Aanbidding en voorbede Door Don Potter Copyright 2002. All rights reserved Aan-bid-ding – a. Godvrezende liefde en devotie voor een godheid of heilig voorwerp. B. De plechtigheden of gebeden waardoor deze liefde wordt uitgedrukt. Voorbede – a. Een gebed of verzoek aan God ten behoeve van een ander. B. Overdenking. Deze twee woorden zijn erg bekend bij mensen die God kennen. Wij zien ze vaak als activiteiten die los van elkaar staan en op verschillende tijden en plaatsen worden ondernomen. Maar ik geloof dat God ze samenbrengt zodat er meer kracht vrij gezet wordt de kerk. Jezus, die leeft om voorbede te doen (Hebreeën 7:25), was ook een aanbidder. De oorsprong van het Griekse woord dat in Lucas 10:21 wordt vertaald als 'verheugde Zich', beschrijft dat Jezus, vervuld met de Heilige Geest, rond sprong in aanbidding tot Zijn Vader. In Lucas 22:44 zien we Jezus als een voorbidder die bloed zweet terwijl Hij voor Zijn discipelen en Zichzelf bidt. Toen Jezus Jeruzalem op de rug van een ezel binnen ging (Mattheüs 21:1-11) begon de menigte spontaan “Hosanna!” te roepen. In het oude Hebreeuws betekende hosanna 'Wij bidden: red ons'. De oorsprong van het woord is een roep om hulp. Tijdens deze triomfantelijke binnenkomst van Jezus deed de menigte al schreeuwend voorbede, terwijl zij Hem aanbaden. Ondanks dat 'Hosanna' meer een uiting van lofprijzing dan gebed was geworden, was de schreeuw van de menigte op de Olijfberg die dag ook voorbede. Of ze het nu doorhadden of niet. Het 'hosanna principe' – het combineren van aanbidding en voorbede – kan ingrijpende resultaten hebben. Jezus zei dat als de menigte zou stoppen Hem te aanbidden, de stenen het dan in hun plaats zouden uitschreeuwen (Lucas 19:40). Eén van de meest effectieve manieren om samen in overeenstemming te komen is door aanbidding en voorbede te combineren. “Paga” Er zijn twee Hebreeuwse woorden voor voorbede. Het eerste woord is 'paga'. Volgens de strongs concordantie betekent dit 'ontmoeten, smeken, voorbede doen, vallen op (uit vijandigheid), slaan, aanraken (als een grens), doen verlichten, tussen beide komen, aanvallen, het doel bereiken, drukken tegen, met vijandige agressie op iemand toesnellen, of doden'. Wij horen grenzen in onze levens te stellen waar we op kunnen staan en met het zwaard van de Geest strijden. Er zijn tijden waarop we onze vijandigheid moeten tonen aan de geestelijke vijand die deze grens wil binnenvallen. De duivel zal zijn best doen om die grens te overschrijden en iedere plaats in te nemen waar wij niet actief voor vechten en die niet in bezit hebben. Wij zijn als de Joden, aan wie het beloofde land was gegeven. Het land was aan hun gegeven, maar ze kregen het niet in bezit tot ze er voor vochten. Ondanks dat onze verlossing gratis aan ons is gegeven, zullen de voordelen van deze gave van vrijheid aan ons voorbij gaan als we het bloed van Jezus niet actief toepassen op ons leven. “Tephillah” Een ander woord voor voorbede en gebed is 'tephillah'. Dit betekent 'voorbede doen en je gebeden en voorbede naar God toe zingen in plechtige aanbidding'. Toen Jezus de tempel ontdeed van de geldwisselaars citeerde hij een vers uit Jesaja waarin dit woord gebruikt wordt: “Want mijn huis zal heten: Huis van gebed [“tephillah”] voor alle volken.” (Jesaja 56:7) Dit woord geeft gelovigen de goedkeuring om hun hart open te stellen voor God en zingend voorbede te doen tijdens gezamenlijke aanbidding. Het lijkt misschien vreemd om samen te komen en tijdens de aanbidding je gebeden naar God toe te zingen, maar het is een heel oud gebruik. Koning David stond bekend om het zingen van zijn gebeden aan God. Hij vroeg God zingend om zijn vijanden te verslaan. In de Psalmen 7, 9, 10, 11 , 17, 55, 56, 56 en 70 verzochten David en andere psalmisten God zingend om de vernietiging van hun vijanden. Ze waren ook niet bang om in hun liederen te klagen, omdat ze de waarde beseften van het uiten van hun ware emoties naar hun Meester (zie Psalm 22, 94, 102, 109 en 140). Veel van de Psalmen waren proclamaties waarin Israël, de volken en alles wat leeft, werden aangemoedigd om God te eren (zie Psalm 66, 100, 103, 113, 114 en 150). We moeten niet bang zijn om onze voorbede tot God te zingen en Hem te vragen onze vijanden te vernietigen. Deze vijanden zijn bijvoorbeeld opstandigheid in onze kinderen, offers die worden gebracht aan valse goden door abortus, toenemende lust in het land, homoseksualiteit, racisme, scheidingen, etc. God heeft ons geroepen om Hem te aanbidden in Geest en in waarheid, en de waarheid is de realiteit van onze levens. Ware aanbidding en voorbede dwingt ons om eerlijk te worden over de gesteldheid van onze levens. Wij hebben de twee meest krachtige wapens voor de strijd tegen de werken van de duivel gekregen: aanbidding en voorbede. We moeten er gebruik van maken. Dans Dans heeft altijd een groot deel uitgemaakt van lofprijs en aanbidding, maar ik geloof dat God ons nog iets anders wil laten zien over dans: beweging kan ook een belangrijke rol spelen in voorbede. De God van Israël heeft het gebruik van visuele hulpmiddelen altijd aangemoedigd. Door de instelling van Pascha liet Hij zijn volk hun bevrijding uit Egypte uitbeelden. Het Loofhuttenfeest gaf hen een voorstelling van de tijd dat zij in tenten in de woestijn woonden. Dit waren visuele gedenktekens ter herinnering aan wat hun voorvaderen hadden meegemaakt. Er was geen effectievere manier om hun nakomelingen deel te laten zijn van de bittere maaltijd van Pascha en de zeven dagen slapen in een ongemakkelijke hut. Een andere reden dat God hen gebeurtenissen liet uitbeelden, was om de overwinningen van de vorige generaties te vieren. Op dezelfde manier beginnen wij onze overwinningen te vieren door beweging in aanbidding. Zoals we kunnen zien in één van de Hebreeuwse woorden voor 'dans', heeft Jezus deze overwinningen voor ons behaald. De meeste Hebreeuwse woorden voor dans betekenen gewoon zoiets als dans. 'Karar', 'machowl' en 'raqad' betekenen allemaal 'wild rond huppelen, springen of draaien'. Maar ik was verrast toen ik een ander woord voor dans ontdekte: 'chuwl' (of 'chiyl'). Dit woord betekent 'ploeteren, beven (heftig schudden), worstelend ploeteren, kronkelen, draaien, dansen, angst, beangstigd zijn, gepijnigd worden, kalven (baren), razernij, hoop, aanval, sterk zijn, voort brengen, angstig of verlangend wachten, of geboren worden'. Dit woord voor dans werd gebruikt als beschrijving van voorbede die door het lichaam uitgebeeld wordt. De dansers beeldden zowel de veldslagen en overwinningen uit die behaald waren in de Geest, als de aardse veldslagen. Nadat Israël de Rode Zee was overgestoken en hun vijanden waren verslagen, zongen en dansten Mirjam en andere Israëlitische vrouwen om de overwinning te vieren (Exodus 15:20-21). Jefta's dochter danste voor haar vader na zijn overwinning (Richteren 11:34). Toen David terug kwam nadat hij de Filistijnen had verslagen dansten en zongen de vrouwen (1 Samuel 18:6). Deze dansen zijn een uiting van vreugde en een uitbeelding van de behaalde overwinningen. 'Chuwl' werd gebruikt om te verwijzen naar de vrouwen die dansten tijdens het 'feest des Heeren' (Richteren 21:19,20). Dit was de soort dans die gebruikt werd tijdens het feest. De vrouwen dansten niet in kleine groepjes om de gasten te vermaken! Ze zwoegden in angst terwijl ze de overwinningen vierden die God hun had gegeven. God stimuleerde mij eens om na te denken over hoe het lied geklonken moet hebben waarin gezongen werd: “Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden” (1 Samuel 18:7). Ik betwijfel dat dit gewoon een kinderliedje was dat zoetjes gezongen werd voor de verweerde mannen die terug kwamen van het slagveld! Ik geloof dat deze vrouwen net zo sterk waren als de mannen die de echte strijd geleverd hadden. De dans waarmee zij de overwinning vierden was een vurige uitbeelding ter ere van de mannen die deze strijd hadden gestreden. Toen Jezus op de rug van een ezel Jeruzalem binnen ging, was er een uitzinnige reactie waar dans ongetwijfeld een deel van uit maakte. De schreeuw die deze dag naar de hemel ging was meer dan een zachte roep. Naast de 'hosanna' combinatie van aanbidding en voorbede, proclameerde de dans de overwinning. Deze dans was niet een serie gerepeteerde en bewuste bewegingen die de aandacht vestigden op de danser. In plaats daarvan was de dans volledig gericht op de Persoon die werd geëerd. Jezus heeft alle overwinningen al behaald waar ooit voor gestreden hoeft te worden. Wij wandelen simpelweg in die overwinningen door te aanbidden, en nu ook door voorbede te doen door dans. Een strategie voor de strijd In 2 Kronieken 20:1-20 staat Juda aan het begin van een strijd. Drie volken – de Ammonieten, Moabieten en de Meünieten – hadden samengespannen tegen Juda. De Ammonieten en Moabieten staan voor perversie, incest en een hart dat niet bereid is zich te bekeren. De Meünieten leefden in rotsachtig gebied en maakten hun huizen door stukken rots weg te hakken. De geesten die tegen Juda (wat “lofprijs” betekent) ten strijde trokken waren perversie, rebellie en de afbrokkeling van de rots van geloof. Dat lijkt erg op de strijd die wij dagelijks te strijden hebben! Terwijl Juda omsingeld was, bad koning Josafat tot God en ontving een strategie voor deze strijd. “Hij stelde mannen op, die de HERE een lied zongen en Hem loofden in heilige feestdos, terwijl zij voor de gewapenden uittrokken en zeiden: Looft de HERE, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid” (2 Kronieken 20:21). Nadat ze dit gedaan hadden zorgde God er voor dat de vijanden van Juda zich tegen elkaar keerden en elkaar tot op de laatste man vermoordden. Wij strijden tegen dezelfde geesten als Josafat in zijn tijd deed! De strategie moet dus ook hetzelfde zijn: voorbede doen, en daarna de Almachtige aanbidden. Het kostte Juda drie dagen om de buit binnen te halen van de overwinning die God hen had gegeven. Op dezelfde manier geloof ik dat er tijden zullen aanbreken waarin we overwinningen zullen behalen op het gebied van gebroken gezinnen, verloren geliefden, opstandige kinderen, weggelopen vaders, teruggevallen gelovigen, ga zo maar door. God heeft ons een aantal geweldige wapens gegeven met goddelijke kracht om deze bolwerken te verslaan. Aanbidding en voorbede gingen vóór Jezus uit tijdens zijn triomfantelijke intocht van Jeruzalem. Op diezelfde manier zullen ze ook een belangrijke plek innemen bij de voorbereiding van Zijn wederkomst.