Retailbetalingssysteem css voldoet aan Europese standaarden

advertisement
Retailbetalingssysteem css voldoet aan Europese
standaarden
Hoofdstuktitel
Het Clearing en Settlement Systeem (CSS) van Interpay verwerkt meer dan 95% van alle
interbancaire retailbetalingen in Nederland. Daarbij gaat het om transacties met uiteenlopende
betaalproducten zoals girale overschrijvingsopdrachten, PIN -betalingen en acceptgiro’s. Op een
gemiddelde werkdag worden ruim 11 miljoen transacties verwerkt en in totaal meer dan 3 miljard op
jaarbasis. Het is duidelijk dat CSS aan hoge eisen moet voldoen en mede daarom is het systeem door
DNB
getoetst aan Europese oversight-standaarden. De conclusie is dat één standaard niet van
toepassing is op CSS en dat aan alle andere standaarden wordt voldaan op één klein detail na. Een
soortgelijke beoordeling is uitgevoerd bij alle retailbetalingssystemen in het Eurogebied. Daaruit
blijkt dat het Nederlandse systeem goed scoort ten opzichte van andere getoetste systemen. Dit artikel
gaat nader in op de standaarden en de resultaten van de toetsing van CSS.
DNB
/ Kwartaalbericht Maand 2005
89
Retailbetalingssysteem CSS voldoet aan Europese standaarden
Inleiding
Het toezicht op betalingssystemen is een essentiële taak
binnen de oversight functie van centrale banken en
heeft tot doel een goede werking van het betalingsverkeer te waarborgen en bij te dragen aan financiële
stabiliteit. Het Eurosysteem1 heeft in het kader van dit
toezicht verschillende minimumstandaarden vastgesteld voor betalingssystemen. Zo heeft de Raad van
Bestuur van de ecb de standaarden (Core Principles2)
voor systeemkritische betalingssystemen aangenomen.
Deze Core Principles zijn van toepassing op hoogwaardige betalingssystemen, ook wel large value of wholesale
payment systems genoemd. Het top systeem van dnb is
een voorbeeld hiervan3. In navolging hierop heeft het
Eurosysteem zich gebogen over standaarden4 die van
toepassing zijn op, zowel nationale als pan-Europese,
betalingssystemen voor retailbetalingen in euro. In
2004 heeft het Eurosysteem alle daarvoor in aanmerking komende retailbetalingssystemen getoetst aan
deze standaarden. Voor Nederland is door dnb het
Clearing en Settlement Systeem (css) van Interpay
getoetst. Onderdeel van genoemde standaarden is de
afspraak dat centrale banken transparant maken of een
systeem aan de standaarden moet voldoen en in welke
mate een systeem er daadwerkelijk aan voldoet.
Betalingssystemen waarop de Europese standaarden
van toepassing zijn
De retailbetalingssystemen die aan de betreffende standaarden moeten voldoen, verlenen altijd clearing- en
settlementdiensten en hebben over het algemeen de
vorm van een interbancair verwerkingsinstituut (‘automated clearing house’ – ach). In dergelijke systemen
vindt door de ach elektronische sortering en nettering
(clearing) plaats van tussen financiële instellingen
uitgewisselde betalingsopdrachten, samen met de
afwikkeling (settlement) door de betreffende partij. In
enkele landen zijn dergelijke infrastructurele regelingen
niet in een ach ondergebracht maar in multilaterale
interbancaire overeenkomsten. Dergelijke overeenkomsten zijn formeel van aard en gestandaardiseerd,
worden gekenmerkt door de participatie van meerdere
deelnemers, en bestaan uit één stel gemeenschappelijke
spelregels.
De rol van Interpay/css in het betalingsverkeer
Interpay is een ach dat zorgt voor de verwerking van
financiële transacties die zijn gedaan met de meest uiteenlopende betaalproducten. Haar dienstverlening dekt
het hele spectrum van girale en cards-gerelateerde transactieverwerking, clearing en settlement (zie figuur i).
Wat het aantal verwerkte transacties betreft neemt
Interpay binnen Europa momenteel een derde positie
in met inmiddels ruim drie miljard transacties per jaar.
Op een gemiddelde werkdag worden ruim 11 miljoen
transacties verwerkt, met pieken van meer dan veertig
miljoen per dag. Deze grote aantallen transacties per
dag worden verwerkt door het geavanceerde Clearing
en Settlement Systeem. Via het css stelt Interpay periodiek, na verwerking van alle betaaltransacties, de bedragen vast die banken aan elkaar zijn verschuldigd
namens de rekeninghouders (de klanten zoals consument of winkelier). Dit wordt clearing genoemd. De
clearingcijfers worden doorgegeven aan dnb, waar alle
in Nederland gevestigde banken een rekening hebben
in het top systeem. dnb is gemachtigd om deze rekeningen te debiteren en te crediteren en daarmee de betalingen af te wikkelen (settlement). Nadat settlement
heeft plaatsgevonden informeren de banken hun eigen
rekeninghouders over hun banksaldo, op basis van de
verwerkingsinformatie die zij van Interpay ontvangen.
Figuur 1 Schema betaalketen
Betaalinstrument
Kanaal/medium
Transactieverwerking
Clearing
Settlement
debit card (pin),
betaalautomaat,
diverse systemen
css
top
creditcard, incasso,
geldautomaat,
overboeking, accept-
post, telefoon,
giro, Chipknip etc.
internet etc.
90
DNB
/ Kwartaalbericht September 2005
Retailbetalingssysteem CSS voldoet aan Europese standaarden
Karakteristiek voor het css, en uniek in Europa, is de
kavelsettlementmethode. Deze houdt in dat zeer frequent de door deelnemers ingestuurde betaalopdrachten worden verzameld, genetteerd en in zogenoemde
kavels doorgestuurd naar het top systeem van dnb om
te worden afgewikkeld. Het gemiddelde aantal kavels
per dag ligt tussen de 250 en 300 waardoor veelvuldig
wordt afgewikkeld (in plaats van één keer per dag zoals
in veel andere systemen in het buitenland). Vaker afwikkelen verkleint een aantal risico’s zoals verderop in dit
artikel in de paragraaf ‘Afwikkeling in multilaterale netting systemen’ zal worden toegelicht.
Classificatie van retailbetalingssystemen/
inschaling van css
Bij het vaststellen van standaarden voor retailbetalingssystemen is door het Eurosysteem allereerst een
gemeenschappelijke methodiek vastgesteld voor de
classificatie van dergelijke systemen. Een classificatie is
nodig om een onderscheid te kunnen maken in de toepassing van de relevante standaarden naar gelang het
risicogehalte van een systeem. Een systeem dat in geval
van een ernstige storing de financiële stabiliteit van een
land in gevaar kan brengen heeft een zeer hoog risicogehalte. Dergelijke systemen worden retail payment
systems of systemic importance (systeemkritische betalingssystemen) genoemd en daarvoor eist het Eurosysteem dat voldaan wordt aan alle standaarden. Als een
ernstige storing in een betalingssysteem geen systeemimplicaties heeft maar desalniettemin van grote invloed
zou kunnen zijn op het functioneren van de reële economie, dient een dergelijk systeem te voldoen aan een
beperkter samenstel van de standaarden. Deze systemen heten retail payment systems of prominent importance
(systemen van groot belang). Retailbetalingssystemen
die niet tot één van de twee hierboven genoemde
categorieën behoren, vallen in de restcategorie other
payment systems.
Bij het classificeren van retailbetalingssystemen
wordt gelet op de marktpenetratie binnen de desbetreffende retail betalingsmarkt, de financiële risico’s waaraan het systeem blootstaat en het risico van dominoeffecten. Deze criteria zijn beknopt vermeld in box 1.
Van de drie interbancaire retailbetalingssystemen in
Nederland, css en Telegiro van Interpay en een systeem
van upss (Unisys Payment Services & Solutions) heeft
css een marktaandeel dat ligt boven de 90%. Het aandeel van de css betalingen (wat betreft waarde) in het
totaal aantal betalingen in het Nederlandse betalingssysteem top ligt boven de 10%. Ten slotte ligt de concentratieverhouding boven de 90%. De vijf grootste
banken die deelnemen aan css zorgen voor meer dan
90% van alle transacties. Daarmee voldoet css aan alle
drie de criteria en is het ingeschaald als systeemkritisch
retailbetalingssysteem. Telegiro en het systeem van upss
zijn te kwalificeren als overige systemen en zijn niet
meegenomen in de toetsing aan Europese oversight
standaarden. Van de relevante Europese retailbetalingssystemen in de vorm van een ach of multilaterale interbancaire overeenkomst zijn er zes geclassificeerd
als systeemkritisch en zeven als systemen van groot
belang.
De Europese standaarden voor retailbetaalsystemen
Voortgaande vervlechting van de betalings- en effecteninfrastructuur leidt weliswaar tot grotere efficiëntie en
beter functionerende financiële markten, maar tegelijkertijd kunnen problemen zich ook krachtiger en snel-
Box 1 Classificatie van retailbetalingssystemen
Marktpenetratie
Ligt het marktaandeel van het systeem in de markt voor
retailbetalingen boven de 75%, tussen de 25% en 75% of
beneden de 25%?
II Totale financiële risico’s
Ligt de gemiddelde dagelijkse waarde van de betalingen
in het retailbetalingssysteem boven de 10% van de totale betalingen in het hoogwaardige betalingssysteem
I
DNB
/ Kwartaalbericht September 2005
en/of is de gemiddelde dagelijkse waarde hoger dan
eur 10 miljard?
III Risico van een domino effect
Is het aandeel van de vijf grootste deelnemers in het
systeem hoger dan 80% (concentratie-verhouding)
en/of is de netting ratio lager dan 10% en/of is de
netto schuldpositie van deelnemers hoger dan eur 1
miljard?
91
Retailbetalingssysteem CSS voldoet aan Europese standaarden
Box 2 Core Principles
I
Juridische basis: Het systeem dient onder alle relevante
jurisdicties juridisch deugdelijk gefundeerd te zijn.
II Inzicht in financiële risico’s: De voorschriften en procedures van het systeem dienen deelnemers in staat te stellen een goed inzicht te verkrijgen in de gevolgen van het
systeem voor elk van de financiële risico’s die zij door
deelname eraan lopen.
III Beheersing van financiële risico’s: Het systeem dient te
beschikken over duidelijk gedefinieerde procedures
voor de beheersing van krediet- en liquiditeitsrisico’s,
waarin de respectievelijke verantwoordelijkheden van
de beheerder van het systeem en de deelnemers zijn
opgenomen en die voldoende stimulansen doen uitgaan om deze risico’s te beheersen en zoveel mogelijk
te beperken.
IV Snelle finale afwikkeling: Het systeem dient te voorzien
in snelle finale afwikkeling op de valutadag, bij voorkeur in de loop van de dag en ten minste aan het einde
van de dag.
V Afwikkeling in multilaterale salderingssystemen: Een
systeem waarin multilaterale saldering plaatsvindt dient
ten minste in staat te zijn de tijdige afronding van dage
lijkse afwikkelingen te waarborgen wanneer de deel-
nemer met de grootste individuele afwikkelingsverplichting bij de afwikkeling in gebreke blijft.
VI Afwikkelingsactiva: Activa die voor de afwikkeling
worden gebruikt, dienen bij voorkeur een vordering op
de centrale bank te betreffen; wanneer andere activa
worden gehanteerd, geldt dat hieraan geen of slechts
een gering kredietrisico dient te zijn verbonden, alsmede geen of slechts een gering liquiditeitsrisico.
VII Veiligheid en operationele betrouwbaarheid: Het systeem dient borg te staan voor een hoge mate van veiligheid en operationele betrouwbaarheid en dient noodprocedures te hebben voor de tijdige afronding van de
dagelijkse verwerking.
VIII Efficiëntie: Het systeem dient een middel te verschaffen om betalingen te verrichten dat praktisch is
voor de gebruikers en efficiënt voor de economie.
IX Toegangscriteria: Het systeem dient objectieve en
openbaar bekendgemaakte criteria voor deelname te
hebben, waardoor eerlijke en vrije toegang mogelijk is.
X Bestuur: De wijze waarop het bestuur van het systeem
is geregeld dient effectief, verantwoordingsgericht en
transparant te zijn.
ler verspreiden door het gehele financiële systeem. De
centrale banken van de g10-landen hebben, in het
Committee on Payment and Settlement Systems (cpss), ‘best
practices’ en standaarden ontwikkeld waaraan betalings- en effectenafwikkelsystemen moeten voldoen.
Dit heeft in 2001 geleid tot de publicatie van de Core
Principles for Systemically Important Payment Systems.
Deze Core Principles bestaan uit tien richtlijnen (zie
box 2) voor het vergroten van de veiligheid en efficiëntie van systeemkritische betalingssystemen. De standaarden dienen als richtlijnen bij de ontwikkeling van
nieuwe systemen, maar fungeren ook als toetsingsnormen om vast te stellen of bestaande systemen aan de
eisen voldoen.
Bij het vaststellen van standaarden voor retailbetalingssystemen heeft het Eurosysteem de Core
Principles als uitgangspunt genomen. Voor systeemkritische retailbetalingssystemen is bepaald dat alle
Core Principles van toepassing zijn. Sommige van de
Core Principles zijn zo fundamenteel dat zij niet alleen
door systeemkritische betaalsystemen in acht moeten
worden genomen maar ook door systemen van groot
belang. Het gaat daarbij om de Core Principles 1, 2 en 7
t/m 10. Overige retailbetalingssystemen dienen te vol-
doen aan standaarden die voor zulke systemen zijn
gedefinieerd door de betreffende nationale centrale
bank.
92
Aanpak toetsing
De toetsingen van de Europese retailbetalingssystemen
zijn uitgevoerd door overseers van de centrale banken
van het land van vestiging van de betreffende systemen.
Teneinde een consistente wijze van toetsen en interpretatie van de Core Principles te krijgen, is eerst een gezamenlijke aanpak vastgesteld in de vorm van Terms of
Reference (tor). Een ander onderdeel van de aanpak
betrof een beoordeling door vakgenoten van de individuele toetsingsrapporten om de onderlinge vergelijkbaarheid van de resultaten zo hoog mogelijk te maken.
De toetsingen reflecteren de status van de systemen per
eind juni 2004. In de tussentijd zijn voor veel systemen
aanvullende maatregelen genomen. De toetsingen zijn
eind 2004 afgerond, de beoordeling door vakgenoten is
begin 2005 afgesloten. Het Eurosysteem heeft augustus
2005 een samenvattend eindrapport van alle toetsingen
gepubliceerd.5
DNB
/ Kwartaalbericht September 2005
Retailbetalingssysteem CSS voldoet aan Europese standaarden
Resultaten van de toetsing
Juridische basis
Core Principle i eist dat het juridische raamwerk waarbinnen het systeem functioneert de afdwingbaarheid
van de regels en procedures van het systeem waarborgt.
De juridische basis behoort bij te dragen aan de rechtszekerheid van het systeem. Het raamwerk omvat onder
meer het toepasselijke recht ten aanzien van overeenkomsten, insolventie, kredietverlening en de vestiging
en uitwinning van zekerheden.
De juridische basis van css is adequaat. Een specifiek onderdeel van de juridische zekerheid betreft buitenlandse deelnemers aan een systeem (deelnemers die
geen zelfstandige juridische entiteit zijn in het land van
het systeem). Een manier om er zeker van te zijn dat het
buitenlandse recht dat op zo’n deelnemer van toepassing is, geen negatieve invloed heeft op de toepassing
van de regels van het systeem is het laten opstellen van
een zogenaamde ‘country opinion’ voor dergelijke deelnemers. In een dergelijke opinie wordt door (van de
deelnemer) onafhankelijke juristen vastgelegd in welke
mate het betreffende buitenlands recht invloed heeft op
de regels van het systeem. Omdat de deelnemers in css
een rekening moeten hebben in top is een voor de hand
liggende gedachte dat de opinies die reeds voor deelnemers aan top zijn afgegeven ook toereikend zijn voor
css. Tijdens de beoordeling door vakgenoten is echter
vastgesteld dat deze opinies specifiek zijn voor een systeem en dat derhalve de opinies die zijn afgegeven voor
deelnemers in top niet zonder meer gebruikt kunnen
worden voor css. Hierdoor kon nog niet geoordeeld
worden dat css volledig voldoet aan Core Principle i,
maar voldoet het grotendeels. Door het geringe aantal
buitenlandse deelnemers en de minimale omvang van
hun transacties, is het risico dat de genoemde onzekerheid met zich brengt zeer klein. De analyse ten aanzien
van de benodigde aanvullende juridische zekerheid
voor css op het punt van buitenlandse deelnemers is
onder handen.
Inzicht in financiële risico’s
Core Principle ii stelt eisen aan de transparantie en
informatieverstrekking door de systeembeheerder, in
casu Interpay, aan de deelnemers. De deelnemers aan
css dienen de financiële risico’s die samenhangen met
deelname aan het betalingssysteem te kennen en te
begrijpen. Core Principle ii hangt sterk samen met Core
Principle iii, dat inhoudelijke eisen stelt aan de risicobeheersingsmaatregelen van het betalingssysteem. De
contracten, handboeken en reglementen die bij css
DNB
/ Kwartaalbericht September 2005
horen zijn toereikend voor de deelnemers om hun
financiële risico’s te kennen en te begrijpen.
Beheersing van financiële risico’s
Terwijl Core Principle ii vereist dat de systeembeheerder de deelnemers in staat stelt om de financiële risico’s
van deelname te begrijpen, stelt Core Principle iii eisen
aan de wijze waarop het kredietrisico en het liquiditeitsrisico worden beheerst.
Het ontwerp van css is zodanig dat deelnemers
tegenover elkaar geen kredietrisico lopen. Kavels met
(genetteerde) betaalopdrachten worden door css naar
het top systeem van dnb gestuurd waar eerst wordt vastgesteld of op de rekening van de betaler voldoende saldo danwel kredietruimte aanwezig is. Pas als het saldo
toereikend is, vindt afwikkeling plaats en is de betaling
definitief. Ontvangende deelnemers kunnen pas vanaf
dat moment over het geld beschikken. Deelnemers hebben voldoende mogelijkheden tot hun beschikking
voor het bewaken van hun liquiditeitspositie in top.
Snelle finale afwikkeling
Deze standaard eist dat de periode tussen het moment
waarop een deelnemer een betaalopdracht inlegt en het
moment waarop de finale afwikkeling van deze betaalopdracht volgt, zo kort mogelijk moet zijn.
De toegepaste kavelmethodiek houdt in dat zeer frequent de door deelnemers ingestuurde betaalopdrachten worden verzameld, eventueel genetteerd, en doorgestuurd naar het top systeem van dnb om te worden
afgewikkeld. Gedurende de openingstijden van top
worden tenminste elk half uur dergelijke kavels
ingestuurd. Bij voldoende saldo van de betalende partij
worden de kavels onmiddellijk na ontvangst in top
gesettled.
Afwikkeling in multilaterale netting systemen
Een nettingsysteem saldeert eerst alle posten die de
deelnemers aan elkaar verschuldigd zijn voordat de
aldus berekende vorderingen worden afgewikkeld. In
een dergelijk systeem kunnen omvangrijke vorderingen
tussen deelnemers ontstaan. Als een per saldo betalende partij vervolgens niet aan zijn verplichtingen voldoet, is er te weinig geld om de ontvangende partijen
volledig te betalen. Dit is een zeer onwenselijke situatie
en daarom eist Core Principle v dat het systeem
beschikt over een buffer die minstens even groot is als
de positie van de grootste nettobetaler. In dat geval
is het systeem in staat om de afwikkeling ook te voltooien als deze grootste nettobetaler niet aan zijn verplichtingen voldoet.
93
Retailbetalingssysteem CSS voldoet aan Europese standaarden
Door de invoering van de kavelmethodiek zijn de
karakteristieken van css opgeschoven van een puur
multilateraal netting systeem (met van oudsher maar
één settlementcyclus per dag) in de richting van een
bruto settlement systeem waarbij elke post apart wordt
gesettled. Een dergelijk systeem wordt ook wel een
hybride systeem genoemd. css kent de nodige (aan de
kavelmethodiek inherente) maatregelen om de risico’s
die door Core Principle v worden geadresseerd, zoveel
mogelijk te beperken.
Core Principle v geldt voor multilaterale netting systemen en is vanwege het hybride karakter daarom niet
van toepassing op css.
Afwikkelingsactiva
Systeemkritische betalingssystemen dienen volgens
Core Principle vi bij voorkeur af te wikkelen in centralebankgeld (dat wil zeggen in tegoeden die deelnemers
aanhouden bij de centrale bank). Wanneer andere waarden worden gebruikt, dienen zij weinig of geen kredietrisico en weinig of geen liquiditeitsrisico met zich mee
te brengen. De afwikkeling van betalingen die in css
worden verwerkt, vindt plaats in het top systeem van
dnb en dus in centralebankgeld.
Veiligheid en operationele betrouwbaarheid
Core Principle vii richt zich op drie aspecten, te weten
de beveiliging van het betalingssysteem, de betrouwbaarheid van het systeem en de aanwezigheid van plannen, procedures en voorzieningen voor noodsituaties.
Geautomatiseerde verwerking van transacties is ‘core
business’ voor Interpay en daarom hebben beveiliging,
betrouwbaarheid en continuïteit een hoge prioriteit.
Het beveiligingsbeleid van Interpay sluit aan op
(inter)nationale standaarden. Aan deelnemers in css
worden beveiligingseisen gesteld via de toetredingsvoorwaarden en procedurevoorschriften. De beveiligingseisen zijn bij het ontwerp van het systeem vastgelegd en deze worden periodiek geëvalueerd. Risico
analyses maken standaard onderdeel uit van het beveiligingsproces en worden aangepast wanneer ontwikkelingen dat vragen. Voor systeemwijzigingen bestaat een
procedure en uitgebreide testen worden uitgevoerd
alvorens een wijziging in productie wordt genomen. In
het kader van het capaciteitsbeheer wordt voorzien in
het opvangen van piekbelastingen en wordt tijdig geanticipeerd op de verwachte groei van de aantallen te verwerken transacties.
css beschikt over veilige gegevensopslag met backups die op een voldoende afstand bewaard worden
van het primair rekencentrum. In geval van calamitei94
ten kan teruggegrepen worden op uitwijkplannen en
-voorzieningen. Interpay beschikt over een uitwijkcentrum, waar actuele applicaties en gegevens aanwezig
zijn.
Efficiëntie
Dit Core Principle ziet erop toe dat bij de ontwikkeling
en het gebruik van een betalingssysteem de juiste afweging plaatsvindt tussen de veiligheid en de efficiëntie
van het systeem, waarbij dit laatste zowel op het niveau
van de systeembeheerder kan worden bezien als in de
maatschappelijke context.
css maakt onderdeel uit van de Nederlandse financiële infrastructuur waarover door de Werkgroep Tariefstructuren en Infrastructuur in het betalingsverkeer 6 in
2002 is geconcludeerd dat deze, zeker in vergelijking
met andere Europese landen, zeer efficiënt is. De deelnemers hebben een inbreng in het systeem via gebruikersgroepen waardoor hun belangen ten aanzien van
onder andere veiligheid en efficiëntie direct kunnen
worden ingebracht en meegewogen. dnb is van mening
dat css voldoet aan Core Principle viii.
Toegangscriteria
Toelatingscriteria dienen objectief en openbaar te zijn
en een open en eerlijke toegang tot het systeem te bieden. Dit betekent dat criteria voor deelname dienen bij
te dragen aan een veilig en efficiënt betalingsverkeer
zonder onnodig concurrentiebeperkend te zijn. Tussen
beide doelstellingen, veiligheid en open toegang, dient
een adequate afweging plaats te vinden. Ook moeten de
criteria openbaar zijn.
De toegangscriteria voor css zijn helder, eerlijk en
niet concurrentiebeperkend. Aan het aspect veiligheid
wordt onder andere invulling gegeven door de eis dat
deelnemers onder prudentieel toezicht staande kredietinstellingen zijn die een rekening hebben in top. Open
toegang is gewaarborgd doordat alle instellingen die aan
deze eis voldoen in principe kunnen deelnemen aan
css. Deelnemers en kandidaat-deelnemers hebben de
beschikking over de toe- en uittredingsvoorwaarden als
onderdeel van hun contract.
Bestuur/interne beheersing
De bestuursstructuur van het systeem moet transparant
en effectief zijn en het mogelijk maken dat op adequate
wijze verantwoording wordt afgelegd. Dit Core
Principle eist dat de doelstellingen van het systeem duidelijk zijn en rekening houden met de belangen van alle
betrokkenen en dat het management middelen heeft
om de doelstellingen te realiseren. Daarnaast dient de
DNB
/ Kwartaalbericht September 2005
Retailbetalingssysteem CSS voldoet aan Europese standaarden
systeembeheerder zorg te dragen voor adequate interne
beheersingsmaatregelen.
Interpay Nederland bv kent een directie, Raad van
Commissarissen en Algemene Vergadering van Aandeelhouders en volgt daarmee een in Nederland gebruikelijke bestuursstructuur. Voor css bestaan daarnaast
nog enkele overleggremia waarin onder andere de
belangrijkste deelnemers zijn vertegenwoordigd. In
deze gremia komen de doelstellingen en wensen ten
aanzien van het systeem aan de orde. De interne
beheersingsmaatregelen zijn ingebed in de lijnorganisatie en worden getoetst door een audit functie.
standaarden. DNB heeft daartoe in Nederland het systeem
CSS van Interpay beoordeeld en geconcludeerd dat CSS aan
acht van de tien standaarden volledig voldoet, aan één
standaard grotendeels voldoet en dat één standaard niet
van toepassing is. In tabel 1 zijn alle getoetste retailbetalingssystemen weergegeven met de mate waarin wordt
voldaan aan de Europese standaarden. Daaruit blijkt dat
CSS zich ruimschoots kan meten met vergelijkbare systemen
in Europa. De kavelsettlementmethode is zelfs uniek in
Europa.
1 Het Eurosysteem bestaat uit de ecb en de nationale centrale
banken van de eu-lidstaten die de euro hebben ingevoerd.
2 Core Principles for Systemically Important Payment Systems, Bank for
International Settlements (bis), januari 2001.
3 De toetsing van het topgirale betalingssysteem TOP aan de ‘core principles’,
dnb Kwartaalbericht maart 2003.
4 Oversight standards for euro retail payment systems, ecb, juni 2003.
5 Assessment of euro retail payment systems against the applicable Core
Principles, ecb, augustus 2005, www.ecb.int.
6 Tariefstructuren en infrastructuur in het Nederlandse massale
betalingsverkeer, dnb Kwartaalbericht maart 2002.
Conclusie
In Europees verband zijn, onder meer met bijdragen van
de Nederlandsche Bank, standaarden ontwikkeld waaraan retailbetalingssystemen moeten voldoen. Vervolgens
zijn de relevante retailbetalingssystemen getoetst aan deze
Tabel 1 Samenvattend overzicht van alle scores van de getoetste retailbetalingssystemen
Systeemkritische retailbetalingssystemen
css (nl)
ipcc (ie)
irecc (ie)
lips-net (lu)
pmj (fi)
sit (fr)
i
ii
iii
iv
v
vi
vii
viii
ix
x
grotendeels
voldoet
voldoet
voldoet
nvt
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
grotendeels
grotendeels
grotendeels
voldoet
deels
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
grotendeels
grotendeels
grotendeels
voldoet
deels
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
nvt
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
grotendeels
voldoet
deels
voldoet
grotendeels
voldoet
voldoet
voldoet
iii
iv
v
vi
vii
viii
ix
x
Retailbetalingssystemen van groot belang
aco (gr)
bi-comp (it)
cec (be)
dias (gr)
sicoi (pt)
snce (es)
step2 (eu)
voldoet
grotendeels
deels
DNB
i
ii
grotendeels
voldoet
grotendeels
voldoet
grotendeels
grotendeels
voldoet
grotendeels
voldoet
grotendeels
voldoet
voldoet
grotendeels
deels
voldoet
voldoet
grotendeels
voldoet
grotendeels
grotendeels
grotendeels
voldoet
voldoet
voldoet
grotendeels
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
grotendeels
voldoet
grotendeels
grotendeels
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
nvt
Voldoet: aan alle eisen wordt voldaan.
Voldoet grotendeels: er zijn kleine tekortkomingen met een
beperkte invloed op de veiligheid en efficiëntie van het
systeem.
Voldoet deels: ernstige tekortkomingen waarvoor op korte
termijn maatregelen worden doorgevoerd.
/ Kwartaalbericht September 2005
Voldoet niet: ernstige tekortkomingen waarvoor niet
gepland is om op korte termijn maatregelen te nemen.
Niet van toepassing.
Bron: ‘Assessment of euro retail payment systems against the applicable
Core Principles’, ecb, augustus 2005, www.ecb.int.
voldoet niet
nvt
95
Download