2e artikel beursbeng..

advertisement
Onzeker voorval en de begrippen
verzekeringnemer, verzekerde en
uitkeringsgerechtigde in het nieuwe
verzekeringsrecht
In deze tweede bijdrage in de reeks van artikelen met betrekking tot het nieuwe
verzekeringsrecht zal aandacht worden besteed aan de omschrijving van de
verzekeringsovereenkomst in art. 7.17.1.1, en in het bijzonder aan het element
“onzeker voorval” alsmede aan de begrippen verzekeringnemer (art. 7.17.1.1),
verzekerde (art. 7.17.2.2) en tot uitkering gerechtigde (art. 7.17.1.1a lid 2) .
Omschrijving van de verzekeringsovereenkomst
Het Wetboek van Koophandel omschrijft de verzekeringsovereenkomst in art. 246 aldus: “Assurantie
of verzekering is eene overeenkomst bij welke de verzekeraar zich aan den verzekerde, tegen genot
eener premie, verbindt om denzelven schadeloos te stellen wegens een verlies, schade, of gemis van
verwacht voordeel, welke dezelve door een onzeker voorval zoude kunnen lijden.”
Artikel 7.17.1.1 lid 1 luidt: “Verzekering is een overeenkomst waarbij de ene partij, de verzekeraar,
zich tegen het genot van premie jegens haar wederpartij, de verzekeringnemer, verbindt tot het doen
van een of meer uitkeringen, en bij het sluiten der overeenkomst voor partijen geen zekerheid bestaat,
dat, wanneer of tot welk bedrag enige uitkering moet worden gedaan, of hoelang de overeengekomen
premiebetaling zal duren. Zij is hetzij schadeverzekering, hetzij sommenverzekering”.
Uitkering
Waar artikel 246 WvK slechts de schadeverzekering omschrijft, bevat het nieuwe recht één definitie
die zowel de schade- als de sommenverzekering bestrijkt. Daarom is voor de verplichting van de
verzekeraar de neutrale term “uitkering” en niet “schadevergoeding” gekozen om ook de
sommenverzekering te omvatten.
Onzekerheid
VAN TRAA
ADVOCATEN
-2-
Kenmerkend voor de verzekeringsovereenkomst is het element van onzekerheid. De overeenkomst
van verzekering is dan ook een kansovereenkomst. De hoofdverplichting van de verzekeraar is om
risico van de verzekerde over te nemen en te gaan lopen. In de definitie van verzekering in het
ontwerp is het vereiste van onzekerheid niet langer gekoppeld aan “een voorval”, waarmee het begrip
“onzeker voorval” verdwenen is uit de definitie van de verzekeringsovereenkomst. De memorie van
toelichting merkt op dat het element onzeker voorval zich wel vrijwel steeds bij schadeverzekering
voordoet, maar niet bij alle vormen van verzekering, zoals verschillende vormen van
levensverzekering. Er wordt op gewezen dat de onzekerheid in vier opzichten kan bestaan: a) of de
verzekeraar ooit een uitkering verschuldigd zal worden, b) wanneer dat dan het geval zal zijn, c)
hoeveel de eventuele uitkering zal bedragen en d) wat de duur van de door de verzekeringnemer
verschuldigde periodieke premiebetaling zal zijn 1.
Aangenomen mag worden dat ook onder het nieuwe recht het begrip onzeker een objectief element
inhoudt. Dit betekent dat in het algemeen bij een schadeverzekering het erom zal gaan of partijen bij
het sluiten van de verzekeringsovereenkomst naar de normale gang van zaken niet behoefden te
verwachten dat de gebeurtenis, tegen de schadelijke gevolgen waarvan de verzekering dekking biedt,
zou plaatsvinden2.
Een februaridag. Het KNMI voorspelt noordwesterstorm met windkracht 10 à 11 Beaufort en zeer
harde windstoten. De ANWB adviseert om niet de weg op te gaan en al helemaal niet met een
aanhanger of caravan. De schuiven in de stormvloedkering worden gesloten. Pieter Storms – ja, die
van Breekijzer – besluit toch om met zijn crew op rapportage te gaan. Op de Afsluitdijk raakt de
aanhangwagen met kostbare apparatuur door een harde windvlaag van de weg waardoor schade
ontstaat van € 50.000,-. De verzekeraar weigert uit te keren, met het argument dat de schade
voorzienbaar was en niet het gevolg is van een onzeker voorval.
Onder het huidige artikel 246 WvK zal de verzekeraar betogen dat het van de weg raken van de
aanhanger naar de normale gang van zaken te verwachten was. Schade die het gevolg is van de
normale loop van de gebeurtenissen behoeft immers niet vergoed te worden. Bij de beoordeling of het
van de weg raken van de aanhanger als onzeker voorval kan worden aangemerkt, dient volgens de
Hoge Raad het hele gebeuren in aanmerking te worden genomen en is het niet geoorloofd daarbij een
wezenlijk element ter zijde te laten.3 Storms loopt dus een risico zijn schade uiteindelijk niet vergoed
te krijgen.4
Onder het nieuwe recht zal Storms zich erop beroepen dat mogelijk weliswaar het van de weg raken
1
Zie memorie van toelichting 1986 blz. 5 en 6 en Asser-Clausing-Wansink, nr 15
2
Zie Scheltema/Mijnssen, Algemeen deel van het schadeverzekeringsrecht (1998), nr 5.2.
3
Zie HR 2 mei 1997, NJ 1997 nr. 597 en eerder HR 26 november 1993, NJ 1994 nr. 126.
Buiten beschouwing blijft hier de mogelijkheid dat (ook) wegens grove schuld (“roekeloosheid” in de nieuwe
terminologie van art. 7.17.2.9) verzekeraars niet tot vergoeding van schade zijn gehouden.
4
VAN TRAA
ADVOCATEN
-3-
als zodanig voorzienbaar was, maar niet dat daar een schade van € 50.000,= uit zou voortvloeien.
Omdat er wel onzekerheid over de hoogte van de schade bestaat, is de verzekeraar gehouden tot
schadevergoeding, aldus Storms. Gaat die redenering op?
Op het eerste gezicht is de positie voor de verzekerde onder het nieuwe recht inderdaad gunstiger dan
onder het huidige recht. Te verwachten is echter dat dit in de praktijk uiteindelijk zal meevallen of,
vanuit het perspectief van de verzekerde gezien, zal tegenvallen. Het is niet de bedoeling geweest van
de wetgever om in geval van schadeverzekering de eis van onzeker voorval te laten vervallen. Beoogd
is slechts de verzekeringsovereenkomst voor zowel schade- als sommenverzekering in één definitie te
vatten. Daarnaast zal de Rechter kijken naar de bedoeling van partijen en hetgeen partijen omtrent de
reikwijdte van het verzekerde risico overeengekomen zijn. Bovendien zullen verzekeraars in
polisbepalingen het begrip onzekerheid nader gaan definiëren met als doel op die manier het huidige
artikel 246 Wetboek van Koophandel via een achterdeur alsnog van toepassing verklaard te krijgen 5.
Het nieuwe verzekeringsrecht zal Storms dus geen soelaas bieden.
Verzekeringnemer, verzekerde en tot uitkering gerechtigde
Het ontwerp kent de begrippen verzekeringnemer (art. 7.17.1.1), tot uitkering gerechtigde
(art. 7.17.1.1a) en verzekerde (art. 7.17.2.2).
Volgens de omschrijving in de algemene bepalingen van afdeling 1 is de verzekeringnemer de
wederpartij van de verzekeraar bij het sluiten van de verzekering. Het ontwerp legt een aantal
verplichtingen op de verzekeringnemer waarvan de belangrijkste zijn: de mededelingsplicht bij het
sluiten van de overeenkomst, ook als het belang van een derde is verzekerd (art. 7.17.1.4), en de
verplichting tot premiebetaling. Daarnaast heeft de verzekeringnemer binnen het raamwerk van de
polis de mogelijkheid om een derde aan te wijzen aan wie in geval van schade tot uitkering
overgegaan moet worden.
De tot uitkering gerechtigde is degene die in geval van verwezenlijking van het risico krachtens de
verzekering recht heeft op uitkering.
Het begrip verzekerde komt in de algemene bepalingen van afdeling 1 niet voor, maar wel in de
afdelingen schadeverzekering en sommenverzekering. Onder verzekerde bij schadeverzekering wordt
verstaan degene die in geval van een door hem geleden schade krachtens de verzekering recht heeft op
vergoeding. Door de woorden: “krachtens de verzekering” in artikel 7.17.2.2 brengt de bepaling tot
5
Zie over het begrip onzeker voorval in het nieuwe recht o.m. Prof. mr A. van Oven, Het verzekeringsrecht en
het N.B.W., Onzeker voorval, gebrek en bederf in het ontwerp N.B.W., Verzekeringsarchief 1982, p. 181 e.v.;
Mr R.S. Meijer, Het onzeker voorval; een onzekere voorwaarde, Preadvies 1997 van de Vereniging voor
Verzekeringswetenschap; Prof. mr. L. Mok, NJB afl. 36, 11 oktober 2002; A. Blom, De betekenis van het
onzeker voorval in het verzekeringsrecht,VRB 1997-7 n.a.v. het arrest van de Hoge Raad van 2 mei 1997, NJ
1997, nr. 597. M.J. Tolman, Nieuw verzekeringsrecht! Nou ja, nieuw?, Verzekeringsarchief 4-2000. Tolman
wijst erop dat wat het uniform is voor de politie, en de witte jas voor de dokter, het onzeker voorval is voor de
schadeverzekering.
VAN TRAA
ADVOCATEN
-4-
uitdrukking dat uitsluitend van de overeenkomst en hetgeen daaruit voortvloeit, afhangt wie in geval
van schade tot vergoeding is gerechtigd. Zo zal indien de verzekering verschillende achtereenvolgende
belangen dekt, zoals bij koopmansgoederen (denk aan een CIF-koop) uit de overeenkomst moeten
worden afgeleid wie van de belanghebbenden tegenover de verzekeraar aanspraak kan maken op
vergoeding van de door hem of haar geleden schade en op welk moment men een gedekt belang dient
te hebben: ten tijde van de verwezenlijking van het risico of ten tijde van het vaststellen van de schade.
Volledigheidshalve wordt vermeld dat in afdeling 3, die betrekking heeft op sommenverzekering,
onder verzekerde verstaan wordt “degene op wiens leven of gezondheid de verzekering betrekking
heeft” terwijl degene die tot het ontvangen van een uitkering is aangewezen begunstigde genoemd
wordt (artikel 7.17.3.2).
Het huidige Wetboek van Koophandel gebruikt de term verzekerde in beginsel voor het aanduiden van
de partij met wie de verzekeraar de verzekering heeft gesloten, maar soms wordt met verzekerde ook
gedoeld op degene die schade heeft geleden en aan wie de uitkering is gedaan, hetgeen niet altijd de
verzekeringnemer zal zijn6. In de praktijk wordt de terminologie van het huidige Wetboek van
Koophandel al verdrongen door die van het ontwerp. Met de invoering van het ontwerp zal er dan ook
niet veel veranderen. Het verdient wel aanbeveling voorzover nodig polisbepalingen conform de in het
ontwerp gebezigde terminologie aan te passen.
Mr. R. de Haan
De serie staat onder redactie van mr. J.H.J. Teunissen en mr. W.G.B. Neervoort, Praktijkgroep
Verzekering & Aansprakelijkheid, Van Traa Advocaten.
Vergelijk bijv. de art. 246, 251, 283 en 284 WvK. In de art. 264 –266 WvK wordt de verzekerde (dus de tot
uitkering gerechtigde) aangeduid als “belanghebbende”.
6
Download