Joodse verleden0911

advertisement
HET JOODSE
VERLEDEN
VAN
KALMTHOUT
Marleen Van Landeghem
HET JOODSE VERLEDEN VAN KALMTHOUT
Marleen Van Landeghem
De voorgeschiedenis
De gemeente Kalmthout bevindt zich in het noorden van de provincie Antwerpen en grenst
aan Kapellen,Brasschaat,Wuustwezel en Essen en aan de Nederlandse gemeenten Putte en
Zundert. Het behoort tot het arrondissement Antwerpen.
Kalmthout is een grote gemeente: 5.944 hectare. Het telt in totaal 17.350 inwoners.
Door haar uitgestrektheid kunnen wij de verschillende wijken afzonderlijk beschouwen met
hun eigen entiteit en eigen identiteit , karakter en gewoonten.
Vandaag onderscheiden we de volgende wijken : Nieuwmoer,Achterbroek,Dorp,Centrum en
Heide.
Kalmthout is in haar vroegste geschiedenis door de mens bezocht. Archeologische vondsten
zoals silexen, pijlpunten,… zouden wijzen op nederzettingen in de prehistorie . Zo vond men
circa 9000 bewerkte vuurstenen uit de periode 15000 – 2500 voor onze tijdrekening. Gezien
de geringe natuurlijke vruchtbaarheid zal het aantal bewoners wellicht erg klein geweest zijn.
Ook invloeden van Frankische kolonisatie is merkbaar. De toponiemen
(Akker,Foxemaat,Hillo) , de dorpsaanleg , het dorpsplein, de hoevebouw duiden zonder
twijfel op de Frankische invloed. Rondom hun woonkern deden de Franken aan akkerbouw
terwijl het grootste gedeelte van het gebied als gemeenschappelijke graasweide gebruikt werd.
Hierdoor verdween geleidelijk aan het natuurlijke bos en ontwikkelde er zich een nieuw
vegetatietype , de heide.
Voor 1146 vormde Kalmthout, samen met Essen,Nispen,Roosendaal en een gedeelte van
Huybergen de heerlijkheid Nispen. Deze heerlijkheid was eigendom van de heer Arnold van
Brabant, heer van Breda. Zij was zelf eerst een onderdeel van het markgraafschap Antwerpen
en vervolgens vanaf de eerste helft van de twaalfde eeuw van het hertogdom Brabant, dat een
leengoed was van het toenmalige Duitse Rijk.
In 1146 schonk Arnold van Brabant de helft van zijn bezittingen in Kalmthout aan de abdij
van Tongerlo, in 1133 gesticht door de volgelingen van Sint-Norbertus. In 1157 deed de zoon
van Arnold hetzelfde met het overblijvende gedeelte van de bezittingen en trok zelf de abdij
in. De bullen van paus Eugenius III (1157) waarin beide giften werden vastgelegd zijn de
oudste documenten waarin de plaatsnaam van ons dorp voorkomt en wel als “Calmthot” . De
schenking wordt eveneens bevestigd in een oorkonde van de bisschop van Luik. Over de
toponymische betekenis van de naam is men het nog niet eens. Het achtervoegsel “hout” duidt
in elk geval op het bosrijke karakter van de streek.
De evolutie in de zestiende eeuw verliep echter niet helemaal vlekkeloos en ongestoord.
Vooral de politiek-religieuze conflicten waren noodlottig voor de hele grensstreek tussen het
protestantse Noorden en het katholieke Zuiden. Onder het Spaans bewind waren Kalmthout
en Essen herhaaldelijk het decor van onlusten en bloedige conflicten. Zo richtten de
stropersbenden onder de leiding van de Gelderse krijgsman Maarten van Rossum in 1542
grote schade aan. Ook de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) betekende een zware beproeving
2
voor Kalmthout. Het dorp werd verwoest en gebrandschat, de meerderheid van de bevolking
vermoord of op de vlucht gedreven.
Zo trok de Franse maarschalk De Biron in 1583 met zijn huurlingenbende door de streek.
Samen met de omliggende dorpen liep hij ook Kalmthout onder de voet en verwoestte het
dorp. Ook de belegering van het nabijgelegen Bergen-op-Zoom (1586-1587) eiste een zware
tol. Pas na de vrede van Munster in 1648, konden de Kalmthoutenaren opnieuw op adem
komen.
Pas in de loop van de zeventiende eeuw trad een relatieve rust in en groeide het dorp opnieuw
aan, hoewel ook dan geregeld oorlogen,inkwartieringen van vreemde legers en besmettelijke
ziekten (de Zwarte Dood) de bevolking teisterden.
De Tongerlose norbertijnen bevorderden niet alleen de leef- en werkgewoonte, maar
verbeterden tevens het plaatselijke voorzieningsniveau. Zo groeide de oudste abdijhoeve “De
Greef” in de loop van de achttiende eeuw uit tot een echt handelscentrum waar alle voor die
tijd beschikbare producten te koop werden aangeboden Deze markt was tot ver buiten de
gemeentelijke grenzen bekend.
Met de Franse revolutie eindigde de eeuwenlange voogdij en bescherming van de abdij van
Tongerlo. De Franse pletrol vergruisde meedogenloos alles wat maar enigszins herinnerde aan
het Ancien Regime. De abdij- en kerkgoederen werden aangeslagen en verkocht en de abdij
verloor haar rechten op de heerlijkheid. De abdijhoeven werden uiteraard ook verkocht aan
particulieren. De ervaring en de inzet van de plaatselijke landbouwbevolking volstonden
echter om de traditionele landbouwactiviteiten verder te zetten. Kalmthout en Essen werden
gescheiden en als zelfstandige gemeenten ingericht (1795) .
Toen België na de korte Hollandse overheersing in 1830 onafhankelijk werd, telde Kalmthout
2300 inwoners. Door het aanleggen van de spoorlijn Antwerpen – Rotterdam in 1854 trad
Kalmthout voorgoed uit het isolement. Door de spoorverbinding ontstond er een intense
pendelbeweging van en naar Antwerpen en de verbeterde communicatie-mogelijkheden
maakten dat nieuwe ideeën en gewoonten het platteland binnensijpelde. Vanaf de tweede helft
van de negentiende eeuw zien wij langzaam maar zeker de stad bezit nemen van het
platteland. Heel wat inwoners van de Antwerpse agglomeratie werden aangetrokken door de
groene en de landelijke omgeving van heiden en bossen. Dit leidde tot een belangrijke
immigratie van stadsmensen en het eendagstoerisme, later kwamen er tweede verblijven,
uiteindelijk ook volwaardige woningen .
Men moet zich voorstellen dat een goede honderd jaar geleden de huidige wijk Heide nog
echt heide was.
De wijk Heide beslaat – zonder rekening te houden met het natuurrreservaat dat ongeveer
1800 ha beslaat – ongeveer een zesde van de oppervlakte van Kalmthout. Het telt nu ongeveer
5000 inwoners. Het heeft meer dan de andere wijken een hoofdzakelijk residentieel karakter.
Ook erg veel niet-Belgen wonen er. Naar schatting zou circa 10% van de Heidenaren niet
Belg zijn . Heide is trouwens altijd een immigratiegemeente geweest, echte autochtone
Heidenaren zijn een kleine minderheid.
Tot zover een summiere samenvatting van onze voorgeschiedenis.
Zoals bekend was België het eerste land op het Europese vasteland om een treinnet uit te
bouwen, eerst met de verbinding Brussel-Mechelen later doorgetrokken naar Antwerpen. In
1852 verbond de heer Gihoul,industrieel uit Rijsel en grootgrondbezitter in de streek van
3
Essen en Kalmthout, er zich toe tegenover de Belgische en Nederlandse staat een
spoorwegverbinding tussen Antwerpen en Rotterdam aan te leggen.
De inhuldiging van de lijn had plaats op 26 juni 1854. ‘s Morgens rond 8u30 was uit het
station van Brussel-Noord een speciale trein vertrokken waarin de belangrijke personaliteiten
hadden plaatsgenomen. Nog geen uur later was hij in Antwerpen, waar vreugdeschoten
werden gelost vanop de nog bestaande stadsomwalling. Het station van Antwerpen , toen nog
van hout , was met bloemen en vlaggen versierd . Het gezelschap stapte uit en werd
aangevuld met provinciegouverneur Teichmann en diverse Antwerpse VIPs in kleurige
uniformen, bengelend vol eretekens. De muziekmaatschappij van Merksem bezette drie
banken in de trein en zou aan elk van de vier nieuwe stations (Ekeren,Kapellen,Kalmthout en
Essen) een deuntje spelen.
Een reiziger die de tocht in 1854 meemaakte, een zeker Charles D. , reporter van een
franstalig dagblad, vergeleek het traject tussen Kapellen en Kalmthout met een treinreis door
een woestijn : “ Zover het oog reikt, bemerkt men niet anders dan een uitgestrekte vlakte
zonder leven, zonder vegetatie, zonder bomen , zonder huizen, kortom een wijde woestenij
van zand, slechts hier en daar onderbroken door een plek grauwe heide ‘’ . De horizon leek
volgens hem begrensd door een getande lijn van wit zand ; Eerst na geruime tijd zag hij
enkele dennenbomen die het monotone landschap doorbraken.
Treinhalte in Heide Kalmthout
In 1897 kreeg ook de wijk Heide een treinhalte
4
In 1911 kreeg Heide het huidige station .
Geleidelijk aan ontwikkelde Heide zich van een centrum van dagtoerisme naar een
permanente residentiele woonplaats. Een groot aantal stedelingen ging verder dan een
sporadisch bezoek aan de Heide ; velen kochten een stuk grond in Heide en bouwde er
meestal vrij luxueuze villas .
Ook de Joodse medeburgers, vaak werkzaam in de diamant, werden bekoord door de mooie
bossen en de gezonde lucht van Heide. Kort na de eeuwwisseling waren het – op enkele
Russische en Oostenrijkse staatsburgers na – allemaal Amsterdamse Joden .
Daarom stonden ook de Joden mee aan de wieg van het ontstaan van Heide-Kalmthout.
5
De Ontwikkeling van Heide
't Hof van Heide
Vijver bij 't Hof van Heide
In 1904 bouwde 2 Antwerpse Joodse diamantairs, Bernard Bolle en Paul Lewedow “’t Hof
van Heide” of het Jodenhotel, zoals het in de volksmond genoemd werd. Het stond op de hoek
6
van de Nieuwstraat en de Heibloemlaan, aan de noordkant van de Withoefse Heide , op een
gebied van 1 ha 87 are .
Langs een schilderachtige weg was het verbonden met het station en met zijn speeltuin bood
het een bijzondere attractie. Dit hotel was eigenlijk de aanzet tot de Joodse inwijking in Heide
maar het hotel brandde af in 1912 en werd niet meer hersteld. Men heeft er nu wel een straat
naar vernoemd .
Bernard Bolle (geboren in Den Haag 22 mei 1861) is overleden in de gemeente Kalmthout op
27 december 1935 .
Kruispunt Heidestatiestraat-Kapellensteenweg-Beauvoislaan
Zoals bekend loopt doorheen de Kempen een waterscheidingskam die de rivieren en beken
doet aflopen naar ofwel het Scheldebekken, ofwel naar het Maasbekken. In Heide is die plaats
duidelijk zichtbaar gemaakt: op die plaats staat een aloud kapelletje,zeker al vanaf de 18de
eeuw ; het staat op een hoogte van 27 m boven de zeespiegel, op de kruising van 2 belangrijke
wegen. De foto is genomen vanuit de Heidestatiestraat met rechtdoor de Beauvoislaan en
links en rechts de Kapellensteenweg . Deze plaats is nu een zeer druk verkeerspunt. De straat
was de verbinding van de Kapellensteenweg met het station van Heide.
In deze Heidestatiestraat werden vele hotels gebouwd en ook in vele huizen werden kamers
ter beschikking gesteld die verhuurd werden aan meestal joodse vakantiegangers .
Er was een jonge joodse vrouw die een winkel had in de straat en er was ook een joodse
kapper gevestigd , Sabera genaamd.
Een man gekend onder de naam Mouke wachtte de reizigers op bij de trein en gaf inlichtingen
aan de mensen waar ze kamers en woningen konden huren.
7
Mont Noir
In 1884 kocht de heer Mignot het tentoonstellingspaviljoen van Roemenie op de
wereldtentoonstelling te Brussel en deed de houten chalet overbrengen naar zijn eigendom
midden van de Kalmthoutse heide. Rond de chalet liet hij dreven, vijvers en een park
aanleggen en hij noemde het domein : “Mont Noir” .
8
In 1908 kwam het in handen van B.Bernsohn (op foto) , diamantair uit Antwerpen.
Deze liet de “Mont Noir” verbinden via een tramlijn naar het station van Heide, dwars door de
duinen. Deze tramlijn wilde hij gebruiken voor het vervoer van en naar het station van de
toeristen. In 1914 was de lijn voltooid .
Om het domein te maken tot een toeristische attractie had hij grote plannen. Hij had zelfs een
aanvraag ingediend om een zwembad te mogen bouwen met beweegbare bodem . Bernsohn is
lang in het geheugen gebleven als mens, om zijn inventiviteit en zijn creatieve ideeën bij onze
gemeenschap ; u kan zich wel voorstellen dat een zwembad met beweegbare bodem erg
revolutionair was voor die tijd. Maar tijdens de eerste wereldoorlog vluchtte Bernsohn naar
het buitenland en heeft het landgoed van de hand gedaan.
Door de oorlog geraakte het domein in verregaand verval en in het begin van de jaren twintig
verdween ook de tramlijn.
De tramlijn volgde de oude bedding van de zaveltrein vanuit de Cambuus naar Heide.
De zaveltrein werd vroeger gebruikt om onafgebroken zand weg te voeren uit de heide voor
het dempen van de Spaanse vesten in Antwerpen. Later kreeg een zekere baron De Terwagne
de toestemming om gedurende 20 jaar zand uit de Kalmthoutse duinen weg te halen. De baron
liet zo tussen 1888 en 1898 wel geteld 945.835 m3 zand weghalen. Onder andere de
Vossenbergen, zéér hoge duinen met zicht op de O.L.Vrouwkathedraal van Antwerpen
werden afgegraven. Het meeste zand ging naar de Antwerpse havenwerken en de opbouw van
het huidige Centraal Station.
9
Tramlijn naar de Mont Noir
Vanaf 1925 werd Carlier eigenaar van het domein.
In het tweede deel van de jaren 30 werd de chalet afgebroken en bouwde men een stenen villa
met de naam : “Chateau Mont Noir” .
Tijdens de tweede wereldoorlog huisde er maandenlang Duitse soldaten op de “Löwenvilla”
en na de oorlog restte enkel nog een ruïne. De overige resten zijn langzaamaan verdwenen .
Deels uit rancune tegenover de overheerser, deels voor praktisch gebruik van bouwresten.
10
Hotel Meyer
Hotel de la station
Beide hotels zijn gelegen in de nabijheid van het station in de Heidestatiestraat en zullen later
worden gebruikt voor Jeshiva studenten . Daarover volgt later meer.
11
In 1906 bouwden Jan Frans De Blust – Joanna Billiauws hotel “De Zwaan” op de hoek van de
Heidestatiestraat en de Leopoldstraat. Van 1924 tot 1930 werd het uitgebaat door de joodse
bakker Jankel Stern uit Antwerpen.
“Villa Felice en Helena” is gelegen in de Leopoldstraat en werd uitgebaat door Isak
Wolfsberg en Frieda Mangel . Isak zal later weggevoerd worden (8/9/42 VIII/636) en Frieda
met haar 2 kinderen (12/9/42 IX/230 IX/231 IX/232). Ook verbleef daar onder andere de
familie Ackermann . Hun beide zonen hebben meegevochten tijdens de Spaanse burgeroorlog
tegen Franco en daar zijn zij ook gesneuveld.
12
Voorkant Kapellensteenweg
Achterkant hotel Diesterweg
Wed. Rifka Brunner-Hollander begon haar loopbaan als hotelhoudster in Acaciahof. Nadien
startte ze in hotel Diesterweg een nieuw hotel en door gebrek aan plaats breidde ze het uit
naar pension Brunner wat zich bevond in de tuinwijk “Vredeburg” en dat tot ongeveer 1960 .
13
Het Keienhof werd gebouwd door diamantair Mozes Tolkowsky in 1914 op de hoek van de
Max Temmermanlaan en de Putsesteenweg . In de jaren 80 raakte het in verval en nu is het
gerestaureerd en uitgebreid door Kris Bresseleers tot restaurant en feestzaal. De verbouwing
heeft toch ruimte gelaten voor de oorspronkelijke fin de siècle bouwstijl. Eclectische
bouwstijl. Gevels in breuksteen met raamomlijstingen in metselwerk. Verschillende
dakvormen , deels zadeldak, deels puntdaken . Frappante veranda en balkonuitbouw. Enkele
art nouveau-achtige elementen zoals de ramen (rond- en hoefijzervorming met verdeling) en
de veranda.
Het hotel Acaciahof gelegen op de Kapellensteenweg
werd uitgebaat door Abraham Mangel en echtgenote
Regina Luftig , later ook Villa Felice en Helena
tesamen met zijn familie Wolfsberg-Mangel.
14
Rozenberghof , op de foto Maurice Gluck met echtgenote
Rozenberghof vijver
Een prachtig typisch fin de siècle villa-hotel-pension met tuin, vijver en dreven. Het werd
gebouwd in 1893 door Franz Schmitz . Na eigenaarwissel werd het uitgebaat door Morris
Gluck die vroeger garçon was in pension Brunner. Hij zou ook kunstreprodukties te koop
aangeboden hebben en had ook een winkel in de Leopoldstraat.
15
Joodse bijdrage tot de Kalmthoutse architectuur
Tussen en 1907 en 1911 bouwden 5 Amsterdamse Joodse diamantairs deze 5 villas in de
Nieuwstraat in de typische fin de siècle architectuur, voornamelijk cottagestijl, symbool voor
de ontwikkeling van Heide, daar stonden bijna 20 jaar lang slechts vijf huizen op een rij
temidden van de heide,en kreeg daarom de naam “ nieuwe “straat .
Villa “ Heidevreugd “ 1911 had als
bouwheer Salomon Kesner,
diamantslijper uit Amsterdam,
gehuwd met Eva Tokkie.
Nr 22
Villa “Les Lilas” (de seringen),
1907, bouwheer Mozes Polak,
Amsterdams diamantbewerker met
hoofdverblijf in Antwerpen. 4 jaar
later verkocht hij ze aan Chaim
Stern en werd ze bewoond door
Samuel Stern die zich vanuit New
York in Kalmthout kwam vestigen.
Nr 24
16
Villa “Bos en Hei” , 1908
bouwheer Henri Walewijk,
Nederlandse diamantslijper.
De ontwerper van de villa en ook
van nr 24 was Jozef Vincke
Brusselse Architect ,hij bouwde
ook voor zichzelf het
buitenverblijf het “vinkenhof”
,later eigendom van de joodse fam.
Kornreich.
Nr 26
Villa “Jeanne d’Arc” , 1910,
bouwheer was Georges Bolle,
Amsterdams diamantbewerker,
broer van Bernard Bolle. Deze
villa werd bewoond van 1914 tot
1923 door Salomon Engelander en
Rosalia Mercado. Nu door de
nieuwe eigenaars totaal verminkt .
Nr 28
Villa “Windoord” werd gebouwd
in 1911 door Maurice Engelander,
Nederlandse diamantbewerker. Hij
verhuurde ze aan de Russische
diamantair Chanina Ginsburg en
de eveneens Russische
handelsreiziger en makelaar in
diamant Mendel Silberklang.
Diens zoontje Alfons werd hier
geboren in 1912.
Nr 30
17
Deze villa is gebouwd in 1910 door Hubert Melis. Het is gelegen in de Bloemenlei en is 1530
m2 groot. Het was eigendom van Rachel Feinberg-Levenson, geboren te Wilna (Litauen) 12
augustus 1865. Dit huis was een huwelijksgeschenk aan haar dochter Jeannette Feinberg
geboren te Amsterdam 9 februari 1896. Zij was getrouwd met Michlias Smargonsky geboren
te Wilna 5 juni 1890. Zij hadden 3 kinderen : Jaak (Londen 22/09/1915), René David (Antw.
8/05/1921) en Charles Arnold (Antwerpen 3/10/1922). Haar broer Isaak Feinberg
(Amsterdam 13/2/1900) is ook naar Kalmthout gekomen voor zijn gezondheid (hij had tbc).
Hij is desondanks toch overleden 20 maart 1926. Het huis is verkocht in 1931.
Gebouwd in 1913 door de diamanthandelaar Joseph Ackermann in de Leopoldstraat.
In februari 1952 werd het als gift overgemaakt aan Jesode-Hatora-Beth-Jacob in Antwerpen.
Deze vzw was er vorig jaar nog steeds eigenaar van.
18
Zomerhuisje
Van 1908 tot 1933 was dit huisje in de Steeg eigendom van Bernard Bolle.
Na de oorlog werd het eigendom van professor Nico Gunzburg - Scheikewitz van 1951 tot
1959. Hij was professor aan de rijksuniversiteit te Gent en hij leverde een grote bijdrage tot de
vernederlandsing van de Gentse universiteit.
Hij was voorzitter van de Raad van de Joodse Vereniging van België en ook voorzitter van
het “Centraal Beheer voor joodse Weldadigheid en Maatschappelijk Hulpbetoon” gesticht in
1920 en vele andere .
19
De familie van Ephraim Schmidt verbleef in de jaren 20-40 zeer dikwijls in de Molenbaan.
Hier staan op de foto genomen in augustus 1928 v.l.n.r. Ephraim , zijn moeder (overleden in
1943 in het Erasmusziekenhuis, joodse vrouwenzaal; zij werd er wegens haar hopeloze
gezondheidstoestand in de onderduikingswoning naar toe gebracht), zijn oudste broer
(gedeporteerd samen met zijn vrouw in 1942 en niet meer teruggekomen), zijn zuster
(woonde in Israel en is in 1997 overleden) en een kozijn die als wees vanaf zijn zesde jaar bij
hen als broer is opgevangen (gedeporteerd en niet teruggekeerd) .
Niet op de foto zijn vader (overleden in Israel in 1955) en de tweede oudste broer
(verongelukt in mei 1940 te De Panne)
.
Foto genomen in de duinen vlak voor het “fort”
in 1935 . De onderste persoon : ?
De middelste persoon is Naftali Wachstock
(scheikundig ingenieur) ; zijn familie heeft
jarenlang in Kalmthout gewoond.
Bovenaan : Ephraim Schmidt
20
De synagoge
Een tijd lang werden gebedsbijeenkomsten gehouden in het huis van Shaul Wachstock in de
Thillostraat. Door de toeloop die alsmaar groter werd groeide de noodzaak naar een synagoge.
De bouwtoelating werd gegeven op 29 november 1927 . Het werd gebouwd in 1928 en in
1929 officieel in gebruik genomen.
21
22
Door de grote bezieling en inzet van Mendel Kornreich die 8 andere mensen in de raad had
opgenomen werd de opdracht gegeven een synagoge te bouwen .
De architect was de heer Beirens en aannemer Alexander Nagels . Heel wat mensen hebben er
toe bijgedragen dat het gebouw in stijl en afwerking niet moest onderdoen voor de synagogen
van de ‘stad’ . De gelden werden trouwens in Antwerpen en Heide ingezameld , waarbij
Mendel Kornreich één van de grootste geldschieters was. De plaatselijke Joodse gemeenschap
stak letterlijk de handen uit de mouwen en hielp bij de bouw. Samuel Spira keek nauwlettend
toe dat de werkzaamheden volgens plan vorderden.
De gevel van het gebouw verraadt neo-moorse stijl maar ook subtiele architecturale
elementen uit de twintiger jaren zijn in het gebouw te bespeuren. De plaatselijke glazenier
zorgde voor een groot glasraam boven de heilige ark waarin de Davidster prijkt. Er is een
ruim balkon voorzien voor de vrouwen. De ramen in het gebouw zorgen voor veel licht en aan
de ingang is een kleine consistoriekamer waarboven een kleine woonruimte voor de conciërge
voorzien was .
Het is de enige synagoge in België gelegen buiten een stad . Het is in Heide het eerste gebouw
voor de eredienst. De parochiekerk kwam er als gebouw pas in 1935.
De synagoge werd tot voor enkele jaren terug nog gebruikt tijdens de zomerperiode . Nu ze
niet meer gebruikt wordt en er dringend behoefte is aan restauratie als ze niet minimaal wordt
hersteld , rest er enkel nog een bouwval. En alleen al uit historisch belang van dit gebouw
voor zowel de joodse geschiedenis van België als voor de erfgoedtraditie in Kalmthout is het
hoog tijd om de handen in elkaar te slaan om het gebouw te redden.
Ondanks de oorlog bleef het synagogegebouw tamelijk gespaard. Maar de Joodse
gemeenschap was gedecimeerd . De overlevenden en de erfgenamen van de rechtmatige
eigenaars kwamen nog vele jaren terug naar Heide-Kalmthout. Het leven rond de synagoge
kreeg weer betekenis. Maar het werd nooit meer wat het voor de oorlog was . Voor vakanties
trok men niet meer naar Heide of de Belgische kust maar verkende men de wereld buiten
België .
23
Die evolutie raakte ook hier de Joodse gemeenschap. Het gevolg was dat velen hun huis
verkochten zodat de hier even herlevende Joodse gemeenschap opnieuw gedecimeerd werd .
De synagoge verloor steeds meer aan betekenis, had steeds minder vaak een minjan .
De doodssteek kwam wanneer de laatste conciërge, mevrouw Ytje Barendsen, die jarenlang
de zorg voor de synagoge op zich had genomen kwam te overlijden .
De klein- en achterkleinkinderen van de oorspronkelijke stichters zijn nu met bijna honderd
verspreid over de wereld wat het moeilijk maakt om samen tot een oplossing te komen en een
juridisch platform te vinden. Het gebouw kan geklasseerd worden maar dat is meestal een
uitermate ongunstige oplossing voor de eigenaars . Ook vanuit de gemeente is de goodwill
aanwezig om te helpen bij de restauratie van dit waardevolle gebouw . Ook werd er
gesuggereerd om er een permanente tentoonstelling en educatief centrum van te maken over
de joodse samenleving in Heide-Kalmthout.
Zicht op de ark en de bima , links de ramshoorn
Onder de tafels van de Wet met de 10 geboden afgekort :
« Ter nagedachtenis van Dov, zoon van onze meester rabbijn Moshe Avigdor – dat de vrede
met hem weze ! – König . Hij is overleden de 6de Eloul 5734. Dat hij ruste in vrede in
Jerusalem – dat zij herbouwd en verstevigd zou worden ! » vert. J.Deom
24
Voorkant Synagoge Leopoldstraat
De plaatselijke glazenier zorgde voor een groot glasraam boven de heilige ark waarin de Davidster prijkt
25
Synagoge binnenkant linkerzijde
Synagoge binnenkant rechterzijde
Op de rechtse plaat die aan de muur hangt staat volgende tekst :
« Verboden een boek mee te nemen uit de synagoge zonder de toelating van de gabaiem
(beheerders van de synagoge) »
Op het kleinere plaatje staat volgende tekst :
« Steun de synagoge » vert. Marleen Van Landeghem
26
« Deze plaat getuigt dat wijlen Dov König, zoon van wijlen rabbijn Moshe Avigdor,
toegewijd beheerder en bestuurder steeds aanwezig was tot aan het ondergaan van de Zon
< ( = tot zijn laatste dag ) > . Hij is overleden de dag van de heilige Sabbat , de 6de Eloul
5734 < ( = 24 augustus 1974)> . Dat zijn ziel zou opgenomen worden in de bundel van het
leven < ( = R.I.P )> » vert. J. Deom
Psalm 107 Integrale tekst
27
Modiem derabbanan
“Wij danken U dat U, eeuwige , onze God en God van onze voorouders bent, de God van
allen die bestaan, onze schepper, schepper van het oerbegin. Uitingen van prijzen en dank
komen Uw grote en heilige naam toe, omdat U ons het leven hebt geschonken en ons staande
hebt gehouden. Moge U ons zo laten voortleven en ons stand doen houden. Moge U onze
ballingen verzamelen naar uw heilige voorhoven om Uw wetten stipt na te komen en Uw Wil
te doen, om U met een gaaf hart te dienen; omdat wij U dankbaar mogen zijn wordt U
geprezen, God, die wij dank verschuldigd zijn”
vertaling uit de Siddoer ( Sjabbat-gebed)
28
Aramese tekst uit de Zohar dat soms gebeden wordt op Sjabbat
“ Evenals dat zij zich verenigen daarboven in het Ene , zo ook zult gij één worden hier
beneden in het mysterie van het Ene , om met hen daarboven één te zijn tegenover het Ene…
want de Heer is één en Zijn Naam is één, ….. enz …. “
Montage bijbelse teksten uit de kabbalah met onder ander stukken uit psalm 15 en psalm 16
29
De Jesjivah ( Talmoed-hogeschool ) “Ets Chajiem” (Levensboom)
Thillostraat
In één van deze huizen woonde Shaul Wachstock (geboren 7 dec 1875 te Krakau ) waar een
tijdlang gebedsbijeenkomsten gehouden werden .
Van grote betekenis voor de joodse aanwezigheid te Heide is de oprichting van de “jesjivah
ets chajiem”, de eerste in België ,die in augustus 1929 door de heren I. Masel en Burack
opgericht werd.
De eerste leerlingen kwamen niet uit de welgestelde families . Het waren er amper 5 à 6 die
aan rabbijn Schapiro werden toevertrouwd . In de vakantietijd kwamen de jongens van de stad
naar Heide om voetbal te spelen en ook te leren . Zo is de belangstelling gegroeid .
De Jesjivah is naar de Heidestatiestraat verhuisd en het aantal leerlingen steeg tot 15 .
Zij verbleven in die tijd in het hotel Meyer . Later ook in het hotel de la Station aan de
overzijde. Alles liep er niet van een leien dakje want het gebeurde dat de lessen bij kaarslicht
moesten gegeven worden en het eten op de kachel gekookt, omdat er niet voldoende geld was
voor de gas en electriciteitsrekening. Om de eetlust van de jongens enigszins te bedaren en het
budget te helpen saneren werd oud-brood gekocht. Soms moesten de grote broden met een
zaag bewerkt worden, omdat ze te hard waren voor het mes.
Na het eerste jaar werden de schulden voor de uitgaven van de Jesjivah het groot probleem
van de heren Masel en Burack . Masel heeft zijn textielhandel verkocht en het geld voor de
Jesjivah gebruikt . Men moet niet vergeten dat toen vele mensen vanwege de wereldcrisis
zonder werk zaten. Efraïm Nussbaum zorgde voor het nodige brood . Het aantal jongens steeg
onder de leiding van Sjragai Sapiro en Jankel Broner hielp hem bij het lesgeven.
Rabbijn Sapiro was als leraar en als mens een voorbeeld van nederigheid, eerlijkheid,
goedheid, overgave en verantwoordelijkheid. Hij hield van de jongens en was voor hen als
een vader. In 1933 kwamen veel leerlingen uit Duitsland en de Oostbloklanden, vooral Polen.
30
In 1938 telde de instelling tussen 120 en 140 leerlingen. Wijlen Tobias Schiff wees mij nog de
boom aan in de tuin van “hotel de la Station” waar hij als jonge Jesjivah-student in klauterde.
Om de jongens een bestaan te garanderen, werd hen een beroep in de diamantnijverheid
aangeleerd.
Toen Sapiro was ondergedoken
bij de heer Burack wilde hij na
een huiszoeking de gastvrije
familie niet meer in gevaar
brengen . Hij trachtte naar het
onbezette Frankrijk te vluchten,
maar de persoon die hem en nog
andere joden moest overbrengen,
verklikte hen aan de gestapo, en
zo kwam hij terug in de Dossinkazerne van Mechelen en heeft
een bitter einde gevonden in de
nazi-kampen.
Rab. Sjr. Sapiro, hoofd van de Talmoedhogeschool in Heide
In 1936 werd door het schepencollege van Kalmthout een vergunning verleend om een
seminariegebouw op te richten tussen de Leopoldstraat en de spoorweg. De eerste
steenlegging vond plaats in 1938, doch het gebouw kwam nooit klaar door toedoen van de
oorlog. De muren van het gebouw stonden na de oorlog nog min of meer overeind. Nu is deze
plaats opgenomen in een nieuwe wijk. De “Jesjivah” zelf bevindt zich sinds 1961 te Wilrijk
na enkel jaren vestiging te Kapellen.
In 1938 was rabbijn Rottenberg
aanwezig bij de eerste steenlegging
van de Jesjivah die nooit voltooid is
geraakt. Hij is ook omgekomen na de
nazi-deportaties
31
Er waren joodse kinderen in Heide die in het niet-joods internaat “Nid d’Aiglons” hun
profaan onderwijs kregen en dan in de jesjivah hun joodse opleiding voltooiden.
32
Buiten de talrijke weekend- en vakantietoeristen was er van 1931 tot 1942 een komen en gaan
van ongeveer 700 ingeschreven joodse Kalmthoutenaren van verschillende nationaliteiten. Zo
waren er 382 Polen, 41 Roemenen, 30 Hongaren, 20 Tsjechoslovaken, 19 Russen, 7 Litauers,
7 Estlanders, 3 Letlanders, 4 Duitsers, 5 Noren, 3 Italianen, 11 Fransen, 6 Amerikanen, 1 Brit,
4 Palestijnen (toen), 43 Nederlanders, 80 Belgen en 15 nationaliteit onbepaald.
Dat onze samenleving van mensen, met ieder hun eigen cultuur, in hun dagelijkse leven niet
altijd een vlekkeloos verloop kende, is begrijpelijk, maar heeft nooit tot excessen geleid.
Geboren te Kalmthout.
Bransdorfer, Gitte
Bransdorfer, Judith
Deutsch, Simonne
Fischler, Baroch
Ginsberg, Jacob
Ginsberg, Jetty
Ginsberg, Simon
Glikes, Erwin Arno
Glikes, Fred
Goldberger, Esther
Neuman, Harry
Orgel, Lea
Orgel, Rachel
Orgel, Sara
Wolfsberg, Chaim H.
Kalmthout, 13/10/1935
Kalmthout, 06/12/1936
Kalmthout, 12/12/1931
Kalmthout, 01/01/1934
Kalmthout, 29/09/1930
Kalmthout, 20/09/1932
Kalmthout, 14/07/1934
Kalmthout, 30/06/1937
Kalmthout, 05/05/1931
Kalmthout, 08/11/1939
Kalmthout, 22/08/1936
Kalmthout, 21/11/1940
Kalmthout, 07/05/1935
Kalmthout, 28/11/1933
Kalmthout, 28/08/1935
Leopoldstraat 69 .
Leopoldstraat 69
Capellenstwg. 322
Heidestatiestr.111
Thillostraat 498
Thillostraat 498
Thillostraat 498
Thillostraat 486
Thillostraat 486
Thillostraat 478/1
Thillostraat 493
Leopoldstraat 88
Leopoldstraat 88
Leopoldstraat 88
Heidestatiestwg. 119
Overleden te Kalmthout.
Bolle, Bernard G.
De Jong, Levie
Dellmann, Sara
Glikes, Fred
Goldstein. Mozes
Hersch, Eugeen
Kleinberger, Naphalie
Landy. Blima
Lerner, Joudka S.
Maringer, Gustav
Niekerk. Albert J.
Stauber, Naftali
Szafran, Aron
Taubova, Bertha
Wachsstock, Lazar
Den Haag, 22/05/1861
Amsterdam, 07/10/1888
Antwerpen, 13/02/1931
Kalmthout, 05/05/1931
Pzedborz, 15/11/1857
(Doiau) Bovian, 15/06/1910
Mordaska, 23/03/1891
Dukla, 22/12/1875
Berchodi, 1877
Krakau, 22/12/1897
Amsterdam, 10/03/1869
Sighet, 17/06/1907
Brzese, 25/12/1870
Antwerpen, 18/09/1933
Krakau, 07/12/1875
33
Capellenstwg. 314
Thillostraat 478
Heidestatiestwg. 94
Thillostraat 486
Heidestatiestwg. 95
Thillostraat 498
Capellenstwg. 39
Kinderwelzijnstr. 203
Thillostraat 503/1
Zandstraat 161/1
Korte Heuvelstr. 378
Foxemaatstraat 424
Heidestatiestwg. 63
Leopoldstraat 89
Leopoldstraat 70
27/12/1935
17/06/1936
1931
6/05/1931
23/01/1933
10/03/1942
1939
4/1937
1/09/1935
1935
7/03/1942
10/04/1940
25/06/1933
1933
2/02/1938
Gehuwd te Kalmthout
De eerste schepen Cornelius Van Thillo ambtenaar van de burgelijke stand voltrok op 4 mei
1922 het huwelijk tussen Selman Berenson geboren te Brest-Litovsk 30 mei 1851, zoon van
Oscar Berenson en van Entla Ginzburg , en Sylvie Boonefaes , geboren te Brugge 30 oktober
1873 ,weduwe van Eugenius Hilarius Robert .
Getuigen waren Alois Fraeyman en Felix Kalhöfer .
De eerste schepen Cornelius Van Thillo ambtenaar van de burgerlijke stand voltrok op 12 mei
1925 het huwelijk tussen Abraham Katz ,diamanthandelaar, geboren te Posada Olchowa,
distrikt Sanok in Polen 18 oktober 1897, zoon van Mozes Katz en van Gitta Zupnik , en Sara
Matel Wachsstock , geboren te Krakau (Polen) 15 oktober 1901, dochter van Saul Jacob
Wachsstock en van Ryfka Lerner .
Getuigen waren Lazar Rabinowitz en Felix Kalhöfer.
Burgemeester Joannes Erreygers voltrok op 18 september 1928 het huwelijk tussen Israel
Mojsze Glikes, diamantbewerker, geboren te Warschau 22 december 1905, zoon van Szaïa
Alter Glikes en van Malka Lenezyka, en Gella Liubowsky , bureelbediende, geboren te
Frankfurt a/m (Duitsland) 24 mei 1903 , dochter van Isaak Liubowsky en van Frieda Lipschitz
. Getuigen waren Alois Fraeyman en Felix Kalhöfer .
Burgemeester Joannes Erreygers voltrok op 24 mei 1929 het huwelijk tussen Izaak
Wolfsberg , diamantsnijder, geboren te Lezniow (Polen) 10 januari 1899 , zoon van Israel
Leib Wolfsberg en van Chaje Taube Mecis, en Frieda Mangel, hotelhoudster, geboren te
Frankfurt a/m (Duitsland) 11 mei 1906 , dochter van Abraham Mangel en van Regina Luftig .
Getuigen waren Hirsch Mangel en David Eisner.
Burgemeester Joannes Erreygers voltrok op 24 juni 1930 het huwelijk tussen David Ezryel
Wachsstock, diamantkoopman, geboren te Krakau (Polen) 14 augustus 1900, zoon van Saul
Jacob Wachsstock en van Ryfka Lerner, en Anna Kronengold, geboren te Krakau 16 juni
1906, dochter van Salomon Kronengold en van Zlata Strassman.
Getuigen waren Naftali Wachsstock en Alois Fraeyman .
Eerste schepen Constantinus De Ridder voltrok op 3 augustus 1932 het huwelijk tussen
Chaim Abramowicz , bediende, geboren te Wilna (Lithauen) 18 mei 1905, zoon van Zelik
Abramowicz en van Gitla Herca, en Mariasky Mary (Bengefen) Gofenson, bediende ,
geboren te Haifa (Erez Israel Palestina) 1 april 1905 , dochter van Menachem Mendel
(Bengefen) Gofenson en van Mirel Krivitsky.
Getuigen waren Lejb Morbka Najman en Brucha Gisla Goldflam.
Eerste schepen Constantinus De Ridder voltrok op 16 augustus 1932 het huwelijk tussen Josif
Mer, geneesheer, geboren te Liepaja (Letland) 19 september 1900, zoon van Judel Mer en
van Sara Hirschberg, en Liba Berger, geboren te Warschau(Polen) de 28 maart 1907, dochter
van Lejbus Berger en van Ester Ruchla Rodoban.
Getuigen waren Sara Bergman en David Berger.
34
Eerste schepen Desiré Boen voltrok op 6 maart 1934 het huwelijk tussen Hirsch Mangel,
kruidenier, geboren Frankfurt a/m (Duitsland) 20 januari 1903 ,zoon van Abraham Mangel en
van Regina Luftig, en Chaja Ryfka Schhlanger, geboren te Sokolow (distrikt van
Kolbuszowa,Polen) 25 december 1905 , dochter van Chana Schlanger.
Getuigen waren Frieda Mangel en Nathan Orgel.
Eerste schepen Desiré Boen voltrok op 10 oktober 1935 het huwelijk tussen Nathan Orgel,
landbouwleerling, geboren te Crasna (Roemenie) 3 april 1910, zoon van Henric Orgel en van
Cecilia Derfler, en Rachela Korenfeld, geboren te Walbrom (Rusland) 19 mei 1910, dochter
van Fajwel Szlama Korenfeld en van Sara Holender.
Getuigen waren Liebman Weintraub en Baruch Brand.
Schepen Petrus Josephus Smits voltrok op 28 december 1938 het huwelijk tussen Isaak
Delmonte, diamantbewerker, geboren te Hilversum (Nederland) 3 september 1907, zoon van
Samuel Delmonte en van Sophia Delmonte, en Chawa Berant, geboren te Drzewica
(Rusland) 6 augustus 1893, dochter van Lejbus Berant en van Chaja Jungbach.
Getuigen waren Julia Denie en Frans Ruys.
Schepen Petrus Ferdinandus Brughmans voltrok op 11 oktober 1939 het huwelijk tussen
Mordcha Frankenthal, diamantbewerker, geboren te Warschau(Polen) 22 januari 1902,
zoon van Icek Frankentahl en van Sura Hechtkopf, en Bertha Reicher, geboren te Brussel 14
december 1908, dochter van David Reicher en van Slata Corwiz.
Getuigen waren Carolina Nilsen en Debora Freilich.
Schepen Petrus Ferdinandus Brughmans voltrok op 11 oktober 1939 het huwelijk tussen Juda
Goldfinger, diamantbewerker, geboren te Krakau (Polen) 23 juli 1915, zoon van Schaje
Goldfinger en van Ryfka Lea Lipschutz, en Gizella Bransdorfer, geboren in Nagyhalasz
(Hongarije) 12 augustus 1915, dochter van Treibel Juda Bransdorfer en van Eszter Teichteil .
Getuigen waren Simon Neuberger en Max Wachsstock.
Schepen Petrus Ferdinandus Brughmans voltrok op 8 februari 1940 het huwelijk tussen
Mosco Tzechoval, secretaris van de Jeshivah, geboren te Rezina (Roemenie) 1 januari 1907,
zoon van Simon Tzechoval en van Ruhel., en Mindla Zylberblat, geboren te Bialystok
(Polen) 24 mei 1914, dochter van Chona Zylberblat en van Fejga Lew.
Getuigen waren Guilelmus Ruys en Frans Ruys.
Schepen Petrus Ferdinandus Brughmans voltrok op 6 mei 1940 het huwelijk tussen Jonas
Tiefenbrunner, leraar , geboren te Wiesbaden 19 juni 1914, zoon van Efraim Tiefenbrunner
en van Matel Licht, en Ruth Sara Feldheim, geboren te Fulda (Duitsland) 28 september
1911, dochter van Wolf Feldheim en van Johanna Risch.
Getuigen waren Maurice Glikes en Simon Neuberger.
35
De Oorlogsjaren
Enkel de dreigende donkere wolken die boven Europa hingen en vanuit Nazi-Duitsland tot
ons dreigden te komen heeft aan dit alles een einde gemaakt. Zij die het gevaar onderkenden
en de mogelijkheid hadden, verkozen te vluchten zodat uiteindelijk begin 1940 een goede 130
joodse mensen in Kalmthout overbleven. Toen werd voor eenieder 10 mei het begin van een 5
jaar lange nachtmerrie die voor de joodse mens in heel Europa een tragedie is geworden, die
elk menselijk begrip ver te boven ging. Dit gebeuren zal onder de naam "Shoah" (Hebreeuws:
totale vernietiging) voor altijd in de geschiedenis verder leven. De moord op 6 miljoen joden
waaronder bijna 2 miljoen kinderen, louter en alleen omdat hun geboorte hun "zijn" bepaalde
en waardoor ze voor de zoveelste maal als "zondebok" fungeerden voor het falen van de
wereldstructuur, zal een schandvlek blijven op de gehele mensheid.
Door de subtiele aanpak van de Nazi-Duitser die begin 1940 een vals gevoel van veiligheid
creëerde om daarna met dubbel zoveel kracht en meedogenloosheid terug te slaan is ons
algemeen bekend.
Het trieste noodlot van de Belgische joden verloopt in drie fasen.
1 - De schijnbare gelijkheid tussen joden en niet-joden (28 mei tot 28 oktober 1940).
2 - Verordeningen en toeëigeningen (28 oktober 1940 tot 22 juli 1942) gaande van:
- verwijdering uit openbare ambten, balie en pers,
- het aanleggen van een jodenregister,
- de onmogelijkheid creëren om handel te drijven,
- roof en brandstichting van joodse goederen.
3 - Razzia's met vervoer naar de Dossinkazerne in Mechelen met massale deportatie naar
Polen vanaf 22 juli 1942.
De Kalmthoutse bevolking ervaart op 10 mei 1940 de eerste tekenen van de tweede
wereldoorlog.
Er heerst grote verbijstering. Vele mensen besluiten te vluchten, maar zien snel in dat deze
oorlog totaal anders is dan die van '14-'18 en keren vlug terug. In deze chaotische toestand
herkent men de menselijke plooibaarheid en aanpassingsvermogen aan de nieuwe toestand.
De angst en de wil om te overleven worden in hoofdzaak de leiddraad in het dagelijkse leven.
Dat er zovelen sneuvelden, gefusilleerd en doodgemarteld werden en vooral niet te vergeten
onze joodse Kalmthoutenaren die door de hel van de concentratiekampen de dood vonden,
werd in de volgende jaren bittere werkelijkheid.
Laat ons nu terugkeren naar wat er in Kalmthout plaats vond via materiaal gevonden in het
archief en wat tijdsgenoten me vertelden. Weldra werden de eerste Duitse verordeningen
bezorgd op het gemeentehuis waaruit de anti-joodse geest duidelijk naar voren treedt met niet
mis te verstane verwoordingen.
Dat die houding een golf van ongeloof opwekte, bewijst het herhaald schrijven vanuit Brussel.
In een brief gedateerd op 14 januari 1941, werd nogmaals herinnerd aan het eerste schrijven
van 6 december 1940, waarin dringend gevraagd werd naar de toepassing van de verordening
"de maatregelen tegen de joden". De gemeente werd verplicht een jodenregister aan te leggen
en de joodse ondernemingen te merken met aanplakbiljetten. En de brief werd besloten met de
volgende woorden: "Ik vestig uw ernstige aandacht op de erge onaangenaamheden, die
zouden kunnen voortvloeien uit het niet-onmiddellijk overmaken van inlichtingen vereischt
door de bezettende overheid". Getekend door de direkteur-generaal Bajard.
Dat het hier niet bij bleef en de verdere ontmenselijking met onverminderde ijver werd
doorgedreven, bewijst de oproep in de brief van 29 juli 1941 ondertekend door de sekretarisgeneraal G. Romsee.
De joden werden verplicht op hun identiteitsbewijs de vermelding "Jood-Juif", 1,5 cm groot
en in rode inkt, boven de foto te laten aanbrengen. Tot uiteindelijk ook het uiterlijke kenteken,
36
de gele jodenster, als een "stigma" moest worden aangebracht, duidelijk zichtbaar op de
linkerborstzijde en verplicht vanaf het zesde levensjaar.
Deze middeleeuwse maatregel werd opgedragen door het Feldkommandatur 520 en
ondertekend door verwaltungschef Himmel (10 juni 1942). Dat zelfs de zieke joodse mens
aan een strenge maatregel moest voldoen, werd duidelijk gemaakt in weer een volgend
schrijven gericht aan het ziekenhuis St. Vincentius te Kalmthout (20 augustus 1942). Er werd
verboden zieke joodse mensen op te nemen. Hun behandeling werd slechts toegestaan in een
gesloten afdeling van het St. Erasmusziekenhuis te Borgerhout en enkel door joodse
geneesheren. Dit in opdracht van de gouverneur a.i. J. Grauls.
Het was nog niet voldoende dat de joodse mens werd vernederd in zijn individuele menselijke
waardigheid. Daarbij werden ze uitgesloten van alle culturele manifestaties, openbaar vervoer,
enz... Dit alles samengevat in een politieverordening getekend door kolonel en bevelhebber
Nadrowski en medegedeeld door de gouverneur a.i. J. Grauls (12 juli 1942). Hij diende als
aanplakbrief onmiddellijk uitgehangen te worden.
37
Restte enkel nog hun vermogen, hun
eigendommen, hun overlevingskans. Waar
wederom
een
politieverordening
als
aanplakbrief een einde maakte op 2 september 1942. Ook hier hadden de nazi's alles naar
zich toegehaald zodat de joden door deze
verordening tot kansloze getekende burgers
werden herleid.
Dat men in Kalmthout dit alles niet
klakkeloos aanvaardde, meen ik te mogen
opmaken uit de langzaam-aan-actie tussen de
burgemeester en de ontvanger der
belastingen, in verband met de joodse
eigendommen en vermogens. In verscheidene
brieven werd over en weer geschreven,
vallend over pietluttige woorden of zinnen,
uitgesmeerd over meer dan twee maanden en
dat voor één ingeschreven eigendom. Dit alles
zeer tegen de zin van de accurate nazi's die
beide heren constant onder druk zette.
38
Kalmthout beschikte ook over een zeer goed georganiseerde verzets- en weerstandsgroep (zie
"Kalmthout in de Branding, biz. 174-175 en 179-180) die heel veel heeft bijgedragen tot de
overlevingskansen van joden en niet-joden. Waarbij o.a. onze veldwachter Frans (Sus) Ruys
zich op een bijzondere manier heeft onderscheiden. Zeer dikwijls met de grootste risico's en
het op spel zetten van zijn eigen leven. Door het verstrekken van alle soorten hulp gaande van
extra voedselbonnen, illegale identiteitspapieren, het over de grens brengen van vluchtelingen,
andere naar onderduikadressen, enz... dit alles uit zuivere goodwill. Wat niet belet heeft dat de
heren Alexander Walther Wäser (Hamburg, 18/01/1888) (hier bekend onder de naam "Duitse
bakker") en in het bijzonder Hubert Van Meldert (Antwerpen,6/6/1911) , als collaborerende
gestapo's de rol op zich namen van mensenvernietigers uit winstbejag en dat hun overtuiging
geleid heeft tot de zo droevige deportatie van onze joodse Kalmthoutenaren.
Lijst Kalmthoutse Joden weggevoerd tijdens razzias in 1942-1943 :
Akst,Abraham H.
Lask,22/6/1892
Leopoldstraat 87
V/436
25.8.42
Akst,Chuna
Lodz,24/6/1914
Leopoldstraat 87
X/954
15.9.42
Akst,David
Antwerpen,25/3/1930
Leopoldstraat 87
V/439
25.8.42
Akst,Friedrich
Oberhausen,9/10/1924
Leopoldstraat 87
I/272
4.8.42
Akst,Herman
Antwerpen,25/3/1930
Leopoldstraat 87
V/438
25.8.42
Akst,Max
Antwerpen,11/12/1933
Leopoldstraat 87
V/440
25.8.42
Akst,Sara B.
Borgerhout,18/4/1927
Leopoldstraat 87
V/860
25.8.42
Binstock,Anna
Nedoboutzk,19/12/1892
Cappellensteenweg 39
IX/110
12.9.42
Bryl,Maria D.
Antwerpen,16/10/1924
Cappellensteenweg 39
IX/163
12.9.42
Bryl,Max
Antwerpen,2/2/1928
Cappellensteenweg 39
I/523
4.8.42
Bryl,Schloma
Proshwoff,27/3/1892
Cappellensteenweg 39
XIX/589
15.1.43
Bryl,Tobia
Antwerpen,27/8/1926
Cappellensteenweg 39
IX/111
12.9.42
Jakobowicz,Sarah
Antwerpen,11/1/1933
Capellensteenweg 190
XXIIB/896
20.9.43
Schiff,Helene
Antwerpen,25/9/1906
Capellensteenweg 190
XXIIB/895
20.9.43
Epstein,Myra
Byalistok,28/4/1897
Heidestatiesteenweg 110
V/856
25.8.42
Schiff,David N.
Krakau,28/3/1886
Heidestatiesteenweg 110
V/238
25.8.42
Schiff,Sulameth
Borgerhout,29/3/1928
Heidestatiesteenweg 110
V/239
25.8.42
Mangel,Frieda
Frankfurt a/m,11/5/1906
Heidestatiesteenweg 119
IX/230
12.9.42
Wolfsberg,Adolf
Antwerpen,4/5/1930
Heidestatiesteenweg 119
IX/231
12.9.42
Wolfsberg,Chaim H.
Kalmthout,28/8/1935
Heidestatiesteenweg 119
IX/232
12.9.42
Wolfsberg,Isak
Leszniow,10/1/1899
Heidestatiesteenweg 119
VIII/636
8.9.42
Mangel,Hirsch
Frankfurt a/m,20/1/1903
Heidestatiesteenweg 62
IX/222
12.9.42
Mangel,Max Adolf
Berchem,27/12/1936
Heidestatiesteenweg 62
IX/224
12.9.42
Schlanger,Ryfka
Sokolow,25/12/1905
Heidestatiesteenweg 62
IX/223
12.9.42
Kornreich,Mendel
Dukla,17/7/1868
Kinderwelzijnstraat 203
IX/16
12.9.42
Luftig,Mozes
Chrzanow,1870
Leopoldstraat 68
IX/225
12.9.42
Taub,Bleina
Dembitza,1875
Leopoldstraat 68
IX/226
12.9.42
39
Kersz,Szjandla
Radoszyce,1/1/1889
Leopoldstraat 87
V/437
25.8.42
Friedman,Bertha
Gorlica,13/11/1897
Leopoldstraat 88
IX/234
12.9.42
Orgel,Aron
Berchem,22/8/1937
Leopoldstraat 88
IX/238
12.9.42
Orgel,Isidoor
Grasna,12/2/1905
Leopoldstraat 88
IX/233
12.9.42
Orgel,Lea
Kalmthout,21/11/1940
Leopoldstraat 88
vermoord razzia Kalmthout
Orgel,Rachel
Kalmthout,7/5/1935
Leopoldstraat 88
IX/237
12.9.42
Orgel,Rebecca
Antwerpen,25/10/1931
Leopoldstraat 88
IX/235
12.9.42
Orgel,Sara
Kalmthout,28/11/1933
Leopoldstraat 88
IX/236
12.9.42
Berant,Chawa
Drzewia,6/8/1893
Leopoldstraat 89
IX/228
12.9.42
Delmonte,Isaak
Hilversum,3/9/1907
Leopoldstraat 89
IX/227
12.9.42
Delmonte,Jeannette
Antwerpen,5/6/1936
Leopoldstraat 89
IX/229
12.9.42
Deze 37 joodse mannen, vrouwen en kinderen die nog in Kalmthout verbleven, werden
tijdens de razzia's, geleid door SD-chef Holm, opgehaald en op brutale manier gedwongen
plaats te nemen in de vrachtwagen. Elke onwil werd gruwelijk afgestraft. Hiervan getuigt het
volgende verhaal. De familie Orgel, waarvan de vader Isidoor koster in de synagoge en leraar
van de joodse kinderen was, haalde zich de woede van de gestapo op de hals in een laatste
poging tot verzet. Toen hij samen met zijn vrouw Bertha Friedman en hun 5 kinderen naar de
wachtende vrachtauto werden geleid, rukten zij hun jongste kindje, de kleine Lea, anderhalf
jaar oud, uit de armen van haar moeder en sloegen het dood tegen de zijwand van de auto. Dit
wrede verhaal werd verteld door een niet-joodse ooggetuige, nu helaas overleden. Maar daar
de kleine Lea als enige van de familie Orgel ontbreekt op de transportlijst, kan ik dit wrede
incident voor waar aannemen.
Zo werden deze mensen naar de Dossinkazerne in Mechelen gevoerd en gingen ze hun
noodlot tegemoet.
Lijst van de gedeporteerden vanuit de Dossinkazerne die in Kalmthout gewoond
hebben.
4.8.42
Bryl,Max
Akst,Friedrich
Antwerpen,2/2/1928
Oberhausen,9/10/1924
Cappellensteenweg 39
Leopoldstraat 87
I/523
I/272
Rychowa,15/6/1911
Cappellensteenweg 190
II/326
Satu-Mare,9/1/1909
Borgerhout,11/10/1925
Berchem,9/9/1926
Seini-satu,6/9/1909
Londen,28/8/1924
Antwerpen,23/12/1935
Uioara,11/6/1899
Viscul de Jus,27/5/1900
Berchem,24/4/1925
Ilba,19/2/1905
Molenbaan 433
Thillostraat 498
Molenbaan 432
Molenbaan 433
Thillostraat 481
Molenbaan 433
Molenbaan 430
Leopoldstraat 89
Molenbaan 432
Molenbaan 430
III/965
III/488
III/132
III/966
III/486
III/967
III/969
III/952
III/131
III/968
Kalmthout,29/9/1930
Biskerpice,17/4/1902
Przemysl,1/6/1880
Antwerpen,11/1/1935
Antwerpen,29/10/1927
Antwerpen,9/10/1931
Thillostraat 498
Thillostraat 469
Thillostraat 498
Thillostraat 469
Thillostraat 498
Thillostraat 469
IV/365
IV/533
IV/360
IV/537
IV/367
IV/534
11.8.42
Kleiman,Tauba
15.8.42
Herskovits,Nicolaz
Ginsberg,Mozes
Tyberg,Abraham
Goldenberg,Ilona
Sonabend,Helen
Herskovits,Roland
Schwartz,Regina
Horovitz,Sarolta
Tyberg,Mozes
Herscovici,Alex S.
18.8.42
Ginsberg,Jacob
Dorf,Gitel
Ginsberg,Aron
Weinreb,Anna
Ginsberg,Bera
Weinreb,Malvina
40
Pencier,Gusta
Ginsberg,Wolfred
Ginsberg,Jetty
Weinreb,Isaac
Tarnov,23/10/1927
Antwerpen,6/11/1928
Kalmthout,20/9/1932
Borgerhout,26/7/1937
Cappellensteenweg 41
Thillostraat 498
Thillostraat 498
Thillostraat 469
IV/645
IV/366
IV/362
IV/536
Telsiai,22/9/1900
Antwerpen,25/3/1930
Korczyna,11/6/1901
Wolbrom,1892
Antwerpen,11/12/1933
Borgerhout,18/4/1927
Borgerhout,29/3/1928
Czernowitz,1891
Lask,22/6/1892
Byalistok,28/4/1897
Antwerpen,10/12/1933
Antwerpen,21/2/1931
Mirchov,15/2/1913
Kielec,1890
Mirchov,11/7/1921
Antwerpen,25/3/1930
Radoszyce,1/1/1889
Krakau,28/3/1886
Leopoldstraat 68
Leopoldstraat 87
Thillostraat 474
Heidestatiesteenweg 104
Leopoldstraat 87
Leopoldstraat 87
Heidestatiesteenweg 110
Cappellensteenweg 40
Leopoldstraat 87
Heidestatiesteenweg 110
Thillostraat 474
Leopoldstraat 68
Heidestatiesteenweg 104
Heidestatiesteenweg 104
Heidestatiesteenweg 104
Leopoldstraat 87
Leopoldstraat 87
Heidestatiesteenweg 110
V/665
V/438
V/325
V/213
V/440
V/860
V/239
V/367
V/436
V/856
V/326
V/666
V/214
V/212
V/466
V/439
V/437
V/238
Lask,10/7/1902
Borgerhout,20/12/1929
Zelow,1904
Thillostraat 486
Thillostraat 486
Thillostraat 486
VI/515
VI/517
VI/516
Slommike,14/1/1910
Aliszno,25/12/1909
Antwerpen,28/11/1932
Krakau,2/9/1888
Antwerpen,18/4/1929
Antwerpen,2/3/1934
Borgerhout,24/1/1927
Berchem,11/9/1925
Warschau,1899
Berchovo,4/7/1908
Antwerpen,23/12/1935
Cappellensteenweg 283
Thillostraat 470
Thillostraat 470
Bevrijdingslaan 124
Cappellensteenweg 283
Molenbaan 429
Molenbaan 429
Bevrijdingslaan 124
Molenbaan 429
Leopoldstraat 89
Cappellensteenweg 283
VII/776
VII/895
VII/897
VII/976
VII/777
VII/903
VII/902
VII/977
VII/901
VII/681
VII/776
Bizostek,23/1/1904
Antwerpen,31/5/1933
Berchem,24/4/1927
Leszniow,10/1/1899
Kuldigo,28/2/1907
Przemysl,3/8/1899
Antwerpen,17/4/1933
Cappellensteenweg 41
Thillostraat 471
Thillostraat 471
Heidestatiesteenweg 119
Heidestatiesteenweg 63
Thillostraat 471
Cappellensteenweg 41
VIII/148
VIII/39
VIII/40
VIII/636
VIII/462
VIII/38
VIII/149
Gorlica,13/11/1897
Grasna,12/2/1905
Kalmthout,7/5/1935
Berchem,22/8/1937
Berchem,27/12/1936
Frankfurt a/m,20/1/1903
Chrzanow,1870
Antwerpen,27/8/1926
Sokolow,25/12/1905
Lodz,18/9/1890
Dukla,17/7/1868
Antwerpen,16/10/1924
Frankfurt a/m,11/5/1906
Leopoldstraat 88
Leopoldstraat 88
Leopoldstraat 88
Leopoldstraat 88
Heidestatiesteenweg 62
Heidestatiesteenweg 62
Leopoldstraat 68
Cappellensteenweg 39
Heidestatiesteenweg 62
Leopoldstraat 85
Kinderwelzijnstraat 203
Cappellensteenweg 39
Heidestatiesteenweg 119
IX/234
IX/233
IX/237
IX/238
IX/224
IX/222
IX/225
IX/111
IX/223
IX/957
IX/16
IX/163
IX/230
25.8.42
Kacyte,Maita
Akst,Herman
Pasternak,Jockwet
Brukner,Chaja L
Akst,Max
Akst,Sara B.
Schiff,Sulameth
Lipschitz,Zajnwel
Akst,Abraham H.
Epstein,Myra
Grun,Herman
Fenigson,Ida
Wajntraub,Ruchla
Wajntraub,Chaim D.
Wajntraub,Ber
Akst,David
Kersz,Szjandla
Schiff,David N.
29.8.42
Klajn,Abram N.
Klajn,Rachel
Rybsztajn,Szajndla
1.9.42
Solewicz,Chawa
Nidzinski,Zlaka
Pinczewski,Max
Goldstein,Chana
Wietschner,Leon M.
Tabakman,Max
Tabakman,Maria
Ganger,Lucie
Wajsappel,Estera
Taubova,Etela
Wietschner,Charles E.
8.9.42
Pencier,Izaak
Broder,Frieda
Broder,Salomon
Wolfsberg,Isak
Kirsners,Lilya
Kleinhaus,Feiga
Pencier,Emmanuel
12.9.42
Friedman,Bertha
Orgel,Isidoor
Orgel,Rachel
Orgel,Aron
Mangel,Max Adolf
Mangel,Hirsch
Luftig,Mozes
Bryl,Tobia
Schlanger,Ryfka
Herschkovitz,Joseph J.
Kornreich,Mendel
Bryl,Maria D.
Mangel,Frieda
41
Wolfsberg,Adolf
Siemon,Eva
Orgel,Rebecca
Berant,Chawa
Binstock,Anna
Delmonte,Jeannette
Taub,Bleina
Sonabend,Baruch
Sonabend,Hilda
Sonabend,Rebecca B.
Orgel,Sara
Delmonte,Isaak
Wolfsberg,Chaim H.
Antwerpen,4/5/1930
Warschau,27/7/1998
Antwerpen,25/10/1931
Drzewia,6/8/1893
Nedoboutzk,19/12/1892
Antwerpen,5/6/1936
Dembitza,1875
Warschau,2/10/1897
Borgerhout,15/8/1927
Borgerhout,2/1/1931
Kalmthout,28/11/1933
Hilversum,3/9/1907
Kalmthout,28/8/1935
Heidestatiesteenweg 119
Thillostraat 481
Leopoldstraat 88
Leopoldstraat 89
Cappellensteenweg 39
Leopoldstraat 89
Leopoldstraat 68
Thillostraat 481
Thillostraat 481
Thillostraat 481
Leopoldstraat 88
Leopoldstraat 89
Heidestatiesteenweg 119
IX/231
IX/998
IX/235
IX/228
IX/110
IX/229
IX/226
IX/997
IX/999
IX/1000
IX/236
IX/227
IX/232
Grylow,23/1/1893
Borgerhout,21/6/1930
Tarnow,20/6/1885
Tonnushof,10/3/1912
Tonnushof,6/10/1914
Lodz,24/6/1914
Bobowa,4/7/1905
Tonnushof,9/8/1921
Hollekelderstraat 297
Cappellensteenweg 283
Hollekelderstraat 297
Cappellensteenweg 40
Cappellensteenweg 40
Leopoldstraat 87
Cappellensteenweg 283
Cappellensteenweg 40
X/892
X/14
X/891
X/895
X/896
X/954
X/19
X/897
Antwerpen,11/3/1932
Przemysl,25/2/1890
Antwerpen,26/5/1928
Korczyna,12/9/1906
Szendro,11/1/1902
Losice,16/9/1913
Kalmthout,8/11/1939
Bielefeld,9/11/1911
Antwerpen,16/5/1938
Krakau,25/1/1897
Warschau,1866
Kielic,1899
Berkendreef 9
Leopoldstraat 71
Berkendreef 9
Thillostraat 474
Berkendreef 9
Thillostraat 478/1
Thillostraat 478/1
Thillostraat 478/1
Thillostraat 478/1
Berkendreef 9
Heidestatiesteenweg 64
Cappellensteenweg 40
XI/1839
XI/1828
XI/1838
XI/1030
XI/1896
XI/2472
XI/2474
XI/2471
XI/2473
XI/1837
XI/2679
XI/1299
Tarnow,17/12/1927
Antwerpen,23/1/1933
Antwerpen,6/10/1929
Buda Gurowskj,2/5/1907
Tarnow,20/11/1895
Jacienicy,4/2/1899
Lodz,7/8/1903
Gizalt,25/2/1915
Rona de Siss,7/6/1906
Antwerpen,20/9/1937
Dantzig,22/7/1927
Budapest,20/5/1904
Nowy Sacz,4/10/1898
Sosnowicz,15/1/1920
Antwerpen,19/6/1930
Sosnowicz,15/1/1887
Antwerpen,2/5/1933
Borgerhout,6/7/1931
Thillostraat 486
Thillostraat 480
Thillostraat 480
Thillostraat 480
Thillostraat 486
Cappellensteenweg 21
Hollekelderstraat 298
Cappellensteenweg 21
Cappellensteenweg 343
Cappellensteenweg 341
Hollekelderstraat 298
Cappellensteenweg 341
Thillostraat 486
Thillostraat 8/2
Hollekelderstraat 298
Thillostraat 8/2
Hollekelderstraat 298
Thillostraat 486
XII/965
XII/370
XII/369
XII/368
XII/964
XIII/28
XII/996
XIII/29
XII/442
XIII/382
XII/997
XIII/381
XII/963
XIII/100
XII/998
XIII/99
XII/999
XII/966
Krakau,15/3/1877
Felsztyn,14/1/1900
Antwerpen,24/6/1937
lodz,28/11/1903
Borgerhout,28/10/1931
Skandvile,28/2/1901
Thillostraat 498
Thillostraat 470
Molenbaan 432
Thillostraat 470
Cappellensteenweg 41
Heidestatiesteenweg 117
XIV/133
XIV/735
XV/451
XV/113
XIV/3
XIV/960
15.9.42
Gotz,Sosche
Baumgarten,Nesamel
Lerner,Israel M.
Lipschitz,Mozes B.
Lipschitz,Wolf M.
Akst,Chuna
Reinhold,Mariem H.
Lipschitz,Moische D.
26.9.42
Uhr,Henriette
Hauser,Osiasz H.
Uhr,Rosa
Grun,Israel J.
Uhr,Mor
Bluszteyn,Tema
Goldberger,Esther
Goldberger,Isaac
Goldberger,Sonia
Lemberger,Bluma D
Baumkoller,Rosa
Gnat,Chill
10.10.42
Wolf,Markus
Buchman,Samuel
Buchman,Israel
Ejzenberg,Chaja
Strauchen,Dyna
Bodner,Bluma
Blajwas,Mina
Merkrebs,Feina
Rub,Esthel
Lindenfeld,Judith
Kochma,Frieda B.
Lindenfeld,Eugene
Wolf,Mozes N.
Broner,Kalman
Kochma,Sara
Warmund,Eva
Kochma,Anna
Wolf,Salomon B.
14.10.42
Blatt,Anna
Steinhauser,Freida
Tyberg,Augusta
Pinczewski,Zaliman H.
Pencier,Lea
Sapiro,Faivelis
42
24.10.42
Tyberg,Eva
Schnall,David
Steinhauser,Anna
Tyberg,Chiel M.
Fisch,Chaja
Tyberg,Pese
Tyberg,Rebecca R.
Tyberg,Sara R.
Tyberg,Tobias Y.
Herschthal,Gitel
Steinhauser,Leib
Antwerpen,26/1/1932
Wulka Zaleszanka,14/1/1904
Antwerpen,6/10/1934
Mlawa,19/1/1898
Buwkowska,9/7/1902
Berchem,26/10/1927
Borgerhout,3/6/1934
Berchem,5/12/1930
Borgerhout,10/11/1935
Krakau,22/8/1906
Sasiadowice,18/11/1903
Molenbaan 432
Heidestatiesteenweg 65
Thillostraat 470
Molenbaan 432
Cappellensteenweg 41
Molenbaan 432
Molenbaan 432
Molenbaan 432
Molenbaan 432
Thillostraat 471
Thillostraat 470
XV/448
XV/169
XIV/736
XV/444
XIV/2
XV/446
XV/449
XV/447
XV/450
XV/441
XV/187
Dantzig,20/8/1924
Oswieczin,18/8/1908
Leczyca,1905
Przempel,13/3/1914
Bobowa,26/1/1901
Deurne,6/11/1930
Jaroslow,18/4/1906
Mirchov,6/12/1917
Chrzanow,6/1/1914
Podgorze,8/12/1895
Krakau,30/3/1900
Krakau,20/8/1920
Scezrzec,10/3/1878
Antwerpen,16/1/1922
Tarnow,8/10/1919
Stanistarezki,10/3/1882
Wodzczon,20/1/1904
Radosszewicz,17/5/1905
Wasta,30/110/1912
Borgerhout,9/4/1924
Nowy-Sacz,26/1/1910
Rychowa,1897
Krakau,2/7/1909
Heidestatiesteenweg 122 1
Leopoldstraat 89
Cappellensteenweg 283
Kinderwelzijnstraat 203
Heidestatiesteenweg 61
Heidestatiesteenweg 61
Heidestatiesteenweg 61
Heidestatiesteenweg 104
Kinderwelzijnstraat 203
Thillostraat 469
Cappellensteenweg 283
Bevrijdingslaan 124
Heide 333
Cappellensteenweg 21
Hollekelderstraat 297
Thillostraat 477
Hollekelderstraat 298
Kanadezenlaan 154
Thillostraat 470
Thillostraat 503
Thillostraat 471
Cappellensteenweg 190
Heide 333
XVII/295
XVII/894
XVII/180
XVI/212
XVII/908
XVII/845
XVII/844
XVI/425
XVI/647
XVII/386
XVII/341
XVI/703
XVII/732
XVI/327
XVI/829
XVI/126
XVII/361
XVII/910
XVI/518
XVI/454
XVII/225
XVI/125
XVII/226
Jaworzow(P),19/8/1877
Zembin,12/3/1894
Bobowa,26/2/1900
Berchem,4/2/1934
Wieliczka,5/7/1878
Bona de Sus,12/9/1914
Proshwoff,27/3/1892
Thillostraat 503/1
Leopoldstraat 85
Heidestatiesteenweg 67
Thillostraat 498
Heide 333
Thillostraat 498
Cappellensteenweg 39
XIX/240
XVIII/916
XVII/236
XVIII/283
XIX/46
XVIII/282
XIX/589
Antwerpen,19/7/1910
Podgorze,23/8/1888
Oswieczin,9/11/1899
Morkzyszow,16/11/1888
Cappellensteenweg 331
Heidestatiesteenweg 91
Heidestatiesteenweg 63
Heidestatiesteenweg 91
XX/1522
XX/299
XX/648
XX/298
Antwerpen,28/11/1941
Warschau,14/12/1908
Dobromil,10/8/1907
Warschau,22/1/1902
Thillostraat 478
Thillostraat 478
Heidestatiesteenweg 112
Thillostraat 478
XXI/420
XXI/418
XXI/1361
XXI/417
Antwerpen,28/2/1925
Krakau,18/7/1906
Kalmthout,12/12/1931
Cracovic,18/12/1895
Antwerpen,19/3/1892
Antwerpen,29/7/1927
Cappellensteenweg 322
Leopoldstraat 70
Cappellensteenweg 322
Heidestatiesteenweg 97
Cappellensteenweg 322
Cappellensteenweg 322
XXIIB/463
XXIIB/569
XXIIB/465
XXIIB/360
XXIIB/461
XXIIB/464
31.10.42
Adler,Jakob L.
Baron,Natan
Baumgarten,Loser
Brand,Baruch
Kornreich,Kelma
Kornreich,Giselle
Strasberg,Beile
Wajntraub,Abram M.
Samuel,Chaim
Weinreb,Maier
Wietschner,Henryk
Ganger,Zacharias
Wikler,Chaja
Merkrebs,Henry
Lerner,Majer
Lando,Anna
Kochma,Fafoel
Klug,David
Zibenberg,David
Zylbergeld,David
Kauftheil,Pinkas
Kielersztein,Rywka
Herschthal,Abraham
15.1.43
Strassberg,Marjem
Benensohn,Chiffra
Kraus,Elias
Hersch,Lily
Herschthal,Isaak
Teszler,Haia
Bryl,Schloma
19.4.43
Rotenberg,Marcus
Anisfeld,Chaja
Getreider,Chastrel
Hauser,Simon
31.7.43
Frankental,Jacqueline
Reicher,Bertha
Lieberman,Reizla
Frankental,Mordcha
20.9.43
Deutsch,Jacques
Wachsstock,Temora F.
Deutsch,Simonne
Blaugrund,Simon
Deutsch,Adolphus
Deutsch,Rachel
43
Strauss,Golda
Schiff,Helene
Poons,Esther
Blaugrund,Salome
Blaugrund,Sylvain
Danzig,Charlotte
Klug,Ruth
Klug,Lucic
Jakobowicz,Sarah
Hauser,Sylvia
Hauser,Lucien
Morgenstein,Martha E.
Hamburg,20/10/1907
Antwerpen,25/9/1906
Antwerpen,5/7/1905
Antwerpen,21/7/1929
Antwerpen,15/2/1934
Antwerpen,20/11/1904
Antwerpen,30/6/1930
Antwerpen,17/10/1933
Antwerpen,11/1/1933
Antwerpen,11/11/1924
Antwerpen,6/1/1923
Lonya,10/3/1900
Statiestraat 58/3
Capellensteenweg 190
Bevrijdingslaan 132
Heidestatiesteenweg 97
Heidestatiesteenweg 97
Heidestatiesteenweg 97
Kanadezenlaan 154
Kanadezenlaan 154
Capellensteenweg 190
Heidestatiesteenweg 91
Heidestatiesteenweg 91
Cappellensteenweg 322
XXIIB/788
XXIIB/895
XXIIB/893
XXIIB/362
XXIIB/363
XXIIB/361
XXIIB/381
XXIIB/382
XXIIB/896
XXIIB/103
XXIIB/58
XXIIB/462
Tarnow,15/7/1908
Cappellensteenweg 333
XXIV/608
4.4.44
Sand,Isaak J.
Deze 199 joodse mensen die in Kalmthout woonden of gewoond hadden, hebben allen de hel
van de concentratiekampen moeten ondergaan.
De enige die het overleefde was David Zylbergeld.
Op 31 oktober 1942 werd David vanuit de Dossinkazerne op transport gezet naar Auschwitz
en zou daar 3 jaar lang trachten te overleven wat op zich al een wonder mag heten. Tegen het
einde van de oorlog werd hij op de dodenmars gezet met als opzet uitputting tot de dood
volgt.
David werd in coma gevonden door de Russen langs de kant van de weg. Op het punt waar de
twee grootmachten elkaar ontmoetten is hij naar de Amerikanen overgestapt die hem
opnamen in het militair ziekenhuis. Na 7 maand langzaam herstel is hij een nieuw maar
getekend leven begonnen. Hij vertrok naar Israel , vocht mee in de bevrijdingsoorlog van
44
1948 en heeft het tot commandant gebracht, kreeg terug nierproblemen en is naar België
terugggekomen. Ondanks vele medische behandelingen is hij in 1970 gestorven .
De familie Zylbergeld-Reicher heeft uiteindelijk 14 familieleden verloren in de kampen
waaronder vader Zylbergeld met zijn jongste zoontje, zijn schoonbroer en schoonzus en
nichtje Jacqueline Frankentahl (zie foto) . Het verdriet was voor moeder Zylbergeld zo groot
dat ze ingestort is, waardoor dochter Bertha de verantwoordelijkheid en de zorg op zich nam
van de twee jongere broers Leon en Sammy, en ook regelmatig voor haar nichtje Sara
Frankentahl die na ondergedoken te zijn mentaal gebroken was omdat heel haar familie was
vergast. Bertha heeft dag en nacht gewerkt zodat ook haar gezondheid is gebroken en zij
verder moest leven met een zware hartkwaal.
Deze familie is maar één voorbeeld uit de vele ,die aantoont hoe moeilijk het was voor de
overlevenden om verder te leven na zulke tragedie.
Het is beschamend te moeten zeggen dat de toen in Kalmthout wonende Hubert Van Meldert
er de hand in heeft gehad om ook 3 Kalmthoutse gezinnen, die joodse kinderen bij zich
hadden opgenomen, te laten wegvoeren :
- de heer Merks met 5 kinderen
- Mr. en mevr. Van Tilburgh-Loopmans met 2 kinderen en hun moeder
- mevr. De Bondt-Vingerhoets met 2 kinderen.
Hubert Van Meldert heeft zijn straf niet ontlopen en is na de oorlog veroordeeld tot de
doodstraf.
Mevr. De Bondt-Vingerhoets, die zelf 3 kleine kinderen had, is met haar 2 joodse meisjes,
Irene en Charlotte Gänger naar de gevangenis in de Begijnestraat te Antwerpen afgevoerd.
Wanneer ze voor de poort van de 2 kinderen werd gescheiden heeft ze nog met
geruststellende woorden gezegd :
"Je hoeft geen schrik te hebben. Ik ben zo terug".
Dat het meer dan 2 maanden zou duren voor ze terug vrij kwam kon ze toen nog niet
vermoeden. Hier enkele uittreksels van brieven vanuit de gevangenis.
28 september 1942
45
"Nogmaals lieve man, veel moed en doet aan allen mijnen besten dank die voor de
kinderen zorgen. Zorg dat ons Gommerke warm gekleed is. Vraagt hij niet naar mij? En ons
Pierke? Ik troost mij met het gedacht dat zij niets tekort hebben. Zeg dat ze braaf moeten zijn
en moeten bidden 's avonds opdat ik gauw terug mag komen. Dagelijks leef ik met u mede
lieve man en denk ik in de dag nu is hij op het fabriek. Zoo dicht hierbij en malkander nog
niet eens kunnen zien, maar ik heb toch veel moed. Ik hoop heel rap thuis te zijn."
26 oktober 1942
"Troost u, maar ik moet mij ook troosten met de hoop op Gods rechtvaardigheid. Wie had
ooit kunnen denken dat twee onschuldige kinderen de oorzaak zouden zijn van onze scheiding,
mijn verstand is te klein, ik weet nog evenveel als de dag dat ik hier gekomen ben. Ik bid God
dat de tijden veranderen en dat u bij de kinderen moogt blijven. Ik houd maar moed. Ik kan
me toch niet inbeelden dat ik nog lang hier moet blijven, u weet zoo goed als ik dat ik dat niet
verdiend heb, ik heb niemand iets misdaan. Ik hoop dat de kinderen het goed stellen. Er gaat
geen uur voorbij of ik denk aan hen. De dagen duren lang en de nachten ook. Houd gij ook
goed moed lieve man. Aan alles is een begin maar ook een einde. Vele kussen lieve man, van
verre alsook aan onze kinderen en in 't kort misschien te huis."
Toen ze uiteindelijk in november werd vrijgelaten was het eerste wat ze deed op zoek gaan
naar haar twee joodse meisjes in het Erasmus-ziekenhuis. Daar aangekomen werd ze door een
verpleegster apart genomen die haar vertelde dat haar beschermelingen waren weggevoerd
naar Polen.
Irene Gänger geboren 1/06/1939 , transport 10/10/1942 XII/188
Charlotte Gänger geboren 31/08/1934 , transport 11/10/1942 XII/187
Toen ze me met tranen in de ogen haar verhaal vertelde over de kleine meisjes die ze niet
heeft kunnen redden, in het besef dat alle ellende die ze gekend heeft voor niets was geweest,
bleef het voor haar nog steeds een moeilijk moment.
Maar de daad die ze stelde, om ondanks alle gevaar toch de kinderen bij zich te nemen en de
moed op te brengen om mensen die er zoveel erger aan toe waren een thuis te geven, verdient
ons respect.
Vooral nu in deze tijd de tolerantie tegenover de mensen met een andere cultuur, die zo
verrijkend kan zijn, zo dikwijls zoek is, krijgt men de indruk dat men niets geleerd heeft van
het verleden. Dit stelt grote vraagtekens naar de toekomst toe.
46
Het Vinkenhof
Kinderwelzijnstraat
Achterzijde van de villa
De historische villa het Vinkenhof met conciërgewoning is gebouwd in 1910 en was
eigendom van de familie Mendel Kornreich. In al die jaren dat Mendel Kornreich verbleef in
Kalmthout heeft hij talrijke mensen geholpen. Zijn huis stonds steeds open voor behoeftigen.
Soms, wanneer er nieuwe inwijkelingen kwamen die geen plaats hadden om te slapen,
moesten de kinderen naar de zolder en kregen deze mensen onderdak in hun kamers.
Mendel Kornreich was geboren in Dukla (Polen) op 17 juli 1868. Hij was gehuwd met Blima
Landy geboren in Dukla op 22 december 1875, overleden 1937.
47
Ze hadden 4 kinderen :
Aaron (Eddy) Korneich geboren 11 juni 1895 in Dukla, hij was gehuwd met Sala Elbaum. Hij
was lid van de diamantbeurs sinds 24 juli 1913 en hij is overleden 30 april 1960.
Tilla Kornreich geboren 14 november 1896 in Dukla. Zij was gehuwd met Hirsch Horowitz.
Maurice Kornreich geboren 21 april 1904 in Dukla . Hij was gehuwd met Fela Rieser.
Rosa Kornreich geboren 13 november 1908 in Antwerpen. Zij was gehuwd met Isidore Fuss.
In 1905 kwam Mendel Kornreich naar Antwerpen. Vrouw en kinderen waren in Oostenrijk
gebleven maar zouden later volgen. M. Kornreich was op zoek naar een broodwinning en
ging raad vragen bij zijn oom, de diamantair Ignace Landy, welke sinds 1880 in Antwerpen
woonde. Hij leerde het diamantslijpen en zat met baard en pajes tussen de vlaamse christelijke
jongens naast de molen. Hij heeft er met het slijpen ook de vlaamse taal geleerd. Zo leerde hij
het vak en het zakendoen.
Zo verkocht hij eens een partij diamant aan een persoon die niet betaalde. Aangezien hij een
zeer eerlijk mens was heeft hij lang gewerkt en veel moeten ontberen om zijn schuld aan zijn
oom terug te betalen. Van toen af is hij spaarzaam gebleven, ook wanneer het hem goed ging.
Hij begon stilaan voor eigen rekening brut te kopen en ging naar de Kempische dorpen waar
geslepen werd om zijn steentjes te verkopen. Hij was de stichter van deze nijverheid in de
Kempen en was daar van zeer groot belang . Hij gaf werk aan de hele streek die bijna
permanent leed aan een tekort aan werkgelegenheid.
Hij berekende een zeer kleine winst en kocht geslepen op aan een hoge prijs. Weldra had hij
het vertrouwen van de slijpers, aan wie hij steeds goede raad wist te geven om de kwaliteit
van hun werk te verbeteren.
Door de goede kwaliteit van zijn steentjes , in het bijzonder de achtkant, werd het fabrikaat
“Kornreich” wereldberoemd.
Ook de kinderen Kornreich waren zeer bedreven in het vak. Zoon Eddy leerde op twaalfjarige
leeftijd kloven. Hij zou later talrijke jongens het vak aanleren, waaronder hedendaagse grote
diamantairs. De dochter Tila leidde in 1912 een atelier met snijdsters. Ze controleerde de
fabrikatie, de boeken en de boekhouding en was zodoende de centrale figuur van de
fabrikatieafdeling. Maurice ging de kloversafdeling leiden met een hondervijftigtal klovers.
De jongste dochter Roseke kwam ook in de zaak.
De firma Kornreich was afnemer van een complete “Sight”, Forminière, Angola, Zuid-West,
Premier, Wesselton, British Guyana en nog andere mijnen. Voor de goede kwaliteit van de
Zuid-West goederen, had men de beste slijpers nodig. Naast de Kempen ging men ook in het
Boomse werken. Mendel Kornreich liet in Boom woningen, slijperijen en werkplaatsen
bouwen als eigendom van zijn goede werkers, aan wie hij geld leende zonder intrest. Er
werkten meer dan duizend slijpers voor de firma in de Boomse streek.
Toen bleek dat de firma volledig afhankelijk was van het fabrikaat, kwamen in 1928 de
vertegenwoordigers van de Diamantbewerkersbond ongelooflijk hoge loonsverhogingen
eisen. Voorzitter Van Berkelaer kwam zelfs persoonlijk naar de burelen om te eisen dat er
niet meer in de Kempen zou gewerkt worden. Mendel Kornreich weigerde pertinent. Indien
hij van de Kempen afstand moest doen, zou er ook niet meer in Boom gewerkt worden.
Daarmee
was
het
onderwerp
afgesloten.
Kornreich
had
een
speciaal
verantwoordelijkheidsgevoel tegenover zijn werklieden. Maar om de grote zaak op de been te
houden, moest men over een groot kapitaal beschikken.
48
Op Jom Kippoer in het jaar 1929 vernam men het verschrikkelijke nieuws over de beurskrach
in Wall Street te New York. Mendel Kornreich die zijn geslepen plots niet meer kon
verkopen, en aan wie talrijke klanten hun schulden niet meer konden betalen, leed zeer zwaar
onder die crisis. Hijzelf kwam al zijn verplichtingen na . Doch hij moest zijn werkzaamheden
staken . Zo kwam een einde aan die grote firma.
Eén van de talrijke erefuncties was zijn werk bij de Chevra Kadisha, de joodse
begrafenisonderneming, behorende tot de Israëlitische Gemeente. Het was voor hem zo
belangrijk dat hij het kantoor met klanten en ondernemers ineens verliet, wanneer men hem
het pijnlijke nieuws van een overlijden meldde, om te helpen bij de laatste voorbereiding van
de aflijvige. Zelfs het sjouwen van de doodskist langs de smalle trappen van oude huizen was
voor hem niet te veel.
Met open hand en open hart voor zijn medemens, jood of niet-jood, is Mendel Kornreich zijn
levensweg gegaan, tot op de dag , dat de Duitsers hem in Heide brutaal zijn komen ophalen
naar de hel van hun concentratiekampen (Transport 12/09/42 IX/16).
Eén van de niet-joodse inwoners van Heide was hem komen voorstellen om bij hem in een
schuur op een afgelegen plaats onder te duiken. Maar Mendel weigerde : “Stel u voor ,indien
ze mij bij u zouden vinden, loopt u gevaar dat ze u ook meenemen.“
In de villa “Vinkenhof” was er van 1938 tot 1940 in één van de bijgebouwen een
“hachsjaraah” (voorbereiding op een bepaalde taak onder andere een landbouwopleiding voor
een leven in kibboets of mosjaw).
Na 1945 werd het gebruikt als een transitplaats voor alle overlevende joodse jongeren, die
ongeveer met 20 personen per keer trachtten naar Palestina te emigreren, toen het tussen
1945 en 1948 nog onder Brits mandaat stond.
Zij zullen daar onder zeer moeilijke omstandigheden een nieuw leven opbouwen en een
nieuwe thuis vinden.
Het Arboretum
In 1952 werden de gebroeders De Belder, Robert en Georges, zonen van Frans De Belder en
Bertha Horowitz (verwant met familie Kornreich) eigenaar van het Arboretum , maar de
49
kostbare botanische verzameling was totaal onderkomen en verwilderd. Maar onder hun
goede zorgen en vooral de bijdrage van Jelena , de vrouw van Robert, werd de waardevolle
tuin tot het nu nationaal vermaarde arboretum.
Nawoord.
U zult merken dat men over het algemeen enkel nog de stenen getuigen zult terugvinden van
wat eens een waardevolle samenleving was. Ik wil ook niet de indruk wekken dat de joden die
hier vertoefden allemaal begoede en welgestelde mensen waren. Niets is minder waar.
De overgrote meerderheid waren gewone hardwerkende mensen en hebben daarom geen
zichtbare tekenen achtergelaten.
Voor de mensen die hier al leefden hebben ze een spiegel op onze wereld gegeven van
verschillen in levenswijzen en ideologieën waardoor ze toch een waardevolle bijdrage hebben
geleverd en daarom is het misschien een hulp voor een meer verdraagzame samenleving ook
al is het niet altijd even gemakkelijk.
Marleen Van Landeghem , 11 november 2002
Bibliografie:
- Kalmthout te Kijk , Ronny Neys
- Brabosch , Sylvain Brachfeld
- Geschiedenis van de joden te Antwerpen, Ephraim Schmidt
- Kalmthout in de branding, Jos Vorsselmans
- Uitroeing,Redding en Verzet van de joden, Maxim Steinberg
- Transportlijsten
Mijn dank gaat vooral uit naar de mensen die mij met woord en daad hebben bijgestaan
ondermeer : de archivarissen van Kalmthout Ronny Neys en Jean Bastiaensen, Bertha
Zylbergeld, Prof. Dr Julien Klener, Jules Horowitz , Sylvain Brachfeld, Ephraim Schmidt,
Jacques Deom, wijlen Martha Vingerhoets en in het bijzonder Guy Verheyen, mijn
behulpzame en geduldige echtgenoot.
Marleen Van Landeghem
Essensteenweg 33
2920 Nieuwmoer-Kalmthout
! 03/677.11.79
! [email protected]
50
Download