It’s my mouth I can say what I want to, 14+ Door Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck Gezien 24/2 trailer bij Montessori College Arnhem Nog te zien 8-9/3 De Krakeling It's My Mouth I Can Say What I Want To zit bovenop de actualiteit 4 sterren Er was een incident in de fietsenstalling. Iets met een Turk-Nederlandse scholier, een mes, een racistische juf Nederlands. Daarna was de jongen verdwenen, de lerares geschorst. In de vrachtwagentrailer waarmee de theatergroepen Oostpool en Sonnevanck langs schoolpleinen van middelbare scholen reizen, gonst en rommelt het: wat is er precies gebeurd? Drie acteurs spelen It’s my mouth I can say what I want to maar het aantal personages dat de smalle speelvloer voor de bankjes betreedt is een veelvoud daarvan. Met petjes, pruiken en jasjes wisselen ze van rol. Geen scène duurt langer dan een paar minuten, daarna staan de volgende figuren alweer klaar: een afwerende rector, bijdehante leerlingen, vooringenomen agenten, gehaaide journalisten. Allemaal hebben ze iets gezien of gehoord, niemand weet er het fijne van, iedereen heeft zijn mening klaar. Regisseur Daria Bucvić (Nobody Home) zit boven op de actualiteit met haar satirsche aanklacht tegen onze meningenmaatschappij waarin feiten het afleggen tegen nepnieuws en geruchten. Uit de gevatte dialogen van Daan Windhorsts wordt pijnlijk duidelijk hoe gemakkelijk we praatjes voor waar aannemen, hoe vooroordelen een eigen leven gaan leiden, hoe klakkeloos we geloven wat de media ons vertellen. Furkan, de verdwenen jongen, is geradicaliseerd, roept iemand. Prompt meldt CNN dat hij een terrorist is en begint een leerling een mini-Ku Klux Klan om de school islamvrij te maken. Bukvić en Windhorst zijn een ijzersterk koppel, scherp, geestig, geëngageerd, maar dat de voorstelling zo raak is, komt ook door het spel. De jonge acteurs Yamill Jones, Lisa Schamlé en Whitney Sawyer vinden met hun typetjes en accentjes razendknap de balans tussen satire en ernst. Geinend en grappend spuwen ze de boodschap in je gezicht. Die juist daardoor aankomt. Joukje Akveld