstemming te komen met de verschillende vakwethouders. Daarnaast is de burgemeester verantwoordelijk voor de repressie in het kader van het IVB en de openbare orde. De vakwethouders zijn verantwoordelijkheid voor de programma´s en projecten op uitvoeringsniveau. De Stuurgroep IVB geeft de bestuurlijke richting, realiseert de randvoorwaarden, geeft advies over het IVB en beoordeelt de voortgang en de resultaten. Deelnemers zijn de burgemeester, de portefeuillehouders wijkzaken en handhaving/zorg, de eenheidsmanagers Ontwikkeling en Wijkzaken, hoofd Openbare Orde en Veiligheid, de districtschef politie, de brandweercommandant en de coördinator IVB. Anderen kunnen aanschuiven als dat nodig is. De inhoudelijke voorbereiding van de Stuurgroep geschiedt via het Beleidsoverleg IVB (zowel fysiek en sociaal). 62 De kracht van Zwolle 3.Realisatievermogen versterken m de gestelde doelen te bereiken en te komen tot een effectieve en efficiënte uitvoering O van beleid is het van belang dat er voldoende realisatiekracht is. Betekent dat de gemeente kiest voor een bestuursstijl die aansluit op de wijze waarop we onze doelen willen bereiken. Uitgangspunt voor onze bestuursstijl is het faciliteren, mobiliseren en stimuleren van krachten in de stad. Om de potenties van de stad beter te benutten en zodoende de dynamiek van Zwolle te versterken. Want zonder burgers en strategische partners zal het niet lukken om de gestelde doelen te bereiken. De gemeente wil dan ook inzetten op een versterking van de externe samenwerking. Met als motto: partners zoeken, vinden, benutten en behouden. In de eerste plaats gaat het daarbij om strategische partners, die mogelijkheden hebben om te investeren of anderszins kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de stad. Zoals woningcorporaties, projectontwikkelaars, instellingen, verenigingen, welzijns- en zorgorganisaties, de politie. Uitgangspunt is dat we waar mogelijk en zinvol strategische partners verantwoordelijkheden willen overdragen of met hen willen delen. Door een beroep te doen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en hen te betrekken bij de ontwikkeling en de daadwerkelijke uitvoering van beleid en de realisatie van prioriteiten. Maar ook willen we de actieve betrokkenheid vergroten van de burger, de gewone man op straat. Door het zelfoplossend vermogen van de burger te vergroten, maar ook door de burger te betrekken bij het vergroten van het sociale en culturele klimaat. En hem of haar daarmee medeverantwoordelijk te maken voor zijn of haar eigen welzijn en leefklimaat en die van medeburgers, waar onder kwetsbare groepen. 3.1 ACTOR-NETWERK BENADERING In de benadering van de gemeente om partners te mobiliseren en te activeren staat externe netwerkontwikkeling centraal. Doel is: - Het beter benutten van bestaande netwerken en het ontwikkelen van nieuwe netwerken; - Het faciliteren van samenwerking tussen gemeente en externe partners en externe partners onderling. Aandachtspunten bij elk van de prioriteiten: - Vaststellen belangrijkste (beoogde) partners/ steakholders en het niveau waarop de gemeente de partners wenst te betrekken; - In gesprek komen met noodzakelijke, maar nog ontbrekende partijen; hierin helder zijn over doel samenwerking; - Helder formuleren posities, verantwoordelijkheden en rollen betrokken partijen; - Organiseren van effectieve en doelmatige overlegvormen; - Zorgdragen voor goede informatievoorziening, communicatie en promotie; 3.2 AANSTURING Om als gemeente daadkrachtig te kunnen opereren, partners te mobiliseren en van daaruit de regie ter hand te nemen is een verankering in de bestaande organisatie van eminent belang. Centraal hierin staat een praktische aansturing vanuit een programmatische aanpak. 63 De kracht van Zwolle 4. Financiële paragraaf 4.1 INLEIDING Aan het eind van dit jaar (2004) stoppen de trajecten GSB II. Het gaat in deze paragraaf primair om de keuze voor de aanwending van de nieuwe GSB middelen van het Rijk voor de periode 2005-2009. Dit zal onze inzet richting het Rijk zijn. Nadat keuzes op hoofdlijnen gemaakt zijn, zullen wij deze verder uitwerken ten behoeve van definitieve besluitvorming in november van dit jaar. Het MOP wordt dan definitief vastgesteld. Evenals bij de PPN zullen de hoofdlijnen van keuzes in juni voorliggen. In het kader van GSB III is door het Rijk gekozen voor 3 brede doeluitkeringen, die naast de door onszelf gekozen prioriteiten binnenstad, jongeren en cultuur in grote lijnen (moeten) aansluiten bij de thema´s: dynamiseren economie, sociaal beleid en verstedelijkingsopgave Zwolle (fysiek). BDU sociaal, integratie en veiligheid: Dit is de breedste BDU. Het betreft een tal van onderwerpen samenhangend met criminaliteit, overlast, integratie en sociaal beleid. BDU fysiek: Met name beleidskwesties rondom huisvesting, milieukwaliteit, water en watersystemen en bereikbaarheid BDU economie: Met name revitalisering, innovatie, werkgelegenheid en bedrijfsleven. Wij hebben binnen de reikwijdte van de BDU-regeling, de vrijheid de middelen naar eigen inzicht in te zetten gericht op het behalen van resultaten. Overigens wel gebaseerd op de door het rijk geformuleerde output-doelstellingen en resultaten. Dit laatste beperkt de bewegingsvrijheid aanzienlijk. De BDU´s zijn onderling niet uitwisselbaar. Ten aanzien van de Rijksmiddelen geldt, met name bij sociaal, dat wij in de afgelopen periode structurele activiteiten met deze incidentele middelen hebben gefinancierd. Dit schept verplichtingen. Daarnaast is het, vanzelfsprekend zo, dat we na vier jaar ook niet een totaal andere richting in zullen gaan. Dit blijkt ook uit de door het rijk gekozen output-doelstellingen. Veelal zullen we dus het in gang gezette beleid verder uitbouwen, doorontwikkelen en beheersen. Daar waar mogelijk (geen verplichtingen en gewenst breuk in het beleid) zullen wij de inzet van middelen zoveel mogelijk koppelen aan de gekozen thema´s en prioriteiten uit het MOP. 4.2 BDU sociaal, integratie en veiligheid In de periode 2000-2004 is voor dit onderdeel ongeveer € 55 miljoen. beschikbaar. Voor de periode 2005-2009 is dat ongeveer € 46 miljoen. Dit is een groot verschil dat voor een belangrijk deel verklaard kan worden door: - Inzet inburgering en integratie is nog niet toegevoegd aan de middelen 20052009. Wordt later dit jaar bepaald. - Algemeen maatschappelijk werk zat wel in GSB II is nu opgenomen in de algemene uitkering gemeentefonds. - Middelen onderwijsachterstanden worden fors afgebouwd door het Rijk in GSB III periode. Deels worden deze middelen rechtstreeks aan het onderwijs gegeven. 64 De kracht van Zwolle - Aantal incidenteel gefinancierde projecten die gerealiseerd zijn en dus in GSB III niet terugkomen: digitale trapvelden, criem en stimuleringsprojecten allochtone groepen. Het zal duidelijk zijn dat juist bij deze BDU de invulling van de nieuwe middelen voor een belangrijk deel bestaat uit de vraag wat wel kan worden voortgezet en wat niet. Bovendien zijn in deze BDU middelen opgenomen die in de afgelopen periode vooral aan doeluitkeringen waren gekoppeld (dus: verplichte inzet voor dat beleidsterrein). Juist hier zijn we langer lopende verplichtingen aangegaan die gecontinueerd moeten worden. Niet alleen vanuit financiële binding, maar ook vanuit de wenselijkheid van beleid. De BDU is gevuld met geldstromen op terreinen van Maatschappelijke Zorg, Jeugd en Onderwijs, Veiligheid en Integratie. Onderdeel BDU Beschikbaar budget Inzet periode 2005-2009 Knelpunten + oplossingsrichtingen 2005-2009 Maatschappelijke € 28.405.000 Bevorderen doorstroom en Voor het realiseren van definitieve uitstroom Maatschappelijke voorzieningen MO/VSZ is een tekort Opvang en extra capaciteit voorzien. Wij stellen voor dit te dekken vrouwenopvang vrouwenopvang binnen de bestaande middelen (inclusief intensivering) Intensivering: Uit dit budget worden veel opvang, verslavingszorg en + € 1.147.130 structurele voorzieningen betaald. Geen vrije keuzeruimte over. Inlopen € 171.763 Voorkomen van overgewicht 0- gezondheidsachtersta 19 jarigen. nden Aansluiten bij pilot GGD (nieuwe middelen) Output doelstelling Rijk en N.v.t. daardoor verplichte inzet. Wij kiezen voor zeer beperkte inzet en indien mogelijk middelen over voor eerstelijns gezondheidszorg Jeugd en onderwijs A. Onderwijsachtersta A. Inzet nden B. Voortijdig schoolverlaten C. Wet educatie en beroepsonderwijs A. Vanaf 2005/2006 beperkte Met name bij het onderdeel 2004/2005 is inzet onderwijsachterstanden zullen we fors bekend (is GSB onderwijsachterstanden. moeten inleveren op onze ambities. We II). Zie jaarplan Geen additionele lokale creëren bewust geen knelpunt naar de onderwijskansen. middelen toevoegen. Inzet toekomst hetgeen gedeeltelijk afbouwen Daarna geringere wordt bepaald door van onze inzet betekent. bijdrage Rijk + beschikbare GSB rechtstreeks naar middelen. scholen Onze primaire inzet onderwijs: Ruwe schatting: - Huisvesting € 3.550.000 - Voorkomen schooluitval Gericht op continueren beleid B. € 1.454.873 en beheer C. Niet in BDU 65 De kracht van Zwolle sociaal opgenomen (zie ook inburgering en integratie, koppeling aan die middelen) Inburgering en Betreft Vanaf 2005 inzetten op duale Inzet gericht op het binnen de integratie regelingen trajecten met doelperspectief. beschikbare middelen aanbieden van nieuwkomers en Koppeling maken met middelen trajecten. oudkomers. in het kader van WEB en WWB. Het tekort wordt mede veroorzaakt door BDU-middelen de + uit onze nota Inburgering en vanaf 2006. Integratie. Uitvoeren wettelijke taak zou Budget 2005 = binnen budget mogelijk moeten zijn. Dit 2004 en dat betekent aangeleverde knelpunt in levert een tekort bestaand beleid niet honoreren, maar in 2004 op van € indien nodig terugkomen op de 500.000 geformuleerde ambities in de nota I&I. (aangemeld als knelpunt) Veiligheid en € 5.418.614 leefbaarheid + Inzet gericht op: Intensivering: A. Stedelijke veiligheid: A. € 875.000 (incl. maatjesproject) € 1.547.758 - Huiselijk geweld + € 3.000.000 jeugd en veiligheid - Veelplegers (inclusief loverboys, CtC, veilige school = totaal - Jeugd en veiligheid etc. € 6.966.370 B. Binnenstad B. € 275.000 C. Wijkveiligheid C. € 1.750.000 D. Stadswachten € 1.000.000 Dit laatste levert i.v.m. gevolgen Wet werk en bijstad een knelpunt op. Witwassen van een aantal stadswachten. Uitgewerkt bestedingsvoorstel wordt later aan u voorgelegd. Wij gaan ervan uit dat de gewenste inzet voor veiligheid binnen de financiële kaders kan plaatsvinden. 66 De kracht van Zwolle 4.3 BDU FYSIEK In de lopende periode 2000-2004 is voor deze BDU € 10.427.000 beschikbaar gesteld. Voor de komende periode is dat € 7.974.775,-. Een vermindering van € 2.452.225,-. Nadrukkelijk is door het Rijk gesteld dat er bij de verdeling van het ISV-budget weliswaar met deelbudgetten en deelsleutels is gewerkt, maar dat het resultaat 1 ongedeeld budget is, bij de besteding waarvan de gemeenten niet binnen de grenzen van de deelbudgetten hoeven te blijven. In de volgende tabel wordt een vergelijking gemaakt tussen de budgetten van de ISV-perioden 1 en 2. De bedragen voor de periode 2005-2009 zijn indicatief. ISV 2000-2004 ISV 2005-2009 Verschil GIOS 862.000 180.000 - 682.000 Geluidsanering 548.000 1.133.000 + 585.000 Bodemsanering 2.255.000 904.000 - 1.351.000 Stedelijke vernieuwing 6.762.000 5.757.775 - 1.004.225 7.974.775 - 2.452.225 Totaal 10.427 Toelichting: Budget grootschalig groen (GIOS) Het landelijk beschikbare budget is op basis van een nieuwe behoefteraming anders verdeeld. Het resultaat is dat een groter deel in het westen van het land neerslaat. Het zeer lage budget voor Zwolle heeft gevolgen voor het tempo waarin de herinrichting van park De Weezenlanden kan worden uitgevoerd. Het volledige GIOS-bedrag wordt voor dit project gereserveerd. In de nieuwste ramingen voor De Weezenlanden is overigens al rekening gehouden met de lagere GIOS-bijdrage. Budget geluidsanering In het ISV budget 2000-2004 zit voor slechts twee jaar (2003 en 2004) budget voor de sanering van de zogenaamde A- en Raillijstwoningen. Voor de komende periode is in ISV-verband voor elk van de vijf jaar een geluidbudget beschikbaar. De verdeelsleutel is aangepast aan de per 1 januari 2005 becijferde restant-opgave. De restant-opgave voor Zwolle is nog niet bekend. Dit wordt verder uitgezocht. De eerste indruk is dat het budget toereikend zal zijn voor de komende periode. Budget bodemsanering Het voorlopig bekend gemaakte budget voor bodemsanering in de ISV-periode 2005-2010 is fors lager dan het bedrag dat nodig is om het gemeentelijk bodemsaneringsprogramma te kunnen uitvoeren. Met dit bedrag kunnen we afmaken waar we mee bezig zijn (=Dellen Wuyts) en er kunnen geen nieuwe projecten worden gestart. 67 De kracht van Zwolle Budget stedelijke vernieuwing Dit budget is in de huidige ISV-periode grotendeels ingezet / gereserveerd voor de herstructurering Holtenbroek en Kamperpoort, de herinrichting van woonwagenstandplaatsen, de aanleg van nieuwe woonwagenstandplaatsen, particuliere woningverbetering en restauratie gemeentelijke monumenten. Duidelijk is dat het lagere budget voor stedelijke vernieuwing gevolgen heeft voor de gemeentelijke inzet bij de genoemde onderdelen. De prioriteitstelling zal moeten plaatsvinden in het kader van het MOP 2005-2009. 4.4 BDU ECONOMIE In de periode 2000-2004 was voor dit onderdeel (fysiek € 1,3 en niet fysiek € 0,6) een bedrag van € 1.973.900 beschikbaar. Voor de nieuwe periode 2005-2009 is € 1.840.400 beschikbaar gesteld. Een vermindering van € 133.500. Voorstel GSB III: Outputdoelstelling Outputafspraken met EZ Projecten 2005-2009 Financiële middelen Hessenpoort II Exploitatie Vestigingslocaties 1. Verbeteren aanbod nieuwe 1 Planologisch geregeld: bedrijventerreinen - Hessenpoort II, - Opvolger Marslanden G 100 Opvolger Marslanden G € 900.000 ha netto 40 ha netto 2. Verminderen aantal 2 Bedrijventerreinen verouderde - bedrijventerreinen - 3. Verbeteren aanbod Voorst 40 ha bruto Duurzame versterking Voorst en Exploitatie Marslanden Marslanden 15 ha bruto 3 Geen outputafspraak met EZ kantoorterreinen Afbouw Hanzeland Oosterenk Watersteeg Voorsterpoort Overige locaties Vernieuwing economie 1 Vergroten kennisoverdracht 1 Realisatie van minimaal één Nader te bepalen, gemeente van onderwijs naar nieuw kennisplatform of initiatiefnemer bedrijfsleven en omgekeerd kenniscentrum in de regio Zwolle, met een participatie van minimaal € 270.000 15 bedrijven 2 verbeteren digitale bereikbaarheid 2 vergroten van het aantal Vraagbundelingstraject breedbandaansluitingen Outputafspraak wordt nader bepaald 3. stimuleren starters 3.Geen outputafspraak met EZ Faciliteren starters ondersteuning startersprojecten 68 De kracht van Zwolle 4. Verbetering aansluiting 5. Geen outputafspraken met EZ Onderwijs arbeidsmarkt Stimuleren intensiever overleg onderwijs bedrijfsleven Dienstverlening aan ondernemers 1 Toename tevredenheid 1. nader bepalen aan de hand van Optimalisering van de ondernemers over de de benchmark gemeentelijk dienstverlening aan de gemeentelijke dienstverlening ondernemingsklimaat (rapportcijfer) publieksbalies van het stadskantoor - Tot stand brengen van overleg Hanzeland - Tot stand brengen van overleg met de zakelijke diensten en de € 270.000 (para-) medische bedrijven en instellingen - Verdere professionalisering vestigingsteam - Aansluiiting bij het ondernemersloket van kvk en belastingdienst 2 Aansluiting bij het nationaal elektronisch loket 2.aansluiting bij het ondernemersloket van Kvk en belastingdienst Toerisme (en binnenstad) 1 Toename bezoekersaantallen 1 en aantal grote evenementen aantal evenementen: nader te bepalen (1 of 2) Ontwikkelen en uitvoeren eenduidige promotie en met regionale of landelijke Bezoekersaantallen: nader uitstraling onderzoeken of dit mogelijk is 2. Toename 2 bezoekersaantallen bij VVV van nulsituatie regionale of landelijke uitstraling 3 Toename overnachtingen bij 3.nader te bepalen aan de hand Uitbreiding hotelcapaciteit verblijfsaccomodaties van nulsituatie nader te bepalen aan de hand marketingstrategie € 360.000 Ondersteuning evenementen met 4.4 RELATIE GSB – PRIORITEITEN MOP Wij hanteren als algemeen uitgangspunt, zoals ook in de PPN staat omschreven, dat onze prioriteiten en ambities met de op dit moment beschikbare middelen (eigen dan wel Rijks of andere derden) en binnen de financiële kaders van de meerjarenraming worden uitgevoerd. Dit betekent dat inzet op nieuwe prioriteiten zoals in het MOP geformuleerd ten koste kunnen gaan van “oude” prioriteiten. Oud voor nieuw is in dit opzicht ons motto. Hierop maken wij vooralsnog slechts één uitzondering en dat is de binnenstad. In de huidige collegeperiode hebben wij nog € 3 miljoen beschikbaar voor het uitvoeren van het Rode Torenplein en de Melkmarkt. In de volgende collegeperiode zetten wij in op het creëren van een werkbudget van € 1,2 miljoen in de jaren 2007 en 2008 voor het realiseren van onze ambities in de binnenstad. 69 De kracht van Zwolle Zoals wij in de inleiding op deze paragraaf al schreven komen de BDU uitkeringen van het Rijk overeen met de grote lijnen van sociaal beleid, verstedelijkingsopgave en dynamiseren van de economie. Er zijn echter nog meer specifieke verbanden te leggen tussen onze prioriteiten en de beschikbare GSB middelen. In de BDU economie worden middelen gekoppeld aan de thema´s culturele potentie en binnenstad, met name daar waar het gaat om city-markering, toerisme en evenementen binnenstad. In de BDU sociaal worden middelen aan het thema jongeren gekoppeld, met name daar waar het gaat om onderwijs. In de BDU fysiek worden middelen aan het thema verstedelijkingsopgave gekoppeld door de inzet op stedelijke vernieuwing. Daarnaast worden middelen ingezet voor het verbeteren van park de Weezenlanden. Deels voor het groen, maar ook om een manifestatieterrein te realiseren waarmee onze culturele potentie kan worden vergroot. 70