Spaans

Periodeplanner klas 2 MAVO
Week
34
Lesstof klassikaal
Donderdag na 12.30 uur lesvrij
Herhalen regelmatige
werkwoorden op –AR –ER-IR
Grammatica: Presente Perfecto
Hebben+vooltoid deelwoord
Periode 1 2016 - 2017
Opgaven
Opmerkingen
Introductie week van het
vak Spaans.
Uitleg
classroom
Que has hecho este
verano?
Wat heb je in de
zomervakantie gedaan?
Opdracht: Wat heb je in de
zomervakantie gedaan?
35
36
37
Maandag na 12.30 uur lesvrij
Herhalen regelmatige
werkwoorden op –AR –ER-IR
Opdracht: Wat heb je in de
zomervakantie gedaan?
Grammatica: Presente Perfecto
Hebben+vooltoid deelwoord
Grammatica: Presente Perfecto
Hebben+vooltoid deelwoord
Opdracht: Wat heb je in de
zomervakantie gedaan?
Maandag lesvrij
Herhalen leerjaar 1
El alfabeto y la pronunciación
Het werkwoord “ser”
Regelmatige werkwoorden op -AR
38
Herhalen leerjaar 1
El alfabeto y la pronunciación
Het werkwoord “ser”
Regelmatige werkwoorden op -AR
Maken het werkblad het
werkwoord “ser”
Maken het werkblad
“regelmatige werkwoorden
op –AR”
Leren vocabulario 1.1
Leren vocabulario 1.2
Quizlet vocabulario 1.1
Quizlet vocabulario 1.2
Maken het werkblad het
werkwoord “ser”
Maken het werkblad
“regelmatige werkwoorden
op –AR”
Leren vocabulario 1.1
Leren vocabulario 1.2
Leren vocabulario 1.3
Quizlet vocabulario 1.1
Quizlet vocabulario 1.2
Presenteren:
Quizlet vocabulario 1.3
39
Het werkwoord “ser”
Regelmatige werkwoorden in het
Spaans
Het lidwoord in het Spaans
Getallen 1 t/100
40
Herhalen leerjaar 1:
Het werkwoord “estar” en “tener”
41
Herhalen leerjaar 1:
Het werkwoord “estar” en “tener”
42
Maken het werkblad “ Het
lidwoord in het Spaans”
Leren vocabulario 1.1
Leren vocabulario 1.2
Leren vocabuario 1.3
Leren getallen 1t/m100
Quizlet vocabulario 1.1
Quizlet vocabulario 1.2
Quizlet vocabulario 1.3
Quizlet getallen 1 t/m 100
Maken het werkblad “ estar
en tener”
Leren werkwoord “estar”
Leren werkwoord “ tener”
Quizlet werkwoord estar
Quizlet werkwoord “tener”
Maken het werkblad “ estar
en tener”
Leren werkwoord “ser”
Leren werkwoord “estar”
Leren werkwoord “ tener”
Quizlet werkwoord “ser”
Quizlet werkwoord estar
Quizlet werkwoord “tener
s.o vocabulario
1.1, 1.2 en 1.3
HERFSTVAKANTIE
43
Grammatica: Het werkwoord “ir”
Maken het werkblad “vamos
al instituto”
Leren vocabulario 4.1
Leren vocabulario 4.2
Leren vocabulario 4.3
Quizlet vocabulario 4.1
Quizlet vocabulario 4.2
Quizlet vocabulario 4.3
44
Grammatica: Het werkwoord “ir”
Bijvoeglijk naamwoord
Maken het werkblad “vamos
al instituto”
Leren vocabulario 4.1
Leren vocabulario 4.2
Leren vocabulario 4.3
Quizlet vocabulario 4.1
s.o grammatica
Quizlet vocabulario 4.2
Quizlet vocabulario 4.3
45
Grammatica: Het werkwoord “ir”
Bijvoeglijk naamwoord
Maken het werkblad “vamos
al instituto”
Leren vocabulario 4.1
Leren vocabulario 4.2
Leren vocabulario 4.3
Quizlet vocabulario 4.1
Quizlet vocabulario 4.2
Quizlet vocabulario 4.3
46
Grammatica: Het werkwoord “ir”
Bijvoeglijk naamwoord
Maken het werkblad “vamos
al instituto”
Leren vocabulario 4.1
Leren vocabulario 4.2
Leren vocabulario 4.3
Quizlet vocabulario 4.1
Quizlet vocabulario 4.2
Quizlet vocabulario 4.3
s.o vocab. 4.1,
4.2 en 4.3
bijvoeglijk
naamwoord