. LATIJNSE JURIDISCHE SPREUKEN Iura novit curia : Het hof kent het recht Mores novit curia : Het hof kent de zeden Errare humanum est : Zich vergissen is menselijk Het wezen van een taal openbaart zich het duidelijkst in haar onvertaalbare woorden (Marie van Ebner-Eschenbach) * 1.Actori incumbit probatio: de eiser draagt de bewijslast (art.1315, l, B.W., art. 870 Ger .W.. 2.Ad impossibile nemo tenetur: tot het onmogelijke is niemand gehouden. 3.Consensus facit legem: wilsovereenkomst schept recht. 4.De internis non iudicat praetor: over gedachten oordeelt de rechter niet. 5.De minimis non curat praetor: met onbenulligheden houdt de rechter zich niet bezig. 6.Dies a quo non computatur in termino: de dag waarop de verjaring begint te lopen telt niet mee. 7.Dies ad quem computatur in termino: de laatste dag van een verjaringstermijn telt mee. 8.Dura lex sed lex: de wet is hard, maar het is nu éénmaal de wet. 9.Electa una via non datur recursus ad alteram: eens een weg gekozen, mag men geen ander weg inslaan. 10.Ex aequo et bono: naar recht en billijkheid. 11.Exceptio firmat (probat)regulam: de uitzondering bevestigt (bewijst) de regel. 12.Falsa causa non nocet: een onjuist motief schaadt niet. 13.Honestum non est semper quod licet - Non omne quod licet honestum est: niet alles wat toegestaan is, is eervol. 14.In dubio pro reo: twijfel kom ten goede aan verdachte. 15.Iniuria non excusat iniuriam: onrecht met onrecht vergelden is niet te rechtvaardigen. 16.Iuris ignorantia nocet: onbekendheid met het recht schaadt. 17.Littera scripta manet: het geschrevene blijft. 18.Ne bis in idem - Non bis in idem: niet tweemaal over hetzelfde. 19.Ne eat iudex ultra petita partium: De rechter kan niet meer toekennen dan partijen vorderen. 20.Necessitas frangit legem: nood breekt wet. 21.Nemo auditur propriam turpitudinem allegans: niemand wordt aanhoord indien hij zich beroept op zijn eigen schandelijk gedrag. 22.Nemo censetur ignorare legem: iedereen wordt geacht de wet te kennen. 23.Nemo iudex idoneus in propra causa: niemand kan rechter zijn in zijn eigen zaak. 24.Nemo potest essere simul actor et iudex: niemand kan terzelfder tijd eiser en rechter zijn. 25.Nemo tenetur se ipsum accusare: niemand is verplicht zichzelf te beschuldigen. 26.Nemo testis idoneus in propria causa: niemand kan getuige zijn in zijn eigen zaak. 27.Nolens volens: willens nillens. 28.Nulla poena sine lege: geen straf zonder wet. 29.Nulla regula sine exceptione: geen regel zonder uitzondering. 30.Nullum crimen sine lege: geen misdrijf zonder wet. 31.Pacta sunt servanda: overeenkomsten moeten worden nagekomen. 32.Poena maior absorbet minorem: de zwaardere straf slorpt de lichtere op. 33.Poenalia sunt restringenda: strafwetten dienen strikt te worden geïnterpreteerd. 34.Possessor, ergo dominus: de bezitter is de eigenaar. 35.Qui tacet, consentire videtur: wie zwijgt wordt geacht in te stemmen. 36.Qui vult decipi, decipiatur: wie wil bedrogen worden, wordt bedrogen. 37.Quid leges sine moribus ?: wat baten wetten zonder goede zeden?. 38.Quod abundat non vitiat: het overtollige schaadt niet. 39.Quod non apparet non est: wat niet verschijnt, bestaat niet. 40.Quod nullum est, nullum producit effectum: wat nietig is, kan geen gevolgen hebben. 41.Res inter alios iudicata aliis neque nocet neque prodest: een overeenkomst (waarin de derde geen partij is) kan derden noch schaden noch baten. 42.Res iudicata pro veritate accipitur: een rechterlijke uitspraak wordt voor waar gehouden. 43.Scripta publica probant se ipsa: authentieke akten bewijzen zichzelf. 44.Sic lex sic iudex: zo de wet, zo de rechtspraak. 45.Sub iudice lis est: het geschil is nog voor de rechter. 46.Summum ius, summa iniuaria: het hoogste recht is het hoogste onrecht. 47.Testis unus, testis nullus: één getuige is geen getuige. 48.Tot capita, tot sententiae: zoveel vorderingen, zoveel vonnissen. 49.Ubi ius, ibi remedium: waar recht is, daar is een rechtsmiddel. 50.Verba volent, scripta manent: woorden vervliegen, geschriften blijven. 51.Veritas est iustitiae mater: de waarheid is de moeder van de gerechtigheid. 52.Veritatis simplex oratio: de taal van de waarheid is eenvoudig.