Diagnostiek van gedrag en emotie bij kinderen

advertisement
Evidence based werken:
STOP4-7 als concrete
casus.
Intervisieforum ‘kennisdeling efficiënte en
effectieve praktijken’
15 juni 2010
Wim De Mey
Verloop forum
 STOP4-7
 Enkele vertrekpunten
 STOP4-7 als casus (x2)
 Vragen en discussie
wim de mey stop
STOP4-7 programma
Samen
sterker
Terug
Op
Pad
Het STOP4-7 programma
Samen sterker Terug Op Pad
Ecologisch (samen) en positief (sterker terug op
pad)
Een vroeg interventie- of preventie-programma:
•
•
•
kindtraining
oudertraining en huisbezoeken
leerkrachttraining en schoolbezoeken (coaching
van leerkrachten)
wim de mey
Doelgroep
- kinderen tussen vier en zeven jaar oud;
- een klinische score op de Gedragsvragenlijst
voor kinderen, versie ouders (CBCL) of versie
leerkracht (TRF), externaliseren
- ADHD of een lichte vorm van ASS: geen
tegenindicatie
Vaststelling 1
 Slechts een fractie van de gebruikte
behandelingen is ook onderzocht
 De meeste onderzochte behandelingen worden
nauwelijks gebruikt
 Onderzoeken van de dagelijkse praktijk laten
slechts kleine effecten zien
 De meeste behandelingen in de praktijk zijn
onvoldoende beschreven om onderzocht te
worden
Evolutie naar meer evidence-based
behandelingen
 ‘Als psychotherapeuten hebben we vele jaren
kunnen overleven zonder de effectiviteit van de
behandelingen die we aanbieden te hoeven
evalueren’ (Garfield, 1981)
 In de nabije toekomst zullen nog enkel effectieve
of veelbelovende interventies gesubsidiëerd
worden (Jeugd Terecht, 2003)
Vaststelling 2: Evidence-based
practice (Sackett, et al., 1996)
 Wetenschappelijke kennis
EN
 Individuele klinische expertise
EN
 Voorkeuren, wensen en verwachtingen cliënt
Richtlijnen voor evidence-based
werken: Thyer
 Vertaal de nood aan informatie naar een
beantwoordbare vraag.
 Zoek de beste klinische evidentie om deze vraag te
beantwoorden.
 Bekijk de evidentie kritisch in termen van validiteit,
klinische significantie en bruikbaarheid.
 Integreer deze kritische beoordeling in de eigen
klinische expertise en de waarden en omstandigheden
van de cliënt.
 Evalueer de eigen effectiviteit en efficiëntie.
Vaststelling 3: Het ‘Dodo Bird
Verdict’
 Everybody has won and all must have prizes.
 Cognitieve gedragstherapie wint vaker en krijgt
meer prijzen.
Therapieresultaat: wat maakt het
verschil?
 Het resultaat wordt bepaald voor … % door:
1. 40% spontane evolutie,
2. 15% specifieke technieken,
3. 15% placebo-effect of hoop en geloof,
4. 30% de kwaliteit van de therapeutische relatie.
23/07/2017
wim de mey
Top down versus bottom-up (Veerman)
 Top down implementeren van behandelingen
die hun effect hebben bewezen
 Bottom-up onderzoeken van de behandelingen
die in de praktijk worden uitgevoerd
 Randomised clinical trials (RCT) blijven de
gouden standaard
Van evidence based practice naar
practice based evidence

1.
2.
3.
4.
Niveaus van praktijkgestuurd effectonderzoek
(Prof. Veerman):
Potentie
Veelbelovend
Doeltreffend
Werkzaam
Niveau’s
Werkzaam
“Aantonen”
4
Doeltreffend
“Tonen”
3
Veelbelovend
“Onderbouwen”
2
Potentieel
“Beschrijven”
1
Effect onbekend “Aanmodderen”
0
1. Potentieel
 De kernelementen van een behandeling
(doelgroep, interventie, aansluiting bij de vraag,
uitkomsten, randvoorwaarden) zijn duidelijk en
begrijpelijk beschreven
2. Veelbelovend
 Er is bovendien een acceptabele praktijktheorie
die duidelijk maakt waarom de behandeling de
beoogde uitkomsten zal bereiken.
3. Doeltreffend
 Er kan ook empirisch aangetoond worden dat
de gestelde doelen (problemen afgenomen,
competenties toegenomen) zijn bereikt en dat
de cliënten tevreden zijn.
4. Werkzaam
 Er is nu ook ondubbelzinnige evidentie dat de
positieve uitkomsten veroorzaakt worden door
de behandeling en/of er is zicht op de actieve
ingrediënten.
Werkzaam
“Aantonen”
4
Doeltreffend
“Tonen”
3
“Onderbouwen”
STOP4-7?
2
Potentieel
“Beschrijven”
1
Effect onbekend
“Aanmodderen”
0
Veelbelovend
Ontwikkeling van STOP4-7, deel 1
 Gegroeid vanuit de ervaringen met een
dagelijkse praktijk, vanuit onvrede en onmacht.
 Deelname aan een onderzoeksproject aan de
UGent, deel verzamelen kennis rond
ontwikkeling antisociaal gedrag en effectieve
vroege interventies of preventie.
wim de mey stop
Ontwikkeling, deel 2
 Op basis van de kennis rond ontwikkeling van
antisociaal gedrag (gedragsproblemen):
- leeftijdsgroep
- beïnvloedbare aspecten in de ontwikkeling
- protectieve factoren
wim de mey stop
Ontwikkeling
 Aansluiten bij de kennis rond effectieve
programma’s:
- betrekken van relevante contexten (ecologisch)
- multi-modaal
- zeker parent management training (PMT)
- liefst ook probleemoplossingvaardigheden bij
kinderen
wim de mey stop
Ontwikkeling
 Een bestaand programma als vertrekpunt:
Patterson – OSLC – LIFT-programma
 Een bestaand concept als vertrekpunt:
Marlborough House in Swindon (Engeland)
wim de mey stop
Ontwikkeling
 (Her)schrijven al doende, aanpassen van het
programma aan de Vlaamse situatie
- gebruik van herkenbaar materiaal (Doos vol
Gevoelens)
- dagbehandeling is als werkvorm weinig
gekend
- in rekening brengen van feedback van ouders
en leerkrachten
wim de mey stop
Verspreiding
 Overdracht naar nieuwe collega’s: goed
uitschrijven
 Interesse vanuit Nederland: nood aan een
handboek en een opleiding voor trainers
 Verspreiding in Vlaanderen: verhuis van BJB
naar K&G
wim de mey stop
Ontwikkeling
 Reflectie op werkzame bestanddelen en
mechanismen
 Reflectie op effectiviteit
 Reflectie op effectiviteit ruimer dan de effecten
op het gedrag van het kind
wim de mey stop
Werkbare mechanismen en
ingrediënten (o.a. Biehal)
 Aanreiken van concrete strategieën voor
ouders en kinderen
 Versterken van de ouderlijke self-efficacy
 De veranderingen in het gedrag van kind en
ouders bekrachtigen elkaar wederzijds
 Een ecologische aanpak
 De therapeutische relatie
Gemeenschappelijke elementen evidencebased programma’s voor kinderen met
gedragsproblemen
 Therapeutische inhoud:
 Principes van positieve bekrachtiging,
principes van effectieve begrenzing, werken
aan de ouder-kind-relatie,
probleemoplossingsvaardigheden, woedecontrole, affecteducatie, hervalpreventie
wim de mey stop
Gemeenschappelijke elementen evidence
based programma’s voor kinderen met
gedragsproblemen
 Behandelingstechnieken:
 Geven van positieve bekrachtiging, geven van
effectieve begrenzing, psycho-educatie, geven
en bespreken van huiswerk, rollenspel en
gedragsinoefening, modeling, voorzien van
materiaal, doelen en vooruitgang evalueren
 Werkrelatie:
 Gemeenschappelijk doelen formuleren, een
relatie opbouwen
wim de mey stop
Tijdsschaal: onderzoek en
interventie
Intake
Voormetingen
Interventie
10 weken
Nameting
Nazorg
zes
maanden
Follow up
meting
Resultaten: wat meten en hoe
interpreteren?
 Doelgedrag
 Significante veranderingen
 Effectgrootte
 Klinische significantie
wim de mey stop
Significante veranderingen
 Minder gedragsproblemen bij het kind zowel
thuis (CBCL) als op school (TRF)
 Meer positief ouderlijk gedrag, minder
inconsequent (en hard disciplineren) (SOG)
 Meer voldoening (en competenter) (PSOC)
 Betere probleemoplossingvaardigheden
(Wally)
Effectiveness: resultaten
(N= 201)
Meetinstrument
Premeting
Gem.
T-score (sd)
Postmeting
Gem.
T-score (sd)
Significantieni
veau
Effectgrootte
CBCL
externaliseren
71.12 (8.68)
64.97 (10.84)
.000
.63
TRF
externaliseren
67.73 (9.68)
64.90 (9.35)
.000
.30
SOG positief
27.14 (5.61)
27.58 (3.64)
.232
.09
SOG
inconsequent
09.86 (2.57)
08.50 (2.09)
.000
.58
Studie 2: interactie-effect
(N= 90 + 36)
70
69
68
67
66
65
64
63
62
61
60
*
pre test
post test
experimentele
controle
Studie 4: resultaten in Vlaanderen
(N = 184) en Nederland (N = 68)
76
74
72
70
68
66
64
62
60
58
56
54
*
*
pre
post
Vlaanderen
Nederland
controlegroep
Klinische significantie
 Nederland: 22,6% niet klinisch; 3,7%
subklinisch (26,3%)
 Vlaanderen: 60% (42,9%) niet klinisch; 9,5%
subklinisch (69,5% (52,4%))
wim de mey stop
Voor wie werkt het?
(Studie 3)
 Moderatieanalyse: geen verschillen voor de
onderzochte factoren, behalve voor:
- Stressfactoren
- Werkloosheid vader
 Mediatieanalyse: geen mediatie gevonden.
Verandering Externaliseren
Moderatoranalyse: rol
stressfactoren
1
0.5
0
Stress-laag
-0.5
-1
controle
conditie
interventie
Stress-hoog
Tevredenheid ouders
70
60
50
40
30
Percent
20
10
0
ontevreden
tevreden
redelijk
TEVREDEN
zeer tevreden
Doet het programma recht aan
ouders als ouders?
1.
2.
3.
4.
5.
Bereikbaarheid: problemen met bekendheid en
profiel van het STOP4-7 programma als drempel.
Beschikbaarheid: ook bij de begeleiders
terechtkunnen voor andere problemen. Weinig
afhakers = veel zorg voor ouders?
Betaalbaarheid: gratis, maar: zich vrij moeten
maken, privacy opgeven en zich ‘uiten’ als een ouder
van een gedragsmoeilijk kind is duur.
Bruikbaarheid: het werkt, maar soms net niet voor
het eigen kind.
Begrijpbaarheid: het is een behoorlijk transparant
programma, maar begrijpen ouders wel de gevolgen
van deelname?
Richtlijnen voor evidence-based
werken: Thyer
 Vertaal de nood aan informatie naar een




beantwoordbare vraag.
Zoek de beste klinische evidentie om deze vraag te
beantwoorden.
Bekijk de evidentie kritisch in termen van validiteit,
klinische significantie en bruikbaarheid.
Integreer deze kritische beoordeling in de eigen
klinische expertise en de waarden en omstandigheden
van de cliënt.
Evalueer de eigen effectiviteit en efficiëntie.
wim de mey stop
Enkele illustraties
 Intake
 Overleg op team + beslissing
 Uitvoering begeleiding/behandeling
Implicaties voor verder onderzoek
en voor onze praktijk
 Meer onderzoek naar wat werkt voor wie.
 Welke zijn de werkende ingrediënten die zeker
deel moeten uitmaken van het programma, en
wat is facultatief?
 Aanhouden en versterken van de winst over
langere termijn (huisbezoeken, telefonische
contacten, vervolghulpverlening)
wim de mey stop
Bedenkingen
 Van werkt het
 Naar wat werkt voor wie onder welke
omstandigheden
 En wiens belangen dient het?
wim de mey stop
Dank voor uw aandacht
STOP
Raas Van Gaverestraat 67a
9000 Gent
09 232 47 35
[email protected]
www.stop4-7.be
wim de mey stop
Download