Psychische problemen - Kennistoets 1. Stressgerelateerde stoornissen, ‘spanningklachten’ inbegrepen, stonden in 2004 met 8,1% op de tweede plaats in de rangorde van diagnoses naar hoogte van de WAO-instroom, na depressie (11,1%). 0 juist 0 onjuist 2. Behandelvormen die bij psychische klachten effectief zijn voor wat betreft klachtreductie, zoals medicamenteuze therapie, cognitief-gedragsmatige therapie of problem solving therapy, zijn ook effectief op werkrelevante uitkomsten als ziekteverzuim. 0 juist 0 onjuist 3. Jongere leeftijd en lagere opleiding zijn voorspellend voor een langere verzuimduur bij werknemers die verzuimen met psychische klachten. 0 juist 0 onjuist 4. De richtlijn wordt door de bedrijfsarts toegepast bij werknemers met psychische en/of lichamelijke spanningsklachten, die eronder lijden en/of functioneringsproblemen hebben en er dient een vertrouwensbasis te zijn tussen bedrijfsarts en werknemer. 0 juist 0 onjuist 5. In de crisisfase is het van belang dat de werknemer actief benoemt wat hij of zij als probleem ervaart en als oplossing ziet. 0 juist 0 onjuist 6. Bij een ongecompliceerde stressgerelateerde stoornis (overspannenheid) en een activerende begeleiding is de kans dat de medewerker binnen drie maanden weer volledig kan functioneren op het werk 79% en na een half jaar is die kans toegenomen tot 96%. 0 juist 0 onjuist 7. Of er sprake is van een stagnatie kan op basis van het driefasen-model worden vastgesteld met behulp van procesvragen. 0 juist 0 onjuist 8. In onderzoek van Nieuwenhuijsen bij 200 werknemers met psychische problematiek in bedrijfsartspraktijk werd 35% bepaald door een stressgerelateerde stoornis. 0 juist 0 onjuist 9. Een acute stressstoornis als gevolg van een ingrijpende of schokkende ervaring, hoort niet onder de diagnose stressgerelateerde stoornis. 0 juist 0 onjuist Psychische problemen – Kennistoets – december 2007 10. Om de diagnose ‘depressie’ te stellen moet men binnen een periode van twee weken minimaal vijf symptomen uit een lijst hebben, waarbij in elk geval één van de volgende twee aanwezig moet zijn: een depressieve stemming of een duidelijke vermindering van interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten. 0 juist 0 onjuist 11. Somatisatie geeft geen risico op verlenging van klachten- of verzuimduur. 0 juist 0 onjuist 12. Een activerende eerstelijns begeleiding bij werknemers met psychische klachten is effectief voor reïntegratie in vergelijking met de gebruikelijke zorg. 0 juist 0 onjuist 13. Het betrekken van de werkomgeving bij de begeleiding van werknemers met psychische klachten is niet effectiever dan het niet-betrekken van de werkomgeving. 0 juist 0 onjuist 14. De bedrijfsarts kan de procesrol ook delegeren aan bijvoorbeeld een bedrijfsmaatschappelijk werker. 0 juist 0 onjuist 15. Het afnemen van de 4DKL duurt ongeveer 30 minuten. 0 juist 0 onjuist 16. Bij stagnatie van herstel van functioneren, wordt de reïntegratie tijdcontingent vormgegeven. (## De vraag is vrij ingewikkeld geformuleerd, het antwoord moeilijk terug te vinden, zie ook opmerking bij antwoorden. AV) 0 juist 0 onjuist 17. Het laten zien hoe een werknemer geholpen kan worden en het vertonen van voorbeeldgedrag aan de leidinggevende, is een interventie. 0 juist 0 onjuist 18. Voor een goed effect is het voldoende om de richtlijn in grote lijnen te volgen. 0 juist 0 onjuist 19. Evaluatie is niet alleen maar de afsluiting van de begeleiding. Het is een continue proces, waarin het beloop wordt geëvalueerd en geïntervenieerd wordt als stagnatie optreedt. 0 juist 0 onjuist Psychische problemen – Kennistoets – december 2007 Antwoorden bij de Kennistoets over de NVAB-richtlijn Psychische problemen 1. Juist, Achtergronddocument pagina 4. 2. Onjuist, Achtergronddocument pagina 4. Ze zijn niet zonder meer effectief, het bewijs is van niveau 1. 3. Onjuist. Achtergronddocument pagina 10: Er zijn aanwijzingen dat oudere leeftijd, negatieve herstelverwachtingen, middel- of hoger onderwijsniveau en de diagnose depressie of angst – of hoge klachtniveau’s van depressie of angst - voorspellend zijn voor een langere verzuimduur bij werknemers die verzuimen met psychische klachten. Niveau 2. 4. Juist, Richtlijn 1.1. 5. Onjuist. Deze taak hoort in de inventarisatiefase. Richtlijn 2.3 6. Juist, Achtergronddocument pagina 12. Richtlijn 1.2. en 1.3. 7. Juist, Achtergronddocument pagina 12. 8. Onjuist, Achtergronddocument pagina 15. Het percentage in de bedrijfsartspraktijk was 60, in de huisartspraktijk 35 (Terluin). 9. Juist, Richtlijn 1.1 en Achtergronddocument pagina 18. 10. Juist. Bijlage 2b bij de richtlijn. 11. Onjuist, Achtergronddocument pagina 20. Somatisatie, pesten op het werk, een arbeidsconflict, een rigide persoonsstructuur en verhoogde depressieve en/of angstklachten geven risico op verlenging van klachten- of verzuimduur. Bij stagnaties in het beloop dient men hierop bedacht te zijn. Bovendien adviseert de richtlijn om bij somatisatie geen activerende begeleiding volgens de richtlijn te starten, maar eerst de somatisatie aan te pakken, bijvoorbeeld met reattributietechnieken. 12. Juist. Achtergronddocument, pagina 23, niveau 1. 13. Onjuist. Achtergronddocument, pagina 22. Het bewijs dat het betrekken van het werksysteem wel effectiever is, is van niveau 4 en berust op extrapoleren van onderzoek onder werknemers met rugklachten. 14. Onjuist, richtlijn 2.1. De bedrijfsarts kan wel een interventierol, bijvoorbeeld voorlichting, delegeren. 15. Onjuist. Het afnemen duurt ongeveer 10 minuten. Zie bijlage 2 bij het Achtergronddocument. De lijst is bruikbaar als indicatie voor diagnostiek en als ‘motivator’. 16. Onjuist. Richtlijn inleiding pagina 5. het verschil met de vorige richtlijn is dat der sterker accent is op het procesmatig karakter van herstelbegeleiding. Procescontingentie krijgt de voorkeur boven tijdcontingentie. (## Niet terug te vinden op p 5 van de richtlijn. Wel enige informatie op p. 7 en p. 20, maar niet rechtstreeks het antwoord op de vraag, AV) 17. Juist. Interventie in de rol van coach naar de werkomgeving. Zie richtlijn pagina 16. 18. Onjuist. Nauwkeurige toepassing van de richtlijn geeft betere resultaten. De compliance tav interventies en terugvalpreventie lijkt beperkt. Achtergronddocument, pagina 4. 19. Juist. Richtlijn, pagina 20. Psychische problemen – Kennistoets – december 2007