Met de campagne “Samen 4 miljoen baby’s redden” wil UNICEF dit jaar aandacht vragen voor de strijd tegen ondervoeding in de Democratische Republiek Congo, Lesmap Burundi en Sierra Leone. Elk jaar halen 4 miljoen baby’s hun eerste levensmaand niet. 146 miljoen kinderen in de ontwikkelingslanden zijn ondervoed. Elk jaar sterven er ongeveer 5,5 miljoen kinderen aan de rechtstreekse of onrechtstreekse gevolgen van ondervoeding. Ondervoeding is hiermee verantwoordelijk voor meer dan de helft van de kindersterfte in de wereld. UNICEF België biedt leerkrachten en leerlingen van 10-14 jaar een lesmap aan met didactische activiteitenfiches. Met deze lesmap wil UNICEF België Mondiale Vorming in de klas brengen en kinderen sensibiliseren rond de kinderrechten en gelijkheid van die rechten voor alle kinderen! De activiteiten in het dossier geven kinderen de kans te ontdekken dat ondervoeding gemakkelijk voorkomen én opgelost kan worden. De lesmap kan je gratis aanvragen of downloaden op www.unicef.be. Meer info voor de leerlingen op www.unicefkids.be ! Goede voeding, paswoord voor een goede start Auteurs: Herlinde De Vos en Alao Kasongo Verantwoordelijke Uitgever: UNICEF België, Yves Willemot, Lenniksebaan 451, bus 4, 1070 Brussel © UNICEF/2008 D/2008/5606/10 1 Inhoudstafel Lesmap “Goede voeding, paswoord voor een goede start” 1. Goede voeding, paswoord voor een goede start...................................................................................... 2 1.1. Voeding, een recht ............................................................................................................................................................... 2 1.2. Ondervoeding komt voor in verschillende vormen........................................................................................... 2 1.3. Kinderrechten en Millenniumdoelstellingen........................................................................................................ 3 2. UNICEF in actie. .................................................................................................................................................................. 4 Gezonde moeders, gezonde kinderen ..................................................................................................................... 4 2.2. Jodium en Vitamine A........................................................................................................................................................ 4 2.3. Plumpy’ Nut ®........................................................................................................................................................................ 4 2.4. Lange termijn.......................................................................................................................................................................... 4 2.5. Focus op Afrika. ..................................................................................................................................................................... 5 Democratische Republiek Congo: Minimaal gezondheidspakket .........................................................................5 2.1. redt kinderlevens En in België?............................................................................................................................................................................ 6 Mondiale Vorming................................................................................................................................................................. 6 UNICEF Wereldklassen. .................................................................................................................................................... 6 3. Hoe de lesmap gebruiken? ...................................................................................................................................... 7 2.6. Methodologie. .......................................................................................................................................................................... 7 3.2. De activiteitenfiches............................................................................................................................................................. 7 Activiteitenfiche 1: Quiz - Ontdek de voedselpiramide en allerlei weetjes over (onder)voeding........................................................................................................................................................................ 8 Activiteitenfiche 2: Samen voor een evenwichtige en gezonde voeding!.......................................... 12 Activiteitenfiche 3: Samen 4 miljoen baby’s redden: hoe helpt UNICEF?.......................................... 16 Activiteitenfiche 4: Een gezondheid menu . ........................................................................................................ 20 3.1. Foto cover: © UNICEF/Giacomo Pirozzi 2 1. GOEDE VOEDING, PASWOORD VOOR EEN GOEDE START 1.1 Voeding, een recht Elk jaar starten wereldwijd ongeveer 129 ­miljoen baby’s een race tegen de tijd om in hun eerste vijf –cruciale- levensjaren het nodige potentieel op te bouwen dat van wezenlijk belang is voor hun verdere ­ontwikkeling. Wereldwijd blijven miljoenen kinderen echter verstoken van dergelijke “goede start”. De meesten onder hen omdat ze ­moeten opgroeien in diepe armoede. Ze ­behoren tot de meer dan 1 miljard mensen die moeten over­ leven met minder dan 1 euro per dag. Ze leven in gezinnen die een ongelijke strijd moeten aangaan tegen ziekte, gebrek aan hygiëne, onwetendheid, ondervoeding, seksisme en vaak ook geweld en zelfs oorlog. Voor baby’s is een goede voeding van wezenlijk belang voor het verdere leven. Voor pasgeborenen is moedermelk levensbelangrijk want daarin zitten alle nodige voedingsstoffen. ­Oudere kinderen hebben een evenwichtige maaltijd nodig met verschillende voedzame stoffen zoals mineralen, vitamines, jodium, vetten en eiwitten om op te groeien tot gezonde volwassenen. 146 miljoen kinderen in de ontwikkelingslanden zijn ondervoed. Elk jaar sterven er ongeveer 5,5 miljoen kinderen aan de rechtstreekse of onrechtstreekse gevolgen van onder­ voeding. Ondervoeding is hiermee verantwoordelijk voor meer dan de helft van de kindersterfte in de wereld. 1.2. Ondervoeding komt voor in verschillende vormen Ondervoeding kan het best omschreven worden als een ­combinatie van te weinig voedsel, een tekort aan essentiële bouwstoffen en een slechte gezondheid. Wanneer bepaalde belangrijke voedingsstoffen ontbreken in het menu van een kind, kan dat grote gevolgen hebben voor zijn gezondheid. Zo belemmeren ijzertekorten op jonge ­leeftijd de psychomotorische ontwikkeling van kinderen en verlagen hun IQ met gemiddeld 9 punten. Ernstige tekorten aan ­jodium werken cretinisme (geestelijke achterstand) in de hand. Het tekort aan vitamine A veroorzaakt niet alleen blindheid, maar tast bovendien het immuniteitsstelsel aan, waardoor kinderen minder immuun worden tegen bepaalde ­aandoeningen zoals diarree en mazelen. Kinderen die sterk ondervoed zijn, hebben kwashiorkor of marasmus. Kwashiorkor komt door te eenzijdig voedsel en is onder meer te herkennen aan een andere kleur van het haar, aan een droge, losse huid en aan een opgezwollen buik en opgezette ledematen. Kinderen met marasmus hebben een veel te laag gewicht ­omdat ze te weinig energierijke voeding eten. Ze missen dan vet, suikers, eiwitten en zetmeel. Naar schatting 167 miljoen ­kinderen in de wereld hebben een te laag lichaamsgewicht voor hun lengte en ongeveer 183 miljoen kinderen wegen te weinig voor hun leeftijd. Tegelijk met hun gewicht neemt ook hun weerstandsvermogen af. UNICEF berekende dat kinderen met een te laag lichaamsgewicht acht maal meer kans hebben om binnen het jaar te sterven dan hun leeftijdsgenootjes met een normaal lichaamsgewicht. De ergste vorm van ondervoeding is hongeroedeem. Dat ontstaat bij acute honger. Slachtoffers krijgen pijn en hoesten, ze zijn moe en slaperig en onder de huid ontstaat een opeenhoping van vocht. © UNICEF/Giacomo Pirozzi 3 Een jongen in Zambia toont een mand vol groenten en fruit, rijk aan vitamine A.­­ 1.3. Kinderrechten en Millenniumdoelstellingen Alle kinderen hebben gelijke rechten en hebben recht op een goede start in het leven: een goede gezondheid, met de kans om naar school te gaan en om zich te ontwikkelen en goed op te groeien... Om dit te bereiken heeft de wereldgemeenschap in 2000 acht Millenniumdoelstellingen opgesteld die behaald moeten worden tegen 2015. De eerste 6 doel­stellingen sluiten rechtstreeks aan bij de rechten van kinderen en bij het werk van UNICEF: hulp De Millenniumdoelstellingen, vastgelegd door de Verenigde Naties, zullen niet worden gehaald als er geen bijkomende inspanningen worden geleverd in de strijd tegen de kindersterfte. Daarom is er meer samenwerking nodig tussen ­overheden, donateurs, de civiele maatschappij, de media, kinderen en jongeren. 1. extreme armoede en honger zijn uitgebannen 2. alle jongens en meisjes volgen basisonderwijs 3. mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten 4. kindersterfte is sterk afgenomen 5. er sterven minder vrouwen door zwangerschap 6. de verspreiding van ziektes als aids en malaria is gestopt 7. er leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu 8. er is meer eerlijke handel, schuldenverlichting en 4 2. UNICEF IN ACTIE 2.4. Lange termijn Voorlichting over gezonde voeding is heel belangrijk. UNICEF begint daar al mee bij zwangere vrouwen, die leren dat ze gezond moeten eten om de baby in hun buik te kunnen ­voeden. Bij tekorten aan zink, jodium of ijzer, hebben ­zwangere vrouwen meer kans om ziek te worden en te overlijden tijdens de zwangerschap of de bevalling. Baby’s met een te laag ­geboortegewicht hebben ook weer een grotere kans om te overlijden. UNICEF zorgt ervoor dat zwangere ­vrouwen ­voedingssupplementen krijgen. UNICEF probeert de ­gemeenschappen ervan te overtuigen dat zwangere ­vrouwen beter geen zwaar werk doen. Naast algemene m a a t re g e l e n op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs, zijn er ook nog een aantal meer rechtstreekse interventies die ­v olgens UNICEF de ­v oedingstoestand van ­kinderen onmiddellijk kunnen verbeteren. Een van die maatregelen is de groei­controle. Ondervoeding van kinderen is vaak onzichtbaar, ook voor moeders. Door moeders te vragen om regelmatig de lengte en het gewicht van hun kind te meten en deze te vergelijken met gemiddelde waarden voor kinderen van die leeftijd, kunnen ze een eventuele groeiachterstand tijdig op het spoor komen en hulp zoeken. 2.2. Jodium en Vitamine A Als er te weinig jodium in het voedsel zit, kan dit een mentale achterstand bij kinderen veroorzaken. Door jodium aan het consumptiezout toe te voegen, wordt dit voorkomen. Een simpele oplossing, waarmee al heel veel succes werd ­geboekt. Het aantal landen met kinderen die lijden onder ­jodiumtekorten is daardoor het laatste decennium gehalveerd. Tekorten aan vitamine A verzwakken dan weer de weerstand en veroorzaken blindheid. Kinderen met een ­vitamine A-gebrek overlijden sneller aan de gevolgen van mazelen of diarree. Naar schatting 100 miljoen kinderen hebben een tekort aan vitamine A. Nochtans, als zij 2 keer per jaar een vitamine ­A-capsule toegediend krijgen, kan het aantal sterfgevallen door vitamine A-tekort met 23% dalen. © UNICEF/Pascaline Carnat 2.1. Gezonde moeders, gezonde kinderen 2.3. Plumpy’Nut ® zakjes In noodsituaties (door bijvoorbeeld droogte of ­oorlog) zorgt UNICEF ­onmiddellijk voor speciaal voedsel voor kinderen. UNICEF steunt ook therapeutische voedings­ centra, waar ernstig ondervoede kinderen kunnen aansterken. Om kinderen bij te voeden, zorgt UNICEF voor speciale proteïnebiscuits. UNICEF verdeelt ook een speciale pasta op basis van pinda’s: “Plumpy’Nut ®”. Hierin zit onder meer ijzer, calcium, zink, jodium, foliumzuur en vitamine A, verschillende vitamine B’s, C,D, E en K. Plumpy’Nut® is verpakt in een stevig zilverfoliezakje waaruit een kind de pasta kan zuigen. Ongeveer driekwart van het aantal ernstig ondervoede kinderen kan zo via kant-en-klare voeding thuis behandeld worden. Die kinderen hoeven dus niet meer ­opgenomen te worden voor een langdurige behandeling in het ziekenhuis of het voedingscentrum. Een andere maatregel is de promotie van borstvoeding. In de ontwikkelingslanden is flesvoeding een duur en minderwaardig substituut voor borstvoeding. Vaak worden deze ­producten immers sterk verdund met vervuild water. ­Borst­voeding echter biedt een volledige, hygiënische en goedkope voeding. Kinderen in de ontwikkelingslanden die in de eerste zes maanden van hun leven uitsluitend borst­ voeding krijgen, hebben drie keer meer kans om hun ­kindertijd te overleven dan kinderen die dat niet krijgen. Moedermelk geeft een kind de voedingsstoffen die het nodig heeft, ­beschermt het tegen ziektes en stimuleert de groei en ­ontwikkeling. UNICEF promoot dan ook overal het gebruik van ­borstvoeding. Samen met de Wereldgezondheidsorganisatie lanceerde ­UNICEF hiertoe het “initiatief van de babyvriendelijke ziekenhuizen”. Wereldwijd moedigen 20.000 ziekenhuizen het gebruik van borstvoeding aan, onder wie 13 in België! Kiuma en Malawe © UNICEF België/Yves Willemot 5 Kiuma, met haar pasgeboren zoontje op schoot, luistert naar de verpleger die uitleg geeft over borstvoeding. 2.5. Focus op Afrika Meer dan de helft van de 9,7 miljoen kinderen die jaarlijks voor hun vijfde verjaardag overlijden, leven in Afrika. Ondervoeding is een belangrijke doodsoorzaak voor de kinderen op dit ­continent. De wereldwijd escalerende voedselcrisis riskeert de meeste slachtoffers in Afrika te maken…. In het kader van de campagne “Samen 4 miljoen baby’s redden” vraagt ­UNICEF België in het bijzonder aandacht voor 3 Afrikaanse landen: ­Burundi, de Democratische Republiek Congo en Sierra Leone. Democratische Republiek Congo: Minimaal gezondheidspakket redt kinderlevens Malawe is 3 dagen oud wanneer we hem in de armen van zijn mama aantreffen in de gezondheidspost van Tsiambwe, 300 km ten noordoosten van Mbuji Mayi, de hoofdstad van de ­Congolese provincie van Oost-Kasai. Malawe is het negende kindje van Kiuma. Hij is in goede gezondheid. Nadat ze twee kinderen op ­vroege leeftijd verloor, weet Malawe’s mama hoe ze best haar ­kinderen verzorgt. ‘Ik weet dat het belangrijk is om voor de bevalling naar de gezondheidpost te komen. Daar kan ik geholpen worden, mochten er zich tijdens de bevalling ­problemen voordoen’, zegt Kiuma. Voor Kiuma was het ­nochtans zwaar om als hoogzwangere vrouw de 8 kilometer lange tocht van haar huis in Kalembo naar de gezondheidpost van Tsiambwe af te leggen. Verpleger Joseph Mulenda legt Kiuma uit waarom exclusieve borstvoeding tot zes maanden zo belangrijk is voor haar baby Malawe. Joseph Mulenda staat in zijn gezondheidspost van Tsiambwe de mensen graag met raad en daad bij. In de ­gezondheidshut houdt hij alle statistieken over de bevolking van de regio en van de vaccinatie van de kinderen netjes bij. De vaccins hebben een lange weg afgelegd vooraleer ze voor de vaccinatiecampagnes de gezondheidspost van ­Joseph Mulenda bereiken. Elk jaar koopt UNICEF voor 3 ­miljoen dollar vaccins aan om de Congolese kinderen in te enten. 6 2.6. En in België? Mondiale Vorming UNICEF Wereldklassen UNICEF is geen onbekende in het onderwijs. Sinds een 20tal jaren engageren klassen en scholen in België zich voor UNICEF en voor de kinderrechten. UNICEF ontwikkelt daarvoor lesmateriaal en organiseert acties waar scholen aan kunnen deelnemen. Kinderen en leerkrachten organiseren kinderrechtenprojecten, zamelen geld in en organiseren allerlei activiteiten om anderen te informeren en om kinderen wereldwijd te helpen. UNICEF vindt het belangrijk dat kinderen in België nadenken over de situatie van kinderen in andere landen. UNICEF geeft die klassen die zich jaarlijks inzetten voor de kinderrechten de titel « UNICEF Wereldklas » UNICEF werkt graag samen met actieve en dynamische klassen die zich inzetten voor de kinderrechten. Die klassen dragen de titel “UNICEF Wereldklas”. De kinderen van de Wereldklassen zetten allerlei acties op en informeren anderen over de kinderrechten. Zij zetten het Kinderrechtenverdrag om in praktijk. Wereldklassen kunnen rekenen op de steun van UNICEF (o.a. lidkaartjes, een logo, een plekje op de website...). Werken aan een wereld geschikt voor kinderen doe je samen, ook in de klas. Als actieve wereldburger kijk je verder dan je neus lang is en ga je ook over tot actie. Via mondiale vorming en opvoeden tot wereldburger wil UNICEF dat kinderen actief meewerken aan veranderingen in hun eigen omgeving en op wereldvlak. Neem snel een kijkje op www.unicef.be bij het deeltje ‘school/onze klas doet mee’. Je vindt er meer informatie, een overeenkomst en een inschrijvingsformulier. 5 grote ideeën liggen aan de basis van ontwikkelingseducatie. Ze zijn ook verwerkt in de eindtermen en ontwikkelingsdoelen: 1. We leven in een globale wereld waar onderlinge afhankelijkheid en samenleven met verschillende culturen meer en meer aan bod komen. 2. We leren dat onze beeldvorming van de wereld vaak gebaseerd is op stereotypen en vooroordelen, beïnvloed door reclame en media. De Wereldklas van Ter Beuke in Kessel-Lo steunt UNICEF in de strijd tegen kindersterfte. Kobe, bekend gezicht van Ketnet, maakt de leerlingen warm om Wereldklas te worden. 3. We voelen ons aangesproken om sociaal rechtvaardig te handelen en erkennen het belang van de mensenrechten en de kinderrechten. 5. We werken samen aan de toekomst: acties en beslissingen van vandaag hebben gevolgen voor de toekomst. © UNICEF 4. We vinden het belangrijk om in conflictsituaties te zoeken naar geweldloze oplossingen. 7 3. HOE DE LESMAP GEBRUIKEN? 3.1. Methodologie De didactische benadering in de lesmap wil interactief, ­participatief en interdisciplinair zijn. Interactief: de kinderen ontdekken in interactie met elkaar en op een actieve manier het thema. Participatief: de kinderen zijn actief betrokken bij het ontdekken van de wereld waarin zij leven. Interdisciplinair: de voorgestelde activiteiten kunnen worden ingepast in verschillende domeinen en vakken van het schoolprogramma en beantwoorden aan verschillende eindtermen voor de 3de graad basisonderwijs en voor de 1ste graad ­secundair onderwijs. De activiteiten passen ondermeer in ­vakken als godsdienst, zedenleer, wereldoriëntatie, aardrijkskunde, … 3.2. De activiteitenfiches De 4 activiteitenfiches zijn gerangschikt volgens moeilijkheidsgraad. Vóór elke activiteit worden uitleg en aanwijzingen ­gegeven. • De leerdoelen zijn voor elke activiteit apart opgenomen en duiden op de doelstellingen van elke activiteit. De eindtermen zijn verwerkt in de leerdoelen. • Ook het nodige materiaal wordt bij elke activiteit vermeld. Voor sommige activiteiten moet gebruik gemaakt worden van werkbladen of aparte verhalenkaarten voor de ­leerlingen. Dit materiaal bevindt zich telkens achter elke ­fiche en kan makkelijk gekopieerd worden voor de leer­ lingen. • De tijdsduur van elke activiteit kan aangepast worden ­afhankelijk van het aantal deelnemers, het project, de ­beschikbare tijd, variaties op de activiteit,… • Het verloop is telkens ingedeeld in verschillende fasen, die kort worden toegelicht. © UNICEF België/Kris Pannecoucke • Voor elke activiteit worden varianten voorgesteld om de activiteit aan te passen, op te volgen of verder uit te ­werken. 8 ACTIVITEITENFICHE 1 voor de leerkracht Moeilijkheid + Quiz: Ontdek de voedselpiramide en allerlei weetjes over (onder)voeding Leerdoelen Verloop van de activiteit - De leerlingen ontdekken de voedselpiramide: de vijf groepen voedingsmiddelen die iedereen moeten eten per dag om gezond te zijn - De leerlingen ontdekken de 4 belangrijke ­basiselementen (Ijzer, Vitamine A, Jodium en ­Foliumzuur) en welke oplossingen UNICEF biedt bij een tekort aan (één van) deze stoffen - De leerlingen denken na over het begrip ­“ondervoeding” en kunnen dit met eigen ­woorden toelichten - De leerlingen weten waarom goede voeding belangrijk is Fase 1 Materiaal - Werkblad “Ontdek de voedselpiramide (om te kopiëren) - “Weetjes”-kaarten om te kopiëren - Quizvragen Tijdsduur 40 minuten (ongeveer 10 minuten per fase) Varianten De leerkracht kan de “Weetjes”-kaarten uitdelen na de quiz en gebruiken als nabespreking in de klas. Oplossing Ontdek de Voedselpiramide Oplossing van de puzzel is: 1F, 2R, 3U, 4I, 5T: FRUIT! Oplossing Quizvragen 1B, 2B, 3C, 4A, 5A, 6C, 7B, 8A, 9B, 10A De leerlingen worden ingedeeld in kleine groepjes. Ze vullen per groepje heet eerste werkblad in (de voedselpiramide). Fase 2 De leerkracht vergroot de afbeelding van de Voedselpiramide en hangt die (of tekent die) op het bord. Nadat ieder groepje de werkblaadjes heeft ingevuld overloopt de leerkracht de oplossingen ­klassikaal. De leerkracht schrijft bij elke groep voedingsmiddelen de juiste voedingsstoffen als oplossing. Fase 3 Elke groep krijgt nu een “Weetjes”-kaart die ze rustig voorlezen in groep. Die Weetjes-kaart kan hen helpen bij het oplossen van de ­quizvragen. Fase 4 - De leerkracht is quizmaster en stelt de vragen. De groepjes spelen klassikaal mee met de quiz en kunnen per groepje een beetje uitleg geven aan de rest van de klas over hun “Weetjes”-kaart. - De leerlingen beantwoorden de quizvragen schriftelijk en vullen het quizblad in per groepje. 9 WERKBLAADJES voor de leerlingen Ontdek de Voedselpiramide ! Ken je de voedselpiramide al? Een handig middel om te zien wat je elke dag moet eten. In elk vak van de piramide zie je een groep voedingsmiddelen staan. Om gezond te zijn moet je dagelijks iets eten uit elk vak. Van de grotere vakken mag je meer eten dan van de kleinere vakken. Zie je ook snoep, chocolade en koekjes staan? Waarom niet? En nu jij ! •Linksonder staan de 5 grote vakken uit de voedselpiramide. •Rechtsonder staan voor elk vakje in de piramide de belangrijkste bouwstoffen opgesomd. •Welke bouwstoffen vind je het meest terug in welk voedsel? Verbind de juiste cijfers met de juiste letters en vul in. Groenten en fruit 1 I Vitamines A, D en E en vetzuren Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten 2 T Water 3 F Melkproducten, vlees, vis, eieren en vervangproducten Minerelen en vitamines, zoals vitamine C en foliumzuur Smeer- en bereidingsvet 4 U Eiwitten, mineralen zoals ijzer en calcium, vitamines B en visvetzuren Dranken en water 5 R Koolhydraten, eiwitten, vezels, vitamines B en mineralen 1 2 3 4 5 Vul hier de oplossing in! Ik ben er alvast dol op! Wist je dat? Er horen ook een paar regels bij deze voedselpiramide! 1. Eet gevarieerd (niet steeds hetzelfde) 2. Eet niet teveel 3. Eet niet teveel vet 4. Eet veel groenten, fruit en brood 5. Eet veilig voedsel (was je eten, dek het af en bewaar het in de koelkast) En… hou jij je aan al deze regels? Waarom wel/niet? ! ! 10 Weetje 1 Weetje 2. Weetje 3. Weetje 4. Weetje 5. Weetje 6. Waarom is eten belangrijk? Voedsel is belangrijk voor iedereen om energie te ­krijgen, gezond te blijven en te groeien. Je hebt dus een heleboel verschillende voedzame stoffen nodig. Om te groeien heb je eiwitten nodig. Die vind je in vlees, vis, kaas, noten en eieren. Om te kunnen spelen en leren heb je energie nodig. Energie haal je uit koolhydraten en zitten in aardappelen, pasta, brood en rijst. Je blijft gezond als je veel ­vitamines binnenkrijgt, via groenten en fruit. Wat is goede voeding voor baby’s? Voor baby’s is een goede voeding van belang voor het verdere leven. Voor pasgeboren baby’s is moedermelk dan ook levensbelangrijk want daarin zitten alle nodige voedingsstoffen. Volgens UNICEF is borstvoeding de beste voeding voor baby’s. Er zitten afweerstoffen in die een kind beschermen tegen ziektes. Flesvoeding daar­ entegen bestaat uit melkpoeder dat in ontwikkelings­ landen te vaak gemengd wordt met vuil water. Daardoor kunnen baby’s diarree krijgen en zelfs doodgaan. Wat is ondervoeding? Je bent ondervoed als je te weinig eet of als je niet ­gezond en evenwichtig eet. Alleen maar rijst bijvoorbeeld, zonder groenten, fruit, vlees of vis… Je krijgt dan niet alle stoffen binnen die je nodig hebt. Als je ondervoed bent, wordt je sneller ziek. Tekort aan vitamine A ­bijvoorbeeld veroorzaakt blindheid en tast het immuniteits­ stelsel aan. De BMI (Body Mass Index) vormt een een­ voudige methode om na te gaan of je te licht of te zwaar weegt in verhouding tot jouw lichaamslengte. Je kan je BMI berekenen als volgt: BMI = het lichaamsgewicht (in kg) gedeeld door de lichaamslengte (in m) in het ­kwadraat. ? ? Is er genoeg voedsel voor iedereen? In principe wel. Het eten is alleen oneerlijk verdeeld. Wij gooien soms eten weg en in andere landen hebben ­mensen honger. Hoe dat komt? Natuurrampen, zoals droogte, overstromingen, een aardbeving of een insectenplaag, vernietigen vaak de oogst. Er zijn ook mensen die moeten vluchten tijdens een oorlog. Ze kunnen dan niet meer op het land werken of hun vee (koeien, geiten, ­schapen…) verzorgen. Bovendien willen rijke landen niet altijd hun ­voedsel eerlijk verdelen met armere landen. Is er ook ondervoeding in rijke landen? Niet enkel in ontwikkelingslanden is er een tekort aan ­voedingsstoffen. Ook in de rijke landen eten steeds meer kinderen de verkeerde dingen, waardoor ze bepaalde voedingsstoffen missen. Er bestaat dus ook ondervoeding in landen als België en Amerika. Kinderen eten bijvoorbeeld alleen maar junkfood en nooit groenten of fruit. Zo’n eetpatroon kan leiden tot obesitas (overgewicht). En dat kan hart- en vaatziekten, suikerziekte en gewrichtsklachten tot gevolg hebben. Maar er zijn wel veel minder kinderen ondervoed dan in ontwikkelingslanden. Waarom is de voedselpiramide een piramide en geen toren? De piramide is een goede vorm, omdat de onderste laag de grootste is. Van die laag moet je de meeste voedingsmiddelen verbruiken. De top is het kleinste. Van de toplaag moet je het minste aantal voedingsmiddelen verbruiken. Als het beter was om de verschillende soorten voedsel in gelijke hoeveelheden te eten, dan was een voedseltoren beter geweest. Weetje 7. Vier belangrijke stoffen In veel ontwikkelingslanden krijgen kinderen niet genoeg van (één van de ) voedingsstoffen uit de tabel. En toch zijn ze heel belangrijk! UNICEF heeft oplossingen. Wat Waarom belangrijk Oplossing van UNICEF Ijzer Vitamine A Goed voor de schoolprestaties, tegen bloedarmoede Bijvoeding met speciale koeken, soort pindakaas Geeft weerstand tegen ziektes en tegen blindheid Druppels voor baby’s Jodium Goed voor de schoolprestaties, bij tekort kan je mentale achterstand oplopen Jodium toevoegen aan keukenzout Foliumzuur Goed voor de rode bloedcellen Bijvoeding met speciale koeken, soort pindakaas ? 11 Quizvragen Lees de vraagjes en omcirkel het juiste lettertje van het antwoord. 1. Waarom is eten levensnood­ zakelijk? A. Omdat het lekker is B. Om te groeien, om energie te krijgen en om gezond te blijven C. Om samen gezellig rond de tafel te kunne zitten 2. Is er genoeg voedsel voor iedereen? A. Neen B. Ja, het is alleen niet eerlijk verdeeld 3. Wat is de beste voeding voor baby’s? 5. Wat is ondervoeding? A. Je bent ondervoed door tekort aan voeding of te weinig evenwichtige en gezonde voeding B. Je bent ondervoed als je nooit snoepjes en koeken eet C. Je bent ondervoed door teveel voedsel 6. Welke 5 belangrijke voedingsmiddelen vind je terug in de Voedsel­piramide? A. Chips, brood, melk, groenten, chocolade 7. Waarom is de voedselpiramide een piramide en geen toren? A. Omdat de Egyptenaren dit uitgevonden hebben B. Omdat je de verschillende soorten voedsel niet in gelijke hoeveelheden mag eten, je eet best wat minder van de toplaag en wat meer van de onderste laag C. Omdat je van de toplaag het meeste aantal voedingsmiddelen en van de onderste laag het minste aantal voedingsmiddelen moet verbruiken B. Wafels, vlees, eieren, pasta, fruit 8. Wat is obesitas? C. Groenten, vis, aardappelen, water, fruit A. Overgewicht A. Sapjes B. Te weinig gewicht C. Suikerziekte B. Flesvoeding C. Borstvoeding 9. Ondervoeding zorgt voor… A. …10% van de kindersterfte ter wereld 4. Is er ook ondervoeding in rijke landen? B. …meer dan de helft van de kindersterfte ter wereld A. Ja B. Neen C. Je kan niet sterven door ondervoeding 10.Jodium zorgt voor… A. een goede mentale ontwikkeling B. rode bloedcellen Vul hier jouw score in: …../10 C. een gezonde huidskleur 12 ACTIVITEITENFICHE 2 voor de leerkracht Moeilijkheid + Samen voor een evenwichtige en gezonde voeding! Leerdoelen Verloop van de activiteit - De leerlingen kunnen probleemoplossend ­denken door vragen te stellen over ­verschillende feiten - De leerlingen kunnen ondervoeding definiëren, vertrekkende vanuit foto’s en beelden - De leerlingen kunnen aanduiden waar er in het Kinderrechtenverdrag sprake is van artikelen die te maken hebben met voeding en gezondheid Fase 1 Materiaal - Foto om uit te knippen/kopiëren - Woordenboek - Tentoonstellingskoffer Tijdsduur Knip de foto uit en kleef die op een groot wit blad. Vraag aan de ­leerlingen om redenen/oorzaken op te sommen waardoor dit kindje zich in die situatie bevindt. Bespreek de antwoorden klassikaal. Fase 2 De leerlingen denken na over de ontbrekende elementen voor dit kindje opdat hij in betere gezondheid zou zijn. Voeg die elementen toe door ze neer te schrijven of te tekenen rond de foto. Fase 3 Vergelijk de elementen die de leerlingen voorstellen en bespreek ze met de klas. Vervolledig vervolgens het lijstje met de antwoorden van de leerlingen na de presentatie van de tentoonstellingskoffer. Fase 4 50 minuten Verdeel het verhaal van Abubakar. Vraag aan de leerlingen om de tekst stil te lezen en te antwoorden op de vragen. Varianten Fase 5 - Knip een foto of beeld van een kindje in een ontwikkelingsland uit een magazine en herneem de oefening (fase 1 & 2). - Geef een les over de VN: waarom werd dit ­opgericht? Wat is de missie? Hoe is de VN ­georganiseerd? Antwoorden op de vragen bij het verhaal van Abubakar: 1.Omdat hij 16 maanden oud was en minder woog dan 10 kg. Hij had het gewicht van een baby van 6 maanden. 2.Dat hij werd opgenomen in het voedings­ centrum van Magbenteh en gedurende 6 ­weken voedingssupplementen kreeg. 3.Het wereldvoedselprogramma WFP (= World Food Programma) dat voedsel geeft aan ­vluchtelingen, bij langdurige ontwikkelings­ projecten en bij natuurrampen. 4.Er zijn heel wat organisaties binnen de VN met elk hun eigen focus, neem een kijkje op www.un.org. Bespreek de vragen klassikaal en corrigeer de antwoorden. 13 WERKBLAADJES voor de leerlingen En nu jij ! Opdracht 1 1. Hier zie je de foto van een kindje uit Sierra Leone: Abubakar. Knip de foto uit en kleef ze op een nieuw wit blad. 2. Denk na over welke de redenen zouden kunnen zijn waardoor hij zich in die situatie bevindt. 3. Schrijf of teken mogelijke elementen die ontbreken in zijn leven om goed op te groeien. Schrijf in een andere kleur wie (personen, organisaties,…) kan helpen om het leven van Abubakar te r­ edden. © UNICEF/Nicolandrea Feiten Abubakar is verzwakt, zijn huid is vaal en gerimpeld en zijn buik opgezwollen. Zijn hoofd is groot in vergelijking met zijn lichaam. Naar schatting 167 miljoen kinderen in de wereld hebben een te laag lichaamsgewicht voor hun lengte en ongeveer 183 miljoen kinderen wegen te weinig voor hun leeftijd. 14 Opdracht 2 Op www.unicefkids.be vind je een kindvriendelijke versie van het Kinderrechtenverdrag. Bekijk de tekst en zoek in het Kinderrechtenverdrag nog andere artikelen die te maken hebben met gezondheid. Je kan zo het lijstje hieronder aanvullen. Uit het Kinderrechtenverdrag… Artikel 6 Kinderen hebben het recht om zo goed mogelijk te leven en op te groeien. Artikel 27 Ieder kind moet voldoende kansen krijgen om goed op te groeien en zich te ontwikkelen. Als ouders het moeilijk hebben om aan gezonde voeding, genoeg kleding of een goed huis te raken, hebben ze recht op hulp. Volgende artikels uit het Kinderrechtenverdrag hebben ook te maken met gezondheid: Opdracht 3 Lees het verhaal van Abubakar Het verhaal van Abubakar, een kindje uit Sierra Leone Zes weken geleden, toen de kleine Abubakar arriveerde in het ­Magbenteh gezondheidscentrum in Makeni, was hij uiterst zwak en ondervoed. Abubakar was 16 maanden oud en woog minder dan 10 kg. Hij had het gewicht van een baby van 6 maanden. Zijn moeder is gelukkig: “Toen we hier aankwamen vreesde ik echt dat mij zoontje het niet ging halen. Hij was zo verzwakt en huilde onophoudelijk. Ik ben echt heel blij dat alles goed is afgelopen.” UNICEF steunt het centrum van Magbenteh door te zorgen voor proteïnekoekjes, Plumpy’Nut ®, ­therapeutische melk, vitamines. Het succes van het Magbenteh centrum ­inspireerde de overheid van Sierra Leone om in 13 andere districten (op het niveau van de dorpen) gelijkaardige centra op te starten. © UNICEF/Nicolandrea Abubakar komt uit Robat, een dorp op ongeveer 35 km van Makeni. Zijn moeder, Yeabu, hoorde via een buurvrouw over het Magbenteh ­Therapeutisch Voedings­centrum. Abubakar moest voedingssupplementen krijgen gedurende 6 weken. Dat was de enige hoop om zijn lichaamsgewicht terug op peil te krijgen. Meer dan 40 % van de kindersterfte in Sierra Leone is een gevolg van onder­voeding. Het land kent de hoogste kindersterftegraad ter wereld: 1 kind op 4 sterft er voor zijn vijfde verjaardag. Armoede is de belangrijkste oorzaak van ondervoeding. Het probleem van Abubakar en vele van zijn leeftijds­genootjes is niet zozeer een tekort aan voeding, maar wel verkeerde ­voeding. Teveel mama’s stappen te snel over van borstvoeding naar vaste voeding, vaak gemend met vuil water waardoor ze ziek worden. Ondertussen is Abubakar aan de beterhand dankzij de dagelijkse portie “Plumpy’Nut ®”. 15 Opdracht 4 Beantwoord de vraagjes Wist je dat? UNICEF levert ieder jaar 500 miljoen capsules vitamine A in 75 landen. 1. Hoe kan worden vastgesteld dat Abubakar ondervoed is? 2. Wat heeft het leven van Abubakar gered? 3. Neem een kijkje op www.un.org en ga op zoek naar een andere organisatie binnen de Verenigde Naties (naast UNICEF) die partner is van UNICEF om kinderen te helpen met een goede voeding? 4. Som een 2-tal andere organisaties binnen de Verenigde Naties hieronder op en schrijf erbij welke rol of functie ze hebben. 5. Welke titel past volgens jou het best bij het verhaal van Abubakar? UNICEF werkt niet alleen in zijn hoekje Een goede samenwerking redt kinderlevens De Verenigde Naties helpt kinderen Andere voorstellen: 16 ACTIVITEITENFICHE 3 voor de leerkracht Moeilijkheid ++ Samen 4 miljoen baby’s redden: hoe helpt UNICEF? Leerdoelen Verloop van de activiteit - De leerlingen kunnen in hun eigen woorden ­uitleggen en aantonen dat er eenvoudige en doeltreffende oplossingen bestaan om ­kindersterfte als gevolg van ondervoeding te doen dalen in de wereld. - De leerlingen kunnen de oorzaken van onder­ voeding toelichten en uitleggen hoe dat voor­ komen en verholpen kan worden. - De leerlingen ontdekken welke oplossingen UNICEF aanreikt om ondervoeding te bestrijden en denken na over andere mogelijke ­oplossingen. - De leerlingen zijn zich bewust van de gezondheidstoestand van baby’s en jonge kinderen in een ontwikkelingsland en over de rechtstreekse gevolgen voor de baby en voor de familie (mama, broers/zussen). Fase 1 Materiaal Fase 3 - Prent Voedingskit om aan te vullen - Wat ben ik? – kaarten - Oplossingenkaarten - Speldjes om de “Wat ben ik – kaarten” op de rug vast te maken (bvb. veiligheidsspelden) - Magneten of plakband Tijdsduur 40 minuten Varianten De leerkracht kan ook werken met de tentoon­ stellingskoffer in de klas en de prenten van de oplossingenkaarten vervangen door de voor­ werpen in de koffer. Of achteraf werken met de tentoonstellingskoffer, meer info om de koffer te reserveren: www.unicef.be: deel “school/Leraarskamer”. Om het spel in te leiden, krijgen de leerlingen alvast wat meer ­informatie over de UNICEF voedingskit en de elementen die het bevat. De leerlingen kijken naar de afbeelding van de voedingskit en ­proberen die aan te vullen. De leerkracht kan een uitvergroting van de voedingskit op bord hangen en met krijt aanvullen of de leerlingen een kopie geven om aan te vullen. Fase 2 De leerkracht speldt de “Wat ben ik? –kaarten” op de rug van de 8 leerlingen die in de klas rondwandelen. Deze 8 leerlingen stellen ­vragen aan hun klasgenoten om te raden wat er op hun rug ­geschreven staat. De klasgenoten mogen enkel antwoorden met “ja” of “neen”. Op hetzelfde moment krijgen andere leerlingen de “Oplossingen -kaarten” in de handen. De afbeelding van de voedingskit hangt nog steeds op het bord, zodat dit de 8 leerlingen kan helpen naar hun zoektocht. Wanneer een leerling denkt dat hij geraden heeft wat er op zijn rug staat, dan zoekt hij diegene die de Oplossingen - kaart heeft met de uitleg die overeenkomt met zijn kaartje. Als hij juist geraden heeft, ­hangen beide leerlingen hun kaartje op de juiste plaats bij de ­voedingskit op het bord (met magneten of met plakband). Fase 4 Wanneer alle kaarten samengebracht zijn (Wat ben ik? + Oplossingen + Voedingskit), bespreekt de klas welke oorzaken aan de basis liggen van de kindersterfte in ontwikkelingslanden. - Vinden de leerlingen de situatie van die kinderen ernstig? - Gaan ze akkoord met de voorgestelde oplossingen? - Kennen ze andere mogelijke oplossingen om ondervoeding tegen te gaan? - Moeten kinderen op school bijvoorbeeld ook leren over gezonde voeding? Moeten de mama’s goed geïnformeerd worden? ­Bijvoorbeeld over het belang van borstvoeding. Hoe? - Kunnen kinderen op school ook leren koken of groenten verbouwen in een schooltuin? - Wat zouden de regeringen volgens hen moeten doen? Oplossingen invulblad: Opvolging: nabespreking 1 = babyweegschaal, 2 = Vitamine A, 3 = Armband, 4 = Orale rehydratatie-zouten (ORS = Oral Rehydratation Salts), 5 = Plumpy’Nut ® zakjes therapeutische voeding De leerkracht kan de activiteit starten of besluiten met een of meerdere verhalenfiche(s) uit Burundi, Democratische Republiek Congo en Sierra Leone. De leerkracht geeft een kopie van de verhalenfiche aan de leerlingen. De leerlingen lezen de verhalenfiche, lossen de vraagjes op en ontdekken de oorzaken van ondervoeding en de oplossingen die UNICEF voorstelt. Verhalenfiches en bijpassende posters kan je bestellen of gratis downloaden via www.unicef.be. Dit materiaal werd ontwikkeld om scholen uit te nodigen om zelf een actie op te zetten voor de «Dag voor verandering» op 20 november (Kinderrechtendag) 17 WERKBLAADJES voor de leerlingen Vul de juiste oplossing in bij de juiste tekening 1. 2. 5. 3. 4. 1. Dit is een ........................................................... en 2. Deze druppels ziek wordt. helpt om een kindje te wegen en ondervoeding op te sporen. ........................................................... zorgen er voor dat een baby niet blind wordt en minder snel 3. Dit is een ........................................................... om de omtrek van de bovenarm van een baby te meten, zo kan je meten of de baby goed gevoed wordt. 4. Dit zijn speciale zouten, namelijk ..........................................................., die je moet mengen met drinkwater, zodat de baby niet uitdroogt bij diarree. 5. Dit is ........................................................... en helpt ondervoede kinderen terug aan te sterken via de belangrijke voedingsstoffen die het bevat. Wat is de UNICEF Voedingskit? Met 49 Euro financiert u een volledige voedingskit om een ­kinderleven te redden van ondervoeding. Die voedingskit bevat alle elementen om een ernstig ondervoed kind te behandelen ­gedurende een maand, de tijd die nodig is om een kindje er ­bovenop te helpen. 18 WAT BEN IK? -Kaarten voor de leerlingen VITAMINE A PLUMPY’NUT®ZAKJES ORALE REHYDRATATIEZOUTEN JODIUM BIJ HET ZOUT BORSTVOEDING ARMBAND EN WEEGSCHAAL 19 OPLOSSINGEN! -Kaarten voor de leerlingen 1 2 Dit geeft je weerstand tegen ziektes en voorkomt blindheid. Bij een tekort sterf je sneller aan de gevolgen van mazelen of diarree. Het wordt in een capsule of als druppels toegediend en wordt in ontwikkelingslanden meestal gegeven tijdens vaccinatiecampagnes voor baby’s. Door dit toe te voegen aan het gewone consumptiezout, kan een mentale achterstand bij kinderen vermeden worden. Het is dus goed voor de schoolprestaties. Vandaag gebruikt al meer dan 2/3 van alle huishoudens ter wereld gejodeerd zout. Een simpele oplossing, waarmee al heel veel succes werd geboekt. 3 4 Deze zouten zorgen ervoor dat je niet uitdroogt bij langdurige diarree. Dan verliest je lichaam immers veel vocht en kan je uitdrogen. Door deze zakjes op te lossen in zuiver water, houdt jouw lichaam vocht vast en zal je niet sterven als gevolg van uitdroging. Hiermee kan je de omtrek van de bovenarm van een kindje meten. Je kan ook het gewicht regelmatig meten. Dit wordt dan vergeleken met het gemiddelde gewicht van een kindje van dezelfde leeftijd. Zo kan je snel zien of een kindje goed gevoed wordt of niet. 5 Veel kinderen sterven omdat ze dit moeten missen tijdens de eerste levensmaanden. Nochtans biedt dit een volledige, hygiënische en goedkope voeding voor baby’s. Ze biedt bovendien bescherming tegen ziekten en geeft een baby alle voedingsstoffen die het nodig heeft. In ontwikkelingslanden is flesvoeding duur en het wordt vaak verdund met vervuild water. 6 Dit is een speciale pasta op basis van pinda’s zodat ondervoede kinderen terug aansterken. Hierin zit onder meer ijzer, calcium, zink, jodium, foliumzuur en vitamine A, verschillende B’s, C,D, E en K. De bruine pasta is verpakt in een stevig zilverfoliezakje waaruit een kind de pasta kan zuigen. Ongeveer driekwart van het aantal ernstig ondervoede kinderen kan zo via kant-en-klare voeding thuis behandeld worden en moet niet meer lange tijd in een voedingscentrum verblijven. 20 ACTIVITEITENFICHE 4 voor de leerkracht Moeilijkheid ++ Een gezond menu! Leerdoelen Verloop van de activiteit - De leerlingen zijn zich bewust van de impact van voeding op de gezondheid en op de ­overlevingskansen van jonge kinderen. - De leerlingen ontdekken de karakteristieken van ondervoeding (wat niet enkel gaat om te weinig voeding) - De leerlingen zijn in staat om een typisch ­gerecht uit DRCongo te benoemen en de voedzame ingrediënten toe te lichten. Fase 1 Materiaal - Werkbladen voor de leerlingen (kopieën) - Meerdere kopieën van de kindvriendelijke ­versie van het Kinderrechtenverdrag (www.unicefkids.be) - Woordenboek - Tentoonstellingskoffer Tijdsduur 50 minuten Definieer het woord “ondervoeding”. Elke leerling noteert op papier in enkele woorden wat volgens hem/haar de term “Ondervoeding” wil zeggen. De leerkracht verzamelt alle papiertjes en leest enkele ­lukraak voor. De meest voorkomende definities worden op het bord gezet. De leerkracht rangschikt samen met de leerlingen de zichtbare elementen (uiterlijk) en de elementen die te maken met het inwendige van het lichaam (inwendig). Fase 2 De leerlingen schrijven een vrije tekst over ondervoeding. Vraag aan de leerlingen om te vertellen over een moment uit hun leven waarop ze geconfronteerd werden met ondervoeding (gezien, gehoord, via TV, via….). De verhaaltjes worden voorgelezen. Fase 3 De kinderen worden ingedeeld in groepjes van 3 tot 4. Elke groep krijgt een kopie van de kindvriendelijke versie van het Kinderrechtenverdrag. De leerkracht vraagt aan de leerlingen om de artikelen te ­onderlijnen die te maken hebben met het aspect “gezondheid” of “voeding”. De leerkracht overloopt de artikelen die werden ­onderlijnd samen met de hele klas. Bij elk onderlijnd element wordt toegelicht in welke zin dit maken heeft met een goede gezondheid (preventie, ­hygiëne, behandeling van ziekten,…) Fase 4 De leerlingen krijgen een kopie van het werkblad “Stel jouw dagmenu samen!” en vullen het in. Fase 5 De leerlingen lossen in groepjes het kruiswoordraadsel op. Oplossing: 2. couscous, 4. pizza, 6. pondu, 7. sushi, 8. paella, A. crêpes, B. look, F. komijn, H. zout Opvolging Maak met de hele klas het Congolees gerecht “Pondu” klaar door het recept in deze lesmap te volgen. 21 WERKBLAADJES voor de leerlingen Opdracht 1 Hieronder vind je links een lijst met voedingsmiddelen die je elke dag moet eten. Rechts zie je een menukaart die onvolledig is. Vul de menukaart aan en zorg dat je die dag aan een gezonde en evenwichtige voeding komt. Stel jouw dagmenu samen ! Voedingsmiddelen/dag Menukaart van Fruit en groenten Minstens 5 per dag Ontbijt glas chocolademelk 2 sneden brood met Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten In elke maaltijd Middagmaal gerookte zalm met groene sla en tomaat Melkproducten 3 per dag Vlees, vis, eieren en vervangproducten 1 tot 2 per dag 4-uurtje Water 1,5 liter per dag Avondmaal soep naar keuze: Ijsje A Opdracht 2 Vul het kruiswoordraadsel in en ontdek traditionele gerechten en kruiden over de hele wereld 2. Traditioneel gerecht uit Maghreb (regio in Noord-Afrika: ­Marokko, Tunesië, Algerije) op basis van griesmeel en groenten. 4. Italiaans gerecht dat kinderen meestal heel lekker vinden en bestaat uit een platte ronde deegkoek gevuld met tomatensaus, kaas… in de oven. 6. Typisch gerecht uit de Democratische Republiek Congo op basis van gehakte maniokbladeren en groene groenten. 7. Een Japans hapje op basis van rijst, rauwe vis en sojasaus. 8. Spaans gerecht op basis van rijst. A. Bretonse specialiteit die bestaat uit een ronde platte pannenkoek met suiker, confituur,… Kinderen zijn er gek op! Zoek de Franse benaming. B. Dit is een kruid met een zeer doordringende smaak en geur en kan zowel vers (geperst of gesneden in kleine stukjes) als in poedervorm (gedroogd en gemalen) worden toegevoegd aan gerechten. F. Dit kruid komt van het Latijnse “Cuminum”, een aromatische plant uit het Midden-Oosten met een sterke geur, ook wel “valse anijs” genoemd. Vooral de zaadjes van de plant ­worden gebruikt. H. Een witte kristalachtige stof die in de keuken het meest is gekend als smaakmiddel. Het wordt ook gebruikt als bewaarmiddel. 1 2 3 4 5 6 7 8 B C D E F G H I 22 Ingrediënten (voor 6 personen): • • • • • • • • • • • 1 kg. maniokbladeren of 2 pakjes diepgevroren (buiten seizoen) 1 - 2 preien, in stukjes gesneden 2 - 3 ajuinen, in grote stukken gesneden 1 Afrikaanse aubergine (eventueel) 3 - 4 teentjes knoflook (zonder kiem) 1 takje tijm en 1 blaadje laurier 1 kg makreel of sardienen 1/3 liter palmolie zout 1 Antilliaanse peper (of Spaanse peper indien je geen Antilliaanse vindt) Een snuifje bicarbonaat Maak het traditioneel Congolees gerecht “Pondu” klaar met de klas! Bereiding: 1. Hak de verse of diepgevroren maniokbladeren en doe ze in een kookpot met water, samen met de prei, de ajuinen, de aubergine, de look en de bicarbonaat . Zet het geheel op het vuur en laat het 45 minuten koken. Voeg water toe indien dit te snel verdampt. Roer het regelmatig om. 2. Onthoofd en was de makreel, wrijf ze in met zout en zet ze in de koelkast terwijl de pondu kookt. 3. Leg de vis en de peper op de bladeren en groenten in de pot en laat het 30 minuten zachtjes koken (en zorg ervoor dat de peper niet kapot kookt, ik haal ze er af en toe uit om te roeren en leg ze er nadien terug in). 4. Haal de vis er uit, haal de visgraten er uit, doe ze in stukjes en leg terug in de pot. 5. Doe de palmolie in een aparte kookpot, warm het op een matig vuur tot de olie van kleur verandert (van rood tot oranjegeel). Let op als je dit doet en zorg ervoor dat de olie niet brandt. 6. Voeg de olie toe aan de pondu en meng het goed, proef en voeg zout toe naar smaak, laat het geheel 15 minuten zachtjes koken. Haal de peper er uit. 7. Aan tafel! Serveer het geheel met rijst, chikwangues (geplette maniok ingepakt in maniokbladeren), gesmoorde vis of gebakken banaan (plantin). Ter info: Pondu, maniokbladeren, sombe, saka saka, cassava-leafs, het zijn allemaal synoniemen. Pondu kan op verschillende manieren klaargemaakt worden, naargelang de ingrediënten, met vis, met bonen, met vlees… Met de campagne “Samen 4 miljoen baby’s redden” wil UNICEF dit jaar aandacht vragen voor de strijd tegen ondervoeding in de Democratische Republiek Congo, Lesmap Burundi en Sierra Leone. Elk jaar halen 4 miljoen baby’s hun eerste levensmaand niet. 146 miljoen kinderen in de ontwikkelingslanden zijn ondervoed. Elk jaar sterven er ongeveer 5,5 miljoen kinderen aan de rechtstreekse of onrechtstreekse gevolgen van ondervoeding. Ondervoeding is hiermee verantwoordelijk voor meer dan de helft van de kindersterfte in de wereld. UNICEF België biedt leerkrachten en leerlingen van 10-14 jaar een lesmap aan met didactische activiteitenfiches. Met deze lesmap wil UNICEF België Mondiale Vorming in de klas brengen en kinderen sensibiliseren rond de kinderrechten en gelijkheid van die rechten voor alle kinderen! De activiteiten in het dossier geven kinderen de kans te ontdekken dat ondervoeding gemakkelijk voorkomen én opgelost kan worden. De lesmap kan je gratis aanvragen of downloaden op www.unicef.be. Meer info voor de leerlingen op www.unicefkids.be ! Goede voeding, paswoord voor een goede start Auteurs: Herlinde De Vos en Alao Kasongo Verantwoordelijke Uitgever: UNICEF België, Yves Willemot, Lenniksebaan 451, bus 4, 1070 Brussel © UNICEF/2008 D/2008/5606/10