Valcke Hfst 9

advertisement
Onderwijskundig ontwerpen
Hoofdstuk 9 Valcke(2010) Curriculum en curriculumtheorie
Verschillende interpretaties van het begrip
Taba 91966,p.76) omschrijft een curriculum al:”… in essentie een plan ter ondersteuning van het
leren. Het bestaat uit de doelen om het leren te richten en manieren om die doelen te bereiken; een
curriculum is het resultaat va ndrie soorten beslissingen; (1) selectie en ordening van inhouden, (2)
keuze van leerervarigen die men wil uitlokken zodat de inhouden gepast worden gemanipuleerd, (3)
een planning met daarin de optimale leercondities.”
En Ker (193) defineert een curriculum als: “al de leeractiveiten die op een school gepland en
ondersteund worden, uitgevoerd door individuele leerlingen en /of groepen, binnen of buiten de
school”(kelly, 999, p.10)
Smith (2000)
1. Curriculum staat voor Syllabus, handboek, de leerstof die input is voor instructie
2. Het curriculum is “an attempt to describe the work observed in classrooms”(stenhouse, 1975,
p.5)
3. Curriculum als de praktijk van het uitvoerend van procesmatige curriculum voorschriften
4. Curriculum als datgene wat wij willen bereiken via het instructie proces op basis van de
syllabus: het product.
Curriculum theorie versus ID
ADDIE-model: Analyse, Design, Develop, Implement and Evaluate. (Reigeluth & Nelson, 1997, p.30)
Begripsverwarring! Taba (cf supra) verwart de volgende twee:
1. ‘curriculum’
-
het bepalen van de leerdoelen: wat streeft men na bij het leren?
dient als BASIS voor het tweede begrip
2. ‘onderwijskundig ontwerpen’ (i.e. Instructional design’)
-
het ontwerpen van instructie, in functie van de leerdoelen
Twee redenen volgens Eraut waarom het onderscheid belangrijk is:
1. Het bepalen van leerdoelen gebeurt best APART van het proces
2. Het zijn niet dezelfde personen die over beiden beslissen, vooral niet in
geformaliseerde/geïnstitutionaliseerde settings (scholen bv hebben een nationaal
curriculum waar ze rekening mee moeten houden)
Contexten waarin het onderscheid tussen de twee minder duidelijk is:
-
Hoger onderwijs (geen standaard inhoudelijk curriculum opgelegd)
Bedrijfsopleidingen (minder duidelijk, maar wel weer invloed vh beroepenveld)
1
Overzicht van theoretische benaderingen van het curriculum
Leerdoelen als basis voor het curriculum
Het volgende schema toont de visie van 5 verschillende curriculumtheoretici. De ordening toont wat
volgens hen de oorsprong is van een bepaald curriculum. Ze komen alle vijf tot vergelijkbare
ordeningen, met beperkte verschillen:
Zoals je kan zien heeft Klein nog twee extra benaderingen voor het curriculum:
-
de centraal geplaatste instructieverantwoordelijke is volgens hem het meest geschikt om te
beslissen welke leerdoelen bij de lerenden centraal moeten staan
focus op auteurs van de curriculumtheorie als grondleggers van dit studiegebied
In de onderwijskundige literatuur wordt curriculumtheorie op een nog andere manier benaderd;
namelijk als een continuüm van twee “uitersten”: focus op kennis of op lerende?
2
Kliebard (1989) vier verschillende benaderingen:
1.
Humanisme / Mentale discipline:
Overdracht van wetenschappelijke kennis & cultuur.
Twee benaderingen:
-
Colonial curriculum: vasthouden aan de oude kennisbasis
Humanistic approach: versneld ‘state-of-the-art’kennis overbrengen
2.
Studie van het kind (child studies)
Het curriculum is gebaseerd op inzichten m.b.t. de ontwikkeling van het kind: wat heeft een opgroeiend kind nodig om zich te
ontwikkelen tot volwassene?
3.
Sociale efficiëntie
-
Wetenschappelijke ontwikkelingen zijn belangrijk, maar het curriculum focust vooral op lerenden die later geordend mee
participeren binnen een samenleving.
4.
Sociale melioristen
-
Via het curriculum wordt de maatschappij van morgen verbeterd. Het doel van het curriculum is om lerenden te helpen
bijdragen tot meer (sociale) rechtvaardigheid.
Kennis georiënteerd
Vakkencurriculum
-
-
In de meest formele
instructiesystemen
-in de meest
ontwikkelde landen
vakken worden
opgesplitst &
afzonderlijk
gedoceerd
(e.g. Aardr, nl, frans,
wisk chemie,…)
Lerende centraal
Spiral curriculum
Is een variant vh
vakkencurriculum.
-
men gaat uit van
een bepaald thema
dat wordt bekeken
vanuit de
perspectieven van
verschillende
vakken (e.g. Bij
geneeskunde:
thema “de cel” in
fys, bio, cytologie,…)
Kerncurriculum
-
-
traditionele
schoolvakken
worden
gecombineerd in
bredere
studiegebieden
(e.g.
Wereldoriëntatie
=aardr + gesch +
wetenschappen)
Activiteiten gebaseerd
-
-
-
lerende centraal:
Leerdoelen zijn
afhankelijk van wat
lln willen/kunnen
doen
Uitgangspunt: een
probleem/authentie
ke activiteit/…
Niet voorspelbaar
welke leerdoelen
naar voren zullen
komen
3
Ontwikkeling van opvattingen over het curriculum
Redutionistische visie
De Tyler rationale
Paolo Freire (Braz)
Systematische aanpak Bobbitt
Technisch productieperspectief
Maatschappelijke benadering.
Centraal de visie van de school.
School reproduceert
ongelijkheid.
-
-
-
-
-
Elimineer doelen die niet
praktisch zijn en niet
bereikt kunne worden
Beklemtoon doelen die
nuttig zijn voor het
volwassen leven
Vermijd doelen die
ingaan tegen de
belangen van de
maatschappij
Betrek de maatschappij
in het vastleggen van de
doelen
Differentieer doelen voor
verschillende lerenden
Ontwikkel een logisch
opbouw in de leerdoelen
Procedure benadering
Descriptieve benadering
Conceptuele benadering
1. Wat streeft een school
na (leerdoelen, analyse
leefsituatie,
vakinhouden)
2. Welke leerervaring wil
je bereiken
3. Instructie
4. Objectieve
meetinstrumenten
Vanuit de praktijk en politiek
concept. Bewustmaking door
dialoog. Ken de taal van de
lerende. Naast cognitieve
elementen kent het ook
sociaal-politiek context. Eerst
een kritische reflectie op de
eigen situatie.
Definieer thema’s. Dan
materiaal ontwikkelen
(codering). Dit wordt basis
voor discussie. Hier doorheen
zit het leren lezen van de
woorden.
4
Curriculum Typologie
-
Het ‘ideaal’ curriculum is het hypothetische meest optimale curriculum
Het ‘bedoelde’ curriculum (intended) is het curriculum zoals het in het hoofd van de
opdrachtgevers impliciet aanwezig is
Het ‘formel’ curriculum is het antwoord van curriculumontwikkelaars op de opdracht van de
opdracht gevers
Het ‘ervaren’ curriculum is opvatting van de instructie verantwoordelijke over het
curriculum (wanneer hij /zij niet zelf heeft ontwikkeld, ontstaat herinterpretatie)
Het ‘operationele’ curriculum is gedeelte of die interpretatie van zoals deze weerspiegeld in
de instructieactiviteiten
Het ‘getoetste ‘curriculum komt overeen met dat gedeelte van het curriculum dat expliciet
getoetst wordt via evaluatie
Het ‘bereikte curriculum is dat gedeelte van het curriculum dat uit eindelijk door de lerende
wordt bereikt.
Interne consistentie:
Externe consistentie:
Goed doorlopen van de id cycles
Goed doorlopen van fasen van de onderwijskundige ontwerpcycles,
met name de fase waarin het curriculum wordt ontworpen.
Leerdoelen: een eerst ordening / Curriculumontwikkeling op de verschillende aggregatieniveaus
-
Macroniveau (overheid)
Mesoniveau (instelling/school)
Microniveau (klas/les)
onderwijsleerplan (kwalificatiestructuur)
schoolwerkplan (onderwijs- en examenreglement)
onderwijsleerpakket (HB, WB, lkr8handleiding,…)
5
Hidden curriculum:
Op microniveau is er sprake van het ‘hidden curriculum’: een school kan verborgen doelstellingen
hebben die niet terug te vinden zijn in een leerplan, handboeken of onderwijsleerpakketen om zo
een bepaald publiek van leerlingen aan te trekken.
Marsch spreekt van drie verwante termen/verschillende interpretaties van curricula:
1. Het ongeschreven curriculum: de neveneffecten van het instructiesysteem (bv voorkeuren vd
leraar zelf, ligging van de school)
2. Het nul curriculum: wat (onbewust) genegeerd wordt in het curriculum (bv kritische zin,
culturele competentie (i.e. smaakontwikkeling) die naar kenniscompetenties wordt
verschoven door data & namen te laten blokken)
3. Het ‘hidden curriculum’ in enge zin: indirecte & verborgen socialisatie: (= een meer
psychologische benadering van het concept hidden curriculum)
A. Hoe omgaan met elkaar in klascontext,
B. Hoe omgaan met instructieverantwoordelijke,
C. Hoe omgaan met (ongelijke verdeling van) macht in een klascontext
Het is niet toevallig dat hidden curricula bijna alleen leerdoelen m.b.t. de ontwikkeling van bepaalde
attitudes zijn (bv: gevoelens toon je niet, klikken wordt aangemoedigd, spieken mag zolang je niet
gesnapt wordt, persoonlijk initiatief is niet gewenst, respect voor privacy van de leerkracht,
onverwachte toetsen zijn OK, leerkracht bepaalt wat belangrijk is,…)
Moore (2005, p.44) “The hidden curriculum often reflects societal values, such as rewarding great
success, ignoring average performance, and criticizing or punishing failure. The social ‘pecking order’
– in terms of gender, language, cultural differences, and socioeconomic status – is an inherent part of
the hidden curriculum.”
De school als reproductie van sociale ongelijkheid!
Die hidden curricula kunnen +/- OK zijn (leerlingen verwerven bijvoorbeeld minder conflictueus
taalgebruik, kunnen beter samenwerken, kunnen gepast omgaan met het andere geslacht,…). Er
komen pas problemen van als er een conflict optreedt.
Ook voor leerkrachten op het mesoniveau kan de relatie met hun collega’s/hun schoolgemeenschap
worden bemoeilijkt wanneer ze dit verborgen curriculum niet volgen!
Het verborgen curriculum werkt ook door in het creëren van de randvoorwaarden voor het
realiseren van het formele curriculum, waardoor er eigenlijk veel tijd kruipt in het realiseren van dit
curriculum.
6
De basis voor doelbepaling bij curriculum ontwikkeling
Instructie in schoolse contexten
4 invalshoeken (om leerproblemen te analyseren en hieruit leerdoelen af te leiden
Klein (1989, p. 322 e.v.):
a.
b.
c.
d.
Analyse kennisinhoud
Student als bron voor leerdoel
Maatschappij als leerdoel
Analyse kennisdomein als basis voor leerdoelbepaling
-
Single subject integration (standaard vakken)
Geen integratie
-
Multidisciplinaire (coördinated model.
Integratie van vakken tot bepaalde hoogte, maar als apart vak
-
Interdisciplinair
Barriers tussen vakken worden minder scherp, behandeld thema op brede manier (zie ook
spiraalcurriculum van Bruner)
-
Brede vakgebieden
Hier is het onderscheid tussen de vakken reeds weg gevlakt.
Ad.b. algemene vaardigheden spelen een grote rol en de behoefte, kenmerken, mogelijkheden etc.
van de lerende.
Negatief: kan niet altijd en niet al het materiaal is op deze wijze geschreven
Ad.c. maatschappij=omgevingsonderwijs. Gevaar is dat de omgeving sterk kan afwijken van de rest
van de geëvolueerde maatschappij.
Tanner&Tanner
-
Curriculumkegel, die de verschilleden de curricula ordent en meteen aangeeft in welke
maten vakgebieden met elkaar verweven zijn. Zij breiden het uit met Kern curriculum. en
Activiteitencentrum. Functionele samenhang van thema’s voorop.
7
Formuleren van leerdoelen: taxonomieën
Taxonomie: ( < taxis: ordening < nomos: wet) = een wetmatige ordening, een structurering die
gebaseerd is op een theoretische (en zover mogelijk een empirische) basis m.b.t. hoe leerdoelen in
realiteit opgebouwd en geordend zijn.
-
Een taxonomie is een structureringsmiddel, ze bevat dus geen concrete leerdoelen!
Dimensies binnen een taxonomie:
-
Één dimensionale taxonomie: bv alleen gedragsdimensie (Gagné)
Tweedimensionale: gedrags- en inhoudsdimensie (Merrill & Bloom)
Driedimensionale: gedragsdim + inhoudsdim + transferniveaus (De Block)
Verschillende gebieden waarin taxonomieën zijn ontworpen:
-
Cognitief domein (Gagné & Merrill)
Affectief domein (Krathwohl)
Psycho-motorisch domein (Harrow, Simpson, Kibler, Dave, Guilford)
Bloom
Knowledge
Gagné
Verbal
infomation
Compreshension
Application
Analysis
Synthesis
Evaluation
Ausubel
Rote Learning
Anderson
Declarative
Knowledge
Meninful
learning
Intelectual
skills
Cognitive
strategy
Produral
knowledge
Merrill
Remember
literally
Remember
paraphrased
Use generality
Reigeluth
Memeorize
information
Understand
relationships
Apply skills
Find a
generality
Apply generic
skills
Taxonomie van bloom
Handleiding beschikbaar om beslissingen over essentiële componenten van het didactisch handelen
te ondersteunen.
8
4 inhoudscategorieën:
1)
2)
3)
4)
Feitenkennis
Conceptuele kennis
Procedurele kennis
Metacognitieve kennis
(begrippen)
(vaardigheden, methoden,…)
(strategische kennis, zelfkennis,…)
6 gedragsdimensies
1)
2)
3)
4)
5)
6)
Herinneren
Begrijpen
Toepassen
Analyseren
Evalueren
Creëren
(herkennen + uit geheugen ophalen)
(meaningful leren: interpreteren, samenvatten, verklaren,…)
(procedures uitvoeren en toepassen op nieuwe taken)
(globale structuur, differentiëren-organiseren-attribueren)
(controleren & bekritiseren => conclusies trekken)
(hypothesen genereren, ontwerpen, nieuw!)
Aanvankelijk was deze taxonomie alleen ontworpen voor het cognitieve domein. Nadien werd ze ook
toepasbaar op andere domeinen (bv sociale, affectieve & Ψ-motorische).
Vooral in het Nederlandstalige gebied heeft ze een grote invloed gehad.
Er zijn 6 grote dimensies: inhoudsdimensies (rechterzijvlak op kubus), gedragsdimensies (boven) en
transferkringen (voorkant).
De taxonomie van Block
Zes inhoudsdimensies, toepasbaar op alle kennisdomeinen:
het zijn (attitudes) – het kunnen (methoden) en het kennen (kennisinhouden)
-
Feiten:
Begrippen:
Relaties:
Structuren:
-
Methoden of vaardigheden:
Attitudes:
concrete en unieke gegevens
abstracties die terug gaan tot wezenlijke kenmerken.
enkelvoudige vaste verbanden
meervoudige geordende relaties (e.g. theorieën, modellen,
criteria, schema's)
dit zijn werkwijzen of procedés om problemen op te lossen.
Dit zijn vrij stabiele houdingen, instellingen, gerichtheden van
een individu, ze weerspiegelen en waardeoriëntatie.
Deze categorieën helpen bij het selecteren van de leerstof die men nodig heeft.
De leerstof => bepaald gedrag bij lerende => inhouden uit doelstellingen worden bereikt
9
Vier gedragsdimensies (streefdoel: het hoogste gedragsniveau bereiken!)
-
Weten:
Inzien:
Toepassen:
Integreren:
lerende zich bewust is van een bepaalde inhoud
een eerste persoonlijke verwerking van de inhoud
de inhouden gebruiken in een andere situatie dan waarin aangeleerd
lerende komt spontaan tot het toepassen van inhouden
Drie transferniveaus die iets meer zeggen over de mate van toepasbaarheid van de inhouden in een
specifiek / in meerdere kennisgebieden:
-
Specifiek niveau:
Vakoverschrijdend niveau:
Algemeen niveau:
zeer specifiek kennisgebied.
in een aantal vakgebieden.
algemeen geldig en overal van toepassing.
ET en OD zijn dan een zeer algemeen niveau
Lesdoelstellingen zijn dan specifiek en soms vakoverschrijdend
10
Taxonomie van Kratwohl
Gedragsdimensie
Relatie met de inhoudsdimensie
Receiving
Awareness
Willingness to receive
Controlled or selected attention
Responding
Acquiesence in responding
Willingness to respond
Satisfaction in response
Valuing
Acceptance of a alue
Preference for a value
Commitment
Organization
Conceptualization of a value
Organisation of a value system
Charaterisation by a value or a value complex
Generalised set
Characterisation
11
Download