Staalsector Door Jef Dijckmans en Marc Schenck Staalsector Deel II: –Wat is algemeen de belangrijkheid van de staalsector economisch EGKS (Europese Gemeenschap van Staal en Kolen.) • Een van de eerste pijlers van de EU was na de Benelux het oprichten van de EGKS in 1950. • De EGKS-verdrag werd in 1951 ondertekend door België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. • Het zorgde voor stabiliteit in deze sector, dat dit de eerste bezorgdheid was om samen te werken bij deze landen toont de belangrijkheid van deze sector aan. Goed voor 7% v/h BNP • De metaalindustrie is goed voor zo’n 7 % van het BBP in België. Vergeleken met een andere sector “bouwsector 6%, transport 8%) • Een onderdeel van deze industrie is de ijzer- en staalindustrie. Het aandeel van deze sector in het BBP is slechts 1 %. • Op het gebied van de de non-ferrometalenindustrie, een andere tak van de metaalindustrie, neemt België internationaal gezien een vooraanstaande positie in. Bij deze industrie moet gedacht worden aan onder andere de koper-, cadmium- en zinkindustrie. De belangrijkste industriegebieden zijn gesitueerd rondom de grote steden. • De zwakke marges • Staal is een primair product voor zeer veel goederen • Een gegeerd product • De lage dollarkoers • Transport en Milieu • De Globalisering • Arbeidsintensief • Volk trekt volk De zwakke marges • Uit de vorige presentatie “staalsector 1” weten we dat er een tal van reden zijn die zorgen voor zeer beperkte marges. Dit heeft als gevolg dat de holdings op eigen financiering aangewezen zijn. – – – – Zeer kapitaalintensief Beperkt aantal investeerders Zware investeringen Zelf leningen aangaan = betalen van intresten • Gelukkig staat de rente laag • De belegger aarzelt nog steeds bij het aankopen van bedrijfsobligaties Staal is een primair product voor zeer veel goederen • Hun belangrijkste klanten zijn de – – – – – Technologie Industrie Bouw Automobiel … De staalsector is dus zeer afhankelijk van de groei van deze markten. Een gegeerd product • Als het conjunctuur aantrekt is er snel een grote vraag naar deze materialen. De klant legt geen stock meer aan en heeft dus dadelijk behoefte aan staal als zijn orders stijgen. Daardoor komt er een sterke piek op de grondstoffenmarkt. Hoge vraag hoge prijzen • Als de jonjunctuur terugvalt stopt de vraag onmiddellijk, de staalproducent blijft met een overstock zitten • Dit maakt da de staalsector een cyclische sector is. De lage dollarkoers • De meeste bedrijven hebben aangekocht met een dure $, en moeten verkopen aan een lage $. • De Europese bedrijven worden nu betaald in een lage $, hun kosten: personeel, energie, afschrijvingen moeten betaald worden in dure € • Alhoewel de € staat nu op dezelfde hoogte als de ecu van de jaren ‘90 Transport en Milieu – Door de hoge bevolkingsdichtheid in West-Europa staan zeer veel vrachtwagens stil op de autosnelwegen en met een hoge loonkost is dit een dure uitgave – Door het saneren van de Historische vervuiling worden meer en meer bedrijven aangesproken om te delen in de kosten. • Nml “De vervuiler betaald” De Globalisering • Door de aanhoudende globalisering is er een permanente verschuiving van het aantal bedrijven binnen de grote groepen. • Zo gebeurt het vaak dat bepaalde delen om strategische reden verkocht worden en dan later een concurrent worden. • Het zoeken naar synergieën, met afvloeiingen als gevolg brengt ook sociale onrust met zich mee. Het zal moeilijk zijn om met een verbeterend conjunctuur geschikt personeel te vinden of te houden. Arbeidsintensief • Ondanks er veel arbeiders de baan zullen moeten ruimen blijft staal zeer arbeidsintensief. • Een goed draaiende staalindustrie kan in een land zorgen voor veel arbeidsplaatsen, wat betekent dat er koopkracht is. • Dit is één van de reden dat nog veel overheden staal moeilijk los kunnen laten. Van de Wereld handels organisatie moeten ze de staalbedrijven een eigen koers laten varen, zeker geen beschermende heffingen zoals in de VS. Volk trekt volk • Met staalbedrijven gaat het steeds over grote “plans” met veel personeel, toeleveranciers en zusterbedrijven. Er ontwikkeld zich rond dit bedrijf een economische gordel. • Deze economische gordel zijn: – Horecazaken, bouwaannemers, Benzinestations, Transportbedrijven en … • Dit werkt natuurlijk ook andersom, bij sanering, sluiting van zulke zaken tref je de volledige regio diep. Staalsector Deel II: –Hoe zijn de huidige bedrijven tot stand gekomen –Vier voorbeelden •Arcelor •US Steel •Corus •Nippon Steel orporation Arcelor is een fusie van • Aceralia-Spanje • Arbed-Luxenburg • Usinor-Frankrijk €, mio omzet 2002 27512 2003 26594 W/A 0.70 0.25 US Steel is een splitsing uit USX Corporation • Zij bestaat nu uit: –US Steel Corporation $ mio 2002 2003 –Marathon oil Corporation omzet 7054 6375 W/A 0.62 -2.45 Corus is een fusie van • Britisch Steel - Verenigd Koninkrijk • Koninklijke Hoogovens - Nederland € omzet 2002 7188 2003 7699 W/A -1.27 -1.83 • Nippon steel is een Japanse holding die gegroeid is uit het Japanse Overheidsbedrijf: Jawata Steel Works ¥ milja omzet W/A 2002 2749.3 2003 258.3