Planeten-in-wording rond nabije dwergster

advertisement
Pas op met vitamines
HP/DE TIJD, 15 oktober 2004
De welvarende Nederlander loopt weinig risico op een vita minetekort, en toch slikt men massaal
supplementen. Terwijl een teveel aan vitamines juist schadelijk kan zijn.
Mijn moeder zegt dat het goed voor me is omdat er pitamientjes in zitten. Stom, he? Ik vind het gewoon lekker!" Wie herinnert
'm zich niet, deze legendarische reclamespot voor een pindakaasmerk van Unilever? Petje Pitamientje stal de show (plus een
Gouden Effie) en een hele generatie Nederlanders raakte diep doordrongen van het belang van vitamines voor de gezondheid.
Maar hoeveel van die Nederlanders kunnen anno 2004 uitleggen wat een vitamine is? En wat een dergelijke stof eigenlijk in het
lichaam uitspookt?
Hoogstwaarschijnlijk maar een heel klein percentage. Dat is vreemd. Want over kwalijke stoffen weten we wel veel. Heel wat
mensen kunnen uitleggen dat alcohol een afbraakproduct is van suiker, dat schade kan toebrengen aan de lever en aan de
hersenen. Of dat sigarettenrook koolmonoxide bevat dat de opname van zuurstof door de rode bloedlichaampjes blokkeert.
Maar wat doet vitamine A eigenlijk? En wat onderscheidt het van vitamine Br tot en met B12?
De reden dat we ons bier grondig in zouden moeten verdiepen, is de volgende. Voor het eerst in de geschiedenis staan grote
groepen mensen bloot aan een vitamine-overschot. Dat wil zeggen dat ze dagelijks meer of veel meer vitamines binnenkrijgen
dan de 'aanbevolen dagelijkse hoeveelheid' (adh) die onderzoekers in de loop der jaren proefondervindelijk hebben vastgesteld.
Deels is dat te danken aan het royale gebruik van supplementen: in meer dan zestig procent van de Nederlandse huishoudens
zijn supplementen aanwezig, aldus een NIPOonderzoek uit 2001.
Vitamine-overschot is een luxe die ongehoord is in de menselijke evolutie. Ons lichaam is gebouwd op schaarste. Omdat
schaarste en honger in vroegere tijden schering en inslag waren, stammen we af van de mensen die daar het beste tegen konden.
Vandaag de dag is dat handig als je in Bangladesh leeft. Maar in rijke landen, waar het voedsel hoog ligt opgetast, speelt de
evolutie ons flink te parten. Filmmaker Morgan Spurlock liet deze zomer in zijn documentaire Super Size Me zien wat er gebeurt
als je onbekommerd hamburgers en friet eet: je wordt moddervet.
Gedurende de evolutie door schade en schande wijs geworden, 'denkt' het lichaam: Ha, lekker veel koolhydraten, eiwitten en vet
- dat sla ik op als buffer voor slechtere tijden. Maar als die slechtere tijden nooit komen, raakt het lichaam in de war. Het
overbekende advies om matig te eten en veel te bewegen, beoogt niets anders dan het in stand houden van een zekere schaarste.
Want met koolhydraten en vetten is op zichzelf helemaal niets mis - integendeel, het zijn onontbeerlijke voedingsmiddelen.
Ook vitamines zijn onontbeerlijk, zo ontdekte de Est Nikolai Lunin al in i88i, al had hij nog geen idee van de aard en
samenstelling van deze mysterieuze voedingsbestanddelen. De Pool Casimir Funk doopte ze in iii `vitamines'. Amines zijn een
bepaalde soort stikstofverbindingen, waarvan Funk dacht dat ze de basis vormden voor alle vitamines. Later bleek dat dat
slechts voor een enkele vitamine geldt, maar toen was het woord al helemaal ingeburgerd. Het voorvoegsel `vita' hetekent leven.
Vitamines zijn geen voedingsmiddelen in de zin dat we er energie aan ontlenen of dat we er weefsel van maken. Ze dienen er
grosso modo voor om allerlei biochemische processen in onze lichaamscellen op gang te houden. Sommige soorten, zoals de
vitamines C en E, zijn belangrijke antioxidanten. Dat wil zeggen dat ze zich binden aan zogenaamde vrije radicalen. Dit zijn
overal in het lichaam ronddolende afvalproducten die flinke schade aanbrengen aan allerlei weefsels en zelfs aan het genetische
materiaal. Naar wat de diverse vitamines precies uitrichten in onze cellen, wordt nog volop onderzoek gedaan.
ledereen weet tegenwoordig dat vitamines in heel verschillende voedselproducten voorkomen, wat een veelzijdig dieet van
levensbelang maakt. Je zou kunnen betogen dat dit een bepaald onhandig gegeven is. Het maakt het lichaam immers afhankelijk
van de beschikbaarheid van die specifieke producten, waardoor de overlevingskansen afnemen op plekken waar die niet verkrij
gbaar zijn.
Nu zijn organismen - ook de mens - wel degelijk in staat om vitamines aan te maken. Katten produceren hun eigen vitamine C,
waardoor ze geen sinaasappelen hoeven te eten. De mens maakt zelf vitamine D onder invloed van de ultraviolette straling van
de zon. Dat we de meeste vitamines niet (meer) kunnen aanmaken, zal zo zijn evolutionaire oorzaken hebben gehad. Zodra
katten groenten en fruit leren eten, en er is genoeg van beschikbaar, dan zullen katten met een verstoorde vitamine C-productie
niet langer doodgaan aan hun afwijking. Ze blijven leven, krijgen nakomelingen met hetzelfde defect, en na een paar duizend
jaar is het vermogen om vitamine C te produceren uit de kat verdwenen.
Met de mens gaat dat niet anders. Uit bet feit dat wij onze eigen vitamine D aanmaken, kan (op basis van de tabel op pagina 30)
geconcludeerd worden dat we op een cruciaal punt in de evolutie een groot gebrek hadden aan zuivel en vette vis. Aan de
vitamines die we uit de natuur moeten halen, is goed of te leiden welke voeding wel voldoende beschikbaar was: vruchten,
eetbare planten (= groente), noten en af en toe een dood beest, dat tot en met de ingewanden werd verslonden. Uit het gegeven
dat volkorenproducten een rol spelen in het ideale voedingspatroon, kan worden afgeleid dat onze voorouders in geval van
hongersnood op graszaden begonnen te kauwen. Later werd van de nood een deugd gemaakt en vond men de landbouw uit.
Aangetoond is trouwens dat de jager-verzamelaars een stuk groter en sterker waren dan hun nakomelingen die zichzelf op een
rantsoen van gerst, tarwe, mais en rijst zetten (naar gelang het werelddeel). Pas nu alle, veelal tropische voedselproducten van
de oermensen weer onder handbereik zijn gekomen, worden de mensen weer groot en lang - en sterk, mits ze voldoende sporten.
In het welvarende Nederland is in elk seizoen wel een betaalbare groente te krijgen. Eieren en melk kosten evenmin veel, en
vlees heeft een mens maar beperkt nodig. Het risico op een vitaminetekort is dus bepaald gering.
Toch blijft iedereen tamelijk hysterisch doen over vitamines. Vrouwen die een kinderwens voelen opkomen, hollen onmiddellijk
naar de drogist om foliumzuur (vitamine BIT) te kopen. En als de blaadjes beginnen te vallen, zijn bij Kruidvat en Etos de potten
met multivitaminetabletten niet aan te slepen. De chef actueel van dit blad bekende onlangs dat hij een mengsel van B-vitamines
slikt, en dat terwijl juist hij als enige op de redactie tussen de middag keurig een stapel bruine boterhammen wegkauwt.
Waarom eigenlijk?
Wie in West-Europa een vitaminetekort wil opbouwen, moet daar echt zijn best voor doen. Zelfs fastfood is vanuit het oogpunt
van vitamines niet zo ongezond. Ook in patat zitten vitamines; orgaanvlees, leverancier van verschillende B's, is royaal terug te
vinden in de vaderlandse snacks. Alleen het uitsluitend nuttigen van deze lekkernijen - zoals Morgan Spurlock een maand lang
deed - is ongezond. Maar wie doet dat in Nederland dan ook? Junks. Achterbuurttypes, wellicht. Maar toch zeker geen goed
opgeleide, weldenkende burgers als u en ik? Waarom kopen we dan toch die peperdure potjes van Dagravit, Centrum en de vele
andere merken?
Het heeft er alle schijn van dat juist de mensen die ze niet nodig hebben, de klandizie vormen van de fabrikanten van
voedingssupplementen. Daartoe speelt de industrie op vileine wijze op hun schuldgevoelens in. Zo van: 'Natuurlijk geloven wij
dat u uitgebalanceerd en gezond eet. Maar wist u dat stress ook kan leiden tot een verhoogde behoefte aan vitamines? En drinkt
u eigenlijk? Of rookt u? Tja, dan raden wij u toch aan om...'
En ja, heel veel goed opgeleide, weldenkende mensen staan bloot aan een hoop stress, die ze niet zelden 's avonds met een goed
glas wijn afblussen. Dus toch, voor de zekerheid, 's ochtends maar een paar vitaminepillen. De gezondheid voor alles en ach,
baat het niet, dan schaadt het niet, toch?
Dat nu, valt zeer te bezien. Je hoort het weinig voedingsdeskundigen zeggen, maar een teveel aan vitamines kan wel degelijk
schadelijk zijn, zo is her en der te lezen. Zomaar een voorbeeld, afkomstig van de website van het Voedingscentrum.
"Het nemen van supplementen met extra antioxidanten gaf in een aantal onderzoeken een toename in plaats van een afname
van het risico op (long)kanker te zien. Bij hart- en vaatziekten blijkt het gebruik van supplementen met antioxidanten geen
positief, maar ook geen negatief effect te hebben op het ziekterisico. "Bij te hoge gehaltes (concentraties) antioxidanten
kunnen ook ongewenste negatieve effecten optreden, die het tegenovergestelde zijn van de verwachte - antioxidantwerking (een
zogenaamd pro-oxidant effect). Daarom is voorzichtigheid geboden bij het nemen van hoge doseringen antioxidanten in
supplementvorm. Fen evenwichtige voeding met volop groenten en fruit levert voldoende voedingsstoffen en antioxidanten in
`veilige' hoeveelheden."
De bekendste en meest geslikte antioxidant in supplementvorm is vitamine C. Tal van fabrikanten leveren pillen waarin niet
minder dan duizend milligram van deze zo heilzaam gewaande stof zit samengeperst. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid door
het Voedingscentrum is zeventig milligram voor volwassenen (kinderen minder, zwangere vrouwen meer). Dat is veertien keer
zo weinig!
Overigens meldt hetzelfde Voedingscentrum elders dat je van een overdosis vitamine C hoogstens nierstenen krijgt. Dat is een
veeg teken. Wie zich verdiept in vitamineland, kan zich uberhaupt niet aan de indruk onttrekken dat het onderzoek naar de
schadelijke bijwerkingen van vitamines bepaald weinig prioriteit geniet. Liever speuren de geleerden naar het zoveelste gunstige
effect van de zoveelste vitamine of het zoveelste mineraal. Zou dit wellicht iets te maken hebben met de winstverwachtingen van
de vitaminegiganten? Met de commerciele sponsors van universitair onderzoek?
Wie gevarieerd eet, en trappistenbier drinkt in plaats van industriele pils (waar alle gist uit is gehaald om te kunnen verhandelen
als vitamine B), hoeft helemaal geen supplementen te slikken. Probleem opgelost, zou je denken. Maar helaas, zo gemakkelijk
laten de voedselconcerns hun melkkoeien met ontsnappen. Steeds vaker voegt de industrie ongevraagd vitamines toe aan
fabrieksvoedsel.
Bij Albert Heijn zijn vegetarische hamburgers te koop. De verpakking meldt trots dat vitamine B12 en ijzer aan de burger zijn
toegevoegd. De overweging van Albert Heijn, aldus een woordvoerder, is dat consumenten die de voorkeur geven aan de
'veggieburger' boven de vleesburger, het risico lopen te weinig B12 en ijzer binnen te krijgen.
Los van bet feit dat dit paternalistisch is, rijst de vraag waar Albert Heijn zich mee bemoeit. Heeft met iedere klant het recht op
zijn eigen vitaminetekort? En hoe komt het bedrijf er eigenlijk bij dat de koper van een vleesloze hamburger uberhaupt
vegetarier is? Waarom spekt de supermarkt de kas van een vitamineboer op kosten van zijn klanten? Is dit koppelverkoop of
gedwongen winkelnering?
In Denemarken hebben ze bet licht gezien. Onlangs verbood de Deense voedselautoriteit de marktintroductie van twaalf soorten
nieuwe ontbijtvlokken die barstens vol zitten met vitaminepreparaten. "De gebruikers lopen bet gevaar om de veilige
bovengrenzen te overschrijden," zo moest vlokkengigant Kellogg's knarsetandend aanhoren. Dat waren verstandige woorden in
een land waar driekwart van de kinderen - de belangrijkste doelgroep van Kellogg's - dagelijks van de multivitamines snoept.
Het rijke Westen heeft een enorm overschot aan koolhydraten. Daarom kwakt de industrie in talloze fabrieksproducten veel te
veel suiker en meel (het Happy Meal van filmmaker Morgan Spurlock staat er stijf van). Met vitamines gaat bet dezelfde kant op.
Ondertussen worden de schadelijke gevolgen van overmatige vitamineconsumptie maar langzaam duidelijker. Zeker is dat ons
lichaam is gebouwd op schaarste, niet op overdaad. Ook met op een overdaad aan vitamines - wat de moeder van Petje en de rest
van de pitaminemaffia ook mogen beweren.
Download