Voorwoord - CB online

advertisement
002_055 17.07.2006 10:20 Stránka
5
1_55_wine_NL.qxd:001_055_wine_NL
16.4.2010
13:28
Stránka 5
(Text Black plát)
Voorwoord
In deze Grote Wijnencyclopedie neem ik u mee op een boeiende wereldreis langs
alle bekende en minder bekende wijnlanden. De wereld van wijn is constant in
beweging: er zijn steeds weer nieuwe trends waar te nemen en er komen regelmatig nieuwe wijnlanden en nieuwe herkomstbenamingen bij. In dit boek zult u
veel van deze veranderingen terug kunnen vinden.
Ik hoop u met deze encyclopedie een duidelijk beeld te geven van de nieuwste ontwikkelingen op wijngebied. Naast de bekende wijnlanden van weleer, zoals
Frankrijk, Italië, Portugal, Spanje, Griekenland, Duitsland, Zwitserland en
Oostenrijk, zijn onder andere de landen van de Comecon en de Balkanlanden
bezig met een ‘kwalitatieve terugkeer’ in de wijnwereld, met name Slovenië,
Kroatië, Hongarije en in mindere mate Bulgarije en Roemenië. Ook oude, bijna
vergeten wijnlanden als Marokko, Algerije, Tunesië, Turkije, Libanon en Israël
doen weer mee, al is hun aandeel over het algemeen nog steeds zeer bescheiden.
Alleen Libanon is van deze landen zeer nadrukkelijk aanwezig op de kwaliteitswijnmarkt.
Libanese wijnen,
5000 jaar geschiedenis
De grote nieuwkomers van de laatste tien tot vijftien jaar zijn te vinden in
Amerika (Canada, Verenigde Staten, Mexico, Bolivia, Brazilië, Uruguay,
Argentinië en Chili) en in Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Ook
in Azië echter is men tegenwoordig bezig met een grote inhaalrace: Japan,
China, Thailand en India zijn de opvallendste namen onder de nieuwkomers.
Japanse wijn,
steeds beter,
steeds serieuzer
Landen als Iran, Syrië, Ierland, Zimbabwe en de Scandinavische landen, die
momenteel weinig op wijnbouwgebied voorstellen, blijven hier buiten
beschouwing. De Scandinavische landen kennen een vorm van experimenBouchard-wijnkelders in de Bourgogne
tele wijnbouw waarbij de wijngaarden op het Zweedse Jutland waarschijnlijk
de beste kansen hebben. Wellicht horen we in de toekomst meer van ze.
De rondreis in deze encyclopedie is een uitnodiging om nog meer aandacht te schenken aan het verhaal
achter de verschillende wijnen. Wijn is niet alleen een lekker drankje, maar heeft ook veel te vertellen: over
zijn achtergrond, zijn afkomst, zijn maker. Maar al te vaak kiest de consument wijn alsof het een of ander
merkartikel is. Hij koopt bijvoorbeeld ‘een Bordeaux’ of ‘champagne’. Hij koopt een etiket en vergeet naar het verhaal te luisteren. In
dit boek kunt u een deel van het verhaal achter het etiket lezen, wat
het drinken van wijn tot een nog grotere belevenis maakt.
In het kader van dit boek zal ik aandacht besteden aan de rode, witte
en roséwijnen, van droog tot zoet, maar ook aan diverse mousserende
wijnen (waaronder champagne, sparkling wines, crémants, cava, spumante) en zogenaamde ‘versterkte’ of ‘gemuteerde’ wijnen (Manzanilla, port, Banyuls en Maury bijvoorbeeld). De verschillende gekruide aperitieven, zoals vermout, blijven echter buiten beschouwing.
Verder krijgt u onder meer tips voor het schenken van wijn en leest u
per wijn welk type gerecht er goed bij past. Ik wens u veel lees-, reisen drinkplezier toe!
Christian Callec
5
Untitled-1 5
21.10.2014 15:49:42
002_055 17.07.2006 10:20 Stránka
6
1_55_wine_NL.qxd:001_055_wine_NL
16.4.2010
1
13:28
Stránka 6
(Text Black plát)
De geschiedenis van
wijn en wijnbouw
OORSPRONG
VA N D E W I J N S T O K
De Europese wijnranken zijn afkomstig uit het IndoEuropese Transkaukasië (het huidige Azerbeidzjan,
Georgië en Armenië). Dit is gebleken uit vondsten van
botanisten en archeologen. Al 8000 jaar geleden werd
hier wijn gemaakt. Op dit punt komen de bijbelse verhalen en de werkelijkheid bij elkaar. Is het niet – volgens de plaatselijke legende – op de berg Ararat in
Armenië dat de ark van Noach na de zondvloed
gestrand zou zijn?
Terwijl de oorsprong van de ‘wijnvoortbrengende
wingerd’, de Vitis vinifera, in Transkaukasië ligt, lijkt de
Vitis-familie veel ouder te zijn. Fossielen van zestig miljoen jaar geleden tonen al afdrukken van druivenbladeren. Ook in sedimenten van het Tertiair en het Quartair
zijn sporen, bladeren en pitten van oude Vitis-soorten
gevonden. Tijdens twee ijstijden wist de wingerd zich in
een aantal beschermde gebieden te handhaven, met
name in Noord-Afrika, Spanje, Italië, Griekenland, de
Balkan en het eerdergenoemde Transkaukasië. De wijnstok was oorspronkelijk een slingerende liaan die het
liefst langs loofbomen groeide (tot tien of twintig meter
hoog!) en het het beste deed in gebieden met een warme
en regenachtige zomer. In verscheidene delen van de
wereld gedijen andere Vitis-rassen. In Noord-Amerika
bijvoorbeeld waren geen Vitis vinifera-wijnstokken; wel
honderden andere telgen. Eén daarvan, de Vitis labrusca
(ook in Europa bekend), bracht grote druiven voort.
Deze soort wordt in Amerika nog wel voor wijn gebruikt,
wat de wijnen een teerachtige smaak geeft, de ‘foxy’eigenschap die zo karakteristiek is voor de oorspronkelijke Californische wijnen. In totaal zijn er meer dan
zestig Vitis-soorten in de hele wereld. Slechts één daarvan, de Vitis vinifera, wordt thans gebruikt voor het
maken van kwaliteitswijnen.
Door een uitgekiende selectie van rassen en door
een steeds groter wordende bekwaamheid van de wijnbouwers werd wijnbouw langzamerhand bijna overal
mogelijk, zelfs in de relatief koude delen van Europa,
zoals Duitsland, Nederland en Engeland. Ook in het
eigenlijk te vochtige klimaat van de Atlantische Oceaan (Galicia, Portugal) en in het veel te droge Middellandse-Zeegebied is wijnbouw tot de mogelijkheden
gaan behoren.
DE OUDHEID
WIJN
Gezonde vruchten van de Vitis vinifera
EN WINGERD IN DE MYTHOLOGIE
In de Bijbel wordt ons verteld hoe Noach de wingerd
plantte (Genesis, IX, 23). Hij haalde zijn stokken blijkbaar uit het aardse Paradijs. Wij weten immers dat
Adam, na het nuttigen van de verboden vrucht, al gauw
naar enkele wijnbladeren greep om er zijn beschamende naaktheid mee te bedekken. Ook bekend is de passage waarin Noach dronken wordt van zijn zelfgemaakte wijn. In de Bijbel lezen we ook over Mozes en
6
Untitled-1 6
21.10.2014 15:49:43
002_055 17.07.2006 10:20 Stránka
7
1_55_wine_NL.qxd:001_055_wine_NL
16.4.2010
13:28
Stránka 7
(Text Black plát)
DE GESCHIEDENIS VAN WIJN EN WIJNBOUW
zijn volgelingen, die op weg naar het beloofde land
menige wijngaard tegenkwamen in het land van
Kanaän. We herinneren ons ook de paniekerige taferelen bij het huwelijksfeest van Cana, toen de gasten plotseling ontdekten dat de wijn op was! Maar het was bij
het Avondmaal dat wijn de allerhoogste sferen bereikte, toen Jezus zijn apostelen toesprak en wijn tot ‘het
bloed van Christus’ doopte.
Bij de Feniciërs, de Grieken en de Romeinen was
wijn een goddelijke drank. Dionysus en zijn Romeinse
evenbeeld Bacchus waren er grote liefhebbers van. In
talloze religieuze en heidense ceremoniën stond wijn
centraal en vloeide deze drank rijkelijk.
De huidige wijnbouw begon toen mensen de wijnranken daadwerkelijk gingen stekken en vermenigvuldigen. De nieuwe plantjes werden in hun struikvorm
gelaten of langs natuurlijke ondersteuningen geleid.
Nauwelijks duizend jaar later bereikte de wijnbouw
Egypte. Van daaruit – waarschijnlijk dankzij de Feniciërs – werd ook Griekenland bereikt. Op hun beurt
brachten de Etrusken de wijnbouw naar Italië, drieduizend jaar geleden. De Romeinen waren verantwoordelijk voor het uitbreiden van de wijngaarden in Europa.
Overal waar de Romeinse legioenen marcheerden, werden wijngaarden aangelegd. Op deze manier hoefde het
de Romeinse soldaten nooit aan het goddelijke vocht
van Bacchus te ontbreken.
T R A N S K A U K A S I Ë , M E S O P O TA M I Ë ,
PERZIË EN SUMERIË
De oudste bewijzen voor het consumeren van druiven
als handfruit dateren uit het Neolithicum, een periode
waarin mensen vaak nabij grote rivieren en meren leefden. Zo werden er rond het Geneefse meer (Lac Léman)
al 12.000 v.Chr. druiven gegeten. Historici vinden het
niet onaannemelijk dat de mens in die tijd al met het
gegiste sap van druiven (wijn dus) in aanraking kwam.
Bewijzen daarvoor zijn er vooralsnog niet. De oudste
sporen van wijnbouw vond men in Transkaukasië
(Armenië, Georgië, Azerbeidzjan) en in de aangrenzende streek ‘tussen de rivieren’ (namelijk de Tigris en
de Eufraat), Mesopotamië geheten, waar men al zesduizend jaar voor Christus druiven verbouwde, waarschijnlijk ook voor het maken van wijn. Daar groeiden net als
thans in Cappadocië de druivenstokken waarschijnlijk
in struikvorm, laag bij de grond, of als wilde lianen langs
naaldbomen.
Recente archeologische vondsten in Iran bevestigen
dat de mens al minimaal vijfduizend jaar voor Christus
bier en wijn maakte. In Hajji Firuz Tepe werd onlangs een
complete neolithische residentie ontdekt, waar men
naast enkele stukken keukengerei en een broodoven ook
zes wijnkruiken aantrof. Het geheel dateert uit 5400 5000 v.Chr.! Dankzij eerdere archeologische vondsten
weten we dat de neolithische beschaving uit het MiddenOosten zeer verfijnde kooktechnieken toepaste. Het was
die mensen al bekend hoe ze brood moesten bakken en
ze konden groente laten gisten, wijn en gerstebier maken,
vlees met verse kruiden en specerijen op smaak brengen,
voorgerechten van graan en vlees bereiden, voedsel en
drank in aardewerken potten en kruiken bewaren … en
dat al zo’n zesduizend jaar v.Chr.! De in Hajji Firuz Tepe
gevonden kruiken bevatten nog sporen van ingedroogde
wijn, zoals uit spectografische analyse is gebleken. Verrassend was dat er ook sporen van terpentijnhars werden
aangetroffen. Botanisten verklaarden dit als volgt: de
wijnranken groeiden in die tijd langs hoge naaldbomen,
bomen die bekendstaan om hun harsproductie. Het is
echter nog altijd niet bekend of de terpentijnhars aan de
wijn werd toegevoegd (zoals de Egyptenaren, de Grieken
en de Romeinen later deden, mede om de wijn voor bederf
en azijnvorming te behoeden) of dat de druiven vanzelf
een hoge dosis terpentijnhars bevatten doordat ze op
dezelfde grond groeiden als de naaldbomen. Wie dacht
dat Retsina een Griekse uitvinding was, komt hier dubbel bedrogen uit, want de Egyptenaren voegden al vóór
de Grieken hars aan hun wijnen toe en de Mesopotamische wijnen uit 6000–5000 v.Chr. bevatten al terpentijnhars. Ook wist men al in die tijd hoe belangrijk het
was om de wijnen koel te houden en de kruiken met een
aardewerken stop te sluiten. De vele vondsten in het huidige Iran (het vroegere Perzië) en in Irak hebben ons doen
inzien dat reeds lang voordat de Grieken en zelfs de Egyptenaren wijn leerden maken, er een zeer levendige handel in wijn in het oude Sumerië en in Mesopotamië bloeide, al minimaal 3500 jaar v.Chr. Later werd deze erfenis
door de Feniciërs aan de verre oevers van de Middellandse
Zee (onder andere Zuid-Frankrijk, Spanje en Tunesië)
verder verspreid.
Egyptische wijn
7
Untitled-1 7
21.10.2014 15:49:44
002_055 17.07.2006 10:20 Stránka
8
1_55_wine_NL.qxd:001_055_wine_NL
16.4.2010
13:28
Stránka 8
(Text Black plát)
DE GESCHIEDENIS VAN WIJN EN WIJNBOUW
EGYPTE
Voor de botanisten was het een verrassing dat men in
Egypte al vóór de Grieken wijn kon maken. De wijnranken groeiden immers niet inheems in het oude Egypte. De historici wisten echter te achterhalen dat er een
zeer bloeiende handel bestond tussen het oude Egypte
en landen uit het Midden-Oosten. Op deze manier zijn
zeer waarschijnlijk de eerste wijnranken Egypte binnengekomen, via Palestina. Sporen van wijnbouw zijn
terug te vinden tot minimaal 2700 v.Chr. Op de langwerpige Egyptische kruiken van het derde millennium
voor Christus zijn verklarende hiërogliefen voor de
natuur (druivenwijn) en de herkomst van de wijnen
(onder andere Saqquarah, Sile, Behbeit el Hagar en
Memphis) aangetroffen. Volgens historici zijn deze hiërogliefen de eerste bekende voorlopers van het huidige
wijnetiket. Ook bij de Egyptenaren werden de kruiken
afgesloten door aardewerken stoppen.
Een rijke bron van informatie was het graf van farao
Nakht. Talloze prachtige muurschilderingen tonen hoe
populair de wijnbouw was in het oude Egypte. Op de
schilderingen is te zien dat de druivenranken langs traliewerk geleid werden, in de hier en daar nog bekende
pergolavorm. De druiven werden in mandjes van wilgenteen opgevangen en naar de treedkuip gebracht. In
die grote, open kuipen traden de Egyptenaren de druiven. Het is goed te zien hoe de treders zich aan een hoge
balk moesten vasthouden om niet uit te glijden. Door
de warmte begon de most te borrelen en te gisten. De
nog gistende most werd dan in grote aardewerken kruiken overgeheveld, waarna men de overgebleven schillenkoek in een doek wikkelde en met behulp van een
stok en een flinke knoop in de doek verder perste om
de laatste sappen op te vangen. In de grote kruiken,
afgesloten met een deksel van leem en stro, ging de gisting verder, waarbij het gevormde koolzuurgas via een
klein gaatje in het deksel kon ontsnappen. Door de hete
zon van het Nijldal waren de wijnen erg geconcentreerd
en bevatten ze veel alcohol en restsuikers, wat ze redelijk lang houdbaar maakte in de koele grote kruiken.
Deze oude vinificatietechniek werd overigens tot voor
kort nog in sommige delen van Spanje, zoals in Valdepeñas, toegepast. In feite verschillen de Spaanse tinajas
weinig van de oeroude Egyptische puntkruiken, met
uitzondering van hun grotere afmetingen.
Verrassend is wel dat wijn bij de oude Egyptenaren
niet zo’n populaire drank schijnt te zijn geweest: men
dronk liever bier in het dagelijks leven! Wijn vervulde
een zeer paradoxale functie. Enerzijds werd de drank
door farao’s en hoge priesters zeer gewaardeerd en in
hun offers aan de goden gebruikt, en daarmee was wijn
dus een zeer gewilde drank in het hiernamaals; anderzijds werd wijn tijdens hun leven slechts door slaven,
bedienden en zeer arme mensen gedronken. De elite,
die wel wijn nuttigde bij ceremoniën, dronk de wijn uit
de allermooiste drinkschalen; het arme volk direct uit
de kruik en met behulp van een rietje. De beschermheer van de wijnbouw, de god Osiris, inspireerde de
Griekse mythologen voor hun Dionysus en later de
Romeinen voor Bacchus.
GRIEKENLAND
De wijnen van Samos behoren tot de oudste ter wereld.
Terwijl de volkeren van Transkaukasië aan de basis van
de wijnbouw stonden en de Egyptenaren de eersten
waren die onder andere de wijnbouw- en vinificatietechnieken uitbeeldden, waren het de Grieken die het
maken en vooral drinken van wijn tot een kunst verhieven. Wijn en alles wat daarmee te maken heeft, was
een zeer dankbare bron van inspiratie voor de Griekse
historici, filosofen, schilders, beeldhouwers en dichters.
Wijnen uit het oude Griekenland kwamen voor het
grootste deel van de eilanden, die elk een heel specifieke wijn maakten. Vooral de wijnen uit Chios, Samos en
Lesbos werden al snel beroemd. Ook werd er veel wijn
geïmporteerd uit het Midden-Oosten en uit Egypte. Net
als in het oude Egypte werd het drinken van wijn in elitaire kringen zeer gewaardeerd. De vele ‘Griekse’ volkeren die hun horizon verbreedden aan de kust van de
Middellandse Zee brachten wijnranken en wijnbouwtechnieken mee naar bijna al hun vestigingsplaatsen. Zo
richtten de Ioniërs/ Foceërs steden op als Massilia (Marseille), Nikaia (Nice), Antiopolis (Antibes) en Agathè
8
Untitled-1 8
21.10.2014 15:49:46
Download