Laarzenpad, bij Bezoekerscentrum De Wieden

advertisement
Laarzenpad, bij Bezoekerscentrum De Wieden
2.3 km wandelen
Het laarzenpad bij Bezoekerscentrum De Wieden loopt dwars door het rietland. Ook kom je langs een stukje moerasbos en
door open hooilanden. Met trekpontjes steek je de sloten over die het pad onderweg kruisen.
De wandelroute
Voor het laarzenpad (de naam zegt het al) heb je laarzen of stevige schoenen nodig. Ook zijn hier in de zomer veel muggen, dus draag bedekkende
kleding. Het pad is niet geschikt voor mensen die slecht ter been zijn. Honden zijn niet toegestaan.
De bodem van het pad kan in deze periode herstellen. Het laarzenpad bestaat namelijk uit een deken van gevlochten wortels met daaronder water:
drijvend land. Als deze laag te dun wordt, kunnen mensen erdoor zakken.
Wandel deze route met onze route app
Download de route app >
Heb je onze app al? Ga direct naar deze route in de app >
Bezoekerscentrum De Wieden
Het startpunt van de route is Bezoekerscentrum De Wieden. Het centrum ligt aan een sfeervol straatje met historische veenwerkershuisjes.
T rekpontje
Onderweg kom je drie trekpontjes tegen, waarmee je zelf het water kunt oversteken. Succes!
Riet
In de winter wordt het riet in De Wieden gesneden. Dan zie je hier vaak grote bossen riet liggen, de zogenaamde veldbossen. Z e worden
verzameld op een zwil, een plek die dicht bij het water ligt. Hier worden de bossen met een boot opgepikt om verwerkt en verkocht te worden.
Daarbij worden de handelsbossen voorzien van een blauw ‘Wiedenriet’- label. Een paar rietweetjes:
• Riet is een soepele plant die met alle winden meewaait. Dat komt omdat rietbladeren kunnen draaien rond de
hoofdstengel. Zo werkt ieder blad als een windvaan.
• In mei groeit het riet met vochtig en zonnig weer ongeveer 7 cm per dag. Je ziet het bijna groeien!
• Als het blad van de rietstengel gevallen is (meestal rond half december) kan de oogst beginnen. Dit gebeurt
met de hand en lichte machines. Onkruiden, streige genaamd, worden uit het riet gehaald en verbrand.
• Veel daken in de omgeving zijn bedekt met Wiedenriet. Een rieten dak moet minstens 25 centimeter dik zijn. De
levensduur van een rieten dak is minimaal 25 jaar en soms wel 50 jaar.
Drijvend land
Het laarzenpad bestaat uit een deken van gevlochten wortels dat drijft op zo’n anderhalve meter water. Je voelt de grond hier ook veren als
je er overheen loopt. Dit drijvende land ontstaat tijdens een proces dat we verlanding noemen.
Hoe werkt verlanding? Eerst verspreiden planten zich van de oever naar het water. Z o ontstaat er langzaam een drijvend vlechtwerk van
(water)planten en wortels, de zogenaamde kragge. Op deze kragge groeit steeds meer riet. Op een gegeven moment is de kragge zo dicht
geworden dat je erop kunt lopen. Door het vele gebruik slijt de kragge van het laarzenpad. Daarom zijn hier speciale matten neergelegd die
Ook zo genoten van deze route? Help de natuur. Ga naar nm.nl/nieuwlid.
voorkomen dat je erdoor zakt. Normaal gesproken wordt de kragge steeds dikker en afhankelijk van de omstandigheden gaan er andere
planten groeien. De hoeveelheid riet neemt af en de kragge komt steeds hoger te liggen. De invloed van water vanaf de onderkant wordt
kleiner. Uiteindelijk gaan er zelfs struiken en bos groeien. Die ontwikkeling van open water naar bos neemt tientallen jaren in beslag.
Vogels
In de zomer hoor je hier geregeld de koekoek. Hij zit vaak in deze bomen, dus met een beetje geluk kun je hem ook zien. Het vrouwtje aast
vanaf hier op de nestjes van onder meer de kleine karekiet. Daar gooit ze de eitjes uit om haar eigen eieren voor in de plaats te leggen. Haar
jongen worden vervolgens grootgebracht door de karekiet. Opmerkelijk detail is dat het koekoeksjong uiteindelijk wel twee keer zo groot is
als zijn ‘pleegouder’.
Ook de boomvalk vliegt hier vaak rond. Hij zoekt naar libellen boven de boomtoppen en het riet. Je herkent de boomvalk aan zijn
sikkelvormige silhouet, de vleugels hebben de vorm van een halve maan. Hij lijkt wel wat op een forse gierzwaluw.
Soms vind je op het pad een hoopje met libellenvleugels, dat is het werk van de boomvalk. In de winter kom je in het riet groepjes
baardmannetjes tegen. Z e hebben een heel specifiek geluid, wat klinkt als ping- ping. Als je dat hoort, moet je goed op de toppen van het riet
letten en even afwachten. Dan heb je goede kans ze te zien. Eigenlijk is het baardmannetje een insecteneter, maar in de winter schakelt hij
over naar zaden (van het riet). Hiervoor past hij zijn verteringskanaal aan. Z o kan hij in De Wieden de winter overleven, terwijl andere vogels
naar het zuiden moeten trekken.
Beulakerwijde
Hier op het bankje kun je even uitrusten en genieten van het uitzicht over de Beulakerwijde. Het natuurgebied De Wieden is ontstaan door
vervening. In de 15de eeuw ontdekte men dat veen, gevormd door de resten van water- en moerasplanten, in gedroogde vorm (turf) een
prima brandstof was. Daarom ging men het afgraven. Hierdoor ontstonden stukken open water: trekgaten. Op de stroken land ertussen legde
men het veen te drogen: legakkers. Geleidelijk aan nam de vraag naar turf toe. Om hieraan te kunnen voldoen, maakte men de trekgaten
steeds breder en de legakkers steeds smaller. Het gevolg laat zich raden… Stormen sloegen de legakkers weg en er ontstonden grote meren:
Bovenwijde, Belterwijde en Beulakerwijde. Er verdween zelfs een heel dorp in de golven, in 1776 ‘verdronk’ Beulacke in de Beulakerwijde.
Wijde wordt hier uitgesproken als ‘Wiede’, vandaar de naam van het gebied.
Molentje
Deze molentjes vind je op veel plekken in De Wieden. Z e pompen het water op het rietland, omdat riet veel water nodig heeft om te groeien.
De molentjes zijn dus niet bedoeld om water weg te pompen zoals meestal het geval is.
Boommarter
Dit moerasbosje is ontstaan doordat de riet- en hooilanden hier niet meer gemaaid werden. Dan groeit de kragge langzaam dicht met
struiken en uiteindelijk bomen. In dit vochtige gebied groeien bomen snel, maar sterven ze ook weer snel. Hierdoor zijn er veel spechten die in
het zachte hout hun holen hakken. Deze spechtenholen worden gebruikt door boommarters om hun jongen in groot te brengen. In de laatste
dertig jaar is er steeds meer bos ontstaan in De Wieden, waardoor het aantal boommarters ook is toegenomen. Deze dieren zijn alleseters: ze
eten vruchten en bessen, maar ook eieren en jonge vogeltjes. Als de lijsterbessen rijp zijn, vind je hier overal oranje uitwerpselen van de
boommarter. De otter, een andere bekende bewoner van De Wieden, is familie van boommarter. In 2002 zijn hier otters uitgezet en inmiddels
komt hij weer op verschillende plekken in Nederland voor. De otter eet vooral vis en soms vind je hier langs de oevers otterpoep met schubben
erin. Omdat het nachtdieren zijn zie je ze overdag vrijwel nooit. Dan liggen ze te slapen in de moerasbossen of het riet.
Ook zo genoten van deze route? Help de natuur. Ga naar nm.nl/nieuwlid.
Hoge Land
Aan je linkerkant zie je het land in de verte omhoog lopen, dit gebied heet het Hoge Land van Vollenhove. Deze stuwwal is een overblijfsel
van de voorlaatste ijstijd. Omdat dit de enige hoge en dus droge plek in het gebied was, werd het al vroeg bewoond. De markante watertoren
geeft aan waar de stuwwal overgaat in het kraggenlandschap. Het dorp dat je hier ziet liggen is Sint Jansklooster. De naam van het dorp
herinnert aan het Franciscaner klooster dat hier heeft gestaan. Het werd in 1399 gesticht door de blinde monnik Johannes van Ommen.
T ijdens de belegering van de vesting Steenwijk in de T achtigjarige Oorlog werd het klooster verwoest. Het enige overblijfsel is een stuk muur
dat waarschijnlijk deel uitmaakte van de kloostertuin.
Hooilandjes
Rietlanden worden in de winter gemaaid en hooilanden in de zomer. Ook de hooilanden in De Wieden drijven op het water, waardoor er
bijzondere planten groeien. In het voorjaar zie je bijvoorbeeld moeraskartelblad en ratelaar. Dit zijn beide half- parasitaire planten: met hun
wortels halen ze voedsel uit de wortels van andere planten. Hierdoor kwijnen hun concurrenten langzaam weg, waardoor ze zelf volop
zonlicht krijgen en groot kunnen worden. Op de hooilanden leven allerlei soorten vlinders, zoals de zeldzame zilveren maan. Als in het
voorjaar de pinksterbloemen bloeien, zie je hier veel oranjetipjes. De sloot is het domein van juffers en libellen. Z e leven het grootste deel van
hun leven als larve onder water. Als ze volwassen zijn, kruipen ze langs een rietstengel omhoog en ‘sluipen’ ze uit hun huid. Om weg te kunnen
vliegen, moeten ze eerst hun vleugels oppompen en drogen. Dat kan bijna een dag duren. Je kunt ze dan mooi bekijken.
Ook zo genoten van deze route? Help de natuur. Ga naar nm.nl/nieuwlid.
Bereikbaarheid en toegankelijkheid
startpunt
Bezoekerscentrum De Wieden
Beulakerpad 1
8326 AH Sint Jansklooster
Routebeschrijving
openbaar vervoer
Neem de bus naar Sint Jansklooster vanaf het treinstation in
Z wolle.
met de auto
Vanuit Sint Jansklooster (gelegen tussen Giethoorn en
Vollenhove) volgt u de borden naar Bezoekerscentrum De
Wieden.
honden niet toegestaan
Ook zo genoten van deze route? Help de natuur. Ga naar nm.nl/nieuwlid.
© OpenStreetMap contributors
Ook zo genoten van deze route? Help de natuur. Ga naar nm.nl/nieuwlid.
Download